Eerste steenlegging Haagsch Jeugdhuis - - Opening nieuwe spoorlijn DE FREGATVOGEL 75!le Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. TER GELEGENHEID VAN HAAR 15-JA RIG BESTAAN HIELD DE K.L*M. OP SCHIPHOL EEN VLOOTSCHOLW. Overzicht van de op DE OPENING VAN DE NIEUWE SPOORLIJN GOUDA—AL- PHEN a. (1. RIJN. Vier burgemeesters voor den versierden het veld, opgestelde vliegtuigen. trein V>1 n r de heeren Gaarlandt (burg. Gouda), Troost (Wad. dinxveen), Verkerk ^Boskoop) en Colijn .(Alphen aan den Rijn). door George Owen Baxter. naar den Amerikaanschen roman bewerkt door J. M. P. 22) „Wacht even", riep Asprey uit. „Deze Renney wel, hij ls een genie of een duivel met een revolver!" „Ik zal die kans wel nemen", hield de ander vol. „Renney, wat denk je er van?" Renny sloot even de kleine oogen en antwoordde zacht: „Amice, dat is het beste, wat ik in jaren gehoord heb en het eerlijkst en sportiefst". „Ik wil het niet hebben", zeide Asprey kortaf. „Als er zulk een duel moet zijn, zou ik zelf tegenover hem moeten staan en ik ben geen kunstenaar met een revolver. Neen, dit pad langs het huis wordt niet vaak betreden, slechts eens of tweemaal per dag komen er reizigers voorbij, die 's morgens naar de stad gaan en 's mid dags terug komen. Ik stel voor, dat wij Renney morgenochtend aan een boom bij den weg vastbinden, dan krijgt hij zijn kans om vrij te komen, als de eerste men- schen voorbij komen. Ik geloof, dat dat eerlijk is". „Dat is zoo eerlijk als maar kan", zeide Renney, „dat is het woord van een eerlijk mensch". „Stil", zeide Geraldi. „Wat weet jij van eerlijkheid af, behalve uit boeken?" Renney grinnikte goedmoedig. „Jij hebt het recht te spreken", gaf hij toe. „Ik heb verloren en jij neemt den pot". Deze zaak was dus geregeld. Geraldi zelf bond Renney weer aan handen en voeten, waarna zij hem op een deken in een hoek van de hut neerlegden, ver van mes en vuurwapen verwijderd. Daarop werd de deur gegrendeld en de lamp uitgedraaid en legden de andere twee zich ook te sla pen Geraldi op verzoek van zijn gast heer op het veldbeld en Asprey zelf op den vloer bij de kachel. Geraldi draalde zich met het gelaat naar den muur om en sliep dadelijk in. Hij was in het geheel niet zeker van zijn gevangene, maar vertrouwde er op, dat de slechte berichten Asprey tot den morgen uit den slaap zouden houden en er op deze wijze een wacht zou zijn oven den gebon den man. Hij werd tegen den morgen wakker; de zon was nog niet op, maar het koude, hel dere licht stroomde door het kleine venster en door de reten in de deur scheen een roode gloed. Geraldi stond op en zag Asprey bij de koude kachel zitten, de kin op de hand gesteund. Het vuur werd aan gelegd en een ontbijt van spek, brood en koffie klaar gemaakt en genuttigd, waarop Renney naar buiten werd geleid. Zij zoch ten een jongen den uit, die niet meer dan vijftig meter van het pad af stond en bon den Renney er aan vast, waarvoor zij een geheele lengte touw gebruikten. Renney's luchthartigheid van den vorlgen avond was blijkbaar met de koude van den och tend verdwenen „Als ik vanmiddag niet bevroren ben", zeide hij, „dan zullen de wolven mij tegen den nacht wel vinden. Verduiveld, Geraldi, je zeide, dat Je mij een kans zou geven met een revolver; ben je bang ge worden, man?" Maar zij bleven doof voor zijn klachten en zijn sarcasme. Zij hadden dien dag een lange rit voor den boeg. Geraldi nam het paard van den moor denaar, dat in de buurt aan het grazen was, terwijl de bergbewoner een sterken knokigen muilezel te voorschijn haalde en, nadat zij haastig een bundel gepakt had den met proviand en ammunitie voor de reis, aanvaarden zij dadelijk den terug tocht over de bergen. HOOFDSTUK XIX. Als iemand, die bedreigd wordt door onafwijsbare rampen, was Louise Asprey in het huls achter gebleven. Soms voelde zij een hysterische neiging om te weenen en met de vuisten tegen het voorhoofd te slaan, maar zij beheerschte zich en hield met groote moeite het hoofd koel. Tegen over de zekerheid van dien dreigenden slag, het huwelijk van haar moeder met neef Edgar en heel spoedig zou de be slissing vallen kon zij slechts het ver trouwen stellen, dat zij had in den knap pen, jongen avonturier, die zoo licht hartig op zich genomen had haar vader te zoeken. Even luchthartig, zoo dacht zij, zou hij wellicht de zaak opgeven en nooit weer iets van zich laten hooren. Ongetwij feld was er kracht in hem, maar het was de kracht van een dief, een zakkenroller, een roover en een vechtersbaas; alle hoop, op hem gebouwd, was gebaseerd op drijfzand. Aan het raam van de bibliotheek geze ten, hoorde zij opeens een geluid als van een zucht. Zij dacht eerst, dat haar moe der was binnen gekomen om te sentimen- taliseeren over haarzelf en haar toekomst als zij de vrouw zou zijn van neef Edgar, Louise hield daarom het hoofd ge bogen, zich voorbereidend op wat komen zou, maar een oogenblik later voelde zij een lichten tocht en toen zij opkeek, zag zij de deur van de kast toeslaan en daar voor stond James Geraldi, het hoofd om hoog en dien bekenden triomfantelijken glimlach om de lippen. Haar eerste woorden waren de uiting van haar gedachten: „U bent zeker in het geheel niet uit Sankeytown geweest, meneer Geraldi!" „Dat is niet het vertrouwen, dat bergen verzet, is het wel?" vroeg hij, naderbij komend. En toen hij uit de duisternis in het volle licht bij het raam kwam, zag zij, dat hij nog dezelfde kleeren als den vori- gen keer aan had, maar zij waren veel veranderd. Toen waren zij tenminste nog schoon, maar, hoewel geborsteld, zaten zij nu vol vetvlekken en scheuren; zij zagen er uit, of hij een cycloon had meegemaakt. Maar die glimlach kon nooit wijzen op algeheele mislukking en zij rees van haar stoel op; hij liet haar geen oogenblik in twijfel: „Ik heb hem gezien", zeide hij. „Hij is gezond en wel. Is dat een te erge schok?" voegde hij er bij, toen hij zag, dat zij verbleekte. „Ik zal hier bij het open venster blijven zitten", fluisterde zij. Hij hielp haar weer in den stoel en ging achter haar staan, Vlug antwoordende op haar vragen. „En die vijf jaren?" mompelde zij. „Hij heeft regelmatig geschreven aan u en uw moeder". „Dat begrijp ik niet". Niet? En hij heeft u geld gezonden; hij heeft hard gewerkt om u voor armoede te behoeden". „Dat verwachtte Ik wel; ik wist God zegene hem! Maar ik begrijp 't nog niet". „Natuurlijk niet. Hij zond brieven en geld en u beiden zondt hem brieven terug om hem te laten weten, welk een strijd u hadt tegen de armoede". „Neef Edgar!" „Hij is een handige kerel", gaf fregat vogel toe. „Ziet u, uw vader durfde niet terug komen om u te bezoeken; hij moest ver weg blijven en zijn leed verkroppen. Als hij terug kwam en gevat werd, dan zou er niemand zijn om u en uw moeder te steunen. Hij zat in een val; hij durfde niet eens navragen te doen over u bij men- schen, die in Sankeytown geweest waren. Hij was bang om belangstelling te toonen". „Komt hij nu hier?" „Neen, natuurlijk niet, hij zal eerst trachten den gouverneur te spreken". „Dat begrijp ik, maar ik begrijp niet, hoe u hem gevonden hebt". „Neef Edgar meende, dat het tijd werd om zijn slag te slaan en daarom zond hij Renney uit om uw vader te dooden. Bent u sterk genoeg om de feiten te hooren?" „Ja." „Wel, ik volgde Renney en deze bracht mij naar zijn woning". Zij was weer zichzelf, zij stond op en was in staat zijn gelaat en zijn woorden te begrijpen. „Het was een vreeselijke weg, niet waar?" drong zij aan. „Het was een gelukkige weg". „Maar toen hij u den weg naar mijn vader gewezen had wat deed hij toen?" „Renney verloor tijd met praten, ziet u en eindelijk bonden wij hem vast dichtbij het pad, waar hij zal worden opgemerkt. Hij zal nog geen dag achter mij zijn". „Waarom deed u dat?" (Wordt vervolgd). MINISTER SLOTEMAKER DE BRlïïXE legde 'den eersten steen voor het Haagsche Jeugdhuis, dat door leerlingen der gem. vakcursussen voor werk- loozen jn den Haag, te Noordwijk gebouwd wordt. TERREINRIT VAN DE MOTORCLUB „ZUID- HOLLAND" op het landgoed „Duinrell" te Was senaar. Een der deelnemers blijft in het mulle zand steken. PRINS BERTIL VAN ZWEDEN is tot marine-officier bevorderd. De prins werd door zijn grootvader, koning Gustaaf van Zweden beëedigd. SCHEFFER die te Rotterdam het Ned. record 100 M. rugslag verbeterde. Willy den Ouden in gesprek met Scheffer bij de douche. DE JAARLLIKSUHE JEUODROEIWEDSTRIJDEN OP DEN AMSTEL TE AMSTERDAM. In de beste stemming begeven de deelneemsters zich naar den start.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1934 | | pagina 5