officieele kennisgeving
75,te Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 25 Augustus 1934
Derde Blad
No. 22831
gmgemeester en Wethouders van Lelden
te weten, dat door den Raad dier
«meente, ln zijne vergadering van den
jjm Juni 1934, Is vastgesteld de volgende
(«ordening:
verordening op het verkeer
te land.
i. Algemeene bepalingen.
Artikel 1.
In deze verordening worden verstaan:
onder openbaren weg: alle straten,
tgen, sloppen, gangen, grachten, kaden,
elnen, wegen, lanen, paden (alle met
begrip van stoepen), trottoirs, wandel-
aatsen, erven en andere open plaatsen
i bruggen, welke, zij het ook met eenige
per king, voor een leder toegankelijk zijn;
onder voetpaden: de verhoogde trot-
oirs, onafgesloten stoepen, vlucht- en
litstaphedvels, de paden ln de parken en
plantsoenen, alsmede, voorzoover geen ver
legde trottoirs of onafgesloten stoepen
inwezlg zijn, de klinkerpaden en rabatten
r zijde van den openbaren weg welke het-
y door een ander soort wegdek, hetzij
oor een in het wegdek aangebrachte af
melding van het overige gedeelte van den
zijn onderscheiden, zulks tot een
reédte van ten hoogste 1.50 Meter, en,
oorzoover zoodanige klinkerpaden of ra
itten niet aanwezig zijn, de gedeelten
den openbaren weg, ter breedte van
Meter, gerekend uit de lijn der afgesloten
toepen of voortuinen of, waar geen afge-
oten stoepen of voortuinen zijn, uit de
yn der bebouwing;
onder rijbaan: die gedeelten van den
ipenbaren weg, welke niet zijn voetpaden
och rijwielpaden ln den zin van artikel 1
ider 3o der Motor en Rijwielwet;
onder voertuigen: elk vervoermiddel,
Itgezonderd motorrijtuigen, rijwielen,
lamrijtuigen, kruiwagens en kinder
wens;
onder rijtuigen: elk vervoermiddel, he
leind om door een of meer trekdieren te
irden voortbewogen;
onder rijdieren en trekdieren: paarden,
ndlezels, muildieren en ezels;
onder motorrijtuigen: elk vervoermiddel,
.stemd om uitsluitend of mede door een
«hanische kracht, op of aan het ver-
-nniddel zelf aanwezig, anders dan langs
poorstaven te worden voortbewogen;
'onder aanhangwagens: voertuigen, welke
ir een motorrijtuig worden voortbewo-
en, met uitzondering van onklare mo
orrijtuigen, welke door een ander motor
drie worden voortbewogen, uitsluitend
:t het doel om een plaats van berging
herstel te bereiken;
onder wielbelasting: de druk, welke door
in wiel op het rijvlak wordt uitgeoefend,
inneer het voertuig of motorrijtuig ln
out is, met dien verstande, dat daarbij een
unenstel van wielen, op één wielnaaf ge
muteerd, als één wiel wordt beschouwd;
onder stoplijnen: al dan niet onderbro-
lijnen, strooken, strepen of andere
ir Burgemeester en Wethouder vastge-
:1de aanduidingen, ln of op het plaveisel
den openbaren weg aangebracht, ten
lode ln den zin van artikel 17 als stoplijn
dienen;
onder openbaar middel tot vervoer van
isonen: de motorrijtuigen, bestemd om
iregeld langs een bepaalden weg de per-
nen, die zich daartoe aanmelden, te ver
eren, onverschillig, of dit vervoer al dan
iet van eenige voorwaarde of van de in-
ithtneming van eenlgen vorm afhankelijk
gesteld, voorzoover zij ruimte bieden
oor tenminste acht personen, buiten den
istuurder.
Artikel 2.
Burgemeester en Wethouders kunnen
oaden, ln beheer bij de gemeente, onge
uit, of zij deel uitmaken van een weg, op
le wijze, als in artikel 1 der Motor- en
Rljwielbeschikking bedoeld, aanduiden als
rijwielpaden in den zin van artikel 1 onder
der Motor- en Rijwielwet.
Artikel 3.
De openbare kennisgevingen, door Bur
gmeester en Wethouders krachtens deze
'«ordening gedaan, worden afgekondigd
op de wijze, voor afkondiging van de plaat-
lijke verordeningen te Leiden voorge-
khreven,
Bepalingen betreffende het gebruik van
wegen voor het verkeer.
Artikel 4.
Burgemeester en Wethouders zijn be-
'oegd, blijkens openbare kennisgeving,
togen, als bedoeld in artikel 8, lid 3, onder
e van het Motor- en Rijwielreglement, in
het belang van de vrijheid en veiligheid
'an het verkeer daarover, geheel of ge
deeltelijk gesloten te verklaren voor het
verkeer in één of in beide richtingen, met
een of meer der in artikel 8, lid 1, onder a
en met h van het motor- en rijwiel-
hglement genoemde categoriëen.
Besluiten tot geslotenverklaring, geno-
®en krachtens het vorige lid, kunnen door
Burgemeester en Wethouders, blijkens
'Mnbare kennisgeving, worden gewijzigd
opgeheven.
Artikel 5.
Burgemeester en Wethouders zijn be
voegd over te gaan tot tijdelijke sluiting,
als bedoeld in artikel 10 bis van het Motor
en RijwieTreglement, van wegen of wegge
deelten voor het verkeer in één of in beide
richtingen met motorrijtuigen, rijwielen,
voertuigen, rij- en trekdieren en vee, dan
*el met een of meer dezer categorieën.
Artikel 6.
Burgemeester en Wethouders zijn be
voegd ten aanzien van wegen of gedeelten
ran wegen, in het belang van de vrijheid
fn de veiligheid van het verkeer daarover,
lelet op de breedte van den weg en de
verkeersdrukte, die daar in het algemeen
Jdorscht, blijkens openbare kennisgeving,
vast te stellen, te wijzigen of op te heffen
bepaling, dat met een motorrijtuig een
™oer motorrijtuig, dat zich in dezelfde
™™ng voortbeweegt, niet ingehaald mag
Artikel 7.
Burgemeester en Wethouders zijn be-
oegd ten aanzien van wegen of gedeelten
van wegen, in het belang van de vrijheid
de veiligheid van het verkeer daarover,
op de breedte van den weg. blijkens
voubare kennisgeving, vast te stellen, te
wijzigen en op te heffen de bepaling, dat
het verkeer uit één richting den voorrang
zal hebben boven het verkeer uit de tegen
gestelde richting.
Artikel 8.
Burgemeester en Wethouders zijn be
voegd, met inachtneming van het bepaalde
in artikel 36 van het Motor- en Rijwielre
glement, wegen, geen Rijks- of provinciale
wegen zijnde en niet gelegen buiten de be
bouwde kommen, naar gelang van hun ge
schiktheid voor het verkeer met zware
motorrijtuigen, blijkens openbare kennis
geving, in te deelen in een der klassen, ge
noemd in artikel 36, lid e, van het Motor
en Rijwielreglement.
Artikel 9.
Burgemeester en Wethouders zijn be
voegd, met inachtneming van het bepaalde
in artikel 47 van het Motor- en Rijwiel
reglement, wegen, geen Rijks- of provin
ciale wegen zijnde en niet gelegen buiten
de bebouwde kom, blijkens openbare ken
nisgeving, gesloten te verklaren voor mo
torrijtuigen en aanhangwagens, waarvan
het gewicht, met inbegrip van de lading,
of de grootste wielbelasting een in het be
sluit tot geslotenverklaring aangegeven
maximum overschrijdt.
Artikel 10.
Het is den bestuurders van rijtuigen,
waarvan het gewicht, met inbegrip van de
lading, of de grootste wielbelasting een
door Burgemeester en Wethouders in hun
desbetreffend besluit aangegeven maxi
mum overschrijdt, verboden te berijden de
openbare wegen, welke door Burgemeester
en Wethouders, blijkens openbare kennis
geving, voor zoodanige rijtuigen zijn ge
sloten.
Artikel 11.
Burgemeester en Wethouder^ nemen
spoedeischende gevallen uitgezonderd
geen besluit krachtens een der artikelen 4,
6, 7, 8. 9 en 10 dan nadat zij het gevoelen
hebben ingewonnen van een commissie,
waarvan de samenstelling, werkkring en
werkwijze bij afzonderlijke verordening
worden geregeld.
Artikel 12.
Het is, onverminderd het bepaalde in ar
tikel 45 van het Motor- en Rijwielregle
ment, verboden, tenzij met schriftelijke
vergunning van of vanwege Burgemeester
en Wethouders, over den openbare weg te
rijden met of te vervoeren weglocomotie-
ven, stoomketels, stoom- of motorwalsen en
in het algemeen buitengewoon zware of
groote wagens of voorwerpen, die aan den
weg schade kunnen toebrengen of een be
lemmering kunnen vormen voor het ver
keer.
Artikel 13.
Het is verboden over een beweegbare
brug een vracht te vervoeren, waarvan het
gewicht of den omvang, naar het oordeel
van het brug- en havenpersoneel of van de
technische ambtenaren bij den dienst der
Gemeentewerken en, bij nlet-aanwezlgheld
van dit personeel of van die ambtenaren,
naar het oordeel van de ambtenaren der
gemeentepolitie, de brug aan beschadiging
blootstellen.
Artikel 14.
Het is, onverminderd het bepaalde in
afdeeling V. van deze verordening, verbo
den, tenzij in geval van noodzaak, met een
voertuig, een motorrijtuig, een rijwiel, een
kruiwagen of een rijdier te rijden of stil
te staan:
a. over of op voetpaden;
b. over of op het grasgewas langs den
openbaren weg en de gras- en bloemper
ken en verdere beplante gedeelten in de
parken en plantsoenen.
De verbodsbepaling van het vorige lid
onder a is niet van toepassing ten aan
zien van rijwielen op meer dan twee wielen
en voertuigen, waarin zieken of gebrekki-
gen worden vervoerd.
Artikel 15.
Het bepaalde in artikel 14, lid 1, is mede
van toepassing op het aan de hand voeren
van motorrijtuigen op twee wielen, rij
wielen en rij- en trekdieren.
Artikel 16.
In afwijking van het bepaalde in de
artikelen 14 en 15 is het geoorloofd:
a. met een voertuig, een motorrijtuig op
meer dan twee wielen of een kruiwagen
over een voetpad te rijden, alsmede een
motorrijtuig op twee wielen, een rijwiel of
een rij- of trekdier over een voetpad aan
de hand te voeren naar of van gebouwen
of erven, waarheen men zich begeeft of
vanwaar men komt, mits langs den kort-
sten weg van of naar het gedeelte van den
openbaren weg, waar het rijden met of het
aan de hand voeren van genoemde ver
voermiddelen geoorloofd is;
b. met een motorrijtuig op twee wielen
of een rijwiel stil te staan op de Voetpa
den vóór gebouwen of erven, als onder a
bedoeld, mits het verkeer over het voetpad
hierdoor niet wordt belemmerd;
c. met een motorrijtuig op twee wielen of
een rijwiel gebruik te maken van de klin
kerbestrating langs de walkanten van
grachten;
d. een rijwiel aan de hand te voeren op
de door Burgemeester en Wethouders, blij
kens openbare kennisgeving, aangewezen
voetpaden in de parken.
III. Bepalingen betreffende de
regeling van het verkeer.
Artikel 17.
Wanneer een ambtenaar der politie in
het belang van de openbare orde of vei
ligheid of ter regeling van het verkeer
het bevel of de aanwijzing tot stoppen
geeft, alsmede wanneer het verkeer dien
tengevolge of door een andere oorzaak ge
stremd of gestopt is, zijn de bestuurders
van voertuigen, motorrijtuigen, rijwielen,
kinderwagens en kruiwagens, de bestuur
ders en geleiders van rij- en trekdieren,
de geleiders van vee, alsmede zij, die een
motorrijtuig op twee wielen of een rijwiel
aan de hand medevoeren, verplicht zich
in een rij op te stellen in volgorde van
aankomst, met dien verstande, dat:
a. de stoplijn, voorzoover aanwezig, niet
wordt overschreden,
b. de te hunner linkerzijde gelegen helft
van den weg wordt vrijgelaten,
c. de toegang tot en de uitgang uit
dwarsstraten worden vrijgelaten.
d. nageleefd worden de nadere aanwij
zingen van de politie.
Bestuurders van rijwielen zijn in het
geval van het vorige lid bovendien ver
plicht op zoodanige wijze stil te houden,
dat zij tenminste één voet op den grond
hebben.
Artikel 18.
Onverminderd het bepaalde in artikel
17, zijn de bestuurders van voertuigen en
van motorrijtuigen op meer dan twee wie
len verplicht voor een geopende brug of
een gesloten spoorwegovergang, voorzoo-
ver daarbij geen stoplijn aanwezig is, te
stoppen op een afstand van ten minste 10
Meter van de brug of den spoorwegover
gang. Voetgangers zijn verplicht zich voor
een geopende brug of gesloten spoorweg
overgang zooveel mogelijk op de rechter
zijde van den weg op te stellen.
De bestuurders van voertuigen en van
motorrijtuigen op meer dan twee wielen
zijn verplicht na sluiting van een geopen
de brug of opening van een gesloten
spoorwegovergang, alvorens door te rijden
aan de wachtende voetgangers den voor
rang te geven.
Artikel 19.
Het is den bestuurders van voertuigen,
van motorrijtuigen en van rijwielen, den
bestuurders en geleiders van rij- en trek
dieren, alsmede den geleiders van vee ver
boden op den openbaren weg hun weg te
vervolgen op plaatsen, waar een haltesig
naal, op voorschrift of met goedkeuring
van Burgemeester en Wethouders aange
bracht, de nadering van een tramwagen
aankondigt, totdat deze tramwagen voor
bij is gereden.
Artikel 20.
De bestuurders van voertuigen, van
kruiwagens en van rijwielen, alsmede de
bestuurders en geleiders van rij- en trek
dieren en de geleiders van vee zijn ver
plicht op den openbaren weg op de rech
terzijde van de rijbaan zooveel mogelijk
rechts te houden.
Artikel 21.
Het is voetgangers verboden op die
openbare wegen of gedeelten van open
bare wegen, welke door Burgemeester en
Wethouders blijken openbare kennisge
ving, zijn aangewezen, hetzij gedurende de
daarbij aangegeven uren, hetzij gedurende
de daarbij aangegeven dagen, hetzij te
allen tijde, anders te loopen dan op het
voor hen rechts gelegen voetpad.
Artikel 22.
Onverminderd het bepaalde in artikel
7 van het Motor- en Rijwielreglement, is
het voetgangers verboden, tenzij uit nood
zaak, ln de lengterichting over de rijbaan
van een openbaren weg te loopen of daar
op stil te staan, indien het rijverkeer
hiervan belemmering ondervindt.
De bepaling van het vorige lid is niet
van toepassing op hen, die een motorrij
tuig op twee wielen of een rijwiel aan de
hand medevoeren, noch op bestuurders
van kruiwagens, op bestuurders en gelei
ders van rij- en trekdieren en op gelei
ders van vee.
Artikel 23.
De bestuurders van voertuigen, motor
rijtuigen en rijwielen, de bestuurders en
geleiders van rij- en trekdieren en de ge
leiders van vee zijn onverminderd het
bepaalde in artikel 23 der Motor- en Rij
wielwet verplicht aan de door de poli
tie in het belang van de openbare orde,
van de vrijheid of veiligheid van het ver
keer of ter regeling van het verkeer ge
geven bevelen of aanwijzingen onmiddel
lijk gevolg te geven.
Het bepaalde in het vorige lid is mede
van toepassing op voetgangers.
Artikel 24.
Het is den bestuurders van rijtuigen en
motorrijtuigen verboden bij het brengen
of het afhalen van personen naar of van
schouwburgen, concertgebouwen, kerken en
andere vereeniglngsplaatsen, alsmede
naar of van de spoorwegstations hun rij
tuigen en motorrijtuigen anders op te
stellen of daarmede anders op te rijden
of weg te rijden dan in volgorde van aan
komst en met inachtneming van de na
dere aanwijzingen van de politie.
Voorzoover door de politie geen andere
aanwijzingen worden gegeven, zijn de be
stuurders van rijtuigen en motorrijtuigen
verplicht:
a. wanneer zij personen naar den
Schouwburg aan de Oude Vest brengen of
van dien Schouwburg afhalen, op te rij
den aan de zijde van de Turfmarkt en
weg te rijden in de richting naar de
Mare;
b. bij bijeenkomsten in de Stadsgehoor
zaal aan de Breestraat zoowel voor het
brengen als voor het afhalen van perso
nen op te rijden van de zijde van de Hoo-
gewoerd en ;weg te rijden in de richting
naar het Noordeinde.
Artikel 25.
Het is verboden den geregelden gang of
de volgorde van een bereden of onbereden
rijdende of marcheerende militaire troep,
van een met toestemming van den Bur
gemeester gehouden optocht of van een
begrafenisstoet te belemmeren of te hin
deren.
IV. Bepalingen over snelheid.
Artikel 26.
Het is verboden op den openbaren weg
met rijtuigen of met rijdieren harder te
rijden dan in matigen draf.
Artikel 27.
Het is verboden op den openbaren weg
harder dan stapvoets te rijden:
a. met rijtuigen bij het rijden om een
b. met rijtuigen en met rijdieren op
plaatsen, waar zich een volksmenigte be
vindt;
c. met rijtuigen en met rijdieren op
plaatsen, waar markt gehouden wordt;
d. met handkarren en met karren, be
spannen met een of meer honden, tenzij
bij het oprijden van een brug of helling;
e. met voertuigen en met rijdieren op de
door Burgemeester en Wethouders, blij
kens openbare kennisgeving, daarvoor aan
gewezen wegen, te allen tijde of gedu
rende de daarbij bepaalde uren.
Artikel 28.
Het is den bestuurders van motorrij
tuigen en van rijwielen verboden binnen
de bebouwde kom der gemeente op den
openbaren weg te rijden met een grootere
't snelheid dan van 25 K.M. per uur.
Het is den bestuurders van motorrij
tuigen, door middel waarvan één of meer
motorrijtuigen of één of meer voertuigen,
niet zijnde éénassige aanhangwagens met
een eigen gewicht van niet meer dan 200
K.G., worden voortbewogen, verboden
binnen de bebouwde kom der gemeente
op den openbaren weg te rijden met een
grootere snelheid dan van 12 K.M. per uur.
Op de wegen, welke toegang geven tot
de bebouwde kom der gemeente, worden
op de door Burgemeester en Wethouders
vast te stellen plaatsen de ingevolge dit
artikel in acht te nemen maximum-snel
heden aangeduid op de wijze, bedoeld in
artikel 7 der Motor- en Rijwielwet.
Burgemeester en Wethouders zijn be
voegd van de in lid 1 en 2 van dit artikel
vervatte verbodsbepalingen ontheffing te
verleenen.
Artikel 29.
Burgemeester en Wethouders zijn be
voegd, met inachtneming van het bepaal
de in artikel 48 van het Motor- en Rijwiel
reglement, voor het rijden over bruggen,
ln beheer bij de gemeente, met een motor
rijtuig of een aanhangwagen met een
daarbij te bepalen grootste wielbelasting
boven 1200 K.G. een in acht te nemen
maximum-snelheid, mits niet beneden 6
K.M. i>er uur, vast te stellen.
V. Bepalingen betreffende stilstaande
vervoermiddelen.
Artikel 30.
Het is, tenzij uit verkeersnoodzaak, ver
boden op den openbaren weg een voertuig,
een motorrijtuig of een rijwiel in stil
stand te hebben aldus, dat de vrijheid of
de veiligheid van het verkeer wordt be
lemmerd of in gevaar gebracht.
Het bepaalde in het eerste lid is van
overeenkomstige toepassing ten aanzaen
van kruiwagens en rij- en trekdieren.
Artikel 31.
Het is, onverminderd het bepaalde in
artikel 30, verboden, tenzij uit verkeers
noodzaak, op den openbaren weg een
voertuig of een motorrijtuig op meer dan
twee wielen in stilstand te hebben:
a. anders dan aan den kant van en op
de rijbaan en in de richting, evenwijdig
daaraan, tenzij de politie een andere wijze
van plaatsing aanwijst;
b. voor een dwarsstraat, op den hoek
van een straat of op een afstand van
minder dan 5 Meter daarvan, op een brug,
onder een poort of op een afstand van
minder dan 5 Meter van een tramhalte.
In afwijking van het bepaalde in het
eerste lid onder a is het geoorloofd een
voertuig of een motorrijtuig op meer dan
twee wielen in stilstand te hebben op
voetpaden langs de walkanten van grach
ten.
Van de verbodsbepaling, vervat onder
b van het eerste lid, kunnen Burgemeester
en Wethouders schriftelijk ontheffing
verleenen.
Het bepaalde in dit artikel is van over
eenkomstige toepassing ten aanzien van
rijwielen op meer dan twee wielen en rij
en trekdieren.
Artikel 32.
Burgemeester en Wethouders zijn be
voegd, in het belang van de vrijheid en
de veiligheid van het verkeer over een
weg, blijkens openbare kennisgeving vast
te stellen, te wijzigen en op te heffen de
bepalingen:
adat op dien weg of een gedeelte daar
van motorrijtuigen, rijwielen of voertui
gen niet tot stilstand mogen worden ge
bracht',
b. dat men op dien weg of 'n gedeelte daar
van motorrijtuigen, rijwielen op meer dan
twee wielen of voertuigen niet in stilstand
mag hebben, anders dan tot het onmid
dellijk uit- of inlaten of uit- of instappen
van personen;
c. dat men op dien weg of een gedeelte
daarvan motorrijtuigen, rijwielen op meer
dan twee wielen of voertuigen niet in
stilstand mag hebben, anders dan tot het
onmiddellijk uit- of inladen of uit_ of
instappen van personen of het onmiddel
lijk laden of lossen van goederen;
d. dlat men op dien weg of een gedeelte
daarvan motorrijtuigen, rijwielen op meer
dan twee wielen of voertuigen niet in stil
stand mag hebben langer dan gedurende
een bepaalden tijdsduur.
Van de verbodsbepalingen, bedoeld in
het vorige lid, kunnen Burgemeester en
Wethouders schriftelijk ontheffing verlee
nen
Burgemeester en Wethouders nemen
spoedeischende gevallen uitgezonderd
geen besluit krachtens het eerste lid dan
nadat zij het gevoelen hebben ingewonnen
van de commissie, bedoeld in artikel 11.
Artikel 33.
Het is, tenzij uit verkeersnoodzaak. ver
boden op den openbaren weg een voertuig
of een motorrijtuig op meer dan twee wie
len in stilstand te hebben, indien aan de
tegenovergestelde zijde van den weg. op
een afstand van minder dan 15 Meter,
reeds een voertuig of een motorrijtuig op
meer dan twee wielen staat.
Het bepaalde in het vorige lid is niet
van toepassing daar. waar de rijbaan een
voldoende breedte heeft voor gelijktijdig
verkeer met motorrijtuigen op meer dan
twee wielen en voertuigen in beide rich
tingen tusschen twee aan weerszijden van
de rijbaan tegenover elkander stilstaande
motorrijtuigen op meer dan twee wielen
of voertuigen.
Voor de toepassing van dit artikel wor
den onder voertuigen mede begrepen rij
wielen op meer dan twee wielen.
Artikel 34.
Het bepaalde in de artikelen 31 en 33
is niet van toepassing op die plaatsen,
welke Burgemeester en Wethouders blij
kens openbare kennisgeving, als parkeer
plaatsen hebben aangewezen.
Burgemeester en Wethouders zijn be
voegd voorschriften te geven ten aanzien
van het in stilstand hebben van voertui
gen en motorrijtuigen op parkeerplaatsen.
Artikel 35.
Het is, tenzij met schriftelijke vergun
ning van Burgemeester en Wethouders,
verboden op of nabij een overeenkomstig
artikel 34 aangewezen parkeerplaats als
bewaker van daarop geplaatste of te plaat
sen vervoermiddelen post te vatten of op
eenigerlei wijze zijn diensten als zoodanig
aan te bieden.
De toegelaten bewakers als bedoeld in
het vorige lid, zijn verplicht een nader
door Burgemeester en Wethouders vast te
stellen teeken zichtbaar op de borst te dra
gen gedurende den tijd, dat zij op of nabij
een parkeerplaats op post staan of op
eenigerlei wijze hun diensten aanbieden of
verleenen.
Zij mogen geen hooger loon vorderen
dan vermeld is in een door Burgemeester
en Wethouders vast te stellen tarief waar
van zij steeds een gedrukt exemplaar bij
zich moeten hebben, hetwelk zij op de
eerste aanvraag van dengene, wien zij hun,
diensten aanbieden of verleenen, of op de
eerste vordering van een ambtenaar der
politie ter inzage moeten geven.
Artikel 36.
Het bepaalde in artikel 31. lid 1. en in
artikel 33 is niet van toepassing op dagen,
waarop veemarkt wordt gehouden, in die
straten, welke door Burgemeester en Wet
houders, blijkens openbare kennisgeving,
worden aangewezen, gedurende de daarbij
vermelde uren.
Artikel 37.
De bestuurder van een voertuig of van
een motorrijtuig, dat stilstaat ter plaatse,
waar de breedte van de rijbaan niet vol
doende is voor het verkeer met twee voer
tuigen of motorrijtuigen naast elkander, Is
verplicht op te rijden, wanneer zulks voor
een ander voertuig of motorrijtuig, om
voorbij te kunnen rijden, noodig is.
Het bepaalde in het vorige lid is van
overeenkomstige toepassing ten aanzien
van rijwielen op meer dan twee wielen.
Artikel 38.
Het is. behoudens schriftelijke vergun
ning van Burgemeester en Wethouders,
verboden een motorrijtuig op meer dan
twee wielen, niet vallende onder artikel 39,
op den openbaren weg in stilstand te heb
ben, voorzoover dit kennelijk het karakter
heeft van het gebruiken van den open
baren weg als bergplaats.
Artikel 39.
Het is, behoudens schriftelijke vergun
ning van Burgemeester en Wethouders,
verboden op den openbaren weg onbeheerd
in stilstand te hebben, anders dan tot het
onmiddellijk laden of lossen:
a. voertuigen en rijwielen op meer dan
■twee wielen;
b. motorrijtuigen op meer dan twee
wielen, uitsluitend of in hoofdzaak be
stemd voor het vervoer van goederen of
dieren.
Artikel 40.
Het is. tenzij uit verkeersnoodzaak, ver
boden op den openbaren weg een voertuig
of een motorrijtuig in stilstand te hebben
op een afstand van minder dan 10 Meter
van een uitstap- of vluchtheuvel.
Voor de toepassing van dit artikel wor
den onder voertuigen mede begrepen rij
wielen op meer don twee wielen,
Artikel 41.
Het is, tenzij uit verkeersnoodzaak, ver
boden een voertuig of een motorrijtuig in
stilstand te hebben op die gedeelten van
den openbaren weg, welke, blijkens aan
duiding vanwege Burgemeester en Wet
houders, door hun college, door het ver
leenen van een vergunning krachtens arti
kel 22 der verordening op de Straatpolitie,
zijn aangewezen als standplaats voor
eenig vervoermiddel.
Het verbod van het eerste lid is niet
van toepassing ten aanzien van de ver
voermiddelen, waarop de vergunning, in
dat lid bedoeld, betrekking heeft.
VI. Verschillende bepalingen.
Artikel 42.
Het is verboden:
aaan personen beneden den leeftijd
van zestien jaren op den openbaren weg
rijtuigen te besturen of rijdieren te be
rijden, tenzij onder voldoende toezicht;
b. aan personen beneden den leeftijd
van veertien jaren op den of>enbaren weg
handwagens te besturen of rij- en trek
dieren te geleiden of te besturen, tenzij
onder voldoende toezicht
Artikel 43.
Het is aan eigenaren, bezitters of ge
bruikers van rijtuigen of van rijdieren ver
boden toe te laten, dat deze op den open
baren weg worden bestuurd of bereden
door personen beneden den leeftijd van
zestien jaren, tenzij door die eigenaren,
bezitters of gebruikers voor voldoende toe
zicht wordt zorg gedragen.
Het is aan eigenaren, bezitters of gebrui
kers van handwagens en van rij- en trek
dieren verboden toe te laten, dat deze op
den openbaren weg worden bestuurd of
geleid door personen beneden den leeftijd
van veertien jaren, tenzij door die eigena
ren, bezitters of gebruikers voor voldoende
toezicht wordt zorg gedragen.
Artikel 44.
Het is den bestuurder van een rijwiel
verboden op den openbaren weg een trek
dier te besturen of twee of meer trekdie
ren te geleiden.
Artikel 45.
Het is verboden op den openbaren weg
te rijden met een handwagen of met een
rijwiel op meer dan twee wielen, indien
de wagen of het rijwiel zoodanig beladen
is, dat het vrije uitzicht van den bestuur
der op den weg vóór den wagen of het rij
wiel belemmerd wordt, tenzij de wagen of
het rijwiel getrokken wordt of iemand
daarvóór loopt ter waarschuwing van het
publiek.
Artikel 46.
Het is den bestuurder van een voertuig,
niet zijnde een aanhangwagen als bedoeld
in de artikelen 42 en 44 van het Motor- en
Rijwielreglement, verboden daarmede op
den openbaren weg te rijden:
a. indien de breedte van het voertuig
met inbegrip van de lading meer bedraagt
van 2.35 Meter;
b, indien met het voertuig een last wordt
vervoerd, welke meer dan 2 Meter buiten
de voorzijde of buiten de achterzijde van
het voertuig uitsteekt, tenzij die last aan
het einde door een persoon wordt geleid of
gestuurd.
Burgemeester en Wethouders zijn be
voegd van het bepaalde in het vorige lid
onder a ontheffing te verleenen.
Artikel 47.
Het is den bestuurder van een motor
rijtuig op twee of drie wielen verboden op
den openbaren weg:
a. daarmede een of meer personen te
vervoeren;
b. daarmede een last te vervoeren, welke,
indien het een motorrijtuig op twee wielen
betreft, zijwaarts buiten de stuurkruk uit-