C. III. BREEBAART ZOON MODEL-WASSCHERIJ De Ontwapeningsconferentie. Actieve Vertegenwoordigers ONTVANGEN Huurverlaging TE HUUR: IÜJDSCH DAGBLAD Derde Blad Dinsdag 18 September 1934 INGEZONDEN. Nieuwe Mantelstoffen Nieuwe Winterstoffen Fluweel en Chiffon EIGEN ATELIER me» EIGEN LABORATORIUM SifOOMEN VERVE» Proefwasch voor halven prijs (max- korf ing f. 2.501 SPECIALE TODEOKE AANBIEDING CENTS PER STUK WASSCHEN VAN WOLLEN DEKENS OU FRANCO HALEN en BRENGEN in alle plaatsen waar onze auto's komen. TE HUUR: Benedenwoning Henderson terug te Genève. Zijn kortstondig bezoek had echter geen bemoedigende resultaten Voorloopig geen nieuwe bijeen komsten, nöch van de Algemeene Commissie, nóch van het Bureau nöch van eenige andere commissie. - Henderson door de Hongaarsche delegatie gehuldigd. GENÈVE, 14 September 1934. Onder de paar honderd gedelegeerden uit 53 staten, die in deze week de wandel gangen van het volkenbondssecretariaat weder vulden, konden wy ook weder de bekende figuur van den President der Ont wapeningsconferentie Arthur Henderson, onderscheiden. HU was van Londen naar Genève overgekomen, in de hoop hier, waar ïoovele invloedrijke staatslieden by gele genheid der VUftiende Volkenbondsverga dering verzameld zUn. goede zaken in het belang der Ontwapeningsconferentie te kunnen doen Zoo heel onbescheiden waren de verlan gens van Henderson niet, toen hij den Geneefschen bodem weer betrad HU was rich bewust, dat van een onmiddeliyke voortzetting der ontwapeningsbesprekin gen in haar vollen omvang nog geen sprake rou kunnen zijn HU hoopte dan ook niets anders dan dat het hem mogeiyk zou zyn althans het belangrijke vraagstuk van de wapenfabricage en van den wapenhandel èen belangrijken stap voorwaarts te bren gen en dat het Bureau der Conferentie tenminste in November weder zou bUeen- komen. om een algemeen plan voor de ver dere werkzaamheden der Conferentie op te stellen. Helaas!, toen Henderson Woensdagavond Genève weder verliet, had hy ook van deze bescheiden verlangens afstand moeten doen. Henderson heeft Genève verlaten, zonder eenig tUdstip voor de nieuwe by- eenkomst van het Bureau der Ontwape ningsconferentie te hebben kunnen vast stellen en zonder ook eenigen maatregel te hebben kunnen treffen, dat althans de ln Juni benoemde technische commissies haar werkzaamheden weder zouden kun nen hervatten. Henderson heeft tydens zUn kortstondig bezoek alhier vrijwel alle leden van het Bureau kunnen raadplegen, zooals hy in 't vanavond openbaar gemaakte schrijven aan de ln het Bureau der Conferentie ver tegenwoordigde regeeringen verzekert. Het bleek hem echter daarby, dat het nog steeds raadzaam is. dat het Bureau een zuiver ïydehjke, afwachtende houding blUft aannemen en dat de voorrang wordt gelaten aan de regeeringen, wier vertrou- weUjke onderhandelingen eerst de politieke kwesties zullen moeten oplossen, wier voortbestaan een hervatting der bespre kingen der Ontwapeningsconferentie nog Steeds in den weg blijft staan. Hoe vaak hebben wij ditzelfde geluid In Henderson's mededeelingen reeds moeten hooren. sinds Duitschland nu byna een jaar geleden de Ontwapeningsconferentie den rug toekeerde? Telkens, wanneer Hen derson even naar Genève kwam of de voor naamste Europeesche hoofdsteden bezocht had, om over de mogelijke hervatting van het werk der Conferentie te beraadslagen, kwam hy' met hetzelfde bericht: 't Bureau 'en de Algemeene Commissie moeten nog een tydje geduld hebben: wy moeten berst den uitslag der onderhandelingen tusschen dé regeeringen afwachten: wan neer deze eenmaal tot een gelukkig einde «tl zy'n gebracht, zal ook de Ontwapenings conferentie des te sneller tot een goed resultaat kunen worden gebracht! Tegen deze redeneering is niet veel in te brengen. Het heeft inderdaad weinig nut 'een fraaien tekst van een Ontwaoenings- conventie uit te werken, zoolang Duitsch land uit de Conferentie wegbiy'ft en dus hoogstwaarsclnjniyk de Duitsche onder- teekening nimmer onder de uitgewerkte conventie zal verkregen worden. Een der- gelijke conventie zou nimmer in werking treden. Want geen enkele staat zal tot ëenige verbintenis tot bewapeningsbeper king fom van bewapeningsvermindering maar heelemaal niet te praten!) willen overgaan, zoolang ook de Duitschers niet meedoen De ïydeiyke, afwachtende hou ding van het Bureau is dus inderdaad een droevige noodzakelijkheid. Des té zwaarder is echter de vérant- woordeiykheid der regeeringen der groote Mogendheden, die steeds opnieuw aan Henderson een teleurstellend antwoord moeten geven op zyn vraag, hoe het nu met die politieke onderhandelingen staat. De tergende langzaamheid van het diplo matieke overleg met geschreven nota's is in het afgeloopen jaar wel heel duideiyk weder gebleken en doet ons verlangend uitzien, dat de regeeringen eindelijk weder eens zullen besluiten tot toepassing van de Geneefsche methodes van mondeling over leg tusschen de ministers zelf. Een mi nistersconferentie tot bespreking der poli tieke moeliykheden, die een terugkeer van Duitschland naar de Ontwapeningsconfe rentie ln den weg staan, zou natuurlyk niet in Genève zelf behoeven plaats te vinden. Mits slechts de Geneefsche metho de van persoonlyk, mondeling overleg weder zou worden aangewend in de ver houding tusschen de Duitsche en de andere regeeringen, zou reeds heel veel ge wonnen zyn. Het ziet helaas niet ernaar uit, dat deze wensch spoedig zal worden vervuld. Zooals de nota van Henderson ons mededeelt, zullen wy thans in de maand October weder nieuw diplomatiek overleg krijgen over de mogeiykheid van het sluiten van een Oost-Locarno-Pakt. Daarna zal Hen derson dan weder in nieuw overleg met de regeeringen treden, om te zien, of zUn hoop vervulbaar is, dat het Bureau in de eerste week van November weder zal kun nen byeenkomen! Er zullen op het oogen- blik niet veel personen hier aanwezig zyn, die met het oog op de houding van Duitschland en Polen tegenover Barthou's en Litvinow's plan van een Oost-Locarno- Pakt aan de mogelijkheid gelooven. dat Henderson einde October een bemoedigend antwoord uit Parijs ontvangen zal. Het droevige hierby is, dat op het oogen- blik de „openbare meening" niet de minste drijfkracht in de goede richting meer uit oefent. De machteloosheid, waarin de „openbare meening" zoowel ten opzichte van Hitler als van Barthou verkeert, Is ook niet bemoedigend, om een nieuwe actie op touw te zetten! Als troostprys voor zyn vergeefsche be moeiingen heeft Henderson tydens zyn kort verblyf alhier de onderscheiding ver kregen, dat een uitstekend gelykend borst beeld van hem reeds een plaats ln het Volkenbondsecretariaat heeft verkregen. Tot dusverre hadden wij hier nog slechts da borstbeelden van eenige groote dooden, zooals Léon Bourgeois, Gustave Ador, Fridtjof Nansen. In deze week zyn de beel tenissen van twee groote levenden by deze collectie Volkenbondsgrooten gevoegd: een prachtig portret van den afgetreden secre taris-generaal Sir Eric Drummond en on- middeliyk hierna de wit-marmeren buste van Henderson, door 'n Hongaarsch beeld houwer geschapen en door de Hongaarsche delegatie ter Volkenbondsvergadering op verzoek van een groot Hongaarsch dagblad den Volkenbond aangeboden. Wilde deze aanbieding op dit oogenblik van crisis zeg gen. dat de Hongaren eraan wanhopen Henderson ooit nog als voorzitter der Ont wapeningsconferentie in actie te zien? Als dit de Hongaarsche gedachte was, dan heb ben zy Henderson's onverwoestbare vol harding onderschat Hy weigerde, zooals hy in zyn dankwoord zeide, nog steeds de hoop op te geven, dat de volkeren een mislukking der Conferentie niet zouden dulden. En hy Henderson, zou althans, zoolang nog slechts de geringste kans op het sluiten eener algemeene conventie be stond. met al zijn krachten voor het be reiken van dit doel blijven werken! Automobilisten, motorrijders en trambestuurders, helpt mede het 'stadsrumoer te bestrijden. (Bulten verantwoordeiykheld der Eed.) Oople van de al of niet geplaatste stukken wordt niet teruggegeven. ALG. NED. VROUWEN VREDEBOND. Geachte Redactie. Naar aanleiding van het debat over „Luchtbescherming" in Uw blad, zou lk U enige ruimte willen verzoeken voor onder staande opmerkingen over de wUze, waarop de heer R S Schmetz, Mevr. B. J. den BlaauwenMulder van antwoord gediend heeft. In de eerste en voornaamste plaats, dunkt my een dergelyke bestrijding bui tengemeen onkies en onbeleefd Secundo ls van een bestrUdlng weinig sprake. Waarom te vallen over 't woord „eventueel?" Zowel voor- als tegenstanders van luchtbescherming moeten wel in abstracte redeneren. Bovengenoemde Vre debond denkt geenszins alleen een oorlog te kunnen tegenhouden, maar daarom is er toch de plicht zyn stem te laten horen. Wanneer iedere organisatie, die z'n streven binnen afzienbare tyd niet te verwezeiyken voelt, zich ontbond, zou ieder idealisme te gronde gaan en de maatschappU volkömen fatalistisch worden! „Wie niet meewerkt om oorlog te voorkomen. Is mede schuldig aan 't uitbreken daarvan"; de onjuistheid van deze stelling is in de bestryding niet bewezen. Niet zozeer, een bepaalde opvat ting wordt bestreden, dan wel verklaard, dat de tegenparty haar mond maar moest houden! Een sterk argument? Tenslotte deze opvatting zelf. Hierover zou men kunnen discuteren!, wat ik echter niet wens te doen. De heer S. heeft een verouderde of misschien een zeer moderne! Dit is volkomen zyn goed recht. Persoon lyk acht ik de culturele taak der vrouw zeer groot. In 't algemeen gesproken, maar in een zaak als Vredesbeweging in 't byzon- der, juist ook voor de getrouwde vrouw. Haar invloed toch, zal altyd op de toekom stige (in huidige) generatie groot zyn. Misschien kan de heer S. deze Invloed, in verband met militairlsme, oorlogspsychose etc., met psychologische en sociologische argumenten reduceren. Haar plicht bUjft, deze invloed, hoe groot of klein ook, naar haar inzicht ten goede aan te wenden. Bovendien, is 't niet te loven, als een a.s. echtgenote zich rekenschap geeft van de omstandigheden, waarin eventuele kinde ren zullen komen te leven! En de moeder voor haar kinderen probeert, het hare er toe by te dragen, de samenleving naar haar opvatting op hoger niveau te brengen. De toestand van deze samenleving hangt met de „voldoening" ten nauwste samen. Argumenteren, door beroep te doen op atavistische, primitieve instincten, is niet beschaafd. A. St. o DOM, DOM, OLIEDOM Een krant is toch maar een kapitale uitvinding! Wat zeg ik? Een uitkomst! Hoe zou een mensch anders moeten weten, wat er in de wereld te koop ls? Zoo heb ik dezer dagen bU'v. weer door de krant mogen ervaren, dat er warempel nog ezels zijn! Eerlyk gezegd, had ik daar al eens een vermoeden van gehad, maar na het lezen van de ingezonden bydragen van den heer R G. Schmetz, gedateerd 13 en 15 Sept., heb ik tenslotte zekerheid gekre gen. Alleen was het my tot dusver nog nooit overkomen, dat de ezels zich met naam en adres aan mij bekend maakten. Wat overigens keurig is en zeer beleefd. Dan weet je tenminste met wien je te doen hebt en dat is altyd veel waard. Ik zal geen moeite doen om de vele (on)wUsheden, welke de heer Schmetz in zUn antwoorden aan de heeren De Bruyn en Arendsheer debiteert, te bestrijden of te weerleggen. Ik acht mij daartoe niet be voegd, want ik ben ook maar zoo'n dood gewone ezel. Bovendien zou het misbruik maken zUn van de welwillendheid der redactie, aangezien ik dan wel zeer veel plaatsruimte noodig zou hebben. Het lykt my dan ook raadzamer om de min of meer schilderachtige ontboezemingen van den inzender van den humoristischen kant te bekyken Hij roert daarby echter één onderwerp aan. dat my te na aan het hart ligt dan dat ik hetgeen hU daarover zegt, zonder meer kan laten passeeren. Mynheer Schmetz, U heeft het zoo druk over de natuurlijke plichten van de vrouw en U schynt zoo uitstekend te weten, tot hoever die zich mogen uitstrekken. U ziet daarbij echter iets over het hoofd (hetgeen men U tenslotte niet kwalyk kan nemen, gezien Uw diepgaande studies van ezels en derzelver gewoonten. Een mensch kan nu eenmaal niet èlles weten, nietwaar?) Dat iets ls het volgende: een van de voor naamste natuuriyke plichten van de vrouw ls het ter wereld brengen van kin deren en het beschermen en opvoeden daarvan. En mu üjfct het my toch niet overdreven, dat de vrouw, die het kind heeft doen geboren worden, die het met zorg en toewydlng opvoedt en het poogt te maken tot een bruikbaar mensch dat diezelfde vrouw zich „druk maakt" over het lot van haar kroost by een „eventu- eelen oorlog". Het is óók de natuuriyke plicht van de vrouw om haar kind te be schermen tegen gevaar, en het is zeker nalatig, zoo niet roekeloos, om het In nutteloos gevaar te brengen Want dat een oorlog nutteloos is, zult zelfs U. mynheer Schmetz. toch wel met my eens zyn, al gelooft U dan, dat het zóó'n vaart niet zal loopen! Een kwestie, welke U ook onopgehelderd laat is deze: hoe moet de vrouw voldoening vinden in haar huisgezin als U en degenen die Uw zienswyze misschien mochten deelen. door Uw passief-zUn toestaat, dat haar huisgezin wordt uitgeroeid?! Ik ben geen moeder en ook geen echtgenoote; lk ben een werkende vrouw (ook al weer zoo'n schrlkkeiyke uitwas van de heden- daagsche maatschappU!) maar ik heb toch zooveel eerbied voor de hoogheid der natuuriyke plichten, die ons vrouwen od de schouders worden gelegd, dat ik U, mynheer Schmetz, zou willen verzoeken, dit onderwerp niet neer te halen tot het niveau van Uw levensbeschouwing. Er zijn altyd goedgeloovige. onergden- kende lieden, die gevoelig blyken voor holle phrases en fraai klinkende leuzen als de Uwe en denzulken dienen de oogen te worden geopend! Ik citeer daarom een kort gedicht uit den Vredeskalender 1934: Ik bracht nüjn zoon niet groot om als soldaat te stryden, Maar om mUn trots en steun te zyn en wUs en goed. Wie waagt t met een zwaard zyn handen te ontwyden Waardoor een zoon van anderen sterven moet? Laat arbitrage ons voor deze ramp behoeden, Het is geen tyd meer voor geweld en moord. Geen oorlog zou op aarde woeden Als uit den mond der Moeders werd gehoord Ik bracht mijn zoon niet groot om als soldaat te stryden. ALI DE KLER. Jan van Houtkade 26 a. Leiden. 17 Sept. 1934. DE VENTVERGUNNINGEN TE KATWIJK ZEE. Geachte Redacteur! Vergun mij een kleine plaatsruimte in Uw veelgelezen blad, waarvoor by voor baat mijn dank, en wel naar aanleiding van een schiyven in uw blad van Vrydag 14 Sept. J.l. waarin werd vermeld dat de Kamer van Koophandel en Fabrieken van RUnland te Leiden, zich tot de besturen van verschillende gemeenten in haar ge west heeft gericht, met een schryven, be treffende het zoo moeilyke en doornige punt der ventvergunningen. Hierin verzoekt zy den gemeentenbestu- ren deze materie, op zooveel mogeiyk ge- ïyke wyze te regelen. Ondergeteekende kan zich, met de motieven in dit schryven geuit, vereeni gen, ook wat betreft de aanbevelingen dien aangaande, met uitzondering van punt 4, waarin wordt verzocht, dat dit ventverbod niet geldt voor hen, die 'n gevestigde winkelnering hebben. Dit punt is my niet duidelijk, te meer daar het verzoek voor een zooveel mogelyk gelyke wyze van regelen pleit. Waarom moet dit ventverbod wel gelden voor iemand die misschien al meer dan vyftig jaren als erkend bonafide venter langs de huizen zijn vaste klanten heeft bediend, maar (door financieele omstandigheden) niet in 't bezit van een gevestigde winkel nering is? Waarom zou dit Vêntverbod dan niet gelden voor iemand die misschien nog geen jaar in 't bezit van een gevestigde winkelnering is, en tevens ook nog bij vent langs de huizen? Dit is mij niet duidelyk. Is het soms, om dat zoo iemand mogelyk tot den midden stand wordt gerekend en daarom ook mogelyk lid van de Kamer van Koop handel kan zyn? Ik weet het niet, maar dit weet ik wel, dat door zoo'n regeling van de ventvergunningen, de moeilykhe- den grooter en de doornige punten hiervan nóg scherper zouden worden, dan zij ai reeds zyn. Dat er een regeling in het ventersvraag- stuk wordt gebracht is goed, ja zelfs nood- zakeiyk. Maar laat men dit dan ook wer- keiyk op zooveel mogelyk gelijke wyze regelen. Naar mUn bescheiden meening zal dit ventverbod moeten gelden voor allen die langs de huizen hun klanten bedienen' ook al heeft men een gevestigde zaak. Punt 4 zou dan ook als volgt moeten lulden: „Dit ventverbod geldt voor hen, die langs de huizen hun klanten bedienen ook al heeft men een gevestigde zaak. Hopende, dat dit schrijven de aandacht der bevoegde autoriteiten mag hebben en U, mynheer de Redacteur, nogmaals dankend voor de verleende plaatsruimte. Hoogachtend, J. HOEK. Voorzitter Alg. Ventersbond in Nederland. Afd. Katwyk. NOG EENS „LUCHTBESCHERMING". Geachte Redactie, Wéér zyn twee stemmen los gekomen op myn ingezonden stuk betreffende .Lucht bescherming". waarvan het stukje getee- kend door den heer J. Mulder nuj nog wel het sympathiekst is. Immers de heer geeft bly'k tenminste begrepen te heb ben waar het ongeveer naar toe moet In zake Luchtbescherming. Zeer zeker heeft hier de overheid een taak te vervullen, welke ln een eventueelen chemischen oor log van groote waarde zUn kan. Het spreekt haast vanzelf dat iedereen ver plicht is haar in deze taak te steunen, niet ln dien zin dat men artikeltjes schrijft over wat tegenwoordig wel deugt en wat niet, maar wel doordat men het bestaande materieel en de bestaande verdedigings middelen tracht aan te passen aan de moderne en nieuwste vindingen welke op het gebied van luchtbescherming gevon den en er reeds zyn. Het ls immers een feit, dat een vyandig land dan pas durft aan te pakken met een ander land. als het er van overtuigd is, dat het het pleit win nen zal. De vrede kan in de toekomst slechts dan gehandhaafd en gewaarborgd worden, wanneer de tegenstanders ervan overtuigd zyn, dat zy elkaar niet aandur ven. omdat zy niet weten over welke mid delen de tegenstander beschikt. Immers is het toch ook weer in 19141918 gebleken dat tusschen twee vyandige landen het recht van den sterke geldt. Hier geldt dus: Bevorder en steun den Gasbeschermings- dienst, welke onder leiding staat van een overheid, die weet waar zij staat. Het tweede stukje, geteekend door den heer J. H. Biesjot, is byna zonder inhoud, of het moest dan zyn, de zin waarin hij aanhaalt de vraag van my of het niet beter ware. dat de vrouw haar natuuriyke huishoudelijke plichten nakomt. De heer B. spreekt van insinuaties. Neen heer B. dit is geen insinuatie, maar werkelykheid, weike U en velen Uwer niet willen erken nen, omdat zU vastgeroest zyn in de demo cratische idee: de Vrouw is gelyk aan den man. Vroeger noemde men Vereenigingen als de Vrouwen Vredebond Naai-of Thee kransjes tegenwoordig is het een of an dere mooie naam die men eraan geeft, in welke Vrouwen-Vereenigingen men niet opbouwt, zooals de tyd het eischt, maar waar men zich vasthoudt aan allerhande leuzen en geschriften, die de moderne tijd allang opgeborgen heeft Ik wil niet ontkennen dat de vrouw en moeder het beste voelt, wat het zeggen wil man en zoon's naar het oorlogsveld te zien trek ken. wat het voor Vrouw en Moeder be- teekenen moet man of zoon(s) te verlie zen op het oorlogsveld, maar dat neemt niet weg dat de hoofdtaak der vrouw en moeder moet zijn, haar plicht tegenover het en in het huisgezin. Niet dat het zoo blyve als nu reeds ls, dat de Vrouw den man van zijn plaats verdringt. Kijk maar naar de bedrijven!! Daarom blijf ik by hetgeen ik Zaterdag al geschreven heb: De vrouw hoort in het huisgezin en zal haar natuurlijke plichten moeten weten te begrijpen en uit te voeren. Méér wil ik ln deze artikelenreeks niet schryven of zeggen. U Mijnheer de Redacteur voor de plaats ruimte vriendelijk dankend Hoogachtend, R. G. SCHMETZ, 7-9-'34. Heerengracht 25. Leiden. Voor nieuw artikel op gebied van lichtreclame zoe ken wy voor Leiden, tegen hooge provisie. Brieven met volledege in lichtingen Bur. van dit Blad onder No. 7706. Faillissement J. W. VOOYS, Fotohandelaar te Katwijk aan Zee. De curatrlce deelt mede dat opgemeld faillissement door het verbindend worden der eenige uitdeelingslyst is geëindigd. 7707 De curatrice: Mr. CATH. L. B. W. v. OVEREEM. Turfmarkt 8 - Leiden. Stalen op aanvraag verkrijgbaar MARE 92 TELEFOON 544 LEIDEN 7713 II B.C.J.v. OMMEREN B Haarlemmer»ve4A9 LEIDEN. Tel 291. onder leiding van Mej. Dr. Ir. H. J. DE WIJS, scheik. Ing. De Dekens 'worden bij ons aden langs chemischen weg op de mees! zorgvuldigsie wijze behandeld en als NIEUW afgeleverd mef behoud van de volle soepelheid. 765-5 Hooge Rijndyk no. 178 en 188, voor f. 29.50 p. maand, met achteruitgang en grooten tuin. BOVENWONING no. 186a, f. 31.— p. maand, bev. 5 ka mers, keuken, zolder, enz. Alle vrij water en straat belasting. 7703 Te bevragen: WONINGBUREAU PROPER, Nassaulaan 15 - Oegstgeest Telef. No. 672. a. d. Mey van Strcefkerkstr. (by Wasstraat en de Laat de Kanterstraat) zéér ruime mo dem ingerichte HEEREN HUIZEN met voor- en achter tuin. Bev. 6 tot 9 kamers (badkamer met ingebouwd bad). Huurprijs vanaf f. 500.— per jaar. 7194 Bezichtiging dagelyks van 's morgens 11 u. tot 's avonds 8 uur. Inlichtingen bij H. P. JANSEN Oude Singel No. 20 - Tel. «'1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1934 | | pagina 12