TOEN RIETJE EN PIETJE
WILDEN KAMPEEREN.
RAADSELS.
OPLOSSINGEN.
De regen valt bij straaltjes.
't Is bulten nu zoo nat!
En ik moet thuis stil blijven.
O, wat een strop ls dat!
Maar 'k ga mij niet vervelen:
Ik speel in huls wat fijn.
Tot t eensklaps buiten droog wordt,
Plots ls 't weer zonneschijn!
En "k mag nu weer naar buiten,
Wat ruikt het heerlijk fnscb,
Zooals het na den regen
Alleen maar buiten is!
(Nadruk verboden).
Rietje en Pietje woonden naast elkan
der in het dorp. Rletje's vader verkocht
groenten en fruit, en Pietje's vader was
kolenhandelaar. Rietje was al zeven jaar
en Pietje bijna zeven, maar beiden zaten
nog in de laagste klas dar dorpsschool. En
nu was 't vacantie en daarom mochten zij
eiken dag buiten spelen.
..Maar dicht bij huis blijven", had Riet-
Je's moeder "ezegd.
En Pietje's moeder zei juist hetzelfde.
Zoet bleef dan ook het tweetal, totdat zij
het op een warmen dag in hun bolletje
kregen eens flink ongehoorzaam te zijn.
.Rietje" Ijegon Pietje, „willen we mor
gen gaan kampeeren in het groote bosch,
net als Jaap van den bakker, die is óók
gaan kampeeren met een groot pak ach
ter op z'n fiets. En ik zal wel alles mee
brengen Rietje", beloofde de kleuter.
Ik zal óók wat meebrengen", zei Rietje.
„En breng jij dan wat kolen mee, Pietje,
om het eten op te koken
Naar het eten. dat gekookt moest wor
den. vroeg Pietje niet. Hij zei alleen:
,,'k breng een zak vol mee. Rietje".
Heel vroeg zou het tweetal den volgen
den dag opstaan en 't was ook werkelijk
nog héél vroeg, toen Rietje moeders bood-
schappentasch vulde met zes eieren, acht
aardappelen, een paar preitjes, een paar
bananen en.... een kleine bloemkool!
Door de achterdeur, die vader niet op slot
had gedaan, toen hij dien morgen naar de
groenten-veiling ging. sloop toen Rietje,
de tasch moeizaam voortsleepende, het
huis uit en langs den nog stillen weg naar
het bosch. achter het hotel. Daar zag ze
al heel gauw Pietje, die een grooten ko-
lenzak voortsleepte, de boschlaan ingaan.
'k Ben er al. Pietje!" riep Rietje, ,,'k
Heb allemaal eten meegebracht!"
Pietje keek om. liet den zak liggen en
schreeuwde: „moet je eens zien, wat ik
allemaal meebreng! Een zak voi heb ik!"
„O" zei Rietje verbaasd. ..een zak vol!"
..Nou en wat daér allemaal Inzit! Moet
je eens zien!" ging hij voort en begon met
in den zak te grabbelen. ..Alles voor het
kampeeren!" juichte hij toen een paar
lappen van een versleten wollen deken,
een stoelkussen vol gaten en een paar oude
vilten pantoffels te voorschijn kwamen.
Ook een oud wekkerklokje en een para
plu ie vol scheuren, een wollen trui van
zijn vader, een oude ijsmuts, en tenslotte
nog een paar stukken van een wollen
deken. ..Alles op onzen zolder gevonden.
Rietje!'-' legde hij het hem verbaasd aan
starende meisje uit. „Alles voor 't kam
peeren. Rietje!" En waar zijn de kolen, om
het eten uit mijn tasch op te koken?"
vroeg Rietje, die met 't bloeinkooltje ln
haar arm, alles uit de tasch op 't mos had
neergelegd. „Hoe moeten we dat allemaal
koken, als we geen kolen hebben?"
Doch juist toen Pietje zei: ..De bananen
kunnen we wel zóó opeten en de uien
óókkwam Rletje's moeder, die al
heel gauw haar kleine meisje miste en
daarna hoorde, dat de melkboer Rietje,
sjouwende met een tasch. den weg naar
het bosch had zien inslaan.
Met Rietje aan de eene hand en de
tasch, waarin weer heel de voorraad, dien
Rietje had willen koken in de andere, liep
toen Rletje's moeder naar huis Ook Pietje
moest mee.
.iaat alles maar liggen. Pietje", zei ze.
„Neem alleen den kolenzak maar mee
„Neen", sprak Pietje, en hij schudde
boos zijn hoofdje. „Ik breng alles weer op
onzen zolder terug, voor als ik morgen
alléén ga kampeeren. hoor! Ja Pietje
was vreeselijk boos, vooral op Rietje!- Hij
bleef twee dagen boos op haar en toen hij
ook den volgenden dag nog niet met haar
wilde spelen en Rietje hem vroeg: „Waar
om ben je toch zoo boos op me, Pietje?"
antwoordde hij: „Omdat het jouw schuld
ls, dat we niet in 't bosch mochten blij
ven, Rietje. Want je hebt allemaal nieuwe
groenten meegebracht. Als jij oude uien,
aardappelen en bananen had meegenomen
zou jouw moeder niet zoo gauw gekomen
zijn. Je hadt moeten doen zooals ik".
Pietje bedoelde natuurlijk, dat Rietje
wat had moeten meebrengen, dat niet
meer verkocht kon worden.
Toen Rietje Pietje dan ook vertelde, dat
zij. als ze weer gingen kampeeren, oude
groenten en oude bananen zou meebren
gen, was de vrede tusschen het tweetal
weer gesloten. Maar wel een week lang
bleven zij boo6 op den melkboer, omdat
die alles had verklapt.
„Als de melkboer niet had gezegd, dat
hij jou met de tasch had gezien. Rietje,
waren we nu nóg aan 't kampeeren", zei
Pietje. „Ja en dan had niemand ons kun
nen vinden, hè?!" lachte Rietje. En toen
toen speelden zij iederen dag weer
dicht bij huis en vergaten hun kampeer-
plan. ja. ze werden zelfs weer goed op den
melkboer, toen ze eens op diens ezelkarre
tje mochten meerijden.
TANTE JOH.
(Nadruk verboden).
RAADSELS VOOR ALLEN OM UIT TE
KIEZEN, DE GROOTEREN 4,
DE KLEINEREN 3.
X.
Ingezonden door Nico H. Koning.
Mijn geheel ls een plaats ln Groningen
van 9 letters. 1, 2, 3, 4 ls niet laag, 6, 7, 8,
9 tets waar duinen rijk aan zijn. 4, 5, 6, 3,
8, 9 is iets wat ik hoop dat onze raadsel-
tante gauw zal worden.
Ingezonden door Cisca van Gijzen.
Maak uit deze 8 letters 2 verschillende
meisjesnamen, die belden uit dezelfde 8
letters bestaan.
atdoohre
m.
Ingezonden door Tinle Deegenaars.
Als een blanke ln de Zwarte Zee springt,
hoe komt hij er dan weer uit te voor
schijn?
IV.
Ingezonden door Netty v. Baak.
Een woord van 2 lettergrepen leder van
5 letters. Mijn le is een metaal, mijn 2e
hangt in iedere school, mijn geheel vindt
ge bij sommige winkeliers en daarop kan
men dan uitkiezen.
V.
Ingezonden door Wim Kruit.
h.. .ze. s.e.e. a.
M n oe
h t h. .t
VI-
Ingezonden door Toosje en
Beppie Bouter.
Welke boerenkarren rijden niet?
VU
Ingezonden door Hennle de l'Ecluse.
Ik heb 3 lucifers, hoe kan ik die neer
leggen, dat er zes staat.
vni.
Ingezonden door Carolientje Verbiest.
Welke vogels zijn menschen?
OPLOSSINGEN DER PRIJSRAADSELS
UIT HET VORIGE NUMMER
1. Steenkolenmijn, steenkolen, steen.
I
en kei pekel peper enkel
pe I per peren peen
1
4. Gent IJlst Bern Edam.
5. Vlam lam.
OPLOSSING VAN HET SPREEKWOORD
UIT HET VORIGE NUMMER.
De vos verliest wel zijn haren, maar
niet zijn streken.
(Nadruk verboden).