LUX li? NIVEA Het beleid der Ned. Varkenscentrale TOILET ZEEP LEIDSCH DAGBLAD Derde Blad Donderdag 4 October 1934 VRAGENRUBRIEK. boeiend geheel te vormen. Vooral dank zij de veelverscheidenheld der prachtige en weelderige costuums, die vol rijke contras ten waren. Dat ditmaal speciaal aan de costuums bijzondere aandacht was gewijd, bleek ons al dadelijk tijdens de opstelling aan de Burggravenlaan, waar de deelnemers, ge steund door de opwekkende roep van den koeken- en zuurtjesverkooper ni het „Aspirine voor de 3 Octoberzenuwen" el kaar bewonderden of uitlegden, wie men toch voor te stellen had. Daar aan de Burggravenlaan Is het de unieke plaats, om alles rustig ln zich op te nemen, aan de hand van den onontbeer- lljken Feestwijzer, die ook ditmaal zoo dui delijk tekst en uitleg gaf. Men oefent alvast de aan te nemen pa radepas, de berijders en berijdsters der triomfantelijke rossinanten laten hun stormachtige viervoeters wennen aan het dreunende tromgeroffel, de hellbaardiers, die hun gemakkelijk colbertje moesten ver wisselen voor het zware harnas, staan er nog wat raar op hun metalen beenen te draaien en vragen zich verbijsterd af, of ze na afloop van de rit al-of niet een „blik opener" noodlg zullen hebben, om zich van hun ijzeren kleeding te bevrijden. En dan: een charmant tafereeltje, Hendrik Graaf van Nassau laat zich fotografeeren met zijn lieftallige gemalin Mencla de Mendoza, Markiezin van Cenete, die, gezeten in de vorstelijke karos, voor veel toeschouwers helaas verborgen zal zijn gebleven. De jeugdige Michiel bestudeert met ijver het draaien van het spinnewiel, een zwaar karwei, dat hij zoo moedig eenlge uren wist vol te houden en Michiel „de oude" uitste kend geïmiteerd, knikt met voor een ad miraal wel zeer vriendelijke blikken van zijn hoogen troon omlaag. De Water geuzen van den Briel bevoelen angstig hun schippersbaardjes, die ze niet mogen kwijt raken, evenals de woester en heel wat baar diger uitziende manschappen der russische troepen, die zulk een heldhaftig uitziend slot van den stoet zullen uitmaken. En zoo formeert zich onder het spiedend oog van de Commissarissen van Orde groep na groep: uit eenlge losloopende enkelin gen, die men eerst nog niet goed kan thuis brengen vormt zich een eenheid, een beeld uit lang vervlogen tijden, dat kleur en leven en schoonheid krijgt, getrouwe weer spiegeling in dezen tijd overgebracht, van wat zich lang geleden op onze wereld af speelde Vóór we t eigenlijk goed beseffen, gaat dan het sein voor den aftocht: een trilling van emotie vaart door de massa deelne mersMen neemt de juiste houding aan of plooit met een laatste zwier het fraai gekleurde dekkleed rond het paard der gracleuse amazone's, die dit jaar in zulk een groot aantal aanwezig waren. Men leeft zich in, men voelt in zich den tooneelspeler ontwaken, men weet plots iets verschuldigd te zijn aan de nagedach tenis van dengeen, dien men uit te beelden heeft. Het dagelijksche leven wijkt, het dikke omslag van het veelbladerige boek der his torie wordt opengeslagen: het spel, dat welhaast geen spel meer is, maar werke lijkheid uit eeuwen her, kan beginnen. "t Is iets over eenenIn de stad wachten de duizenden, gekomen van hein de en ver, om te genieten en te bewonde renZij weten, dat 't nü zal aanvangen, waarvoor zij moeizaam een plaatsje reser veerden op straat, in een ontruimde éta lage of achter het cafétafeltje, dat zij al eenige uren angstvallig bezet hielden, om hun mooie uitkijkpost tegen Indringers te beschermen. Hun lange popelen was ook dit keer niet voor niets. „Ze komen, ze ko men!" zoo gaat de roep al snel den stoet vooruit. En weer ontrolt zich voor hun oog het bekend, vertrouwd, doch altijd nieuw gezicht van vaandels en banieren, van koetsen en van wagens, van edelen en pages, van edelvrouwen en hofdames, poor ters en poorteressen, krijgsvolk, narren en en zotskappen. Een kleurenweelde is het. die daar langs trekt, zeldzaam in harmonie met Leiden's oude straten, grachten en middeleeuwsche huizen, vooral op het Rapenburg met ons stijlvol Universiteitsgebouw als schilder achtige achtergrond De Leidenaars en allen, die overkwamen om mét hen het 3 Ocoberfeest te vieren, kijken: een stoet trekt door de Sleutelstad, de stad die als geen ander, zich voor 'n der gelijk gebeuren leent. Wat óndere steden op dit gebied ln laatsten tijd presteeren, het moge wel heel aardig zijn, maar zooals wij het doen, spant toch de kroon, niet waar? De moeite van 't lang verbeiden wordt beloond: zie, wie is die stemmige, zwarte figuur te paard? Het is Gertrudis, Abdis van het klooster ter Hunnepe, naast Wille- brand van Oldenburg, bisschop van Utrecht. En daar komt Graaf Lodewijk van Maele al aan met Margaretha van Brabant: zij maakt een goed figuur. Ha! ziet de kranige, geharnaste ruiters die Jan van Schaffelaar omstuwen. Geen vijande lijke kogel kan hen doorboren! Alweer iets nieuws: de karos met de spreuk „Hony soit qui mal y pense" komt aangereden. Hendrik van Nassau en zijn echtgenoote! Een boot met varenslieden volgt: dit zijn de mannen die het tegen den machtigen Alva durfden opnemen. Dan de „kaerels van stavast", van wie de victorie uitging: de stoere Alkmaarders. En na de mannen die de Unie van Utrecht bezegelden, het kranige Michieltje, die in zijn jeugd aan niets anders dan aan het varen dacht, maar toch ook best zijn hersens bij het touwspinnen kon houdenEen fiere rij van Friesche stadhouders doemt op en vlak daarop, twee mannen in gepeins verzon ken: schoolmeester-koster Mijndert van der Thijnen zet aan Karei Rabenhaupt uiteen, hoe hij een Bisschop van Munster een poets kan bakken. En dan. te snel het einde: de pruislsche en russische bevrij ders, die Groningen voor altijd onder het Oranjehuis brachten. Slechts enkele grepen waren dit: zonder anderen te kort te willen doen, herdenken wij nog het keurige groepje Schotsche hooglanders, de schildknapen, die onver moeid helm, wapen en zwaard van Lode wijk van Maele torsten en de parmantig ln de maat stappende musketiers, die medehielpen, om het aspect van dezen optocht, waarin verschillende deelnemers uitmuntten door goede houdingen en rid derlijke zwier, te verhoogen! Zóó trokken ons de eeuwen voorbij, om- stuwd door de bekende, iederen keer nood- zakelijke en immer welkome attributen als vaandelwacht, onder de correcte leiding van den heer Harmsen, de rijtuigen waar in burgemeester fnr. van de Sande Bak- huyzen en diens echtgenoote, alsmede de leden van het bestuur der 3 October- vereeniging. en van de Optochtcommissie, waarvan de leden overal aanwezig waren, om orde en een goed verloop te waarbor gen. Ten laatste, doch als absoluut onmis baar te beschouwen: de diverse muziek corpsen, die met hun opgewekte tonen de fleur en de energie van deelnemers en toeschouwers erin hielden, als deze er door het langdurige marcheeren of wachten één keer den optocht zien, is Immers niet voldoende! er wat uit dreigden te ra ken. Zoo mag tenslotte ook niet een woord van hulde ontbreken aan onze politie, wie tijdens het voorbijtrekken ook waarlijk geen lichte taak beschoren was, al kreeg zij wel eens ongemotiveerd een toornige blik van het publiek te verduren, wanneer het voor de paarden, die de straat hadden vrij te houden, moesten uitwijken. De gebruikelijke aanbiedingen in Bree- straat en op het Rapenburg van kostelijke, verfrisschende dranken of van bloembou- quetten aan diverse hoofdpersonen vooral de dames werden met het laatste bedacht! bleven natuurlijk ook ditmaal niet achterwege, hetgeen de vreugde tel kenmale verhoogde! Zouden wij nalaten een woord van dank te brengen aan het weer, dat zich zoo goed hield? Neen: indien dót niet meegewerkt had, zou de helft van het genoegen bedorven geweest zijn! Leiden heeft zijn optocht weer gehad: erkentelijkheid vervulle onze rechtgeaarde 3 Octoberharten voor het werk van hen, die hun schouders weer zetten onder dit grootsche en onmisbare werk. Aan de ont werpers van het plan de heeren mr. dr. Verburgt en Leman, aan Jan de Quack, wiens artistieke verzorging een extra pluimpje verdient, aan alle organisatoren en medewerkenden, wier enthousiasme en lust om iets goeds tot stand te brengen, tot het einde toe bewaard bleven, een woord van hartgrondig gemeende waar deering! Het leven herneemt zijn gewonen gang: heden. 4 October zit ieder weer ge bogen over zijn schrijftafel. Is verdiept in zijn werk, zij het in geestelijken- of han denarbeid. is vol zorg over den moeilijken tijd, vol van schier onoplosbare proble men. Maar het al- of niet slagen van den 3 October optocht 1934 is voor niemand meer een probleem: zij is geslaagd en nie mand kan ons dit heuglijk feit meer ontnemen De cabaret-voorstelling. De traditioneele cabaret-voorstelling in de Gehoorzaal was de prettige tijdspas- seerlng van altijd. Zij werd gegeven in de groote zaal en in den foyer (die beide uitverkocht waren) en was verzorgd door onzen befaamden „klein-kunstenaar": Louis Davids I Dat beteekende dus een met talent samengesteld program, dat aan elk wat wils bood en van een voortreffelijk gehalte. De zeer talrijke toeschouwers hebben zich bijgevole on kostelijke wijze kunnen vermaken. Davids, als conferen cier. is alleen reeds een gang naar de ge hoorzaal waard. Die toespraak van hem tintelde van humor en was vol spranke lend jolijt. Golven van vreugde joeeren reeds door de zaal voordat het eigenlijke program nog een aanvang genomen had. De voorstelling, die o.m. bijgewoond werd door den burgemeester en diens echtgenoote. door het bestuur der 3- October-vereeniging, wethouder Romijn en andere autoriteiten, bracht allereerst de verrassende prestaties van „Berny", den equilibrist, of-te-wel (zooals Davids het uitdrukte) den man van het even wicht. Een merkwaardig man. deze Bemy, die een onbedwingbare lust bleek te heb ben om op zijn hoofd te gaan staan en dat bij voorkeur deed op duizelingwek kende hoogten, zoodat menigeen bij z'n evoluttën den anderen kant uitkeek, uit vrees voor ongelukken. Berny bracht het er echter uitstekend af, evenals zijn col lega's, de Simex, die het wegblijven van Fientje de la Mar moesten vergoeden en zich op schitterende wijze van hun taak gekweten hebben. Magnifiek gebouwde kerels waren het. deze vier acrobaten, en hun alzijdigheid en weergalooze vertolking der dikwijls buitengewoon zware num mers waren van dien aard. dat 't publiek niet ophield dat viertal op onstuimige wijze toe te juichen. De twee Cavelli's vonden met hun goede accordeonvoor dracht aanvankelijk een zeer aandachtig gehoor, dat evenwel wat ongeduldig werd (men is nu eenmaal in feeststemming) toen hun nummers van extra langen duur bleken te zijn. Het optreden van een nieuwen conferencier: Johan Kaart Jr. bracht echter onmiddellijk de sfeer terug. Daar stond dan „de Scheele" uit „De Jantjes" in levenden lijve op de Leidsche planken en met juichte hem hartelijk toe. Hij voelde zich trouwens reeds half en half Leidenaar, zoo vertelde Kaart leuk weg, omdat hij zoo kort geleden, bij de opname van zijn nieuwe film ongeveer veertien dagen achtereen aan de voeten van Boerhaave gelegen had Kaart dan vertelde grappen, lijmde de pauzes tusschen de diverse nummers aan elkaar, terwijl Davids in de andere zaal moest optreden, en speelde zelf met Cor- rie Korevaar een parodie op het huwe lijksleven. dat met z'n drie bedrijven den wonderlijken naam van ..Het drempeltje" droeg. Prachtig was het tweetal op dreef en de zaal lachte zich tranen! Walther Behr was de tengere jongeman, die den indruk wekte van het geluid eener gra- mofoon na te bootsen en daarbij op on gelooflijk zuivere wijze z'n bewegingen aanpaste bij het geluid van het toestel, waardoor er Inderdaad reden was voor mystificatie. ..Sealtiel" goochelde zooals het een be kwam goochelaar betaamt. Met andere woorden: de toeschouwers snapten er niets van en waren nauwelijks meer tot bedaren te brengen, toen hij binnen en kele minuten zeker tienmaal aan den zelfden persoon een sigaren-doos ontfut selde ondaoks diens onlettendheid En tot slot: Louis Davids zelf. de leider van het cabaret. Natuurlijk was ook zijn tijd be perkt, en hij bepaalde zich derhalve tot een viertal liedjes, waarin de ..politiek voor vrouwen", de bridge-manie en de film-overdrijving een veer moesten laten en een genoeglijk liedje over een bezoek aan Artis (met een vroolijk refreintje) de reeks besloot. Tec-vr: een biizor-<*" geslaagde svord die tot. uitbundig anp' rr aanleiding heeft gegeven! RECLAME. 8632 Pijnloos scheren door voorafgaand Inwrijven met of NIVEA-OLIE Leidsche Chr. Oranje-Vereeniging De Leidsche Chr. Oranje-Vereeniging had als van ouds ln Gebouw Prediker een feestelijke samenkomst belegd, welke zeer druk bezocht was. Velen moesten zich zelfs met een staanplaats behelpen. De voorzitter, ds. H. Thomas heette bij den aanvang allen hartelijk welkom om vervolgens na een kort openingswoord, den burgemeester, mr. A. v. d. Sande Bak- huyzen gelegenheid te geven de aanwe zigen toe te spreken. Nadat deze verklaard had gaarne in het midden der Ghr. Oranje-Vereeniging te verkeeren en er op gewezen had. dat een ieder op zijn wijze dezen dag herdenkt, stond spr. in 't kort stil bij de figuur van Prins Willem van Oranje en op diens strijd voor de vrijheid, een vrijheid, die niet alleen van nationale maar ook van internationale beteekenls ls geweest. Ds. C. de Meyere, Luth. pred. alhier sprak dezen avond de feestrede uit. Hij liet het licht vallen op de veelzijdige be- teekenis van 3 October 1574; hij voerde ons in de benauwde veste, waarin honger en dood huishielden en wees op het belang van Leiden's ontzet, uit stedelijk, geweste lijk, nationaal en Internationaal oogpunt. Hij herinnerde aan de alles overheer- schende rol. die prins Willem I hierin had gespeeld. Gedachtig aan het feit, dat de moord op den Vader des Vaderlands dit i'aar juist 350 jaren was geleden, besprak iij eenige liefdevolle, rechtvaardige, on baatzuchtige en zelfopofferende daden van den grooten vrijheidsheld en zijn vast vertrouwen in den Heer zijnen God. Spreker eindigde met de opwekking: God te leeren danken, dat er nog altijd een Oranjetelg op den troon van Neder land zit en te willen beloven, in vroom geloof aan God, in trouwe gehoorzaamheid aan de Koningin en in eerlijke samenwer king met de regeering ons zelf te geven tot heil van stad en land, in de hoop dat het tot in lengte van dagen zal mogen blijven: Oranje Boven! De samenkomst, welke een zeer enthou siast karakter droeg, werd afgewisseld met muziek van het muziekgezelschap „Symphonla"' onder leiding van den heer Plu en declamatie van den heer Spaan derman. Het Avondfeest In de avonduren valt de belangstelling steeds eenlgermate uiteen. De Schouwburg vraagt aandacht, de cabaret-voorstelling in de Stadsgehoorzaal' mag zich ook steeds in een druk bezoek -verheugen en in de derde plaats is het Avondfeest op het Schuttersveld een aantrekkelijke bron van verni&ak! Op het óflScieele gedeelte van het terrein heerschte dan ook een ge zellige drukte. Alle vermakelijkheden wer den druk bczicht, zoodat buiten groote files candidaat-chauffeurs hun beurt af wachtten of de emoties van den sensatie- baan met angstig kloppend hart verbeid den. En dan de hosvlonder, het centrum van jolijt voor jong en oud! Nauwelijks rustte de harmonievereeniging Orpheus" onder leiding van den heer P. de Rook, of ver sterkte gramofoonmuziek zette de schare hos-enthouslasten weer in beweging! En als ook deze zweeg had men steeds nog de beschikking over een machtig wapen, den gemeenschappelijken zang! Zoo deinde het maar door, steeds werden de vermoeiden weer vervangen door nieuwe groepen hos- lustigen, die gevaar voor kleeding trot seerden en het risico van herinneringen in dn vorm van blauwe plekken en builen trotseerden om in den steeds snelleren rondedans uiting te geven aan de hoog oplaaiende feestvreugde. De immer voortschrijdende techniek spaarde ook de kermis niet. Was het vroe ger voor velen niet een wonder hoe de exploitanten met stentorstemmen de on overtrefbaarheid van hun tent in een rappen woordenvloed den „boeren, bur gers en buitenlui" verkondigden, thans zag men ze fluisteren ln een microfoon en werd men „onthaald" op een stroom van onverstoorbare, schorre klanken uit een „geluidstrechter!" Voor de verschil lende kelen der exploitanten moge het een verbetering zijn, voor de trommelvliezen der toehoorders, die op dezen dag toch al veel te lijden hebben, was het het tegen overgestelde van een vooruitgang! Op het onoffieieele kennisterrein heerschte gisteravond een ontzaglijke drukte. Voetje voor voetje schoof de dui zend koppige menschenmenigte langs de verschillende attracties, welke niet zelden door den toeloop onbereikbaar waren! „Des Gutes zuviel" ging hier volkomen op. Door de openstelling der gelegenheden na afloop van het vuurwerk duurde op het terrein de feestvreugde tot één uur voort. En ondanks vermoeidheid en de in en in schorre kelen was het. uur van sluiten toch weer te vroeg aangebroken! Nog langen tijd duurde het echter voor de nachtelijke rust zich over geheel Leiden had uit gestrekt Het Vuurwerk. RAPPORT DER COMMISSIE VAN ONDERZOEK. Wat de finale voor een revue beteekent een laatste vertoon van alle mogelijke pracht en praal om de herinnering aan het geheel door een oogverblindende laatste krachtsinspanning zoo lang mogelijk te doen voortduren is het vuurwerk voor 3-October. Vooral in de stad zijn alle plekjes met een vrij uitzicht ln de richting van het Schuttersveld bezet met ontelbare scharen kijklustigen. Elke vuurpijl wordt tot het hoogtepunt van zijn baan door het luchtruim gevolgd, elke knal doet de duizendkoppige weer een fractie van een seconde ineenkrimpen van schrik. En de fraaie, groote stukken, kunstig samenstel van techniek en kunstzin, lokken telken- jare bewonderende kreten van „Oh's" en „Ah's" uit. Voor dat het eerste stuk werd afgesto ken werden eenige oogenblikken stilte be tracht ter nagedachtenis van den bij het ongeluk in de vuurwerkfabriek omgeko men Van Wezel. GEEN FRAUDE OF CORRUPTIE BIJ DE LEIDING Voor publicatie vrijgegeven is thans het voorloopig rapport der commissie van on derzoek betreffende crisismaatregelen, om trent het door haar ingestelde onderzoek naar de gestie der Nederlandsche Varkens centrale. Het rapport is ter Landsdrukkerij verkrijgbaar. Daarin zijn opgenomen ver schillende klachten over en critieken op het beleid der Nederlandsche Varkenscen trale tijdens haar bestaan, alsmede de resultaten van het onderzoek in dezen door de commissie ingesteld. Naar andere doch niet alle klach ten en bezwaren wordt nog een onderzoek Ingesteld, of is zulk een onderzoek nog gaande. Zoo spoedig mogelijk, aldus wordt toegezegd in dit rapport, dat dateert van 31 Juli 1934. Omtrent de instelling der commissie wordt het volgende gezegd: „In den loop der algemeene beschouwin gen over de Rijksbegrooting voor het dienstjaar 1934 in de Tweede Kamer der Staten-Generaal werd door eenige leden bij de regeering aandrang uitgeoefend om over te gaan tot het Instellen van een com missie van onderzoek, naar aanleiding van klachten, welke in het land de ronde deden over minder juiste toestanden, welke zou den zijn ontstaan, door bevoordeeling van bepaalde fabrikanten van vleesch-, meer ln het bijzonder van varkensvleeschwaren. Bij Koninklijk Besluit van 19 Januari 1934 nr. 28 .opgenomen in de Nederland sche Staatscourant van 2 en 3 Februari 1934, nr. 24, werd op voordracht van den minister van Economische Zaken een com missie ingesteld, welke tot taak kreeg een onderzoek in te stellen, omtrent onderwer pen, verband houdende met crisismaat regelen, waaromtrent de minister van Eco nomische Zaken zou oordeelen, dat het algemeen belang een onderzoek vorderde. Deze commissie werd geïnstalleerd op 8 Februari 1934 en zij heeft van dat tijdstip af ter uitvoering van de haar verleende opdracht „onderzoekingen ingesteld op het uitgebreide terrein der werkzaamheden van de N.V.C." De bij de Commissie ingekomen klachten waren over het algemeen van economi- schen aard. Rechtstreeksche fraude bij de uitvoering der Crisis-Varkenswet 1932 werd aan de leidende functionarissen niet ver weten en deze is ook aan de Commissie bij haar onderzoek niet in het minst gebleken. ZIJ spreekt als haar overtuiging uit, dat van fraude of corruptie bij de leiding der Nederlandsche Varkenscentrale, met name ook bij den heer S. van Zwanenberg als directeur, geen sprake is geweest en dat den toenmaligen minister van Economi sche Zaken, aan wiens adres in enkele openbare vergaderingen beschuldigingen waren geuit, noch den regeeringscommis- saris voor de uitvoering van de Crisis-Var kenswet 1932 in dit opzicht lets ten latste kan worden gelegd. Wat daarentegen de economische en or ganisatorische werkzaamheden der Var-? kenscentrale aangaat, de Commissie meent uit haar onderzoek te moeten vaststellen dat ongetwijfeld in dit opzicht door de Centrale fouten zijn begaan. Zoo meent zij te moeten betwijfelen of de Nederlandsche Varkenscentrale met haar bemoeiing ln zake den steun aan de varkenshouderij niet te ver gegaan is, waar door particuliere belangen wellicht sterker zijn aangetast, dan de behartiging van de aan de Centrale Varkenscentrale opgedra gen belangen strikt genomen had ver- eischt. In dit verband heeft de commissie nage gaan of inderdaad het beleid der N.V.C. en wel in het bijzonder het afsluiten van het bekende bacon-contract de bacon- lndustrie in staat gesteld heeft haar debiet op de binnenlandsche markt ten koste van haar concurrenten uit te breiden. In het bijzonder werd hierbij de vraag onder de oogen gezien of de baconbedrljven de var kens, welke zij van de Nederlandsche Var kenscentrale betrokken, tegen te lage prij zen verkregen hebben. Een vergelijkend onderzoek naar de inkoopsprijzen van de zoogenaamde „beschutte" en „vrije" bacon- bedrijven bleek voor een juiste beoordee ling van dit vraagpunt noodzakelijk. De uitkomsten van dit onderzoek zijn binnen kort te verwachten. De commissie merkt echter reeds op, dat de omstandigheid, dat de bacon-indus- trie zich op de binnenlandsche markt is gaan toeleggen, ook oorzaken heeft, welke geen verband houden met de uitvoering der Crisis-Varkenswet 1932. Uitvoerig gaat de commissie voorts de andere ten aanzien van het bacon-contract geuite klachten na. Ongetwijfeld acht zij het verwijt gerechtvaardigd, dat de bacon- fabrikanten in feite met zichzelf contrac teerden, aangezien zoowel de directeur der Nederlandsche Varkenscentrale als de meerderheid der bestuursleden bij de ba- con-industrie betrokken waren. Dat het contract hiervan de sporen vertoont is naar het oordeel der commissie niet te ont kennen. Daarentegen valt, naar zij meent op te merken dat het ontwerp bacon-contract ook de goedkeuring heeft verworven van die leden van het bestuur der Nederland sche Varkenscentrale, die met de bacon- industrie geen relatie hadden, terwijl te vens van te voren het juridisch advies van den landsadvocaat en het economisch ad vies van den regeeringscommlssaris voor de varkenshouderij was ingewonnen. Voorts moet niet uit het oog verloren worden, dat de taxaties, waarop de aan de bedrijven toe te kennen vergoedingen waren gebaseerd, zijn verricht door te goe der naam en faam bekend staande des kundigen. en dat de Crisis-Accountants dienst door een scherpe controle er voor gewaakt heeft, dat door de Nederlandsche Var kenscentrale geen ongemotiveerde be talingen werden verricht. De geuite klacht, dat verschillende groe pen van belanghebbenden in het bestuur de>' Nederlandsche Varkenscentrale niet waren vertegenwoordigd, acht de Commis sie feitelijk juist. Zij meent dat ook bescheiden vertegen woordiging van andere belangengroepen, met actieve deelneming in de gestie der Centrale, het ontstaan van wantrouwen en ongegronde verdenking, zou hebben tegen gegaan. De Commissie is voorts van oordeel, dat ook wat de financleele en administratieve gestie der Nederlandsche Varkenscentrale aangaat, waarop, naar haar is gebleken, door den Crisis-Accountantsdienst een doeltreffende controle is gehouden meer en tijdiger openbaarheid wenschelijk ware geweest, terwijl ook een voortvarend on derzoek ten aanzien van ingekomen klach ten een middel ware geweest om het ver» trouwen van de burgerij in de onkreuk baarheid der leiding te versterken. Onverwijld na het verschijnen van het) rapport, heeft de Minister van Economi sche Zaken opdracht gegeven, voor zoover aan de door de Commissie gemaakte op merkingen nog niet reeds uit anderen hoofde gevolg mocht zijn gegeven, deze te onderzoeken en verbetering aan te brengen. De vraag ln hoeverre de bemoeiingen van de Nederlandsche Varkenscentrale zich verder zullen gaan uitstrekken door den aard der haar ter behartiging opge dragen algemeene belangen strikt wordt vereischt is bij den Minister nog in on derzoek, vooral ook in verband met een tot den Minister door de 3 Centrale Land bouw Organisaties gericht verzoek, aan de N.V.C. opdracht te geven zich in de toe komst ook bezig te houden met dén bin- nenlandsehen handel in varkens. De Mi nister wacht de laatste adviezen en zal daarna zijn beslissing nemen. Evenzoo wordt de verhouding tot diverse binnen landsche slachterijen thans nader onder de oogen gezien. Aan de klacht, dat ver schillende groepen van belanghebbenden niet in het Bestuur der N.V.C. vertegen woordigd zouden zijn, was reeds gevolg ge geven bij de oprichting van de Ned. Vee houderij Centrale, waarbij aan de be- stuursbenoeming een zoo breed mogelijk overleg met groepen van belanghebbenden is vooraf gegaan. Omtrent de samenstel ling van verschillende Commissies in deze Centrale wordt thans door den Mini-ter het oordeel van het Bestuur gevraagd, waarna de benoeming zal plaats hebben. De Minister heeft maatregelen genomen, dat zoowel de besturen als de Commissies minstens een bepaald aantal vergaderin gen per jiar zullen houden. In hoeverre aan den wensch van de Commissie tot meerdere publiciteit van contracten en finantieele resultaten gevolg kan worden gegeven wordt nog door den Minister on derzocht. Door de nieuwe gecentraliseerde con trole, waarover de Minister thans beschikt, vertrouwt hij meer dan het vroeger mo gelijk was, fraude gevallen tot een minime terug te brengen. In ieder geval zijn reeds maatregelen getroffen, waardoor elke klacht, welke inkomt, nauwkeurig wordt onderzocht. Ten aanzien van het baconcontract moge ten slotte nog worden opgemerkt, dat gelijk bekend reeds eenigen tijd een nieuwe regeling in werking is getreden, waarbij aan de bezwaren, welke naar voren zijn gebracht, tegemoet wordt ge komen. RECLAME. 8639 F. C. van D. te K. Wendt u tot den directeur van de MiddJukre Handelsavond- schooi van het Genootschap „Kennis is Macht", mr. dr. H. D. M. Knol, tijdelijk Mareschool, alhier. G. V. d. L. te N. Noordwijk. Lelden, Alphen, Bodegraven, Woerden, Utrecht, Amersfoort, Hoevelaken, Milligen, Apel doorn. Totaal 125 K.M. De dienst Amsterdam—Harderwijk is sedert 15 September gestaakt. 88

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1934 | | pagina 11