Uitden Leidschen Raad. De opening van het Nieuwe Pompstation te Hazerswoude. Bedrijfsraad voor de Typografie 7S1** Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 25 September 1934 Derde Blad No. 22857 De agenda in een middagzitting afgedaan. BELANGRIJKE GEBEURTENIS VOOR DE RIJNSTREEK. 12o. Voorstel tot wijziging van de ver ordening op het bouwen en sloopen. (195 van 1933 en 197 van 1934) Bij art. IX verdedigt de heer KOOISTRA een hoogte van 3 M. in plaats van 3.50 M. voor uitbouw, om tegen te gaan dat daar gelegenheid tot slapen wordt gegeven. Wethouder SPLINTER ziet er geen re den voor, want er mogen geen slaapgele genheden zijn, ongeacht de hoogte. De heer WILBRINK meent, dat toch al leen gedacht wordt aan uitbouw voor keu kens. Dus is er voor de vrees van den heer Kooistra geen reden. De heer MANDERS zegt, dat ontduiken nooit is te keeren; gebeurt het, dan is 3.50 M. nog beter dan 3 M.! Ook de heer SCHONEVELD oordeelt het voorstel overbodig. Het voorstel-Kooistra wordt verworpen met 2211 stemmen. Voor de S.D.A.P. en de heer v. Weizen. Bij art. Xni doet de heer KOOISTRA een voorstel, om de breedte van iedere wo ning niet te doen zijn 4 M, maar 4Va M. en de breedte van één kamer te brengen Van 3.30 M. op 3.50 M., terwijl B. en W. slechts ontheffing kunnen verleenen in de binnenstad binnen de singels. Zulks in 't belang van betere toegang. De heer WILBRINK oordeelt dit artikel een verslechtering bij vroeger, vergeleken voor den bouw van kleine arbeiderswo ningen, die belemmerd wordt door deze bepaling van 4 M. breedte. Dit art. maakt den bouw weer duurder, het voorstel Kooi stra nog meer. De heer SCHONEVELD staat niet zoo afwijzend tegenover het voorstel Kooistra, want bij een breedte van 4!/i M. is wel te bouwen voor een huur van f. 5 p. w„ dat bewees de practijk. Hij zal meegaan. De heer MANDERS hoopt, dat de hee- ren Kooistra en Schoneveld in de prac tijk gelijk krijgen, doch hier worden toch slechts minimum-maten voorgesteld, waar voor toch reden kan zijn in bijzondere gevallen. Wethouder SPLINTER onderstreept dit laatste, 4 M. kan soms inderdaad voldoen de zijn voor arbeiderswoningbouw. Bulten de singels is niet alles nieuw bouw en daarom ontraadt hij de laatste wijziging van den heer Kooistra. Na re- en dupliek wordt het voorstel- Kooistra verworpen met 2013 stemmen. Voor de S.D.A.P. en de heeren Vos, v. Weizen en Schoneveld. De gansche verordening wordt daarop z.h.st. goedgekeurd. b. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van het opruimen van stoepen en het aanleggen van trottoirs in de Breestraat. (210) De heer WILMER vraagt nadere inlich tingen over de stoepen van Rijnland en Studenten-sociëteit. De heer GROENEVELD oordeelt een trottoir voor Minerva beslist noodzakelijk en wil daartoe in ieder geval zien over gegaan, goed- of kwaadschiks. Wethouder SPLINTER zegt, dat met Minerva onderhandeld wordt en dat alles gedaan zal worden om tot een schikking te komen. Met Rijnland is men het reeds bijkans eens. De heeren WILMER en GROENEVELD hadden gaarne een meer pertinent ant woord gezien inzake Minerva, daar een trottoir daar het meest noodig is. De WETHOUDER: Voor de onderhan delingen afgeloopen zijn, is toch niets te zeggen! De VOORZITTER meent, dat een drei gement onderhandelingen niet bevordert. Deze loopen thans goed. Conform wordt dan besloten. c. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden voor de inrichting van het school gebouw aan de Mare voor den Geneeskun digen- en Gezondheidsdienst en den dienst van Maatschappelijk Hulpbetoon en voor vergrooting van het kantoor van laatstge noemden dienst op den hoek van de Mare en de Lammermarkt. (211) De heer v. STRALEN zegt, dat zijn frac tie bezwaren heeft zoo'n bedrag ad f. 21.000 te voteeren voor een tijdelijke op lossing. Beter lijkt hem uit te zien naar een andere gelegenheid. Ook waar anders het uitbreidingsplan op dit punt (demping Langegracht en aanleg verkeersweg) voor langen tijd van de baan zal zijn, waardoor de werkverruiming weer zou worden bena deeld. Is er geen gelegenheid in de school aan de Pieterskerkgracht of ergens elders in een andere school? Laat men dit onder oogen zien en intusschen dit voorstel te rugnemen. Over eenige jaren is het stad huis bovendien gereed en komt er ruimte elders vrij. De heer TOBI oordeelt f. 21.000 voor ver bouwing hier, waar al zooveel verbouwd is, weggegooid geld. Bovendien is centralisatie van alle sociale diensten in één gebouw niet gewenscht? Spr. is voor uitstel. De heer SCHONEVELD vraagt zich af of het wel de moeite bevat om zooveel geld uit te geven voor verbouw van zulke oude ge bouwen; uitstel voor nader onderzoek of elders niets is te vinden, lijkt hem ge wenscht. De heer GROENEVELD sluit zich bij de vorige sprekers aan. Er is ontworpen een verkeersweg Lage RijndijkStation en bij aanvaarden van dit voorstel van B. en W. is dit plan voor 10 jaar zeker van de baan. Het gebouw is afgekeurd voor school, d. w. z„ dat het niet meer geschikt was te maken en dat geldt z.i. ook voor kantoor lokalen. Dit gebouw heeft bovendien al heel wat geld gekost aan verbouwing en deze tijdelijke oplossing zou het verlies maar vergrooten. Beter lijkt hem een de finitieve oplossing; al is die eerst duurder, op den duur is die toch goedkooper. Gebouwen noemen zal spr. niet, men is onvoorbereid en niet terzake kundig doch laten B. en W. zelf nog eens zoeken en thans dit voorstel terugnemen. De heer WILMER is ook geen geestdrif tig voorstander van het voorstel. Dat de oplossing slechts tijdelijk zou zijn, oordeelt j spr. nog zoo erg niet, mits het gebouw maar zou voldoen aan de verlangens der diensten, doch dit betwijfelt spr. De dien sten blijven zich toch uitbreiden! Centralisatie van alle sociale diensten oordeelt spr. in het belang der diensten en van de gemeente. Is dat te verwezenlijken hier aan de Mare? Spr. is in ieder geval voor aanhouden van het voorstel, waar er toch meer mogelijkheden zijn. De heer v. ES sluit zich aan bij den heer Wilmer wat betreft de wenschelijk- heid van de centralisatie doch hij vreest, dat dit ideaal niet bereikbaar zal zijn. Daarom is hij tevreden met de oplossing van B. en W. In 10 jaar afschrijven is goed en niet te duur. Binnen 10 jaar ziet spr. bovendien van den nieuwen verkeersweg nog niets! De Geneesk. Dienst heeft een betere huisvesting beslist noodig en in korten termijn. Op het voorgestelde heeft spr. nog één bezwaar: de hoogte der ramen. De ramen zullen een halve M. moeten zakken. De heer DE REEDE meent, dat er nood is in de huisvesting van beide diensten en dit wettigt een tijdelijke maatregel reeds op zich zelf. Afgezien van de vraag, of deze oplossing niet langer dan 10 jaar zal kun nen duren! Daarom is spr. voor dit voorstel van B. en W.; mede omdat het centralisatie-plan, hoezeer gewenscht, te duur zou komen in deze tijden van nood. Voor het oogenblik is deze uitgave z.i. voordeeliger en niet zoo bezwarend om de grootere plannen, hier geopperd, daaraan op te of feren, zoo noodig Wethouder ROMIJN zegt, dat het col lege het voorstel ook niet geestdriftig be groette, maar het heeft het aanvaard omdat er geen ander plan was te vinden en tot voorziening noodig was. De post ad f21.000 bevat vele onderdeelen. De ver bouwing zal ongeveer de helft eischen, de rest is voor andere doeleinden. Centrali satie van alle sociale diensten is al een studie van jaren en is niet op te lossen bij een verbouwingsvoorstel als dit. Het college heeft alle oog voor dit vraagstuk, doch de diensten eischen een directe nieuwe voorziening. En al is het voorgestelde niet ideaal het is toch voldoende voor het oogenblik. ter wijl er nog reserve-ruimte zelfs blijft. In tusschen is het sijsteem van centralisatie dan bovendien reeds te bestudeeren! En voor een zoo laag mogelijke uitgave. Juist is. dat het wegenplan bedreigd lijkt, doch deze f. 10.000 zal dit plan toch niet kunnen nekken, mocht het te ver wezenlijken zijn. Wethouder OSLINGA oordeelt de oplos sing evenmin ideaal, doch momenteel zJ. de eenig mogelijke. Finantieel en met het oog op den spoed, waarmede verbetering voor de diensten noodzakelijk is. Een definitieve oplossing zou niet te krijgen zijn onder een prijs van f. 2000 per jaar. integendeel, en daarom is deze tijde lijke oplossing alleszins te aanvaarden. Wethouder ROMIJN zegt, dat het laten zaken der ramen f. 1500 zou kosten. Het college oordeelt deze uitgaven onnoodig, hoewel op zich zelf misschien gewenscht. De heer VAN STRALEN heeft niet ge hoord, waarom andere plaatsen, hier ge noemd, onbruikbaar zijn. Hoofdzaak voor hem is echter: Dit voorstel sluit weer grootere beslissingen uit. Het verkeersplan zou er voorloopig definitief mee van de baan zijn, terwijl verbouwing juist zoo broodnoodig is. Spr. handhaaft daarom zijn voorstel. De heer WILMER is niet overtuigd, dat dit voorstel de eenig mogelijke oplossing is, al hebben B. en W. zich daaraan blijkbaar vastgeklampt. Spoedige verbetering voor de diensten is echter noodzakelijk en daarom zal hij meegaan met het voorstel, al is hij niet geheel voldaan. De heer MANDERS oordeelt, dat B. en W. ook wel naar andere oplossingen zul len hebben gezocht (Toestemming!) doch niet gevonden hebben. Finantieel oordeelt hij het voorstel acceptabel en daarom zal hij voorstemmen. De VOORZITTER wijst er op, hoe den laalsten tijd herhaaldelijk hier ter stede verbouwd is moeten worden, zoodat met de kosten daarvan het college vertrouwd is geraakt! Elders zouden de kosten veel hooger zijn, daarnaar is een onderzoek in gesteld. Voor de noodzaak van spoed zijn ook B. en W. gezwicht en vandaar dit voorstel, dat hij warm aanbeveelt. Wethouder GOSLINGA zegt, dat dit voorstel het geopperde wegenplan niet zal ophouden, wel de aangenomen Veemarkt verbetering die zal worden uitgevoerd. De heer GROENEVELD zegt, dat als er nood is, het college eerder aan deze kwestie had moeten beginnen. Hij hoeft als raadslid daarvoor niet uit den weg te gaan. Hij blijft er bij, dat tijdelijke oplos singen duurder zijn dan een definitieve, al kost die momenteel meer. Wordt het voorstel van B. en W. echter aanvaard, dan is hij in ieder geval voor verlaging der ramen, anders wordt het een gevan genis. De heer KOOLE pleit eveneens voor het laten zakken der ramen en hij dient een voorstel daartoe in. De heer VAN ES zal daarvoor stemmen. B. en W. nemen dit voorstel over. Het voorstel v. Stralen wordt verworpen met 22—11 stemmen. Voor de S.D.A.P. en de heer Tobé. Het voorstel van B. en W. wordt z. h. st. aangenomen. RONDVRAAG. De heer KOOLE vestigt de aandacht van B. en W. op de mesterij aan het Utrecht- sche Jaagpad. Het is daar een onhoudbare toestand. En B. en W. doen maar niets, zoo deelde men hem mede. De VOORZITTER zegt, dat dit laatste wel geheel onjuist is, want met ingang van .1 Jan a.s. zal de mesterij daar afgeloopen zijn. Na nog enkele korte opmerkingen ~v_ half zes sluiting Foto H. J. Kerkhoven. Hierboven de diverse autoriteiten, vereenigd voor het geheel vernieuwde Pompstation der Boskoopsche Waterleiding te Hazerswoude, dat gistermiddag officieel in bedrijf gesteld werd. - Eerste rij: 7de van links: de burgemeester van Boskoop, mr. E. P. Verkerk, daarnaast burgemeester Warnaar van Hazerswoude, burgemeester Brug van Leiderdorp, de heer J.v.Gelderen, wethouder der bedrijven van Boskoop, en burgemeester Troost van Waddinxveen. - Voorts verschillende raadsleden van Boskoop en de colleges van B. en W. uit de omgeving, alsmede diverse gemeente- en bedrijfs-ambtenaren. In aansluiting op ons uitvoerig verslag van gisteren, omtrent het 25-jarig be staan van de Boskoopsche bronwaterlei ding en de officieele opening van het ver nieuwde waterleidingbedrijf aan den Rijn dijk te Hazerswoude kunnen wij nog me- dedeelen: De raadzaal van Boskoop was versierd met bloemen in de Boskoopsche kleuren., een pracht bloemstuk was gezonden door de stichting „De drie Gemeenten". Ook in de hal was een passende bloemversiering aangebracht. Na de rede vair den heer Stijkel, directeur der gemeente-bedrijven, verkreeg ir. Hengeveld. adj.-directeur van het Rijksbureau voor Drinkwater 't woord. Het was volgns spr. voor hem een aan gename taak, hier aanwezig te mogen zijn. Thans was hij in de gelegenheid om in het openbaar de prettige verstand houding te memoreeren, die er heeft be staan tusschen het Rijksbureau en het gemeentebestuur van Boskoop. Ook bracht spr. de aangename omgang met den di recteur der bedrijven den heer Stijkel naar voren, terwijl hij tevens woorden van lof sprak tot de aannemers van het om vangrijke werk. De volgende spreker, de oud-burgemees ter van Boskoop, de heer P. A. Colijn, die met de beide wethouders uit Alphen aan wezig was, bracht dank voor de uitnoodi- ging. en schetste vervolgens de voorberei dende werkzaamheden van het werk, met welke totstandkoming hij de gemeente Boskoop en de andere betrokken gemeen ten hartelijk feliciteerde. Nog voerde de heer Warnaar, burge meester van Hazerswoude, het woord, die o.m. zijn gelukwenschen overbracht, en verklaarde blijde te zijn met de vernie- wing van het pompstation, terwijl spr. ook in deze felicitatie wilde betrekken de Bos koopsche raad van 1909, die het besluit tot stichting van een waterleiding nam. Nog voerde de heer Troost, burgemees ter van Waddinxveen het woord. Deze had ook gaarne aan de uitnoodiging tot bij woning dezer officieele opening gevolg ge geven. Door spr. werd medegedeeld dat, toen hij 15 jaren geleden in Waddinxveen kwam, er een post op de begrooting stond voor een waterschepper. Dat was de man die het drinkwater aanvoerde per schuit. Ook memoreerde hij de vele ziektegeval len. zooals typhus die in zijn gemeente voorkwamen. Spr. zegende dan ook den dag, waarop Waddinxveen het besluit nam om zich aan te sluiten bij de Boskoop sche bronwaterleiding. De heer Brug. burgemeester van Leider dorp, was evenals de vorige sprekers ver heugd over de uitnoodiging, en waardeer de ook ten zeerste de aangename samen werking die er bestond tusschen het ge meentebestuur van Boskoop met haar di recteur en zijn gemeente. Burgemeester Kwint van Koudekerk, bracht eveneens zijn felicitaties over, ter wijl de heer Van Hartevelt, als secretaris der stichting „De drie Gemeenten" dank bracht ook namens mr. Peek, burgemees ter van Roelofarendsveen. Laatste spreker was de heer L. J. Endtz, oud-Raadslid van Boskoop, die 25 jaren geleden mede het besluit nam tot stich ting eener waterleiding. Spr. vertelde hoe in Boskoop gepoogd werd om goed drinkwater te boren, doch zonder succes, totdat spr. bij toeval eens een praatje maakte met den tolgaarder van den Gemeeneweg onder de gemeente Hazerswoude. Deze vertelde hem toen, dat in de buurt een bron was, die zeker goed en voldoende water zou geven. Spr. ver telde dit toen aan wijlen burgemeester Swaan. den toenmaligen burgemeester van Boskoop, waarop op de aangegeven plaats werd geboord met het resultaat dat er aldaar goed drinkwater werd gevon den, waarop de terreinen werden aange kocht. en vervolgens het pompstation werd gesticht. Tot slot bracht de voorzitter de burger meester van Boskoop, mr. Verkerk, dank aan de sprekers voor diens goede woorden. Na de thee vertrok gelijk gemeld, het gezelschap per autobus en auto's, naar het pompstation aan den Rijn, ter bezich tiging der gebouwen. De directeur de heer Stijkel gaf hier de noodige technische aanwijzigingen, ter wijl door burgemeester Warnaar het be drijf in werking werd gesteld. Vervolgens begaf het gezelschap zich naar de aange brachte buffetten, Aan het slot van dit gezellig samenzijn sprak wethouder Van Gelderen nog eenige waardeerende woor den aan het adres van. den chef-machi nist den heer Heynis en den kassier der bedrijven, den heer Vergragt, welke beide, in goed gekozen woorden hun dank daar voor betuigden. Een belangrijke middag voor de Rijnstreek was hiermee beëindigd. Gisteren door' Minister Slotemaker geinstalleerd. Op het Departement van Economische Zaken is gistermiddag te Den Haag de Bedrijfsraad voor het Boekdrukkers- en Rasterdiepdrukbedrijf geïnstalleerd. De Minister van Sociale Zaken. prof. Slotemaker de Bruine heeft bij deze plech tigheid een rede gehouden, welke hij aan ving met te zeggen, dat hij het op prijs stelde den 'bedrijfsraad voor het boekdruk- dens- en rasterdiepdrukbedrijf, den eer sten bedrijfsraad. krachtens de wet inge steld. persoonlijk te installeeren. Alvorens tot de instelling ervan kon wor den overgegaan, moesten verschillende punten onder de oogen worden gezien. De Minister wilde slechts enkele noemen. B.v. de vraag of de bedrijfsraad behoort te gel den voor het geheele grafische bedrijf, dan wel voor een beperkter gebied. De Com missie, bedoeld in artikel 8 der Bedrijfs- radenwet, bleek van oordeel, dat voor de instelling van een z.g. al-gmfischen be drijfsraad de tijd nog niet gekomen té en adviseerde de werkingssfeer van den be drijfsraad voorshands te beperken tot het onder één collectieve arbeidsovereenkomst vallende boekdrukkers- en rasterdiepdruk bedrijf. De Minister heeft zich met dit ad vies vereenigd, zoodat thans dienovereen komstig is gehandeld Nog een ander vraagpunt betrof de samenstelling van den bedrijfsraad, met name of daarin ook het opzlchthoudend en kantoorpersoneel, met inbegrip van de rei zigers behoort te worden vertegenwoor digd. Omtrent dit punt bestond, ook in den boezem van de commissie, minder een stemmigheid. De Minister heeft ten slotte het advies gevolgd van de groote meerder heid dier commissie, ertoe strekkende om het opzichthoudend- en het kantoor- en rijkspersoneel voorloopig niet in den Be drijfsraad te doen vertegenwoordigen. Gaat de samenwerking tusschen de werkgevers en arbeidersorganisaties in de typografie, zooals deze in de practijk gegroeid is. zich op den duur verbreiden en zich ook uit strekken tot de organisaties van het op zichthoudend en kantoorpersoneel, dan kan de vertegenwoordiging in den bedrijfs raad t.z.t. opnieuw worden overwogen. De mogelijkheid om. wanneer het bedrijf voor een breedere samenwerking rijp is, ook vertegenwoordigers van de hoofdarbeiders in den Bedrijfsraad op te nemen, blijft open, daar thans slechts 12 van de 20 be schikbare plaatsen bezet werden. Tenslotte sprak de Minister nog enkele woorden over de taak van den Bedrijfs raad. Spr. wees er op dat deze niet de bevoegdheid bezit om bindende voorschrif ten voor het bedrijf te maken. Wanneer te eeniger tijd verordenende bevoegdheid zal worden toegekend, dan zal deze, in overeenstemming met de bedoeling, welke aan de huidige Bedrijfsradenwet ten grondslag ligt, uiteraard liggen op het terrein der sociale aangelegenheden. Ook bij deze beperking blijft een ruim arbeids veld over. De Minister besloot met den wensch dat de leden van den Bedrijfsraad met vol doening hun arbeid mogen verrichten en dat hun samenwerking goede vruchten zal dragen. Of over enkele jaren zal kunnen worden getuigd van het aanvankelijk wel slagen van het nieuwe instituut der be- drijfsraden, zoo eindigde de minister, hangt voor een deel ook van uw optreden af. Uw beleid moge zoodanig zijn dat het aan de na dezen in te stellen Bedrijfsraden ten voorbeeld zal kunnen strekken. De heer F. van der Wal beantwoordde de rede van den Minister. Namens den thans ingestelden Bedrijfs raad sprak hij een woord van hartelijken dank tot den Minister voor het feit, dat deze zich we! de moeite heeft willen doen om persoonlijk den raad te installeeren. Er waren onderscheidene moeilijkheden op te lossen, voor het tot de Instelling van dezen Bedrijfsraad kon komen. Met blijd schap maakte spr er gewag van. dat dank zij de medewerking van 's Ministers De partement en de commissie van advies alle opdoemende bezwaren konden worden overwonnen. Het had spr. en zeer zeker vele leden van den raad met hem, voldoe ning geschonken, dat de Minister in zijn toespraak gewezen had op de mogelijkheid dat aan een Bedrijfsraad verordenende bevoegdheid zal worden verleend, al zal daarvoor dan een nadere wet worden ver- eischt. Ten aanzien van de taak van den Be drijfsraad merkte spr. op dat in het bedrijf de wensch leeft, dat krachtens de Be drijfsradenwet op den duur ook de regeling van economische aangelegenheden ter hand zal kunnen worden genomen; im mers de practijk heeft geleerd, dat er tus schen sociale en economische aangelegen heden een nauw verband bestaat en dat uit het regelen van het eene, vaak nood wendig regeling van het andere voortvloeit terwijl een scherp verschil niet altijd te trekken valt. De heer v. d. Wal besloot zijn rede met den Minister de verzekering te geven dat het den Bedrijfsraad aan toe wijding en ijver niet zal ontbreken. In den Bedrijfsraad zijn vertegenwoor digd de Nederiandsche Bond van Boek drukkerijen door de heeren S. S. Korthuis, L. Levisson en J. W Hermy; de R.K. Ver. van Ned. Drukkerspatroons door de heeren mr. Th. P. A. J. ten Hagen en L. J. J. Arts; de Bond van Chr Drukkerspatroons door den heer J. H. van Lonkhuyzen; de Alg. Ned. Typografen Bond door de heeren F. van der Wal en B. Ponstein; de Neder iandsche R.K. Grafische Bond door den heer B. Leyn: De Ned. Chr. Grafische Bond door den heer J. Hofman; de Ned. Gra fische Bond door den heer D. van Rhee en de Ned Litho-, Foto- en Chemigrafen Bond door den heer J. Roelofs. Na de installatie is de Bedrijfsraad over gegaan tot de aanwijzing van een bureau. Tot voorzitter van werkgeverszijde werd benoemd de heer S. S. Korthuis; tot voor zitter van werknemerszijde de heer F. v. d. Wal te Amsterdam. Als werkgever- secretaris zal fungeeren mr P. Borst te Amsterdam; van werknemerszijde zal nog nader over de aanwijzing van een secre taris worden beslist. Voorloopig zal als zoodanig fungeeren de heer B. Ponstein te Amsterdam.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1934 | | pagina 9