Wedstrijd landelijke ruitervereenigingen
wstÈBKKF^
DE HEKS VAN WINSLEA
J5'te Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
FEUILLETON.
BEUNIE DER LANDELIJKE RUITERVEREENIGINGEN TE ZOELEN in verband met de
aldaar gehouden wedstrijden om het kampioenschap van Nederland. Foto genomen
tijdens de para'de.
OPENING VAN DE 48stc BEURS VAN DE DAMESKRONIEK IN
DEN HAAGSCIIEN DIERENTUIN door mevrouw de Moncby«
Haitink. In het midden de burgemeester der residentie,
mr. S. J. R. de Monch'y.,
DE ENGELSCHE VISSCHERSSTOOMBOOT, DE „SET WEATHER"
begon plotseling in de haven van Ramsgate te kenteren om niet lang
daarna ten aanschouwe van bonderden toeschouwers in de diepte
te verdwijnen.
BH «W'
DERTIG OFFICIEREN VAN DE ZEEMACHT WERDEN TE DEN HELDER BEëEDIGD. De
beëediging vap den luitenant ter zee derde klasse J. Bax door den commandant der marine,
schout bij nacht Th. Kruys.
TWEE SNELTREINEN STOOTTEN IN GLASGOW OP ELKAAR met
het gevolg, 'dat tien personen werden gedood en veertig gewond.
HET GOUD VAN DE „LUTINE'*
LOKT. Foto genomen toen het werk-
platform op den cylinder van den heer
Beckers was aangebracht.
naar het Engelsch van May Wynne.
44)
Juist, daar was de oever van de riviér
en daar hoorde hij het geruisoh van den
waterval van Winslea.
Maar vernam hij daar nog niet een
anfler geluid, dat tot hem kwam uit den
nevel, die over den oever hing?
Een stem, diep en rijk van toon, maar
toch met iets droevigs er in, da't niet
hoorde bij den inhoud van het lied, zong.
En terwijl James Birley aan den eeneh
oever stond, zag hij aan den anderen Ri
chard Morrice, geheel ten strijde uitge
rust, zooals hij was, toen hij met zijn
kameraden den uitval van kasteel Ponte
fract ondernam.
Morrice zag hem ook en kwam een
schrede naderbij.
Helaas stroomde de rivier tusschen hen
beidenToch trok Morrice zijn zwaard
■uet een woeste uitdaging, dat, als Birley
niet openlijk met hem strijden wilde, hij
dan over de rivier zou zwemmen en hem
!<m doodslaan als een hona.
Maar het antwoord, dat James Birley
had willen geven, zou nooit uitgesproken
Worden, want, terwijl hij enkel maar be
lacht was op den vijand daar aan de over-
aüde, kwam er achter hem een nog veel
dreigender gevaar, in den vorm van een
opgeheven rapier, dat, helaas, niet zoo raak
trof, als dit wel de bedoeling was geweest
van Zwarte Meg want die was het, die,
gewaarschuwd door Wandelenden Tam,
onzichtbaar en onhoorbaar in den nevel
achter hem geslopen was.
Met een onderdrukten kreet van pijn
wendde hij zich om, teneinde zich op zijn
aanvaller te werpen, maar daar hoorde hij
een vrouwenstem zingen:
Hey for Cavaliers!
Vlak bij zijn gelaat zag hij een vrou
wengezicht, knap en met fijn besneden
trekken en donkere oogen, maar nu was de
uitdrukking van dit gelaat half waanzin
nig, als van een wild dier, dat men zijn
jongen ontnomen heeft.
„Ken je mij, James Birley?" riep Zwarte
Meg en het wilde geraas van den water
val leek dan wel een passende begeleiding
voor haar krijschende stem. „Kén je mij
O, je kende Barbara Carcroft; je kende
mijn aardig, lief dochtertje Barbara! Je
hebt haar laten hangen, omdat ze den
spot met je gedreven heeft, toen zij den
rol speelde van Jack of Lanthorne! En nu
ligt zij daar ginds, dood! Dood..! Dood!..
En haar lieve lippen zijn voor altijd ge
sloten. Toch heb ik haar hooren zingen,
terwijl ik hier over de purperen helde ging.
Ze zong, omdat ze wist de taak, die ik ging
ondernemen en die ik volbreng,nu
nu
Met kracht werd hij achteruit geduwd en
steeds dichterbij hoorde hij het geraas van
den waterval.
Een andere gedaante dook op naast hem,
aan den oever van de rivier.
Morrice wilde haar tegenhouden in haar
ondernemen, maar hij was te laat! Nog
één krachtigen stoot en achteruit stortte
Birley in de snel stroomende rivier, die
naar den zwarten poel voerde, die onher
roepelijk verzwolg, al wat zijn richting uit
dreef.
„De hemel zij zijn ziel genadig!" sprak
Dick Morrice. Maar Zwarte Meg stak de
armen omhoog en lachte wild:
„Mijn gelofte is volbracht!.... Vol
bracht!
Eerst later, toen die twee met het op
gaan van de maan voor de deur van de
hut stonden, sprak Morrice van Marjorle
Stapleton.
„Wat moet ik doen?" vroeg hij. „Zij zal
op mijn komst wachten".
Zwarte Meg schudde het hoofd:
„Dat hindert niets, want ze zal nog wel
langer wachten op de komst van een
onwelkomen bruidegom. Bekommer je ver
der niet om haar. Je zorg zou haar juist
in gevaar kunnen brengen, daar de men-
schen er heel wat van denken zouden als
James Birley nagenoeg tegelijk verdween
met de bruid, die niet op hem gesteld was.
Ze is daar veilig, waar ze is. Als haar ge
liefde uit Pontefract ontsnapt, dan kan hij
haar zóó des te makkelijker vinden. Zoo
nietnu, als ze mooi en jong is, dan
treurt ze niet te lang om een dooden ge
liefde, maar vindt wel weer gauw een ander
in zijn plaats. Ik geloof niet dat je zelf
weer gauw aan een ander denken zult,
want je hebt eenmaal een meisje lief ge
had, dat haars gelijke niet heeft op aarde!
Als ik mij niet vergis, dan zal het ook niet
lang duren, of je volgt denzelfden weg,
dien zij gegaan is en, of je later elkaar nog
ontmoeten zult, dat zou ik niet kunnen
zeggenMaar het wordt al laat en het
is koud. Vaarwel, geliefde van mijn Bar
bara! Ik zal waken vopr het jonge meisje,
dat haar vriendin was. Je weg gaat verder
in het duister".
Morrice, die voelde, dat deze voorspel
ling maar al te waar was, nam met een
enkel woord afscheid van Zwarte Meg.
Drie maanden later werd Richard Mor
rice gehangen aan de galg in Nottingham.
HOOFDSTUK XXIX.
De overgave van Pontefract.
Vier dagen waren voorbij sinds den ge
slaagden uitval uit het kasteel, toen Mor
rice en nog een van het veroordeelde zestal
waren ontsnapt een voorbeeld, dat twee
dagen later gevolgd was door Kingsley en
generaal Ainutt. Maar de tweede uitval was
niet gelukkig voor de verdedigers van
Pontefract, want die kostte hun heel wat
levens. Sir John Digby en Hugh Ainslie
wilden toen niet andermaal hun leven
trachten te redden ten koste van hun ka
meraden. De commandant zei dan ook:
„Zeg generaal Lambert, dat wij bereid zijn
ons over te geven, nu toch al vier van
de mannen, die Cromwell eischte, zich
door de vlucht gered hebben."
Maar nu kwam sir Hugh Cartwright op
een idee.
Ongeveer vijf jaar geleden, toen Pon
tefract voor den koning behouden was
in het begin van den burgeroorlog was
een gedeelte van den toren, bekend als
de Piper's of Pype's Tower, vernield en de
pulnhoopen waren precies zoo blijven
liggen, als ze gevallen waren. Naar die
ruïne geleidde sir Hugh Cartwright den
onderbevelhebber van de vesting.
„Inplaats van je nu over te geven aan
de Rondhoofden, moeten jullie eerst eenj
probeeren je een paar weken verborgen
te houden in een paar cellen, die we kun
nen bouwen onder het puin. Met voldoen
de voorraad aan levensmiddelen bij je,
wat toevoer van frissche lucht kun je het
best lang genoeg daaronder uithouden, tot
Lambert en zijn soldaten eindelijk hier
de streek zullen verlaten hebben. En dan
zullen wij. nadat wij onze poorten ge
opend hebben, verklaren, dat je alle zes
ontvlucht bent, maar dat wij bereid zijn
de wapens neer te leggen en naar onze
goederen terug te keeren, zonder verzet
tegen een gouvernement, dat ons te
sterk is."
De beide personen in kwestie juichten
dit voorstel toe en begonnen dadelijk zelf
mee te helpen met den bouw van die cel
len. Zoo listig werden die uitgebouwd,
dat niemand, die de ontruimde veste voor
bij ging, ooit zou vermoeden, dat nog twee
personen een schuilplaats konden hebben
onder die puinhoopen.
Eén dag was nog over voor het bewuste
zestal en Lambert was dan ook ten zeerste
verrast, toen van de wallen de aankon
diging werd gedaan, dat sir Hugh Cart
wright, nu gouverneur van Pontefract, In
de afwezigheid van zijn vriend, sir John
Digby, bereid was de poorten te openen
en het kasteel over te geven.
„En de zes, wien de lord Protector geen
vergiffenis schenkt?" vroeg de generaal
voorzichtig.
„Deze zes zijn reeds veilig ontsnapt",
luidde het antwoord, „anders waren wij
niet zoo bereid geweest den tijd te ver
korten, die hun edelmoedig werd toege
staan."
.CWordt vervolgd).