C. III. BREEBAART ZOON
MODEL-WASSCHERIJ
De Ontwapeningsconferentie.
Actieve
Vertegenwoordigers
ONTVANGEN
Huurverlaging
TE HUUR:
IÜJDSCH DAGBLAD Derde Blad
Dinsdag 18 September 1934
INGEZONDEN.
Nieuwe Mantelstoffen
Nieuwe Winterstoffen
Fluweel en Chiffon
EIGEN ATELIER
me» EIGEN LABORATORIUM
SifOOMEN
VERVE»
Proefwasch voor halven prijs (max- korf ing f. 2.501
SPECIALE TODEOKE AANBIEDING CENTS PER STUK
WASSCHEN VAN WOLLEN DEKENS OU
FRANCO HALEN en BRENGEN in alle plaatsen waar onze auto's komen.
TE HUUR: Benedenwoning
Henderson terug te Genève. Zijn kortstondig bezoek had echter
geen bemoedigende resultaten Voorloopig geen nieuwe bijeen
komsten, nöch van de Algemeene Commissie, nóch van het
Bureau nöch van eenige andere commissie. - Henderson
door de Hongaarsche delegatie gehuldigd.
GENÈVE, 14 September 1934.
Onder de paar honderd gedelegeerden
uit 53 staten, die in deze week de wandel
gangen van het volkenbondssecretariaat
weder vulden, konden wy ook weder de
bekende figuur van den President der Ont
wapeningsconferentie Arthur Henderson,
onderscheiden. HU was van Londen naar
Genève overgekomen, in de hoop hier, waar
ïoovele invloedrijke staatslieden by gele
genheid der VUftiende Volkenbondsverga
dering verzameld zUn. goede zaken in het
belang der Ontwapeningsconferentie te
kunnen doen
Zoo heel onbescheiden waren de verlan
gens van Henderson niet, toen hij den
Geneefschen bodem weer betrad HU was
rich bewust, dat van een onmiddeliyke
voortzetting der ontwapeningsbesprekin
gen in haar vollen omvang nog geen sprake
rou kunnen zijn HU hoopte dan ook niets
anders dan dat het hem mogeiyk zou zyn
althans het belangrijke vraagstuk van de
wapenfabricage en van den wapenhandel
èen belangrijken stap voorwaarts te bren
gen en dat het Bureau der Conferentie
tenminste in November weder zou bUeen-
komen. om een algemeen plan voor de ver
dere werkzaamheden der Conferentie op
te stellen.
Helaas!, toen Henderson Woensdagavond
Genève weder verliet, had hy ook van deze
bescheiden verlangens afstand moeten
doen. Henderson heeft Genève verlaten,
zonder eenig tUdstip voor de nieuwe by-
eenkomst van het Bureau der Ontwape
ningsconferentie te hebben kunnen vast
stellen en zonder ook eenigen maatregel
te hebben kunnen treffen, dat althans de
ln Juni benoemde technische commissies
haar werkzaamheden weder zouden kun
nen hervatten.
Henderson heeft tydens zUn kortstondig
bezoek alhier vrijwel alle leden van het
Bureau kunnen raadplegen, zooals hy in
't vanavond openbaar gemaakte schrijven
aan de ln het Bureau der Conferentie ver
tegenwoordigde regeeringen verzekert. Het
bleek hem echter daarby, dat het nog
steeds raadzaam is. dat het Bureau een
zuiver ïydehjke, afwachtende houding
blUft aannemen en dat de voorrang wordt
gelaten aan de regeeringen, wier vertrou-
weUjke onderhandelingen eerst de politieke
kwesties zullen moeten oplossen, wier
voortbestaan een hervatting der bespre
kingen der Ontwapeningsconferentie nog
Steeds in den weg blijft staan.
Hoe vaak hebben wij ditzelfde geluid In
Henderson's mededeelingen reeds moeten
hooren. sinds Duitschland nu byna een
jaar geleden de Ontwapeningsconferentie
den rug toekeerde? Telkens, wanneer Hen
derson even naar Genève kwam of de voor
naamste Europeesche hoofdsteden bezocht
had, om over de mogelijke hervatting van
het werk der Conferentie te beraadslagen,
kwam hy' met hetzelfde bericht: 't Bureau
'en de Algemeene Commissie moeten nog
een tydje geduld hebben: wy moeten
berst den uitslag der onderhandelingen
tusschen dé regeeringen afwachten: wan
neer deze eenmaal tot een gelukkig einde
«tl zy'n gebracht, zal ook de Ontwapenings
conferentie des te sneller tot een goed
resultaat kunen worden gebracht!
Tegen deze redeneering is niet veel in
te brengen. Het heeft inderdaad weinig nut
'een fraaien tekst van een Ontwaoenings-
conventie uit te werken, zoolang Duitsch
land uit de Conferentie wegbiy'ft en dus
hoogstwaarsclnjniyk de Duitsche onder-
teekening nimmer onder de uitgewerkte
conventie zal verkregen worden. Een der-
gelijke conventie zou nimmer in werking
treden. Want geen enkele staat zal tot
ëenige verbintenis tot bewapeningsbeper
king fom van bewapeningsvermindering
maar heelemaal niet te praten!) willen
overgaan, zoolang ook de Duitschers niet
meedoen De ïydeiyke, afwachtende hou
ding van het Bureau is dus inderdaad een
droevige noodzakelijkheid.
Des té zwaarder is echter de vérant-
woordeiykheid der regeeringen der groote
Mogendheden, die steeds opnieuw aan
Henderson een teleurstellend antwoord
moeten geven op zyn vraag, hoe het nu
met die politieke onderhandelingen staat.
De tergende langzaamheid van het diplo
matieke overleg met geschreven nota's is
in het afgeloopen jaar wel heel duideiyk
weder gebleken en doet ons verlangend
uitzien, dat de regeeringen eindelijk weder
eens zullen besluiten tot toepassing van de
Geneefsche methodes van mondeling over
leg tusschen de ministers zelf. Een mi
nistersconferentie tot bespreking der poli
tieke moeliykheden, die een terugkeer van
Duitschland naar de Ontwapeningsconfe
rentie ln den weg staan, zou natuurlyk
niet in Genève zelf behoeven plaats te
vinden. Mits slechts de Geneefsche metho
de van persoonlyk, mondeling overleg
weder zou worden aangewend in de ver
houding tusschen de Duitsche en de
andere regeeringen, zou reeds heel veel ge
wonnen zyn.
Het ziet helaas niet ernaar uit, dat deze
wensch spoedig zal worden vervuld. Zooals
de nota van Henderson ons mededeelt,
zullen wy thans in de maand October
weder nieuw diplomatiek overleg krijgen
over de mogeiykheid van het sluiten van
een Oost-Locarno-Pakt. Daarna zal Hen
derson dan weder in nieuw overleg met de
regeeringen treden, om te zien, of zUn
hoop vervulbaar is, dat het Bureau in de
eerste week van November weder zal kun
nen byeenkomen! Er zullen op het oogen-
blik niet veel personen hier aanwezig zyn,
die met het oog op de houding van
Duitschland en Polen tegenover Barthou's
en Litvinow's plan van een Oost-Locarno-
Pakt aan de mogelijkheid gelooven. dat
Henderson einde October een bemoedigend
antwoord uit Parijs ontvangen zal.
Het droevige hierby is, dat op het oogen-
blik de „openbare meening" niet de minste
drijfkracht in de goede richting meer uit
oefent. De machteloosheid, waarin de
„openbare meening" zoowel ten opzichte
van Hitler als van Barthou verkeert, Is ook
niet bemoedigend, om een nieuwe actie op
touw te zetten!
Als troostprys voor zyn vergeefsche be
moeiingen heeft Henderson tydens zyn
kort verblyf alhier de onderscheiding ver
kregen, dat een uitstekend gelykend borst
beeld van hem reeds een plaats ln het
Volkenbondsecretariaat heeft verkregen.
Tot dusverre hadden wij hier nog slechts
da borstbeelden van eenige groote dooden,
zooals Léon Bourgeois, Gustave Ador,
Fridtjof Nansen. In deze week zyn de beel
tenissen van twee groote levenden by deze
collectie Volkenbondsgrooten gevoegd: een
prachtig portret van den afgetreden secre
taris-generaal Sir Eric Drummond en on-
middeliyk hierna de wit-marmeren buste
van Henderson, door 'n Hongaarsch beeld
houwer geschapen en door de Hongaarsche
delegatie ter Volkenbondsvergadering op
verzoek van een groot Hongaarsch dagblad
den Volkenbond aangeboden. Wilde deze
aanbieding op dit oogenblik van crisis zeg
gen. dat de Hongaren eraan wanhopen
Henderson ooit nog als voorzitter der Ont
wapeningsconferentie in actie te zien? Als
dit de Hongaarsche gedachte was, dan heb
ben zy Henderson's onverwoestbare vol
harding onderschat Hy weigerde, zooals
hy in zyn dankwoord zeide, nog steeds de
hoop op te geven, dat de volkeren een
mislukking der Conferentie niet zouden
dulden. En hy Henderson, zou althans,
zoolang nog slechts de geringste kans op
het sluiten eener algemeene conventie be
stond. met al zijn krachten voor het be
reiken van dit doel blijven werken!
Automobilisten, motorrijders en
trambestuurders, helpt mede het
'stadsrumoer te bestrijden.
(Bulten verantwoordeiykheld der Eed.)
Oople van de al of niet geplaatste
stukken wordt niet teruggegeven.
ALG. NED. VROUWEN VREDEBOND.
Geachte Redactie.
Naar aanleiding van het debat over
„Luchtbescherming" in Uw blad, zou lk U
enige ruimte willen verzoeken voor onder
staande opmerkingen over de wUze, waarop
de heer R S Schmetz, Mevr. B. J. den
BlaauwenMulder van antwoord gediend
heeft.
In de eerste en voornaamste plaats,
dunkt my een dergelyke bestrijding bui
tengemeen onkies en onbeleefd
Secundo ls van een bestrUdlng weinig
sprake. Waarom te vallen over 't woord
„eventueel?" Zowel voor- als tegenstanders
van luchtbescherming moeten wel in
abstracte redeneren. Bovengenoemde Vre
debond denkt geenszins alleen een oorlog
te kunnen tegenhouden, maar daarom is er
toch de plicht zyn stem te laten horen.
Wanneer iedere organisatie, die z'n streven
binnen afzienbare tyd niet te verwezeiyken
voelt, zich ontbond, zou ieder idealisme te
gronde gaan en de maatschappU volkömen
fatalistisch worden! „Wie niet meewerkt
om oorlog te voorkomen. Is mede schuldig
aan 't uitbreken daarvan"; de onjuistheid
van deze stelling is in de bestryding niet
bewezen. Niet zozeer, een bepaalde opvat
ting wordt bestreden, dan wel verklaard,
dat de tegenparty haar mond maar moest
houden! Een sterk argument?
Tenslotte deze opvatting zelf. Hierover
zou men kunnen discuteren!, wat ik echter
niet wens te doen. De heer S. heeft een
verouderde of misschien een zeer moderne!
Dit is volkomen zyn goed recht. Persoon
lyk acht ik de culturele taak der vrouw zeer
groot. In 't algemeen gesproken, maar in
een zaak als Vredesbeweging in 't byzon-
der, juist ook voor de getrouwde vrouw.
Haar invloed toch, zal altyd op de toekom
stige (in huidige) generatie groot zyn.
Misschien kan de heer S. deze Invloed, in
verband met militairlsme, oorlogspsychose
etc., met psychologische en sociologische
argumenten reduceren. Haar plicht bUjft,
deze invloed, hoe groot of klein ook, naar
haar inzicht ten goede aan te wenden.
Bovendien, is 't niet te loven, als een a.s.
echtgenote zich rekenschap geeft van de
omstandigheden, waarin eventuele kinde
ren zullen komen te leven! En de moeder
voor haar kinderen probeert, het hare er
toe by te dragen, de samenleving naar
haar opvatting op hoger niveau te brengen.
De toestand van deze samenleving hangt
met de „voldoening" ten nauwste samen.
Argumenteren, door beroep te doen op
atavistische, primitieve instincten, is niet
beschaafd.
A. St.
o
DOM, DOM, OLIEDOM
Een krant is toch maar een kapitale
uitvinding! Wat zeg ik? Een uitkomst!
Hoe zou een mensch anders moeten weten,
wat er in de wereld te koop ls? Zoo heb
ik dezer dagen bU'v. weer door de krant
mogen ervaren, dat er warempel nog ezels
zijn! Eerlyk gezegd, had ik daar al eens
een vermoeden van gehad, maar na het
lezen van de ingezonden bydragen van
den heer R G. Schmetz, gedateerd 13 en
15 Sept., heb ik tenslotte zekerheid gekre
gen. Alleen was het my tot dusver nog
nooit overkomen, dat de ezels zich met
naam en adres aan mij bekend maakten.
Wat overigens keurig is en zeer beleefd.
Dan weet je tenminste met wien je te doen
hebt en dat is altyd veel waard.
Ik zal geen moeite doen om de vele
(on)wUsheden, welke de heer Schmetz in
zUn antwoorden aan de heeren De Bruyn
en Arendsheer debiteert, te bestrijden of te
weerleggen. Ik acht mij daartoe niet be
voegd, want ik ben ook maar zoo'n dood
gewone ezel. Bovendien zou het misbruik
maken zUn van de welwillendheid der
redactie, aangezien ik dan wel zeer veel
plaatsruimte noodig zou hebben. Het lykt
my dan ook raadzamer om de min of
meer schilderachtige ontboezemingen van
den inzender van den humoristischen kant
te bekyken Hij roert daarby echter één
onderwerp aan. dat my te na aan het hart
ligt dan dat ik hetgeen hU daarover zegt,
zonder meer kan laten passeeren.
Mynheer Schmetz, U heeft het zoo druk
over de natuurlijke plichten van de vrouw
en U schynt zoo uitstekend te weten, tot
hoever die zich mogen uitstrekken. U ziet
daarbij echter iets over het hoofd (hetgeen
men U tenslotte niet kwalyk kan nemen,
gezien Uw diepgaande studies van ezels en
derzelver gewoonten. Een mensch kan nu
eenmaal niet èlles weten, nietwaar?) Dat
iets ls het volgende: een van de voor
naamste natuuriyke plichten van de
vrouw ls het ter wereld brengen van kin
deren en het beschermen en opvoeden
daarvan. En mu üjfct het my toch niet
overdreven, dat de vrouw, die het kind
heeft doen geboren worden, die het met
zorg en toewydlng opvoedt en het poogt
te maken tot een bruikbaar mensch dat
diezelfde vrouw zich „druk maakt" over
het lot van haar kroost by een „eventu-
eelen oorlog". Het is óók de natuuriyke
plicht van de vrouw om haar kind te be
schermen tegen gevaar, en het is zeker
nalatig, zoo niet roekeloos, om het In
nutteloos gevaar te brengen Want dat een
oorlog nutteloos is, zult zelfs U. mynheer
Schmetz. toch wel met my eens zyn, al
gelooft U dan, dat het zóó'n vaart niet zal
loopen!
Een kwestie, welke U ook onopgehelderd
laat is deze: hoe moet de vrouw voldoening
vinden in haar huisgezin als U en degenen
die Uw zienswyze misschien mochten
deelen. door Uw passief-zUn toestaat, dat
haar huisgezin wordt uitgeroeid?! Ik ben
geen moeder en ook geen echtgenoote; lk
ben een werkende vrouw (ook al weer
zoo'n schrlkkeiyke uitwas van de heden-
daagsche maatschappU!) maar ik heb
toch zooveel eerbied voor de hoogheid der
natuuriyke plichten, die ons vrouwen od
de schouders worden gelegd, dat ik U,
mynheer Schmetz, zou willen verzoeken,
dit onderwerp niet neer te halen tot het
niveau van Uw levensbeschouwing.
Er zijn altyd goedgeloovige. onergden-
kende lieden, die gevoelig blyken voor
holle phrases en fraai klinkende leuzen
als de Uwe en denzulken dienen de oogen
te worden geopend!
Ik citeer daarom een kort gedicht uit
den Vredeskalender 1934:
Ik bracht nüjn zoon niet groot om als
soldaat te stryden,
Maar om mUn trots en steun te zyn en
wUs en goed.
Wie waagt t met een zwaard zyn
handen te ontwyden
Waardoor een zoon van anderen sterven
moet?
Laat arbitrage ons voor deze ramp
behoeden,
Het is geen tyd meer voor geweld en
moord.
Geen oorlog zou op aarde woeden
Als uit den mond der Moeders werd
gehoord
Ik bracht mijn zoon niet groot om als
soldaat te stryden.
ALI DE KLER.
Jan van Houtkade 26 a.
Leiden. 17 Sept. 1934.
DE VENTVERGUNNINGEN TE
KATWIJK ZEE.
Geachte Redacteur!
Vergun mij een kleine plaatsruimte in
Uw veelgelezen blad, waarvoor by voor
baat mijn dank, en wel naar aanleiding
van een schiyven in uw blad van Vrydag
14 Sept. J.l. waarin werd vermeld dat de
Kamer van Koophandel en Fabrieken van
RUnland te Leiden, zich tot de besturen
van verschillende gemeenten in haar ge
west heeft gericht, met een schryven, be
treffende het zoo moeilyke en doornige
punt der ventvergunningen.
Hierin verzoekt zy den gemeentenbestu-
ren deze materie, op zooveel mogeiyk ge-
ïyke wyze te regelen.
Ondergeteekende kan zich, met de
motieven in dit schryven geuit, vereeni
gen, ook wat betreft de aanbevelingen
dien aangaande, met uitzondering van
punt 4, waarin wordt verzocht, dat dit
ventverbod niet geldt voor hen, die 'n
gevestigde winkelnering hebben. Dit punt
is my niet duidelijk, te meer daar het
verzoek voor een zooveel mogelyk gelyke
wyze van regelen pleit. Waarom moet dit
ventverbod wel gelden voor iemand die
misschien al meer dan vyftig jaren als
erkend bonafide venter langs de huizen
zijn vaste klanten heeft bediend, maar
(door financieele omstandigheden) niet
in 't bezit van een gevestigde winkel
nering is?
Waarom zou dit Vêntverbod dan niet
gelden voor iemand die misschien nog
geen jaar in 't bezit van een gevestigde
winkelnering is, en tevens ook nog bij
vent langs de huizen?
Dit is mij niet duidelyk. Is het soms, om
dat zoo iemand mogelyk tot den midden
stand wordt gerekend en daarom ook
mogelyk lid van de Kamer van Koop
handel kan zyn? Ik weet het niet, maar
dit weet ik wel, dat door zoo'n regeling
van de ventvergunningen, de moeilykhe-
den grooter en de doornige punten hiervan
nóg scherper zouden worden, dan zij ai
reeds zyn.
Dat er een regeling in het ventersvraag-
stuk wordt gebracht is goed, ja zelfs nood-
zakeiyk. Maar laat men dit dan ook wer-
keiyk op zooveel mogelyk gelijke wyze
regelen. Naar mUn bescheiden meening zal
dit ventverbod moeten gelden voor allen
die langs de huizen hun klanten bedienen'
ook al heeft men een gevestigde zaak. Punt
4 zou dan ook als volgt moeten lulden:
„Dit ventverbod geldt voor hen, die
langs de huizen hun klanten bedienen
ook al heeft men een gevestigde zaak.
Hopende, dat dit schrijven de aandacht
der bevoegde autoriteiten mag hebben
en U, mynheer de Redacteur, nogmaals
dankend voor de verleende plaatsruimte.
Hoogachtend,
J. HOEK.
Voorzitter Alg. Ventersbond
in Nederland. Afd. Katwyk.
NOG EENS „LUCHTBESCHERMING".
Geachte Redactie,
Wéér zyn twee stemmen los gekomen op
myn ingezonden stuk betreffende .Lucht
bescherming". waarvan het stukje getee-
kend door den heer J. Mulder nuj nog
wel het sympathiekst is. Immers de heer
geeft bly'k tenminste begrepen te heb
ben waar het ongeveer naar toe moet In
zake Luchtbescherming. Zeer zeker heeft
hier de overheid een taak te vervullen,
welke ln een eventueelen chemischen oor
log van groote waarde zUn kan. Het
spreekt haast vanzelf dat iedereen ver
plicht is haar in deze taak te steunen,
niet ln dien zin dat men artikeltjes schrijft
over wat tegenwoordig wel deugt en wat
niet, maar wel doordat men het bestaande
materieel en de bestaande verdedigings
middelen tracht aan te passen aan de
moderne en nieuwste vindingen welke op
het gebied van luchtbescherming gevon
den en er reeds zyn. Het ls immers een
feit, dat een vyandig land dan pas durft
aan te pakken met een ander land. als het
er van overtuigd is, dat het het pleit win
nen zal. De vrede kan in de toekomst
slechts dan gehandhaafd en gewaarborgd
worden, wanneer de tegenstanders ervan
overtuigd zyn, dat zy elkaar niet aandur
ven. omdat zy niet weten over welke mid
delen de tegenstander beschikt. Immers is
het toch ook weer in 19141918 gebleken
dat tusschen twee vyandige landen het
recht van den sterke geldt. Hier geldt dus:
Bevorder en steun den Gasbeschermings-
dienst, welke onder leiding staat van een
overheid, die weet waar zij staat.
Het tweede stukje, geteekend door den
heer J. H. Biesjot, is byna zonder inhoud,
of het moest dan zyn, de zin waarin hij
aanhaalt de vraag van my of het niet
beter ware. dat de vrouw haar natuuriyke
huishoudelijke plichten nakomt. De heer
B. spreekt van insinuaties. Neen heer B.
dit is geen insinuatie, maar werkelykheid,
weike U en velen Uwer niet willen erken
nen, omdat zU vastgeroest zyn in de demo
cratische idee: de Vrouw is gelyk aan den
man. Vroeger noemde men Vereenigingen
als de Vrouwen Vredebond Naai-of Thee
kransjes tegenwoordig is het een of an
dere mooie naam die men eraan geeft, in
welke Vrouwen-Vereenigingen men niet
opbouwt, zooals de tyd het eischt, maar
waar men zich vasthoudt aan allerhande
leuzen en geschriften, die de moderne
tijd allang opgeborgen heeft Ik wil niet
ontkennen dat de vrouw en moeder het
beste voelt, wat het zeggen wil man en
zoon's naar het oorlogsveld te zien trek
ken. wat het voor Vrouw en Moeder be-
teekenen moet man of zoon(s) te verlie
zen op het oorlogsveld, maar dat neemt
niet weg dat de hoofdtaak der vrouw en
moeder moet zijn, haar plicht tegenover
het en in het huisgezin. Niet dat het zoo
blyve als nu reeds ls, dat de Vrouw den
man van zijn plaats verdringt. Kijk maar
naar de bedrijven!!
Daarom blijf ik by hetgeen ik Zaterdag
al geschreven heb:
De vrouw hoort in het huisgezin en zal
haar natuurlijke plichten moeten weten te
begrijpen en uit te voeren. Méér wil ik ln
deze artikelenreeks niet schryven of
zeggen.
U Mijnheer de Redacteur voor de plaats
ruimte vriendelijk dankend
Hoogachtend,
R. G. SCHMETZ,
7-9-'34. Heerengracht 25. Leiden.
Voor nieuw artikel op
gebied van lichtreclame zoe
ken wy
voor Leiden, tegen hooge
provisie.
Brieven met volledege in
lichtingen Bur. van dit Blad
onder No. 7706.
Faillissement J. W. VOOYS,
Fotohandelaar
te Katwijk aan Zee.
De curatrlce deelt mede
dat opgemeld faillissement
door het verbindend worden
der eenige uitdeelingslyst is
geëindigd. 7707
De curatrice:
Mr. CATH. L. B. W.
v. OVEREEM.
Turfmarkt 8 - Leiden.
Stalen op aanvraag verkrijgbaar
MARE 92
TELEFOON 544
LEIDEN
7713
II B.C.J.v. OMMEREN B
Haarlemmer»ve4A9 LEIDEN. Tel 291.
onder leiding van
Mej. Dr. Ir. H. J. DE WIJS, scheik. Ing.
De Dekens 'worden bij ons aden langs chemischen weg op de mees! zorgvuldigsie
wijze behandeld en als NIEUW afgeleverd mef behoud van de volle soepelheid.
765-5
Hooge Rijndyk no. 178 en 188,
voor f. 29.50 p. maand, met
achteruitgang en grooten
tuin.
BOVENWONING no. 186a,
f. 31.— p. maand, bev. 5 ka
mers, keuken, zolder, enz.
Alle vrij water en straat
belasting. 7703
Te bevragen:
WONINGBUREAU PROPER,
Nassaulaan 15 - Oegstgeest
Telef. No. 672.
a. d. Mey van Strcefkerkstr.
(by Wasstraat en de Laat de
Kanterstraat) zéér ruime mo
dem ingerichte HEEREN
HUIZEN met voor- en achter
tuin. Bev. 6 tot 9 kamers
(badkamer met ingebouwd
bad). Huurprijs vanaf f. 500.—
per jaar. 7194
Bezichtiging dagelyks van
's morgens 11 u. tot 's avonds
8 uur.
Inlichtingen bij H. P. JANSEN
Oude Singel No. 20 - Tel. «'1