SPEELGOED
HET GESCHENK
VOOR DEN BAZAAR.
Temidden van z'n speelgoed.
Verspreid over den grond.
Daar dribbelt 't kleine baasje
Bedrijvig in het rond.
Hup! in zij® hobbelpaardje,
Heel even op zijn fiets.
Een schop tegen den voetbal -
Neen, bouwen, dat is niets!
Een vJiegmachien, een bromtol.
Een beer. een groote trom,
Een hoepel en een auto.
Hij kijkt er niet naar om.
Maar, ergens in een hoekje!
Staat een sigarenkist.
Gevuld met mooie eikels....
Kijk, hoe hij er in gTist!
Ze rollen door z'n handjes,
Stil kijkt het speelgoed toe,
Want spelen met zijn eikels.
Dat wordt hij nimmer moe!
(Nadruk verboden).
R. ASSCHER—VAN DEiR MOLEN
B) (Slot)
Maar plotseling stapte Mies naar voren
■t Moest! Ze kon toch niet haar kwartje
mee terug nemen? Dan zouden de meisjes
nog meer zeggen als ze heelemaal niets
gaf. „Mies Lagerberg", vulde Gerda Jan-
nlnk in. En toen, na even gewacht te heb
ben, „vijf en twintig cents."
Had Gerda met opzet zoo luid gesproken?
Mies wist 't niet maar zeker was het,
dat bijna alle meisjes het hadden ver
staan.
„Bah, wat ben jij gierig", viel Truus
Vros uit. „Een kwartje, een héél kwartje
voor die arme stumperds! Had je niet lie
ver een dubbeltje gegeven?"
De tranen sprongen Mies in de oogen.
Doch ze gaf geen antwoord. Met een
ruk keerde ze zich om en ging het lokaal
uit.
„Dat had ik nu nooit gedacht dat Mies
zóó gierig zou zijn", zei een der meisjes
toen Mies de deur achter zich gesloten
had.
Mies is niet gierig, jullie kent haar niet",
verdedigde Corry van Bruggen haar
vriendin.
Toen haastte ze zich Mies achterna te
gaan.
Ze vond haar in de kleedkamer. Met 't
hoofd tegen de muur geleund stond ze te
schreien
„Toe Mies", zei Corry. terwijl ze haar
arm om Mies hals legde, „huil er niet om.
Je moet er je niets van aantrekken. Als
die flauwe kinderen je goed kenden, zou
den ze heusch niet zeggen dat Je gierig
was. Toe. huil nu niet meer".
„Jij kunt gemakkelijk praten", snikte
Mies. „ze denken nu toch maar dat ik gie
rig ben. Ik kon toch niet aan iedereen
vertellen dat moeder niet meer kon mis
sen".
„Dat hoeft ook niet. Mies. Jij weet dat je
zooveel gegeven hebt. als 't kon, dus laat
de anderen nu maar praten. Een. twee,
drie, tranen weg".
Door haar tranen heen glimlachend liet
Mies zich door Corry meenemen.
Wat was Cor toch een eenige vriendin
voor haar Ze zou het voor haar wel op
nemen ook, als de anderen wat zouden
zeggen.
Toen Mies weer in 't lokaal kwam, stoot
ten een paar meisjes elkander aan.
„Ze heeft gehuild" werd er zacht ge
fluisterd.
Toen Mies uit school thuis kwam. kon ze
niet lang voor moeder verborgen houden,
wat er gebeurd was. Moeder zag 't altijd
dadelijk als er iets bijzonders was, en dan
kon ze je op zoo'n eigenaardige manier
aankijken, dat je vanzelf ging vertellen.
Ze liet Mies stil uitpraten, terwijl ze een-
paar maal met het hoofd knikte. Toen
moeder alles wist, streek ze Mies de ver
warde haren uit het gezicht.
„Maar Miesekind. hoe heb ik 't nu met
je? Ga je nu huilen omdat de meisjes
zeggen dat je gierig bent? Als je het was,
ja, dan had je reden om te huilen. Maar
gelukkig is dat niet zoo. Dus laat de meis
jes maar stil praten kind".
Toen Mies dien avond naar boven ging,
bleef ze langer dan anders in haar kamer
tje opzitten Al zei nu ook moeder en
iedereen dat ze er zich niet van aan moest
trekken, wat de meisjes gezegd hadden,
toch kon ze 't niet laten er telkens weer
aan te denken. En dan ze zou toch ook
zoo graag nog iets voor de arme bleek
neusjes willen geven. Niet in de eerste
plaats omdat de meisjes haar uitgelachen
hadden, maar vooral omdat ze zoo'n mede
lijden met hen had. Was er nu heelemaal
niets van haar zelf wat ze geven kon?
Plotseling sprong ze op en liep naar een
hoek van haar kamertje.
Daar. in die hoek, zat Gretha. haar
groote pop. Mies was al te groot om met
poppen te spelen, daarom had ze de klei
nere langzamerhand allemaal weggegeven.
Maar aan deze pop was ze erg gehecht. Ze
had die van vader, op een verjaardag ge
kregen. En ze had zich voorgenomen, die
pop altijd te bewaren.
Maar nu stond ze met Gretha in de
handen en kon 't met zichzelf niet eens
worden.
Als ze de pop nu eens voor de bazaar
gaf! Dan deed ze toch zelf ook wat voor
de bleekneusjes. Moeder zou het vast wel
goed vinden. Wacht, ze zou het meteen
nog «laar even gaan vragen. Had ze dan
geen geld om te geven, dan deed ze dit
toch.
Zachtjes, met Gretha op den arm daalde
Mies de trap weer af.
Maar Mies", zei moeder verschrikt, toen
ze de kamerdeur opendeed, „maar Mies,
wat ls dat nu? Ben Je nog niet in bed?
En wat moet je met die pop?"
Mies beantwoordde de laatste vraag t
eerst.
„Die wou ik zoo graag voor de bazaar
geven moeder, 'k Was nog op toen dit in
eens in mijn gedachten kwam. En nu kom
ik 't maar meteen vragen. Toe, moeder
mag het? Dan doe ik toch ook iets voor de
arme bleekneusjes".
Glimlachend keek moeder haar meisje
aan.
„Zeker Mies, van mij mag het wel. Doch
de pop is niet van mij, maar van jou. Ik
meende dat je haar altijd wilde bewaren.
Zul je er geen spijt van krijgen, kind?"
Beslist schudde Mies het hoofd.
„Nee moeder, vast niet. Weet u", en 't
meisje verborg haar hoofdje tegen moe
ders schouder aan, „weet u, eerst heb ik
wel even getwijfeld. Want ik heb altijd erg
van deze pop gehouden. En 'k heb ze nog
van vader gekregen. Maar toen bedacht ik
opeens dat vader het zelf ook beter zou
vinden als ik de pop voor een goed doel
weggaf, dan dat ze voor niets op mijn ka
mertje blijft zitten. Vindt U dat ook niet
moeder?"
Hartelijk gaf mevrouw Lagerberg haar
dochtertje een kus.
„Zeker, kind, ik ben 't heelemaal met je
eens. En luister eens we zullen de pop
niet zóó sturen. Je mag 'n heele nieuwe
garderobe voor haar maken. In mijn lap
pendoos zijn lapjes genoeg. Fluweel of
zijde, wat je maar wilt. Jij moet het doen,
maar ik zal je helpen en zoo zullen we
samen zorgen dat de pop er piek-fijn uit
ziet. Afgesproken?"
„O, moeder, wat heerlijk. Ziet u wel dat
het nu toch nog in orde komt? Ik wist wel
dat u er wel wat op zou weten"
Lachend maakte moeder zich uit Mies'
omhelzing los. „En nu, een-twee-drie naar
boven en naar bed. Wel te rusten, kind".
't Werden een paar drukke weken voor
Mies Lagerberg ,die er nog moesten verloo-
pen eer de bazaar gehouden werd. Iedere
avond, zoodra ze haar huiswerk klaar had,
haalde ze haar naaiwerk voor den dag.
Van top tot teen moest de pop in 't
nieuw gestoken worden. En Mies maakte
maar niet van alles één stuk, nee, de pop
kreeg een behoorlijk uitzet mee. Van 't
ondergoed kreeg ze van ieder drie stuks en
toen kwamen de jurken en de manteltjes
nog.
Mies maakte onder moeders toezicht, een
groen fluweelen jurk met een kanten
kraagje en een rose zijden met een groote
strik. En toen nog een warm winterman-
teltje en een regen-cape.
Twee dagen voor de bazaar begop, was
alles gereed. Mies trok haar pop de rose
zijden jurk aan en pakte de overige klee
ren in een mooie doos.
„Wat doe je Mies?" vroeg moeder. „Neem
je de pop mee naar school om haar aar
juffrouw Hermans te geven, of stuur je
haar meteen naar 't bazaar-comité'"
Even stond Mies in tweestrijd. Wat zou
ze doen? Als ze de pop aan Juffrouw Her
mans gaf, dan zou die haar vast wel aas
de klas laten zien. Dan zou niemand meer
durven zeggen dat ze gierig wasEr wa
ren nog wel enkele meisjes die een hand-
werkje voor de bazaar gemaakt hadden
maar niemand had zoo iets moois als zij
O, ze had heel veel lust om de pop mee
naar school te nemen. Maar plotseling be
dacht ze zich. Nee, daarvoor had ze toch
haar pop aan wie ze zoo gehecht was, niet
gegeven? En daarvoor had ze toch niet zoo
ijverig zitten naaien? Dat had ze niet ge
daan, om wat de klas er van zeggen zou
maar wel om de bleekneusjes te helpen.
„Ik breng de pop meteen naar de bazaar,
moeder", antwoordde ze flink.
„Goed, kind, dat vind ik ook het beste"
Op den tweeden dag nadat de bazaar
geopend was, gingen mevrouw Lagerberg
en Mies er heen. 't Was Woensdagmiddag
en erg druk op de bazaar. Al spoedig hah
Mies haar pop ontdekt. Sierlijk, in haai
rose-zijden jurk stond ze daar. De overig
kleedingstukken uit haar garderobe, lagen
netjes om haar heen gerangschikt. Boven
op 't linnengoed lag een kaartje. Een pop
met uitzet stond er op. En daaronder de
prijs: f. 6.00.
„O moeder, kijk u eens. Zou de pop voor
zóóveel verkocht worden?"
„Dat denk ik wel Mies. 't Ziet er keurig
genoeg uit".
Toen Mies met haar moeder even bij het
tafeltje waarop de pop stond, gestaan had
den, kwam er haastig een juffrouw op
haar af.
„Wilt u die pop misschien koopen, me
vrouw? 't Is heusch niet duur."
„Nee jufrouw, dank u wel, we keken
maar even", antwoordde moeder met een
geheimzinnig glimlachje.
Op de school werd druk over de bazaar
gesproken, „Hebben jullie die prachtige
pop gezien?" vroeg Truus Vros in t vrije
kwartier. „Wie zou die toch ingezonden
hebben?"
„Dat zal ik je wel even zeggen, al mag
ik 't eigenlijk niet doen" antwoordde Corry
van Bruggen.
„Dat heeft Mies gedaan, Mies, die jullie
voor gierig hielden. Zelf heeft ze de heele
uitzet genaaid. Ik mocht 't niet vertellen,
maar ik doe het toch, want ik kon het niet
uitstaan, dat jullie haar gierig noemen".
Even was 't stil onder de meisjes.
Toen zei Truus en je kon het zien dat <K
anderen het met haar eens waren:
„Dat had ik niet van haar gedacht. Het
spijt me, dat ik zóó over Mies gesproken
heb, Cor enik zal 't haar zeggen ook..
FRANCINA.