Atelierwoningen te Amsterdam -
DE FREGATVOGEL
75ile Jaargang
LE1DSCH DAGBLAD
Tweede Blad
FEUILLETON.
DE ATELIERWONINGEN TE AMSTERDAM waarvoor door den heer Baart, directeur van het Byrd's Zuidpool-expeditie
Stedelijk Museum, onlangs de eerste steen werd gelegd, naderen thans hun voltooiing. Gezorgd Is, dat T -..■ry-ii
Een van de twee vliegtuigen, welke Byrd s expeditieschip Jacob Ruppert meenam naar het Zuidpool*
volop licht in deze schilderswomngen door breede ramen kan binnenvallen. gebied, keert van een verkenningsvlucht bij het moederschip terug.
LUOHTBESCHERMINGSOEFENINGEN TE IJSSELSTEIN. - Generaal Prins slaat van
het bordes van het stadhuis af 'de oefeningen gade.
NIEUW DUITS OH KAPSEL.
Haardracht in Pompadour-stijl.
EEN BEELD VAN MUSSOLINI geheel vervaardigd van druiven, wordt door
de straten van Napels gereden, tijdens het jaarlijksche druivenfeest.
DE ITALIAANSCHE KONING
(rechts) op de koloniale tentoon
stelling te Turijn. Een slangen
bezweerder toont zijn kunsten.
door George Owen Baxter,
naar den Amerikaanschen roman
bewerkt door J. M. P.
30)
„O, het ls Geraldi". antwoordde Renney,
alsof de vraag tot hem gericht was, hij is
het en ik had meer op de onrust van
mijn zenuwen moeten vertrouwen en de
kriebel in mijn botten. Wat een vervloekte
ideoot ben ik geweest!"
Geraldi leunde in de deuropening.
„Hallo Renney'. zeide hij. „Goeden
avond, meneer Asprey".
Renney keerde zich behoedzaam om.
„Zelfs geen schram hè. geloof ik„ vroeg hij
,£>p mijn kleeren wel", zeide Geraldi op
gewekt.
Renney keek hem ernstig aan. „Juist",
zeide hij, „ik kon geweten hebben, dat ik
gelijk had. Let op het steken van je zenu
wen, dat is betere aanwijzing dan een
krantenbericht. In orde, jong. je hebt het
gewonnen en het is de eerste keer, dat dat
gebeurd is. Geef me je hand".
Steek je handen op en je gezicht tegen
den muur", antwoordde Geraldi. „Asprey,
houdt die bijl gereed om hem de hersens
In te slaan".
„O, bedoel je het zoo?" zuchtte Renney.
.jJe vertrouwt mij niet. hè? Denk je. dat
Ik zou trachten je te bedriegen?"
„Man, mam", zeide Geraldi, „denk Je dat
ik tijd om jou zou willen verliezen, als er
niet een afspraak met je te maken zou
zijn? Anders zou ik nooit op je revolver
gemikt hebben".
„O, dat was handig", zeide Renney. „Dat
was, wat ik noem goed schieten; dat was
een perfect schot. Maar, zooals je zei. het
gezicht tegen den muur en zoo zal het
zijn"
Hij draaide zich gehoorzaam om, maar
de langzame beweging veranderde plot
seling in een bliksemvluggen draai en ge
lijk met den ruk verscheen van onder zijn
oksel de loop van e^n revolver, die hij
schijnbaar uit de lucht te voorschijn ge-
tooverd had.
Het ging alles verbazend vlug; de be
weging had niet vlugger uitgevoerd of
beter bedacht kunnen zijn en meer dan één
man was, voordien, er door gedood, maar
niettegenstaande dat. was er een beweging
voor noodig geweest, beweging van lichaam
arm en hand en daartegen ageerde Ge
raldi niet met zijn revolver, maar een llnk-
sche directe was de verrassing, welke hij
toepaste. Zijn vuist trof Renney's kaak,
juist toen deze zich omdraaide, zij sneed
in het vleesch en sloeg den man tegen den
muur. Renney viel neer, maar zelfs in zijn
val was zijn half verlamde rechterhand
nog aan het werk, alsof die kon blijven
functioneeren na een halve verlamming,
zooals het onbewuste brein in den slaap;
driemaal vuurde hij en drie kogels floten
door de open deur van de hut.
Robert Asprey, het gelaat verwrongen
door vrees, afkeer en verwondering, hief de
bijl op en kwam naderbij; hij geleek veel
op een man. die op een spin zal trappen,
maar er niet zeker van is, of de zolen van
zijn schoenen wel dik genoeg zijn om de
beet van de tarantula te ontgaan.
„Voor het oogenblik is hij weerloos",
zeide Geraldi, in antwoord op deze zwij
gend geboden hulp. „Hij is voor een minuut
of twee in slaap; zijn hoofd bonsde tegen
den muur, voordat hij ineenzakte."
Hij pakte Renney bij den schouder en
legde hem op zijn rug; zonder twijfel was
de kleine man geheel bewusteloos, maar op
hetzelfde oogenblik, dat Geraldi's hand zijn
schouder losliet, begon hij langzaam terug
te wringen tot zijn vorige houding op zijn
rechterzijde.
„Kijk", zeide Geraldi glimlachend, „net
als een slak."
„Ik zal wat water over hem heen gooien
en trachten hem bij te brengen", opperde
Asprey.
„Wacht tot ik hem gefouilleerd heb."
Maar wij hebben zijn twee revolvers."
„Zeker, maar misschien heeft hij er nog
meer."
Zij kregen er ook meer; twee korte
pistolen kwamen te voorschijn uit de losse
kleeding van den moordenaar en van uit
zijn mouw haalde Geraldi tenslotte een
klein dubbelloops pistool, dat aan een elas
tieken band hing. Het was wel een zeer
klein wapen, maar, zooals Geraldi zijn
gastheer verzekerde, kon dit pistool op tien
pas afstands dooden, wat de uiterste af
stand is, die in kroeggevechten voorkomt.
Dat was niet de geheele bewapening
van 'den volmaakten Renney. Er was ook
nog een lang bowiemes, dat schuin langs
de binnenzijde van den patroongordel om
zijn heupen liep en onder een zijner armen
vonden zij een echt Italiaansch stilet
een van die wapens, waarmede sterke
mannen plotseling gedood worden zonder
pijn en zonder kreet.
Robert Asprey schopte met zijn voet
tegen de verzameling revolvers en messen
en schudde het hoofd. „Allemaal klauwen"
zeide hij.
„En een beetje vergif", mompelde de fre
gatvogel, de portefeuille van den verslagen
man opnemend. Hij opende deze en liet
een dunne laag kleine fleschjes zien, elk
ervan gewikkeld in halftransparante ge
oliede zijde; Geraldi onderzocht die voor
zichtig en zorgvuldig. Arsenicum, mor
phine, strychnine o, het is een heele
lijst. Hij kon, zooals ze dat noemen, in het
donker werken, meneer Asprey. Hebt u
nog eenigen twijfel?
Asprey keek met open mond naar de
verzameling giften. „Ben Je zeker van al
die dingen?" vroeg hij.
„Niet allemaal", antwoordde Geraldi.
„Ik ben wel een beetje op de hoogte, maar
alleen van het standpunt van verdedi
ging; ik heb ze nooit gebruikt en hoop ze
nooit te gebruiken. Maar Renney is een
expert, u ziet, dat hü een universeel ge
nie Is."
„Een absolute duivel", zeide Asprey ril
lend.
„Waarom zegt u dat?"
„Wat moet Ik anders zeggen? Hoe kan ik
zulk een kerel anders noemen. Gerarldi?
Jij bent toch Geraldi, geloof ik."
„Ja, ik ben Geraldi."
Laat mij je de hand drukken, Geraldi."
„Dank u; we zullen nu eerst deze spin
de handen en voeten binden en hem tegen
den muur leggen."
„Maar hij ls hulpeloos zonder zijn
wapens.
„Dit zijn slechts de wapens, die wij kun
nen zien; meer niet."
„Nu, wat bedoel je daarmee?"
„Ik bedoel, dat deze kerels wapens heb-
bn in hun gedachten en wij wenschen zulke
wapens niet op ons gericht te zien, is het
wel? Je kunt het nooit weten; er zijn alle
mogelijke handige trucs, die wij nooit kun
nen waardeeren, voordat zij ons dooden."
Asprey zeide niets meer, maar begon te
helpen met Renney aan handen en voeten
te binden.
„Je hebt hem toch niet gedood?" vroeg
hij verschrikt.
„Zoudt u dat erg vinden?"
„Erg? Goede hemel, man, hij is toch een
menschelijk wezen. hè. Je zoudt hem het
leven toch niet willen benemen?"
„Menschelijk? Ja ik denk van wel"
antwoordde Geraldi, op zijn lip bijtend.
„Hij is nu lang genoeg bewusteloos ge
weest; laat mij eens naar zijn hart luis
teren."
„Hij is nu niet bewusteloos", antwoordde
de fregatvogel. „Hij is al een paar minuten
wakker en luistert naar wat wij zeggen."
Hij tikte zijn slachtoffer op den schou
der. „Renney!" Geen antwoord. „Renney,
wordt wakker, ik wil met je praten."
Renney opende de oogen, wijd en hel
der; zij keken met een katachtigen glans
Geraldi aan.
„Hallo jong", zeide hij, „jij zult er wel
komen!"
„Dank je", antwoorddde Geraldi. „Het
spijt me, dat ik je zoo heb moeten binden."
(Wordt vervolgd).