De Leidsche Brandweer
V.I.0.S.-U.V.S.
PALM OLIVE
^xk 2ccp d#r Dmgd
75ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 5 October 1934
Derde Blad No. 22865
Voorstellen van B. en W. tot wijziging
(2 stuks voor 25 ct.)
SPORT.
„Fides Pacta I"
„Ter Leede I"
een politie-brandweer
aanbevolen.
Gedurende de laatste jaren is de vraag
Inaax voren gekomen, of de brandweer in
deze gemeente in haar huidigen vorm wel
in alle opzichten voldoet aan de eischen,
welke, naar de tegenwoordige inzichten,
aan een brandweer voor een gemeente als
Leiden moeten worden gesteld.
Het is bekend, dat het College van B.
en W. zich reeds geruimen tijd met deze
aangelegenheid bezig houdt en dat zij
eene Commissie hebben in het leven ge
roepen, om met betrekking tot dit vraag
stuk van advies te dienen.
Deze Commissie werd gevormd door den
Wethouder van Fabricage als voorzitter,
de heeren Ir. A. G. Bosman, Ir. F. Stok-
huyzen, Ir. A. M. Touw en Ir. C. Bronk-
horst als leden en den heer G. P. E. Weijer
secretaris.
In December 1932 bracht de Commissie
haar advies uit.
Na bestudeering van dat van degelijke
6tudie blijk gevende advies en van het
daaromtrent ingewonnen gevoelen van
den Commissaris van Politie, zijn B. en W.
thans tot een voldoend gevestigd oordeel
met betrekking tot deze aangelegenheid
gekomen.
En vermits zij, evenals de Commissie,
van meening zijn, dat er aanleiding Is, om
tot eene verandering van de bestaande
brandweer over te gaan, is nu de tijd aan
gebroken. om eene beslissing ter zake uit
te" lokken.
De Commissie heeft zich bij het zoeken
naar het antwoord op de vraag, welke
brandweer-organisatie voor deze gemeen
te het meest aanbevelenswaardig is, laten
leiden door een drietal door haar opge
stelde voorwaarden, waaraan ha. de
brandweer in het algemeen behoort te
voldoen, te weten:
lo. de brandweer moet zoodanig zijn
ingericht, dat zoowel overdag als des
nachts voldoende en op doelmatige wijze
geoefend personeel en voldoende materieel
van de vereischte capaciteit onmiddellijk
gereed zijn, om een brand te bestrijden;
2o. de kosten van de brandweer moeten
binnen redelijke grenzen beperkt blijven:
3o. het materieel moet zooveel mogelijk
geconcentreerd zijn.
Deze voorwaarden onderschrijven B. en
W. ten volle. Zij behoeven geen nadere toe.
lichting.
B. en W. merken slechts met betrekking
tot die genoemd sub. 3o. op, dat het
moderne materieel, het welk in deze ge
meente met haar beperkte oppervlakte na
alarmeering steeds vlug ter plaatse van
den brand aanwezig kan zijn en waarvan
de bediening alleen aan vakkundig per
soneel kan worden toevertrouwd, als van
zelf tot concentratie daarvan leidt.
Bij den bestaanden gang van zaken is
zij dan ook in hoofdzaak reeds ingevoerd
en de praktijk heeft uitgewezen, dat daar
van, met het oog op een spoedig aantasten
van den brand, geen nadeel wordt onder
vonden.
Het spreekt vanzelf, dat de bergplaats
van het materieel op een centraal punt
binnen de gemeente moet zijn gelegen.
Voldoet nu de bestaande brandweer aan
de genoemde voorwaarden?
Deze vraag wordt door de Commissie en
met haar door B. en W. en met betrekking
tot het personeel en met betrekking
tot het materieel ontkennend beantwoord,
voor zoover voorwaarde sub. lo. aangaat.
Ook door den Commandant van de
Brandweer is meerdere malen betoogd,
dat het thans ter beschikking zijnde
bluschmaterieel niet voldoende kan wor
den geacht.
Herhaaldelijk is door dezen functionaris
op uitbreiding van het materieel aange
drongen.
Zal ten opzichte van het materieel de
brandweer op alle gebeurlijkheden in
redelijke mate voorbereid kunnen zijn, dan
zal mitsdien tot uitbreiding van het mate
rieel moeten worden overgegaan, zulks, het
is wellicht niet overbodig hierop den
nadruk te leggen, onverschillig of de
brandweer in haar huidigen vorm wordt
gehandhaafd, dan wel door een andere
organisatie wordt vervangen.
Het bezwaar met betrekking tot het
personeel is van meer gecompllceerden
aard.
De bestaande brandweer toch is ge
schoeid op de leest van een vrijwillige
brandweer; het grootste gedeelte van het
personeel bestaat uit vrijwilligers.
Dat gedeelte verricht uitsluitend dienst
bij het blusschen van brand, tegen beta
ling van het bij de desbetreffende verorde
ning bepaalde loon. Hun dienst draa»t uit
sluitend het karakter van vrijwillige hulp
verleening.
Uit den aard der zaak kan dat personeel
met het oog op zijn bruikbaarheid voor de
brandbestrijding niet zoo intensief ge
oefend worden, als wel wenschelijk Is. In
de practijk toch beperkt zich dit oefenen,
behalve bij brand, tot een enkele maai
per jaar en strekt zich dan slechts uit tot
de aanwending van de bluschmiddelen.
Voor een snel en krachtig aantasten
van den brand lijkt B. en W. een meer
intensieve oefening noodig.
Het hier naar voren gebrachte bezwaar
ls echter inhaerent aan het systeem van
een vrijwillige brandweer en kan alleen
weggenomen worden door dat systeem zelf
te veranderen.
Behalve het bezwaar, waarvan met be
trekking tot het personeel hierboven
sprake is, kleeft onvermijdelijk aan een
vrijwillige brandweer nog een ander be
zwaar. al is dit wellicht in deze gemeente
tot nog toe niet duidelijk aan den dag ge
komen.
B. en W. bedoelen dè discipline, welke
onder het brandweercorps, wil een goede
gang van zaken gewaarborgd zijn. moet
heerschen, de volstrekte gehoorzaamheid
van het brandweerpersoneel aan hen, die
met de leiding van de brandweer zijn be
last.
Die discipline kan bij een vrijwillige
brandweer nimmer zoo zijn de aard
van het systeem brengt dit van zelf mede
als in het belang van de zaak noodza
kelijk is.
Toch ls ook die discipline een eerste
eisch voor een behoorlijke functionneering
van de brandweer.
De met de leiding van de brandweer be
laste personen moeten er steeds en onder
alle omstandigheden op kunnen vertrou
wen, dat het geheele personeel de door
hen gegeven bevelen opvolgt.
Dan alleen kunnen zij de volle verant
woordelijkheid voor een behoorlijke brand
bestrijding op zich nemen, dan alleen ook
kunnen zij voor een behoorlijke function
neering van de brandweer ten volle aan
sprakelijk worden gesteld.
Beide bezwaren, welke, zooals gezegd,
onverbrekelijk aan het systeem van een
vrijwillige brandweer zijn verbonden, doen
wijziging van dat systeem noodig voor
komen.
In welke richting dient nu die verande
ring te worden gezocht?
Houdt men de vorengenoemde drie
eischen in het oog, dan doet zich slechts
één oplossing aan de hand, n.l. het in het
leven roepen van een politie-brandweer,
het opdragen van de brandweer aan de
politie derhalve.
Natuurlijk zouden de bezwaren, welke
aan de bestaande brandweerorganisatie
eigen zijn, ook kunnen worden ondervan
gen door afschaffing van de vrijwilligers
en uitbreiding van het aantal vaste brand-
wachts, welke thans de z.g. vaste kern van
het brandweercorps uitmaken, tot zooda
nig aantal, dat voortdurend een voldoend
aantal geoefende manschappen beschik
baar zijn, om op elk tijdstip het blus-
schingswerk te kunnen verrichten, door
het vormen van een beroepsbrandweer dus.
Doch, gelijk in het rapport van de Com
missie wordt aangetoond, van eene der
gelijke organisatie zouden de nersoneels-
kosten verre uitgaan boven de financieele
draagkracht der gemeente en zoodanige
organisatie zou dus niet in overeenstem
ming zijn met de onder 2o. genoemde voor
waarde, waaraan een brandweer in het
algemeen behoort te beantwoorden. Boven
dien zou voor dit groot aantal brand-
wachts niet voldoende productief werk
kunnen worden gevonden; zij zouden vrij
wel hun geheelen diensttijd moeten
doorbrengen met wachten op brand.
Zij komt voor deze gemeente mitsdien
niet in aanmerking.
Een politie-brandweer daarentegen kan,
voor deze gemeente althans, aan alle
eischen, welke aan een brandweer mogen
worden gesteld, voldoen.
Door het wachtdienst hebbende politie
personeel met de brandbestrijding te be
lasten, wordt een brandweer verkregen,
welke op elk tijdstip paraat is.
De kosten van zoodanige brandweer
zullen, gelijk uit het rapport der Commis
sie blijkt, niet hooger behoeven te zijn,
dan die van de bestaande, de geoefendheid
-en-de tucht onder het politiepersoneel is
voldoende verzekerd, terwijl concentratie
van het materieel bij een politie-brand
weer niet alleen zonder bezwaar kan
plaats hebben, doch, vanwege de Inrich
ting van den politiedienst in deze gemeen
te. zelfs noodzakelijk is.
Evenals de Commissie hebben B. en W.
zich afgevraagd, of bij vereeniging van de
taak van de politie met die van de brand
weer de handhaving van de openbare orde
en de brandbestrijding wellicht in het
gedrang zouden kunnen komen, of eene
van die beide belangen.
Zou dit het geval zijn, dan zou natuur
lijk een samenvoeging van beide diensten
niet verantwoord zijn.
B. en W. zijn echter, evenals de Com
missie, op grond van het oordeel van den
Commissaris van Politie te dien aanzien,
tot de conclusie gekomen, dat voor eenige
vrees daaromtrent hoegenaamd geen aan
leiding is.
Met betrekking tot dit punt zij opge
merkt. dat de politie en de brandweer in
verschillend opzicht gelijkenis vertoonen.
In de eerste plaats is daar de overeen
stemming in het doel van belde diensten.
Zoowel de politie als de brandweer heb
ben te waken voor de veiligheid van per
sonen en goederen, al ligt beider werk
zaamheid in deze gemeente thans nog op
verschillend gebied.
Vervolgens moeten beide diensten dag
en nacht voor het behartigen van de hun
ongedragen taak gereed zijn, om aan moei
lijke omstandigheden vlug, beslist en met
tact het hoofd te bieden.
Voorts moet het personeel van beide
diensten zijn lichamelijke en praktische
geschiktheid in het belang van den dienst
voortdurend blijven ontwikkelen of op peil
houden.
En ten slotte, het personeel van de
politie en het vaste personeel van de
brandweer brengt een groot gedeelte van
den diensttijd als wachttijd door.
Vereeniging van diensten, welke In zoo
vele opzichten met elkander overeenstem
men. moet zonder bezwaar mogelijk zijn;
het verschil in het gebied, waarop thans
beider werkzaamheid ligt, is niet van dien
aard, dat dit aan een samenvoeging in den
weg behoeft te staan.
Wanneer men verder nog bedenkt, dat
bij een brand voor de afzetting van het
terrein, het opsporen van een eventueel
misdadige oorzaak van een brand, de be
waking van eigendommen, enz. steeds
politie aanwezig moet zijn, en dat in ver
schillende gemeenten, zie Delft en 's-Gra-
venhage, praktisch is aangetoond, dat van
een samenvoeging van beide diensten noch
ten opzichte van de handhaving van de
openbare orde, noch ten aanzien van de
brandbestrijding nadeelen worden onder
vonden, dan meenen B. en W„ in overeen
stemming met het gevoelen van de Com
missie. voor deze gemeente een samenvoe
ging van beide diensten met gerustheid
te kunnen aanbevelen.
Voorop stellende dat B. en W. daarmede
niet bedoelen een vastomlijnd beeld te
geven van de inrichting en de function
neering van een politie-brandweer, doch
dat zij alleen den Raad in de gelegenheid
willen stellen zich van een en ander een
voorstelling te vormen, geven zij hieronder
een overzicht van de inrichting en de
functionneering van de politie-brandweer,
zooals zij die zich op het voetspoor van
de Commissie, hebben gedacht.
De leiding van den geheelen brandweer
dienst wordt, onder de bevelen van den
Burgemeester, opgedragen aan den Com
missaris van Politie.
Het geheele politiepersoneel wordt, voor
zoover mogelijk, aan de daadwerkelijke
brandbestrijding dienstbaar gemaakt.
Een kern van enkele manschappen,
onder de onmiddellijke leiding van een
daartoe speciaal aangewezen Inspecteur
van politie, wordt belast met het onder
houd en, voor zooveel mogelijk, reparatie
van het bluschmaterieel en het vervoer
van de spuiten naar en het bedienen van
de spuiten bij een brand.
Het overige personeel wordt, voor zoover
doenlijk, gebezigd voor de blussching van
brand, de afzetting van het terrein, het
opsporen van de oorzaak van den brand,
enz.
Tot verhooging en behoud van zijn
bruikbaarheid wordt het politiepersoneel
regelmatig geoefend.
De leiding van die oefening berust bij
den Inspecteur, leider van de kern.
Het bluschmaterieel zal in of In de na
bijheid van het Hoofdbureau van Politie
moeten zijn gestald en opgeslagen.
In de garage moet steeds, zoowel over
dag als des nachts, ten minste één man
van de kern aanwezig zijn.
De politiedienst wordt zoodanig inge
richt, dat te allen tijde over een voldoend
aantal manschappen wordt beschikt, om
een brandspuit te bemannen en dat ver
der, zoo noodig, onmiddellijk personeel
beschikbaar is, om met een tweede spuit
naar den brand of naar een anderen brand
te kunnen uitrukken.
Meerder bluschmaterieel moet kort na
het vertrek van die spuiten daar waar zij
noodig zijn kunnen worden aangevoerd.
Tot zoover wat de inrichting aangaat.
De functionneering stellen B. en W. al
dus voor:
In geval van brandmelding aan het
Hoofdbureau van Politie wordt terstond
de in de garage, waarin de spuiten zijn
gestald, wachthebbende brandwacht ge
waarschuwd.
Tegelijkertijd worden alarmschellen in
het politiebureau in werking gebracht, op
het signaal waarvan het op wacht zijnde
politiepersoneel zich gereed maakt, om
uit te rukken.
Een der spuiten, behalve met den tot de
kern behoorenden chauffeur en den in
specteur-leider van de kern, bemand met
het personeel, dat aangewezen is aan de
blussching deel te nemen, wordt nu on
middellijk naar den brand vervoerd.
Indien de brandmelding daartoe aanlei
ding geeft, worden een of meer der overige
spuiten naar den brand gedirigeerd.
B. en W. gelooven, dat uit een en ander
blijkt, dat door het onderbrengen van de
brandweer bij de politie een in alle op
zichten bevredigende regeling zal worden
verkregen.
Hierboven ga,ven B. en W. reeds te ken
nen, dat de jaarlljksche personeelskosten
van een politie-brandweer niet meer zul
len bedragen, dan die van de bestaande
brandweer.
Ook de direct uit de samenvoeging voort
vloeiende kosten zullen geen hoog bedrag
vorderen. Zij blijven beperkt tot eeniv-
kleine voorzieningen, als den aanleg van
alarmschellen in het politiebureau, enz.
Het zou echter noodig kunnen blijken,
dat eenige brandwachts, die geen deel
zullen kunnen uitmaken van de kern van
de politie-brandweer en waarvoor geen
emplooi bij andere diensten zou kunnen
worden gevonden, op wachtgeld worden
gesteld.
Of op wachtgeldstelling zal moeten
plaats vinden, kan nu echter nog niet met
zekerheid worden gezegd en evenmin der
halve, of de kosten van een eventueele
opwachtgeldstelling de besparing, welke
volgens het rapport der Commissie met
de reorganisatie op de jaarlljksche perso
neelskosten kan worden bereikt, gedu
rende den eersten tijd zullen overtreffen
of geheel of gedeeltelijk te niet zullen
doen.
Dit staat echter naar overtulgig van B.
en W. wel vast, dat, indien aanvankelijk
door het opwachtgeldstellen van personeel
de reorganisatie tot hoogere uitgaven zou
leiden, die hoogere uitgaven in geen geval
een belangrijk bedrag zullen kunnen be-
loopen en zeer zeker niet een bedrag,
waartegen het voordeel van de meerdere
veiligheid, welke met de politie-brand
weer zal worden verkregen, niet ruim
schoots zou opwegen.
Op grond van een en ander meenen B.
en W, dat er alle aanleiding is, om de
politie te belasten met de brandweer.
Teneinde, voor het geval de Raad deze
inzichten deelt, daadwerkelijk tot de reor
ganisatie te geraken, moet zij verder
worden voorbereid.
Het ligt voor de hand, dat onder de al-
gemeene leiding van den Commissaris van
Politie met die voorbereiding de inspec
teur van Politie, aan wien de leiding van
de brandweerkern zal worden opgedragen,
wordt belast.
Deze inspecteur kan dan ook adviseeren
aangaande de aanschaffing van meerder
bluschmaterieel en hetgeen met die uit
breiding verder samenhangt.
Omtrent het materieel en andere be
langrijke punten bevat het rapport der
Commissie waardevolle beschouwingen,
waarvan te zijner tijd nog kan worden ge
profiteerd.
Tevens zal de inspecteur nader van ad
vies kunnen dienen met betrekking tot de
bij de behandeling van de begrooting voor
1933 door den heer Groeneveld ingediende
motie, inzake hulpverleening door de
Brandweer in noodgevallen, zooals bij
overstrooming,, stormschade en derge
lijke.
Met ingang van het tijdstip waarop de
inspecteur in functie treedt, kan aan den
commandant en den onder-commandant
van de brandweer, die de bij de verorde
ning op de brandweer voor die functies
bepaalde leeftijdsgrens hebben overschre
den. eervol ontslag als zoodanig worden
verleend.
De inspecteur zal. zoolang de reorgani
satie nog niet volledig kan worden ten
uitvoer gelegd, onder de algemeene lei
ding van den commissaris van politie als
commandant van de, tot aan de geheele
voltooiing van de reorganisatie te hand
haven, vrijwillige brandweer moeten fun-
geeren.
Onder opmerking ten slotte, dat de bur
gemeester. als hoofd der politie, met een
samenvoeging van de brandweer met de
politie, overeenkomstig den hiervoren
RECLAME.
8701
Gebruik uitsluitend Palmolive,
de zeep die wereld-beroemd
heid geniet om haar verzach
tenden invloed op de huid.
VOETBAL.
ZATERDAGMIDDAGCOMPETITIE
L. V. B.
Programma voor morgen.
Ie klasse: A.R.C. 1L.R.C. 1, 31/: uur,
Neuteboom; F. Pacta 1Ter Leede 1, 3'/i
uur (N. B. L. O.-terrein i Kroesemeyer;
Noordwijk 1S.C.O. 1, 5 uur. Pardon;
Quick B. 1S.L.F. 1, 3 1/4 uur, Burgerjon.
2e klasse A: F. Pacta 2Katwijk 1, 3'Is
uur, v. Weizen; Woubrugge 1A.RC. 2,
3>/z uur, Warnaar.
2e klasse B: L.R.C. 2Sleutels 1, 5 uur,
SchniedewindNoordwijk 2Katwijk 2,
3 1/4; Rijnsb. B. 2Quick B. 3, 5 uur,
Stouten; S.L.F. 2Ter Leede 2, 3'/: uur, de
la Rie.
3e klasse A: Noordwijk 3Weter. B. 1,
3'/, uur (bijterrein), Olivier: Quick B. 4
O. Clubje 2, 5 uur; Katwijk 3Koude
kerk 2, 3uur, v. d-. Burg.
3e klasse B: Quick B. 5O. Clubje 3. 5
uur (bijterrein), v. Egmond; S.C.O. 3LR.
C. 3. 5 uur, v. d. Stelt; Ter Leede 3—
Noordwijk 4, 3'/i uur, v. d. Berg; Weter. B.
2Rijnsb. B. 3, 3'/: uur, v. d. Waals.
4e klasse: Koudekerk 3Quick B. 6, 3'/*
uur, Levison; L.R.C. 4Woubrugge 3, 3 1/4
uur, Hoogervorst; Sleutels 2Noordwijk 5,
3'/z uur, v. Deursen.
Juniores: Rijnsb. B.Quick B., 3 1/4 uur,
Ladan; S.C.O.Noordwijk, 3 1/4 uur, de
Bruin; Ter Leede-F. Pacta, 371 uur (bij-
terrein), de Haas.
Adsp. A: Quick B. (a)Katwijk (a), 3'/t
uur (bijterrein), Verwoerd.
Adsp. B: Katwijk (b)Koudekerk, 3'/i
uur (bijterrein), Teske; O. Clubje—Quick
B. (b), 3 1/4 uur, v. d. Nat; Rouwkoop—
Alphia, 3Vi uur, J. Hillebrand.
RECLAME-
2351a
Zaterdagmiddag a.s. half vier:
TERREIN N. B. L. O.
Toegang JO ets. - Rijwielstalling verplicht.
FIDES PACTA I—TER LEEDE I.
Morgenmiddag speelt Fides Pacta haar
eersten thuiswedstrijd tegen Ter Leede I.
Evenals het vorige seizoen worden de com
petitie thuiswedstrijden op het N.B.L.O.-
terrein aan den Zoeterwoudsche Singel ge
speeld. Fides Pacta komt in de volgende
opstelling uit: doel: W. Jansen; achter:
Ph. Stikvoort en P. Schooneveld; midden:
C. Pont, R. Bronsgeest (aanv.) en C.
Rameau; voor: K. Kwestroo, J. Ouwerkerk,
P. Bunschoten, N. Ouwerkerk en W. v. d.
Velden.
o
A.R.C. I—L.R.C. I.
Voor dezen morgen op het terrein van
A.R.C. te spelen wedstrijd is het A.R.C.-
elftal als volgt samengesteld:
Doel: G. v. Wilgen; achter: Godhelp en
v. d. Bijl; midden: W. de Knijff, Bergshoeff
en v. Heusden; voor: Vellekoop, L. v. Dam,
A. v. Dam, Groenenberg en W. Bergshoeff.
WEDSTRIJDEN TE BOSKOOP.
Te Boskoop worden Zondag o.m. de vol
gende wedstrijden gespeeld:
Boysternein, Noordeinde. 'smidd. 12 uur,
Bosk. Boys IVMoercapelle EL
Voorwaartsterrein. Tempel, nam. 2 uur,
Voorwaarts mNieuwveen II.
RECLAME.
Per autobus vanaf Doezastraat a.s. Zondag
12Vt uur, a f. 0.70 p. persoon.
Aanmelden: HEDENAVOND 8V2 uur,
Café ROYAL, Doezastraat. 8688
WANDELSPORT.
DE N.U.W-MARSCH OP 13 en 14 OCT.
Om te voldoen aan de vele aanvragen,
heeft de Commissie tot het organiseeren
van de N.U.W.-marschen te Leiden beslo
ten, gelegenheid te geven deze 30 K.M,-
Marsch ook op Zaterdag te loopen. dus
nu is de mogelijkheid daar om of op
Zaterdag 13 October of op Zondag 14 Oc-
ontwikkelden gedachtengang volkomen
instemt, geven zij den Raad in overwe-
ging:
ate besluiten tot opheffing van de be
staande brandweer en zich te vereenigen
met het onderbrengen van de brandweer
bij de politie op de bovengeschetste wijze,
een en ander met ingang van een door B.
en W. in overleg met den burgemeester
te bepalen tijdstip;
b. machtiging te verieenen tot aanstel
ling van een inspecteur van politie 1ste
klasse, die onder de algemeeene leiding
van den commissaris van politie met de
voorbereiding van de reorganisatie van de
brandweer zal worden belast.
tober aan de marschen deel te nemen. Er
wordt echter nadrukkelijk op gewezen,
dat des Zaterdags waarschijnlijk het laat
ste gedeelte in het duister zal moeten
worden geloopen.
Des Zaterdags wordt om 2 uur gestart,
's Zondags om 11 uur, beide malen vanaf
den Theetuin „Oud-Hortusricht" aan dé
Witte Singel.
De Eerste Leidsche E.HB.O.-Brigade
zegde weer welwillend haar medewerking
toe. De inschrijving sluit 7 Oct.; personen
welke na dien datum inschrijven, ontvan
gen hun prijs in geen geval direct na af
loop der marschen.
KORFBAL.
LEIDSCHE KORFBAL-COMPETITIE.
Programma voor morgen en Zondag.
Zaterdagmiddag-Competitie: (Adspiran-
ranten).
KI. I: NoorderkwartierZuiderkwartier.
KI H: Oosterkwartier IINoorderkwar
tier II; Zuiderkwartier III—Zuiderkwar
tier n.
Zondag-Competitie: (Leden).
KI. I: Algemeene IFluks m.
KI. H: Oosterkwartier IIAlgemeene H,
Overzicht.
Het is bij den aanvang eener competitie
buitengewoon moeilijk, om niet te zeggen
ondoenlijk, voorspellingen te maken en
deze competitie maakt daarop geen uit
zondering. Wel zijn er reeds een tweetal
wedstrijden gespeeld, doch dit is nog te
weinig om hieruit conclusies te trekken.
Volstaan wij daarom deze keer met naar
bovenstaand programma te verwijzen.
Wij deelen hierbij tevens nog mede, dat
Noorderkwartier als nog met een derde
twaalftal voor de 2e klasse der Zaterdag
middag-Competitie heeft ingeschreven.
o
DE KWESTIE DE.D—SPORTIEF.
Als gevolg van een door DE.D. gevoerde
actie, en de daarop gevolgde adhaesie-be-
tuigingen van een 20-tal clubs, zal op
Zaterdag 27 October a.s. te Amsterdam
een buitengewone algemeene vergadering
van den N.K.B, plaats vinden, ter bespre
king van de kwestie D.EX).Sportief en
de in verband daarmede door het Bonds-
bestuur genomen beslissingen.
o
PAARDENSPORT.
HET INTERN. CONCOURS-HIPPIQÜE j
TE WEENEN.
Luit. Greter eerste in het Concours
de Puissance.
In het gisteren voortgezette internatio
nale concours-hippique te Weenen, viel
een Nederlandsche overwinning te notee-
ren, n.l. in het Concours de Puissance
om den Prins Eugen Prijs, met zes hin
dernissen van 1.40 Meter tot 1.60 Meter.
Twee paarden brachten het er zonder
fouten af, „Trixie" van luitenant Greter
en „Henri VI" van ritmeester Clavé
(Frankrijk), die den eersten prijs deelden.
In het andere nummer, geluk-jachtsprin-
gen, waaraan deelnamen luit. Greter, lult.
Van Lennep en luit. Van Schaick, slaag
den deze er niet in rich te plaatsen.
o-
DRAVERIJEN TE LISSE.
Gistermiddag zijn te Lisse de draverijen
voortgezet. De uitslag van den ochtend
wedstrijd werd reeds door ons vermeld.
Voor de groote namiddag-harddrave
rijen waren ingeschreven 27 paarden,
waarvan er 26 aan den start verschenen.
Er was ditmaal niet veel spanning; het
starten vlotte niet buitengewoon. Reeds
begon de avond te vallen, toen de wed
strijd was afgeloopen.
De eerste prijs van f. 400 werd gewon
nen door „Quita" van J. van Leeuwen te
Bennebroek, die zelf tevens berijder was.
2e prijs van f. 200 „Rolls Royce", eigenaar
stal Heerenveen, berijder H. de Vries. 3e
prijs f. 100 „Sir Kerrigan", stal W. Vol-
vega, berijder U. W. de Jong. De laatste
prijs f. 50 werd gewonnen door „Gret-
chen", eigenaar H. J. Silver, Oudesluis,
berijder A. Nottelman.
De prijzen werden wegens ziekte van
den voorzitter, den heer C. Langeveld,
door zijn plaatsvervanger onder een toe
passelijk woord uitgereikt.
o
BILJARTEN.
O.V.S. I—EXCELSIOR I 1—2.
Onder groote belangstelling speelde
Excelsior I i Lisse) voor de Haarlemsche
competitie (lste klasse) tegen het sterke
O.VS I te Haarlem.
Na een spannenden strijd wist Excelsior
te winnen. Zij heeft hiermede haar 3e
overwinning behaald
De volledige uitslag is:
pnt. brt. hs. gem.
J. Waasdorp Exc. 200 58 20 3.44
J. de Winter O.V.S. 185 57 21 3.24
B Duivenvoorden 150 49 23 3.06
J. Huiboom 139 48 17 2.90
J. Duivenvoorden 105 22 26 4.77
W. v. Nimwegen 125 22 25 5.68
Dinsdag as. spelen Excelsior I en I
Groene Woud I te Lisse.