De Leidsche Brandweer V.I.0.S.-U.V.S. PALM OLIVE ^xk 2ccp d#r Dmgd 75ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 5 October 1934 Derde Blad No. 22865 Voorstellen van B. en W. tot wijziging (2 stuks voor 25 ct.) SPORT. „Fides Pacta I" „Ter Leede I" een politie-brandweer aanbevolen. Gedurende de laatste jaren is de vraag Inaax voren gekomen, of de brandweer in deze gemeente in haar huidigen vorm wel in alle opzichten voldoet aan de eischen, welke, naar de tegenwoordige inzichten, aan een brandweer voor een gemeente als Leiden moeten worden gesteld. Het is bekend, dat het College van B. en W. zich reeds geruimen tijd met deze aangelegenheid bezig houdt en dat zij eene Commissie hebben in het leven ge roepen, om met betrekking tot dit vraag stuk van advies te dienen. Deze Commissie werd gevormd door den Wethouder van Fabricage als voorzitter, de heeren Ir. A. G. Bosman, Ir. F. Stok- huyzen, Ir. A. M. Touw en Ir. C. Bronk- horst als leden en den heer G. P. E. Weijer secretaris. In December 1932 bracht de Commissie haar advies uit. Na bestudeering van dat van degelijke 6tudie blijk gevende advies en van het daaromtrent ingewonnen gevoelen van den Commissaris van Politie, zijn B. en W. thans tot een voldoend gevestigd oordeel met betrekking tot deze aangelegenheid gekomen. En vermits zij, evenals de Commissie, van meening zijn, dat er aanleiding Is, om tot eene verandering van de bestaande brandweer over te gaan, is nu de tijd aan gebroken. om eene beslissing ter zake uit te" lokken. De Commissie heeft zich bij het zoeken naar het antwoord op de vraag, welke brandweer-organisatie voor deze gemeen te het meest aanbevelenswaardig is, laten leiden door een drietal door haar opge stelde voorwaarden, waaraan ha. de brandweer in het algemeen behoort te voldoen, te weten: lo. de brandweer moet zoodanig zijn ingericht, dat zoowel overdag als des nachts voldoende en op doelmatige wijze geoefend personeel en voldoende materieel van de vereischte capaciteit onmiddellijk gereed zijn, om een brand te bestrijden; 2o. de kosten van de brandweer moeten binnen redelijke grenzen beperkt blijven: 3o. het materieel moet zooveel mogelijk geconcentreerd zijn. Deze voorwaarden onderschrijven B. en W. ten volle. Zij behoeven geen nadere toe. lichting. B. en W. merken slechts met betrekking tot die genoemd sub. 3o. op, dat het moderne materieel, het welk in deze ge meente met haar beperkte oppervlakte na alarmeering steeds vlug ter plaatse van den brand aanwezig kan zijn en waarvan de bediening alleen aan vakkundig per soneel kan worden toevertrouwd, als van zelf tot concentratie daarvan leidt. Bij den bestaanden gang van zaken is zij dan ook in hoofdzaak reeds ingevoerd en de praktijk heeft uitgewezen, dat daar van, met het oog op een spoedig aantasten van den brand, geen nadeel wordt onder vonden. Het spreekt vanzelf, dat de bergplaats van het materieel op een centraal punt binnen de gemeente moet zijn gelegen. Voldoet nu de bestaande brandweer aan de genoemde voorwaarden? Deze vraag wordt door de Commissie en met haar door B. en W. en met betrekking tot het personeel en met betrekking tot het materieel ontkennend beantwoord, voor zoover voorwaarde sub. lo. aangaat. Ook door den Commandant van de Brandweer is meerdere malen betoogd, dat het thans ter beschikking zijnde bluschmaterieel niet voldoende kan wor den geacht. Herhaaldelijk is door dezen functionaris op uitbreiding van het materieel aange drongen. Zal ten opzichte van het materieel de brandweer op alle gebeurlijkheden in redelijke mate voorbereid kunnen zijn, dan zal mitsdien tot uitbreiding van het mate rieel moeten worden overgegaan, zulks, het is wellicht niet overbodig hierop den nadruk te leggen, onverschillig of de brandweer in haar huidigen vorm wordt gehandhaafd, dan wel door een andere organisatie wordt vervangen. Het bezwaar met betrekking tot het personeel is van meer gecompllceerden aard. De bestaande brandweer toch is ge schoeid op de leest van een vrijwillige brandweer; het grootste gedeelte van het personeel bestaat uit vrijwilligers. Dat gedeelte verricht uitsluitend dienst bij het blusschen van brand, tegen beta ling van het bij de desbetreffende verorde ning bepaalde loon. Hun dienst draa»t uit sluitend het karakter van vrijwillige hulp verleening. Uit den aard der zaak kan dat personeel met het oog op zijn bruikbaarheid voor de brandbestrijding niet zoo intensief ge oefend worden, als wel wenschelijk Is. In de practijk toch beperkt zich dit oefenen, behalve bij brand, tot een enkele maai per jaar en strekt zich dan slechts uit tot de aanwending van de bluschmiddelen. Voor een snel en krachtig aantasten van den brand lijkt B. en W. een meer intensieve oefening noodig. Het hier naar voren gebrachte bezwaar ls echter inhaerent aan het systeem van een vrijwillige brandweer en kan alleen weggenomen worden door dat systeem zelf te veranderen. Behalve het bezwaar, waarvan met be trekking tot het personeel hierboven sprake is, kleeft onvermijdelijk aan een vrijwillige brandweer nog een ander be zwaar. al is dit wellicht in deze gemeente tot nog toe niet duidelijk aan den dag ge komen. B. en W. bedoelen dè discipline, welke onder het brandweercorps, wil een goede gang van zaken gewaarborgd zijn. moet heerschen, de volstrekte gehoorzaamheid van het brandweerpersoneel aan hen, die met de leiding van de brandweer zijn be last. Die discipline kan bij een vrijwillige brandweer nimmer zoo zijn de aard van het systeem brengt dit van zelf mede als in het belang van de zaak noodza kelijk is. Toch ls ook die discipline een eerste eisch voor een behoorlijke functionneering van de brandweer. De met de leiding van de brandweer be laste personen moeten er steeds en onder alle omstandigheden op kunnen vertrou wen, dat het geheele personeel de door hen gegeven bevelen opvolgt. Dan alleen kunnen zij de volle verant woordelijkheid voor een behoorlijke brand bestrijding op zich nemen, dan alleen ook kunnen zij voor een behoorlijke function neering van de brandweer ten volle aan sprakelijk worden gesteld. Beide bezwaren, welke, zooals gezegd, onverbrekelijk aan het systeem van een vrijwillige brandweer zijn verbonden, doen wijziging van dat systeem noodig voor komen. In welke richting dient nu die verande ring te worden gezocht? Houdt men de vorengenoemde drie eischen in het oog, dan doet zich slechts één oplossing aan de hand, n.l. het in het leven roepen van een politie-brandweer, het opdragen van de brandweer aan de politie derhalve. Natuurlijk zouden de bezwaren, welke aan de bestaande brandweerorganisatie eigen zijn, ook kunnen worden ondervan gen door afschaffing van de vrijwilligers en uitbreiding van het aantal vaste brand- wachts, welke thans de z.g. vaste kern van het brandweercorps uitmaken, tot zooda nig aantal, dat voortdurend een voldoend aantal geoefende manschappen beschik baar zijn, om op elk tijdstip het blus- schingswerk te kunnen verrichten, door het vormen van een beroepsbrandweer dus. Doch, gelijk in het rapport van de Com missie wordt aangetoond, van eene der gelijke organisatie zouden de nersoneels- kosten verre uitgaan boven de financieele draagkracht der gemeente en zoodanige organisatie zou dus niet in overeenstem ming zijn met de onder 2o. genoemde voor waarde, waaraan een brandweer in het algemeen behoort te beantwoorden. Boven dien zou voor dit groot aantal brand- wachts niet voldoende productief werk kunnen worden gevonden; zij zouden vrij wel hun geheelen diensttijd moeten doorbrengen met wachten op brand. Zij komt voor deze gemeente mitsdien niet in aanmerking. Een politie-brandweer daarentegen kan, voor deze gemeente althans, aan alle eischen, welke aan een brandweer mogen worden gesteld, voldoen. Door het wachtdienst hebbende politie personeel met de brandbestrijding te be lasten, wordt een brandweer verkregen, welke op elk tijdstip paraat is. De kosten van zoodanige brandweer zullen, gelijk uit het rapport der Commis sie blijkt, niet hooger behoeven te zijn, dan die van de bestaande, de geoefendheid -en-de tucht onder het politiepersoneel is voldoende verzekerd, terwijl concentratie van het materieel bij een politie-brand weer niet alleen zonder bezwaar kan plaats hebben, doch, vanwege de Inrich ting van den politiedienst in deze gemeen te. zelfs noodzakelijk is. Evenals de Commissie hebben B. en W. zich afgevraagd, of bij vereeniging van de taak van de politie met die van de brand weer de handhaving van de openbare orde en de brandbestrijding wellicht in het gedrang zouden kunnen komen, of eene van die beide belangen. Zou dit het geval zijn, dan zou natuur lijk een samenvoeging van beide diensten niet verantwoord zijn. B. en W. zijn echter, evenals de Com missie, op grond van het oordeel van den Commissaris van Politie te dien aanzien, tot de conclusie gekomen, dat voor eenige vrees daaromtrent hoegenaamd geen aan leiding is. Met betrekking tot dit punt zij opge merkt. dat de politie en de brandweer in verschillend opzicht gelijkenis vertoonen. In de eerste plaats is daar de overeen stemming in het doel van belde diensten. Zoowel de politie als de brandweer heb ben te waken voor de veiligheid van per sonen en goederen, al ligt beider werk zaamheid in deze gemeente thans nog op verschillend gebied. Vervolgens moeten beide diensten dag en nacht voor het behartigen van de hun ongedragen taak gereed zijn, om aan moei lijke omstandigheden vlug, beslist en met tact het hoofd te bieden. Voorts moet het personeel van beide diensten zijn lichamelijke en praktische geschiktheid in het belang van den dienst voortdurend blijven ontwikkelen of op peil houden. En ten slotte, het personeel van de politie en het vaste personeel van de brandweer brengt een groot gedeelte van den diensttijd als wachttijd door. Vereeniging van diensten, welke In zoo vele opzichten met elkander overeenstem men. moet zonder bezwaar mogelijk zijn; het verschil in het gebied, waarop thans beider werkzaamheid ligt, is niet van dien aard, dat dit aan een samenvoeging in den weg behoeft te staan. Wanneer men verder nog bedenkt, dat bij een brand voor de afzetting van het terrein, het opsporen van een eventueel misdadige oorzaak van een brand, de be waking van eigendommen, enz. steeds politie aanwezig moet zijn, en dat in ver schillende gemeenten, zie Delft en 's-Gra- venhage, praktisch is aangetoond, dat van een samenvoeging van beide diensten noch ten opzichte van de handhaving van de openbare orde, noch ten aanzien van de brandbestrijding nadeelen worden onder vonden, dan meenen B. en W„ in overeen stemming met het gevoelen van de Com missie. voor deze gemeente een samenvoe ging van beide diensten met gerustheid te kunnen aanbevelen. Voorop stellende dat B. en W. daarmede niet bedoelen een vastomlijnd beeld te geven van de inrichting en de function neering van een politie-brandweer, doch dat zij alleen den Raad in de gelegenheid willen stellen zich van een en ander een voorstelling te vormen, geven zij hieronder een overzicht van de inrichting en de functionneering van de politie-brandweer, zooals zij die zich op het voetspoor van de Commissie, hebben gedacht. De leiding van den geheelen brandweer dienst wordt, onder de bevelen van den Burgemeester, opgedragen aan den Com missaris van Politie. Het geheele politiepersoneel wordt, voor zoover mogelijk, aan de daadwerkelijke brandbestrijding dienstbaar gemaakt. Een kern van enkele manschappen, onder de onmiddellijke leiding van een daartoe speciaal aangewezen Inspecteur van politie, wordt belast met het onder houd en, voor zooveel mogelijk, reparatie van het bluschmaterieel en het vervoer van de spuiten naar en het bedienen van de spuiten bij een brand. Het overige personeel wordt, voor zoover doenlijk, gebezigd voor de blussching van brand, de afzetting van het terrein, het opsporen van de oorzaak van den brand, enz. Tot verhooging en behoud van zijn bruikbaarheid wordt het politiepersoneel regelmatig geoefend. De leiding van die oefening berust bij den Inspecteur, leider van de kern. Het bluschmaterieel zal in of In de na bijheid van het Hoofdbureau van Politie moeten zijn gestald en opgeslagen. In de garage moet steeds, zoowel over dag als des nachts, ten minste één man van de kern aanwezig zijn. De politiedienst wordt zoodanig inge richt, dat te allen tijde over een voldoend aantal manschappen wordt beschikt, om een brandspuit te bemannen en dat ver der, zoo noodig, onmiddellijk personeel beschikbaar is, om met een tweede spuit naar den brand of naar een anderen brand te kunnen uitrukken. Meerder bluschmaterieel moet kort na het vertrek van die spuiten daar waar zij noodig zijn kunnen worden aangevoerd. Tot zoover wat de inrichting aangaat. De functionneering stellen B. en W. al dus voor: In geval van brandmelding aan het Hoofdbureau van Politie wordt terstond de in de garage, waarin de spuiten zijn gestald, wachthebbende brandwacht ge waarschuwd. Tegelijkertijd worden alarmschellen in het politiebureau in werking gebracht, op het signaal waarvan het op wacht zijnde politiepersoneel zich gereed maakt, om uit te rukken. Een der spuiten, behalve met den tot de kern behoorenden chauffeur en den in specteur-leider van de kern, bemand met het personeel, dat aangewezen is aan de blussching deel te nemen, wordt nu on middellijk naar den brand vervoerd. Indien de brandmelding daartoe aanlei ding geeft, worden een of meer der overige spuiten naar den brand gedirigeerd. B. en W. gelooven, dat uit een en ander blijkt, dat door het onderbrengen van de brandweer bij de politie een in alle op zichten bevredigende regeling zal worden verkregen. Hierboven ga,ven B. en W. reeds te ken nen, dat de jaarlljksche personeelskosten van een politie-brandweer niet meer zul len bedragen, dan die van de bestaande brandweer. Ook de direct uit de samenvoeging voort vloeiende kosten zullen geen hoog bedrag vorderen. Zij blijven beperkt tot eeniv- kleine voorzieningen, als den aanleg van alarmschellen in het politiebureau, enz. Het zou echter noodig kunnen blijken, dat eenige brandwachts, die geen deel zullen kunnen uitmaken van de kern van de politie-brandweer en waarvoor geen emplooi bij andere diensten zou kunnen worden gevonden, op wachtgeld worden gesteld. Of op wachtgeldstelling zal moeten plaats vinden, kan nu echter nog niet met zekerheid worden gezegd en evenmin der halve, of de kosten van een eventueele opwachtgeldstelling de besparing, welke volgens het rapport der Commissie met de reorganisatie op de jaarlljksche perso neelskosten kan worden bereikt, gedu rende den eersten tijd zullen overtreffen of geheel of gedeeltelijk te niet zullen doen. Dit staat echter naar overtulgig van B. en W. wel vast, dat, indien aanvankelijk door het opwachtgeldstellen van personeel de reorganisatie tot hoogere uitgaven zou leiden, die hoogere uitgaven in geen geval een belangrijk bedrag zullen kunnen be- loopen en zeer zeker niet een bedrag, waartegen het voordeel van de meerdere veiligheid, welke met de politie-brand weer zal worden verkregen, niet ruim schoots zou opwegen. Op grond van een en ander meenen B. en W, dat er alle aanleiding is, om de politie te belasten met de brandweer. Teneinde, voor het geval de Raad deze inzichten deelt, daadwerkelijk tot de reor ganisatie te geraken, moet zij verder worden voorbereid. Het ligt voor de hand, dat onder de al- gemeene leiding van den Commissaris van Politie met die voorbereiding de inspec teur van Politie, aan wien de leiding van de brandweerkern zal worden opgedragen, wordt belast. Deze inspecteur kan dan ook adviseeren aangaande de aanschaffing van meerder bluschmaterieel en hetgeen met die uit breiding verder samenhangt. Omtrent het materieel en andere be langrijke punten bevat het rapport der Commissie waardevolle beschouwingen, waarvan te zijner tijd nog kan worden ge profiteerd. Tevens zal de inspecteur nader van ad vies kunnen dienen met betrekking tot de bij de behandeling van de begrooting voor 1933 door den heer Groeneveld ingediende motie, inzake hulpverleening door de Brandweer in noodgevallen, zooals bij overstrooming,, stormschade en derge lijke. Met ingang van het tijdstip waarop de inspecteur in functie treedt, kan aan den commandant en den onder-commandant van de brandweer, die de bij de verorde ning op de brandweer voor die functies bepaalde leeftijdsgrens hebben overschre den. eervol ontslag als zoodanig worden verleend. De inspecteur zal. zoolang de reorgani satie nog niet volledig kan worden ten uitvoer gelegd, onder de algemeene lei ding van den commissaris van politie als commandant van de, tot aan de geheele voltooiing van de reorganisatie te hand haven, vrijwillige brandweer moeten fun- geeren. Onder opmerking ten slotte, dat de bur gemeester. als hoofd der politie, met een samenvoeging van de brandweer met de politie, overeenkomstig den hiervoren RECLAME. 8701 Gebruik uitsluitend Palmolive, de zeep die wereld-beroemd heid geniet om haar verzach tenden invloed op de huid. VOETBAL. ZATERDAGMIDDAGCOMPETITIE L. V. B. Programma voor morgen. Ie klasse: A.R.C. 1L.R.C. 1, 31/: uur, Neuteboom; F. Pacta 1Ter Leede 1, 3'/i uur (N. B. L. O.-terrein i Kroesemeyer; Noordwijk 1S.C.O. 1, 5 uur. Pardon; Quick B. 1S.L.F. 1, 3 1/4 uur, Burgerjon. 2e klasse A: F. Pacta 2Katwijk 1, 3'Is uur, v. Weizen; Woubrugge 1A.RC. 2, 3>/z uur, Warnaar. 2e klasse B: L.R.C. 2Sleutels 1, 5 uur, SchniedewindNoordwijk 2Katwijk 2, 3 1/4; Rijnsb. B. 2Quick B. 3, 5 uur, Stouten; S.L.F. 2Ter Leede 2, 3'/: uur, de la Rie. 3e klasse A: Noordwijk 3Weter. B. 1, 3'/, uur (bijterrein), Olivier: Quick B. 4 O. Clubje 2, 5 uur; Katwijk 3Koude kerk 2, 3uur, v. d-. Burg. 3e klasse B: Quick B. 5O. Clubje 3. 5 uur (bijterrein), v. Egmond; S.C.O. 3LR. C. 3. 5 uur, v. d. Stelt; Ter Leede 3— Noordwijk 4, 3'/i uur, v. d. Berg; Weter. B. 2Rijnsb. B. 3, 3'/: uur, v. d. Waals. 4e klasse: Koudekerk 3Quick B. 6, 3'/* uur, Levison; L.R.C. 4Woubrugge 3, 3 1/4 uur, Hoogervorst; Sleutels 2Noordwijk 5, 3'/z uur, v. Deursen. Juniores: Rijnsb. B.Quick B., 3 1/4 uur, Ladan; S.C.O.Noordwijk, 3 1/4 uur, de Bruin; Ter Leede-F. Pacta, 371 uur (bij- terrein), de Haas. Adsp. A: Quick B. (a)Katwijk (a), 3'/t uur (bijterrein), Verwoerd. Adsp. B: Katwijk (b)Koudekerk, 3'/i uur (bijterrein), Teske; O. Clubje—Quick B. (b), 3 1/4 uur, v. d. Nat; Rouwkoop— Alphia, 3Vi uur, J. Hillebrand. RECLAME- 2351a Zaterdagmiddag a.s. half vier: TERREIN N. B. L. O. Toegang JO ets. - Rijwielstalling verplicht. FIDES PACTA I—TER LEEDE I. Morgenmiddag speelt Fides Pacta haar eersten thuiswedstrijd tegen Ter Leede I. Evenals het vorige seizoen worden de com petitie thuiswedstrijden op het N.B.L.O.- terrein aan den Zoeterwoudsche Singel ge speeld. Fides Pacta komt in de volgende opstelling uit: doel: W. Jansen; achter: Ph. Stikvoort en P. Schooneveld; midden: C. Pont, R. Bronsgeest (aanv.) en C. Rameau; voor: K. Kwestroo, J. Ouwerkerk, P. Bunschoten, N. Ouwerkerk en W. v. d. Velden. o A.R.C. I—L.R.C. I. Voor dezen morgen op het terrein van A.R.C. te spelen wedstrijd is het A.R.C.- elftal als volgt samengesteld: Doel: G. v. Wilgen; achter: Godhelp en v. d. Bijl; midden: W. de Knijff, Bergshoeff en v. Heusden; voor: Vellekoop, L. v. Dam, A. v. Dam, Groenenberg en W. Bergshoeff. WEDSTRIJDEN TE BOSKOOP. Te Boskoop worden Zondag o.m. de vol gende wedstrijden gespeeld: Boysternein, Noordeinde. 'smidd. 12 uur, Bosk. Boys IVMoercapelle EL Voorwaartsterrein. Tempel, nam. 2 uur, Voorwaarts mNieuwveen II. RECLAME. Per autobus vanaf Doezastraat a.s. Zondag 12Vt uur, a f. 0.70 p. persoon. Aanmelden: HEDENAVOND 8V2 uur, Café ROYAL, Doezastraat. 8688 WANDELSPORT. DE N.U.W-MARSCH OP 13 en 14 OCT. Om te voldoen aan de vele aanvragen, heeft de Commissie tot het organiseeren van de N.U.W.-marschen te Leiden beslo ten, gelegenheid te geven deze 30 K.M,- Marsch ook op Zaterdag te loopen. dus nu is de mogelijkheid daar om of op Zaterdag 13 October of op Zondag 14 Oc- ontwikkelden gedachtengang volkomen instemt, geven zij den Raad in overwe- ging: ate besluiten tot opheffing van de be staande brandweer en zich te vereenigen met het onderbrengen van de brandweer bij de politie op de bovengeschetste wijze, een en ander met ingang van een door B. en W. in overleg met den burgemeester te bepalen tijdstip; b. machtiging te verieenen tot aanstel ling van een inspecteur van politie 1ste klasse, die onder de algemeeene leiding van den commissaris van politie met de voorbereiding van de reorganisatie van de brandweer zal worden belast. tober aan de marschen deel te nemen. Er wordt echter nadrukkelijk op gewezen, dat des Zaterdags waarschijnlijk het laat ste gedeelte in het duister zal moeten worden geloopen. Des Zaterdags wordt om 2 uur gestart, 's Zondags om 11 uur, beide malen vanaf den Theetuin „Oud-Hortusricht" aan dé Witte Singel. De Eerste Leidsche E.HB.O.-Brigade zegde weer welwillend haar medewerking toe. De inschrijving sluit 7 Oct.; personen welke na dien datum inschrijven, ontvan gen hun prijs in geen geval direct na af loop der marschen. KORFBAL. LEIDSCHE KORFBAL-COMPETITIE. Programma voor morgen en Zondag. Zaterdagmiddag-Competitie: (Adspiran- ranten). KI. I: NoorderkwartierZuiderkwartier. KI H: Oosterkwartier IINoorderkwar tier II; Zuiderkwartier III—Zuiderkwar tier n. Zondag-Competitie: (Leden). KI. I: Algemeene IFluks m. KI. H: Oosterkwartier IIAlgemeene H, Overzicht. Het is bij den aanvang eener competitie buitengewoon moeilijk, om niet te zeggen ondoenlijk, voorspellingen te maken en deze competitie maakt daarop geen uit zondering. Wel zijn er reeds een tweetal wedstrijden gespeeld, doch dit is nog te weinig om hieruit conclusies te trekken. Volstaan wij daarom deze keer met naar bovenstaand programma te verwijzen. Wij deelen hierbij tevens nog mede, dat Noorderkwartier als nog met een derde twaalftal voor de 2e klasse der Zaterdag middag-Competitie heeft ingeschreven. o DE KWESTIE DE.D—SPORTIEF. Als gevolg van een door DE.D. gevoerde actie, en de daarop gevolgde adhaesie-be- tuigingen van een 20-tal clubs, zal op Zaterdag 27 October a.s. te Amsterdam een buitengewone algemeene vergadering van den N.K.B, plaats vinden, ter bespre king van de kwestie D.EX).Sportief en de in verband daarmede door het Bonds- bestuur genomen beslissingen. o PAARDENSPORT. HET INTERN. CONCOURS-HIPPIQÜE j TE WEENEN. Luit. Greter eerste in het Concours de Puissance. In het gisteren voortgezette internatio nale concours-hippique te Weenen, viel een Nederlandsche overwinning te notee- ren, n.l. in het Concours de Puissance om den Prins Eugen Prijs, met zes hin dernissen van 1.40 Meter tot 1.60 Meter. Twee paarden brachten het er zonder fouten af, „Trixie" van luitenant Greter en „Henri VI" van ritmeester Clavé (Frankrijk), die den eersten prijs deelden. In het andere nummer, geluk-jachtsprin- gen, waaraan deelnamen luit. Greter, lult. Van Lennep en luit. Van Schaick, slaag den deze er niet in rich te plaatsen. o- DRAVERIJEN TE LISSE. Gistermiddag zijn te Lisse de draverijen voortgezet. De uitslag van den ochtend wedstrijd werd reeds door ons vermeld. Voor de groote namiddag-harddrave rijen waren ingeschreven 27 paarden, waarvan er 26 aan den start verschenen. Er was ditmaal niet veel spanning; het starten vlotte niet buitengewoon. Reeds begon de avond te vallen, toen de wed strijd was afgeloopen. De eerste prijs van f. 400 werd gewon nen door „Quita" van J. van Leeuwen te Bennebroek, die zelf tevens berijder was. 2e prijs van f. 200 „Rolls Royce", eigenaar stal Heerenveen, berijder H. de Vries. 3e prijs f. 100 „Sir Kerrigan", stal W. Vol- vega, berijder U. W. de Jong. De laatste prijs f. 50 werd gewonnen door „Gret- chen", eigenaar H. J. Silver, Oudesluis, berijder A. Nottelman. De prijzen werden wegens ziekte van den voorzitter, den heer C. Langeveld, door zijn plaatsvervanger onder een toe passelijk woord uitgereikt. o BILJARTEN. O.V.S. I—EXCELSIOR I 1—2. Onder groote belangstelling speelde Excelsior I i Lisse) voor de Haarlemsche competitie (lste klasse) tegen het sterke O.VS I te Haarlem. Na een spannenden strijd wist Excelsior te winnen. Zij heeft hiermede haar 3e overwinning behaald De volledige uitslag is: pnt. brt. hs. gem. J. Waasdorp Exc. 200 58 20 3.44 J. de Winter O.V.S. 185 57 21 3.24 B Duivenvoorden 150 49 23 3.06 J. Huiboom 139 48 17 2.90 J. Duivenvoorden 105 22 26 4.77 W. v. Nimwegen 125 22 25 5.68 Dinsdag as. spelen Excelsior I en I Groene Woud I te Lisse.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1934 | | pagina 9