De spoorlijn Alphen-Boskoop- Waddinxveen-Gouda DE VLOOTSCHOUW DER K.L.M. OP SCHIPHOL. 75ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 8 October 1934 Derde Blad No. 22867 De officieële opening. ft KERK- EN SCH00LNIEUWS. ft ft Afscheid van Ds. Kruisheop te Bodegraven. Het eerste oponthoud van den extra-trein met genoodigden had te Waddinxveen plaats, waar de keurig ingerichte stationslocaliteiten werden bezichtigd. In aansluiting op het reeds Zaterdag niet betrekking tot bovenstaande plechtig heid gemelde, valt nog mede te deelen, dat zich onder de autoriteiten o.a. bevonden de wnd-commissaris der Koningin in Zuid-Holland, jhr. von Fisenne; mr. Bol- sius, lid van Gedeputeerde Staten; H. J. Silvergieter Hoogstandt, hoofd van de afd. vervoer en mijnwezen van het Departe ment van Waterstaat als vertegenwoordi ger van den Minister; ir. W. H. F. van Eijckevorsel, chef van de dienst van het vervoer als vertegenwoordiger van de directie der Ned. Spoorwegen; ir. C. H. H. J. Driessen, hoofdingenieur, chef van den dienst van weg en werken; ir. Th. L. W. baron van Heemstra, chef van het sein- wezen; ir. J. G. Raveneck, hoofdingenieur van het rijkstoezicht op de spoorwegen; ir. v. d. Wall, hoofdingenieur bij en jhr. Sandberg, griffier van den Provincialen Waterstaat in Zuid-Holland; de dijkgraven van de Hoogheemraadschappen van Rijn en Schieland; de voorzitters der Kamer van Koophandel te Leiden en Gouda, de heeren D. ten Cate Brouwer en H. A. Schreuder; den voorzitter van den Bond van Plantenhandelaren in Nederland, den heer Jac. Smits uit Naarden, benevens de burgemeesters der omliggende gemeenten, vele raadsleden en anderen. Precies op tijd vertrok de extra-trein met genoodigden, waarvan de locomotief met bloemen was getooid, uit Gouda. Bij aankomst aan het station te Waddinxveen stond het plaatselijk muziekkorps op het perron opgesteld en bracht het Wilhelmus ten gehoore. Zeer vele ingezetenen had den zich rondom het eenvoudig, maar keu rig ingerichte stationsgebouw verzameld en juichten den eersten trein van harte toe. Na een korte rondwandeling stapte het gezelschap wederom in en werd door gereden naar Boskoop, welks station even eens in feesttooi prijkte. En niet alleen het gebouw zelf, maar ook de toegangsweg vanaf den Zijdeweg prijkte in een fleu rige versiering met guirlandes van groen en herfstbloemen. Ook hier werd slechts gestopt om de plaatselijke autoriteiten op te nemen en vervolgens werd de reis voortgezet naar Alphen, waar de gasten eveneens werden begroet met het Wilhel mus, uitgevoerd door „Crescendo". Het zelfde herhaalde zich bij terugkomst te Boskoop, waar de Harmonie „Excelsior" aan het geheel muzikalen luister bijzette. Zoowel hier als te Alphen, was een tal rijke menigte getuige van de aankomst van den eersten officieelen trein. In Bos koop hadden bovendien vele ingezetenen de vlag uitgestoken ten teeken van vreugde over de tot standkoming van de nieuwe verbinding. In de kwistig met bloemen versierde en tot ontvangstzaal ingerichte goederenloods had daarna de officieele opening plaats. Burgemeester Gaarlandt van Gouda als voorzitter van het comité van voorberei ding dezer plechtigheid, opende de rij der sprekers met een woord van welkom tot alle aanwezigen, in het bijzonder tot de autoriteiten, waaronder hij ook den „Ur- heber" dezer spoorlijn, den heer J. H. van Straaten van Nes begroette. De belanghebbenden uit de streek tus- schen Alphen en Gouda, aldus spr., heb ben blijk willen geven van hun vreugde over de totstandkoming dezer lijn. Zij hebben zich daarvoor offers moeten ge troosten, doch spr. hoopt, dat deze offers teruggevonden zullen worden in een stij ging van de welvaart. Spr. wees er vervol gens op, hoe in de laatste jaren de ver keerswegen rondom Gouda, zoowel te land als te water een groote verbetering heb ben ondergaan en deze spoorlijn vormt de vervolmaking van dezen ontwikkelings gang. Alleen een vlieghaven ontbreekt ons nog, maar ook zonder dat verwacht spr., dat Gouda binnenkort Neerlands verkeers- zwaartepunt zal zijn, voor zooverre het het goederenvervoer betreft. Spr. eindigde met den wensch, dat de opening der nieuwe spoorlijn den weder opbloei der belanghebbende gemeenten tengevolge zal mogen hebben. Mr. H. J. Silvergieter Hoogstadt begon met de hoop uit te spreken, dat dit feest het slot moge zijn van een tragedie. Het ontstaan van deze lijn is van begin tot einde een lijdensgeschiedenis geweest en de publieke opinie acht in de tegenwoor dige omstandigheden de voltooiing ervan een dwaasheid. Ook de directie der Ned Spoorwegen heeft met leede oogen de af werking aangezien, doch spr. hoopt, dat een spoedige opbloei van het economisch leven de pessimisten in het ongelijk zal stellen. Voorloopig zullen wij evenwel onze grootste kracht moeten concentreeren op het personenvervoer en daarom roept spr. de jeugd toe: reist per spoor; reist veilig! ft Ir. van Rijckevorssel, sprekende namens de directie der Ned. Spoorwegen, zeide met gemengde gevoelens bezield te zijn. Eener zij ds koestert hij eerbied voor allen, die hun offervaardigheid en doorzettingsver mogen beloond zien met de opening de zer lijn en bewondering voor hen, die aan den bouw hebben medegewerkt en zich niet hebben laten ontmoedigen door de moeilijke terrein-omstandigheden, ander zijds is er in hem weemoed, omdat de exploitatie op een zoodanig ongunstig tijd stip in het economisch bestel wordt ter hand genomen. Niettemin geeft spr. de verzekering, dat de directie haar volle medewerking zal verleenen om het te sturen in de richting van een looneride exploitatie, daarbij de hoop koesterend, dat de streek in haar welbegrepen eigenbelang in dit streven het voorbeeld der directie zal volgen. De lijn AlphenGouda is een kindje, waar van de geboorte met leede oogen is tege moet gezien, doch dat niettemin met zorg zal worden opgekweekt. Spr. besloot met den oprechten wensch, dat deze lijn haar levenskracht en ren tabiliteit zal bewijzen tot heil van de streek en van hen, die hun beste krachten gaven tot haar ontstaan. De burgemeester van Alphen, de heer P. A. Colijn, herinnerde aan de langdu rige voorbereiding, welke aan de totstand koming van deze lijn is voorafgegaan en bracht hulde aan de Hollandsche inge nieurs, die den afbouw in dit land van veen en water zonder noemenswaardige tegenslagen tot een goed einde brachten. Spr. wil niet, zooals zijn ambtgenoot uit Gouda, de aantrekkelijkheden van zijn gemeente opsommen, doch volstaan met te zeggen, dat hetgeen gesproken is ten gunste van Gouda, ook geldt ten aanzien van Alphen (gelach). Spr. brengt verder dank aan allen, die ijverden voor den aanleg van deze lijn, in het bijzonder ook aan den heer van Straa ten van Nes, voor wien de dag van heden wel een groote vreugde moet zijn. Het spijt spr. alleen, dat de heer v. Nes thans niet in de gelegenheid zal zijn om het achtste lustrum der commissie tot aan leg van de spoorlijn AlphenBoskoop Gouda te vieren, doch hij geeft hem den raad deze commissie om te zetten in een dito tot behoud van de lijn. Dan zal de heer van Nes een nieuw arbeidsterrein vinden met verre perspectieven, waaraan hij weer dagelijks zijn krachten zal kun nen wijden (hilaritiet). De burgemeester van Waddinxveen, de heer P. A. Troost, wees erop, hoe voor vele zijner ingezetene deze spoorweg nu juist niet is een „afgebeden kindeke". Niettemin heeft het gemeentebestuur, toen eenmaal vaststond, dat de aanleg zou doorgaan, steeds zijn volle medewer king verleend. Een belangrijke industrie gemeente als Waddinxveen zal in de toe komst zeker willen profiteeren van de groote voordeelen van gelegen te zijn aan „den ijzeren weg". Spr. acht het niet uit gesloten, dat zijn gemeente als industrie- en landbouw-centrum een goede klant wordt van de spoorwegen, mits de directie wil medewerken en een welwillend oor verleent aan locale desiderata. Spr. eindigde met woorden van dank aan den ingenieur, belast met den aanleg, ir. J. L. A. Cuperus en den aannemer, den heer de Vries voor de prettige samenwer king en met den hartgrondigen wensch, dat de nieuwe spoorweg den bloei van deze mooie streek in het hart van Holland en van zijn nijvere gemeente moge bevor deren. ft De voorzitter der Kamer van Koophan del te Gouda, de heer H. A. Schreuder, sprak den wensch uit, dat de sombere voorspellingen ten aanzien van deze lijn niet zullen worden bewaarheid en dat zij evenzeer haar rentabiliteit zal bewijzen als de lijn GoudaSchoonhoven, waar men destijds ook zeer sceptisch tegenover stond. Toen George Stephenson 100 jaar gele den zijn eerste locomotief bouwde, voor spelde zijn moeder hem; „George, dat gaat niet" en toen de eerste machine eenmaal goed en wel reed, zei ze: „O, George, hij kan niet meer stoppen!" Dat zij, aldus besloot spr. onder groote hilariteit der aanwezigen, de horoscoop van deze lijn. De heer D. ten Cate Brouwer, voorzitter van de Kamer van Koophandel en Fabrie ken voor Rijnland te Leiden wees op de sterk gewijzigde omstandigheden ten tijde van het besluit tot aanleg van deze lijn en thans. Toen een druk handelsverkeer met beperkte vervoergelegenheld, nu juist andersom. Wat destijds als een dringende behoefte werd gevoeld, heeft thans veel van zijn gebiedende noodzakelijkheid ver loren. In normale tijden evenwel hebben de handel en industrie der aanliggende ge meenten een groote klandizie aan de spoorwegen aan te bieden en spr. eindig de dan ook met de hoop uit te spreken, dat die tijden spoedig zullen aanbreken. De volgende spreker was de burgemeester van Boskoop, mr. P. E. Verkerk, die wees op de groote beteekenis, welke de aanleg van den nieuwen spoorweg vooral voor Boskoop heeft. Waren de omstandigheden gunstiger, dan zou de gemeente niet heb ben nagelaten haar blij d,schap op groot- scher wijze te uiten dan thans mogelijk is. Spr. herinnerde vervolgens aan de vele en hardnekkige pogingen, welke van Boskoop- sche zijde zijn gedaan om het gestelde doel te verwezenlijken en memoreerde in dit verband ook de belangstelling, welke H.M. de Koningin steeds voor de plaatse lijke tentoonstellingen heeft betoond. De Boskoopsche producten hebben zich na een 200-jarige relatie met het buiten land een wereldnaam verworven en van harte hoopt spr., dat spoedig zonniger tijden zullen aanbreken. Maar mocht de immer keerende kans ditmaal eens niet komen, dan zal Boskoop te gronde gaan met en niet zonder zijn kweekerijen. Spr. besloot met de hoop, dat de spoorwegen een luisterend oor zullen toonen om tot een doeltreffende en loonende exploitatie te komen en met den wensch, dat Boskoop altijd moge blijven een centrum van han delsverkeer, een propagandist van Holland in den vreemde en de drager van de vre- desgedachte door economische ontwape ning. Nadat de voorzitter van den Bond van Plantenhandelaren in Nederland, de heer Jac. Smits uit Naarden zijn vreugde had uitgesproken over de totstandkoming van deze lijn, waardoor de mogelijkheid is ge schapen de Boskoopsche producten zon der overladen te verzenden naar de bui- tenlandsche plaatsen van bestemming in geheel Europa en de voorzitter van de Ver. voor Vreemdelingenverkeer te Gouda en de Middenstandscentrale aldaar, de heer G. J. J. Pot aan de reeds Zaterdag genoemde personen, zoomede aan den heer van Straaten van Nes een gedenk bord had overhandigd, werden verver- schingen aangeboden. Onder zeer groote belangstelling van de zijde der Boskoopsche bevolking, vertrok het gezelschap omstreeks halfvijf weer per extra-trein naar Gouda. ft De eerste dag der opening van den nieu wen spoorlijn GoudaWaddinxveenBos koopAlphen aan den Rijn is voor de Ned. Spoorwegen een groot succes geweest en heeft alle verwachtingen overtroffen! De toeloop van reizigers vóór de treinen was zóó groot, dat in de meeste treinen plaats gebrek was en op sommige stations de rei zigers niet vervoerd konden worden. Vooral door visschers werd van de nieuwe treinen druk gebruik gemaakt. In verband met het voorgekomen plaatsgebrek zullen vandaag verschillende treinen met één rijtuig ver sterkt worden. Ook zullen binnenkort nieu we grootere Dieselmotorrijtuigen in dienst gesteld worden. PREDIKBEURTEN. VOOR HEDEN. LEIDEN. Prediker: Nam. 8 uur, ds. de Groot van Üelft. VOOR DINSDAG. BODEGRAVEN. Geref. Gem.: Nam. 7 uur, ds. J. R. van Oordt van Zeist. BOSKOOP. Geref. Gem. (Dwars Nieuwstraat)Nam. halfacht, ds. A. Verhagen van Middelburg. EEN BEELD DER VOORTSCHRIJDENDE TECHNIEK. NED. HERV. KERK. Beroepen: Te Enter P. v. d. Staaij te Tricht. Bedankt: Voor OmmelanderwijkZuid wending J. A. de Klerk te Leilens. CHR. GEREF. KERK. Beroepen: Te Umuiden S. v. d. Molen te Roterdam-Centrum. DOOPSGEZ. SOCIËTEIT. Drietal: Te Groningen: B. Duf our te Ijlst; L. D. G. Knipscheer te Dantuma- woude en A. Vis te den Burg op Texel. Dr. S. O. LOS. Dr. S. O. Los, de oudste van de predi kanten van de Geref. Kerk van Den Haag- Oost, heeft bij de classis Den Haag zijn emeritaatsaanvrage ingediend. Dr. Sietse Oene Los, die uit een bekend predikantsgeslacht stamt, werd 12 Oct. 1871 te Amstelveen, waar zijn vader pre dikant was, geboren. Hij studeerde aan de Theol. School te Kampen, waar hij in 1894 candidaat werd. 26 Jan. 1895 aanvaardde hij het predikambt bij de Geref. Kerk van Zalk, waar zijn vader hem bevestigde. In 1397 vertrok dr. Los naar De Lier, welke standplaats hij in 1901 met Hilversum verwisselde. In die dagen trad hij in den Geref. Jongeltngsbond op den voorgrond. Dr. Los werd voorzitter van de Noord-Holl. af deeling en lid van het bondsbestuur. In Hilversum bracht dr. Los de ineensmelting van de kerken A en B tot stand en ge durende zijn verblijf aldaar promoveerde hij in 1905 aan de Rijksuniversiteit te Utrecht tot doctor in de phillsophie op een dissertatie, getield: „Aristoteles in Neder land". In 1908 nam hij een beroep aan naar de Geref. Kerk van Pretoria, waar (Van onzen specialen verslaggever). Enkele eeuwen geleden hebben onze koe ne voorvaderen zich den eerenaam van „Beurtvaarders van de wereld" veroverd; geen enkele haven ter wereld werd in die dagen niet door onze schepen bezocht, geen land of het betrok zijn waren door middel van ons of zijn artikelen werden bij ons ter markt gebracht. Holland was toen één groote stapelplaats van Aziatische Levantsche, Scandinavische, Indische, Amerikaansche en Zuid-Afrikaansche wa ren. De Hollandsche zeeman was om zijn moed en kunde wijd en zijd vermaard. De teruggang volgde echter en sprongsgewijze werd verloren, wat stapvoets was veroverd. Andere landen namen onze plaats op de wereldmarkt in, onder andere vlaggen wer den de wereldproducten vervoerd! De KX.M. is het die in den loop van haar 15-jarig bestaan Nederland weer op de oude, eerste plaats heeft teruggebracht. Uit de eenvoudig opgezette door iedereen ten doode opgeschreven luchtvaartmaat schappij is in dit zóó korte tijdsbestek, dat van een jubileum niet eens sprake is, een wereldvermaarde dienst gegroeid! Wat de oude zeevaarders deden met waren, doet de KL.M. thans met post en passagiers, zij het dan ook zónder zich te buiten te gaan aan trans-atlantische vluchten; iets wat volkomen in strijd is met haar motto „Vei ligheid voor alles!" Schiphol en Waalhaven zijn knooppun ten geworden van luchtlijnen, zooals Utrecht van oudsher een knooppunt van land- en thans spoorwegen is. Met haar diensten op Scandinavië al dan niet in samenwerking met of aansluitende op de luchtlijnen van de Zweedsche en Noorsche maatschappijen, Duitschland, Polen en Tsjecho Slowakije, België en Frankrijk en in het Westen Engeland bestrijkt haar net het belangrijkste gedeelte van Europa en met de regelmaat van een klok dalen en stijgen haar machines op of van de ver schillende luchthavens Wat al is er in deze zoo snel vervlogen jaren niet veranderd! Welke vorderingen heeft de immer voort schrijdende techniek niet gemaakt! Wie heeft 15 jaar geleden durven droomen van een wekelijksche luchtvaartdienst op In- dië en een meerdere malen daags kunnen vertrekken naar de voornaamste Europee- sche hoofdsteden? V/ie heeft zich bij het aanschouwen der primitieve toestellen waarmede de dienst geopend werd bij een vlucht naar Londen werd zoo lang mogelijk het land gevolgd en daarna de sprong DoverCalais gewaagd gedacht aan een reusachtig vliegtuig met comfor tabele plaatsen voor tientallen passagiers? Zeker, optimisten zijn er steeds en zullen er toen ook geweest zijn, maar dat het reeds tfinnen de 15 jaar tot stand zou komen zal geen hunner gedacht hebben. ft De steeds toenemende jacht der mensch- heid, het opvoeren der snelheden van de spoorwegen en de uit een oogpunt van be trouwbaarheid der motoren zeer zeker nuttige recordvluchten hebben de vlieg tuigfabrikanten gedwongen steeds snellere toestellen te bouwen, maar tevens met een tot op het hoogtepunt bijkans opgevoerde bedrijfszekerheid. Het aantal motoren per machine nam toe, daarmede opende zich de gelegenheid grootere toestellen dus met meer plaatsruimte te bouwen ter wijl bij een juiste balanceering de zeker heid toenam. Deze ontzaglijke voortgang der techniek leerde ons gisteren de vlootschouw op Schiphol door de verschillende reeds door ons vermelde toestellen met elkaar te vergelijken. Wie de FII vergeleek met de Adelaar of de Pelikaan df de Zilvermeeuw werd getroffen door de enorme verschillen in bouw en uitvoering. Bij de F. II het eerste Nederlandsche verkeersvliegtuig, dat thans nog als laboratorium vliegtuig biji den Rijksdienst voor Luchtvaart dienst doet was alles zoo eenvoudig mogelijk, oogenschijnlijk zelfs slap en teer gebouwd; de staat van dienst van deze machine toont echter aan, dat de degelijkheid alles behalve slap en teer was; de latere toestel len hebben een grootsch voorkomen met hun groote, breede en zware vleugels, den kloeken romp en hun niet alleen in aantal, maar ook in krachtsontwikkeling, sterkere motoren en tóch zijn deze, geplaatst naast de F. 36, den grooten Fokker, op hun beurt weer nietig en zwak! En tóch wordt met deze toestellen de wekelijksche dienst AmsterdamBatavia onderhouden en heb ben ze in een vrij kort tijdsbestek een on gelooflijk groot aantal Kilometers afge legd, prestaties, waarover de geheele we reld verbaasd is, werden er mee bereikt. Nóg zijn ze in zwang, maar hoe lang nogEn zal dan de F. 44 of 48 de F. 36 weer zoozeer in formaat en capaciteit over treffen, dat dan gezegd zal worden: dat model heeft afgedaan; het model, waarop wij thans trotsch zijn en dat de verwezelij- king schijnt van een ideaal! En dan de AJU. de Uiver, de DC2Het Amerikaansche wondertoestel, dat bij de schouw den in druk wekte als het tusschen de werkpaar den verdwaalde renpaard, het volkomen gestroomlijnde toestel, waarmede in de LondenMelbourne race zal worden mede gedongen. Wat wijken de laatste twee aan winsten der K.L.M. onderling ook weer van elkaar af! De eene zoo groot en forsch, dat zijn vleugels tientallen bezoekers een veilige schuilplaats boden voor den regen, welke een verblijf op het veld niet tot een genoegen maakte, den ander sierlijk als een hazewind met de spits toeloopende vleugels en den ranken romp; een libel van gigantische afmetingen vervaardigd door menschenhanden en bestemd om men- schenkinderen in den kortst mogelijken tijd naar de meest afgelegen oorden te ver voeren! Hoe scherp stak daarbij weer af de ver der weg opgestelde Krekel, een Koolhoven toestel dus Nederlandsch fabrikaat dat aan zes personen plaats biedt en als lucht-taxi dienst doet! In beide gevallen zijn de moderne principes toegepast en toch schijnt het alsof een lange periode hun tot standkoming scheidt. Zoo gaf de Koninklijke Nederlandsche Luchtvaartmaatschappij gisteren een machtige demonstratie van haar groei, die tevens die der luchtvaarttechniek en der vliegtuigbouw genoemd kan worden. Wat er ook in de komende jaren veranderen zal aan het uiterlijk of de capaciteit der machines, de omwenteling kan bezwaarlijk ingrijpender zijn dan zij in de afgeloopen 15 jaar is geweest, al heeft de schouw be wezen, dat men in dezen niet te voorzich tig kan zijn. Een verheugend teeken was het, dat zoo- velen deze gelegenheid aangrepen om na der kennis te maken met onze Luchtvaart Maatschappij, een lichaam, welke wij allen met gerechtvaardigden trots vergelijken met de buitenlandsche ondernemingen, niet in de eerste plaats echter omdat door haar expansie Nederland weer in de voor ste rijen der naties is teruggekeerd, maar wél, omdat haar principe „Veiligheid voor alles" het aantal ongelukken tot een mini mum beperkt heeft, terwijl zij er deson danks in geslaagd is verbindingen tot stand te brengen met een regelmaat en een snelheid, waartoe geen enkel ander luchtvaart lichaam in staat bleek! door zijn optreden een verzoening tus schen de Hollanders en Afrikaanders tot stand kwam. Hier werd dr. Los ook de vertrouwensman van Paul Kruger, bij wien hij kort voor diens dood 5 maanden in Menton vertoefde. In 1914 volgde zijn be noeming tot hoogleeraar aan de Theol. School te Potchefstroom, waar hij ook college gaf aan het Universiteitscollege in de philisophie. Dr. Los aanvaardde zijn professoraat met 'n inauguratie over: „De Na-catechisatie". In Zuid-Afrika heeft dr. Los verdienstelijk werk gedaan en in 1912 werd hij op voorstel van den tegenwoor- digen premier Hertzog, door de Universi teit van Kaapstad honoris causa benoemd tot Magister Artium (meester in de lette ren). In 1920 vertrok dr. Los met verlof naar Nederland en legde hij om huiselijke redenen zijn profesoraat neerj Van de op hem uitgebrachte beroepen nam hij dat naar de ongedeelde kerk van 's-Graven- hage aan als opvolger van wijlen ds. Js. v. d Linden. 26 Januari 1921 deed hij zijn intrede in de Nieuwe Zuiderkerk in de Residentie, sprekende over Hebr. 4 12, na tevoren in denzelfden dienst te zijn bevestigd door zijn neef ds. S. O. Los van Giessendam. 12 Mei 1922 promoveerde dr. Los aan de Vrije Universiteit tot doctor in de theologie op een proefschrift, geti teld: „Het gevoel in de Heilige Schrift" onder leiding van prof. dr. W. Geesink. Ook hier slaagde dr. Los cum laude voor zijn doctoraal examen. Dr. Los is o.m. mede werker aan het Chr. Paed. Tijdschrift, aan het Weekblad van de Ver. van Chr. On derwijzers en aan het Kerkblad van de Ger. Kerken van 's-Gravenhage. Hij is voorzitter van de commissie ad art. 10 der statuten van den Schoolraad en was ook bestuurslid van het Paed. Congres. Van zijn geschriften noemen we: Beginselen van de karakterkunde; Persoonlijkheid en karakter in de H. Schrift; Groote paeda- gogen, enz. Dr. Los was ook secr, van de Ver. voor Chr. Paedagogiek. Na zijn weder komst in Nederland bracht hij weer een en andermaal, 'n bezoek aan Zuid-Afrika. Als hem emeritaat verleend wordt, denkt dr. Los, die te 's-Gravenhage blijft wonen, opnieuw een reis te maken naar Zuid- Afrika. Automobilisten, motorrijders en trambestuurders, helpt mede het stadsrumoer te bestrijden. Voor een geheel gevuld kerkgebouw te Bodegraven hield ds. Kruishoop gisteren zijn afscheid naar aanleiding van 2 Petr. 1: 19 „En wij hebben het profetische woord dat zeer vast is, en gij doet wel dat gij daarop acht geeft, als op een licht schijnende in een duistere plaats, totdat de dag aanlichte en de morgenster opga in uwe harten". Spreker bepaalde zijn gehoor bij een krachtdadige uitspraak: 1. Waarop deze gegrond is. 2. Waartoe deze vermaand. 3. Wat deze verzekerd. Deze zeer ernstige prediking werd onder groote aandacht uitgesproken terwijl de spreker zichtbaar onder den indruk van de scheiding was. Hierop volgden de gebruikelijke toespra ken tot den Kerkeraad, Kerkvoogden en Notabelen, koster en organist. Tegenwoor dig waren: B. en W. van Bodegraven het personeel der bijzondere scholen en de leiders der jeugdorganisaties. Namens den keakeraad werd ds. Kruis hoop toegesprokni door ouderling Bate laan en namens den Ring door ds. van Beusekom uit Aarlanderveen; mede was aanwezig ds. Hoeuft van Ter Aar. Toege zongen werden Ps, 121: 4 en Ps. 20: 1. Diep onder den indruk van het gespro kene gingen de toehoorders huiswaarts.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1934 | | pagina 9