officieele kennisgeving 75,te Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 25 Augustus 1934 Derde Blad No. 22831 gmgemeester en Wethouders van Lelden te weten, dat door den Raad dier «meente, ln zijne vergadering van den jjm Juni 1934, Is vastgesteld de volgende («ordening: verordening op het verkeer te land. i. Algemeene bepalingen. Artikel 1. In deze verordening worden verstaan: onder openbaren weg: alle straten, tgen, sloppen, gangen, grachten, kaden, elnen, wegen, lanen, paden (alle met begrip van stoepen), trottoirs, wandel- aatsen, erven en andere open plaatsen i bruggen, welke, zij het ook met eenige per king, voor een leder toegankelijk zijn; onder voetpaden: de verhoogde trot- oirs, onafgesloten stoepen, vlucht- en litstaphedvels, de paden ln de parken en plantsoenen, alsmede, voorzoover geen ver legde trottoirs of onafgesloten stoepen inwezlg zijn, de klinkerpaden en rabatten r zijde van den openbaren weg welke het- y door een ander soort wegdek, hetzij oor een in het wegdek aangebrachte af melding van het overige gedeelte van den zijn onderscheiden, zulks tot een reédte van ten hoogste 1.50 Meter, en, oorzoover zoodanige klinkerpaden of ra itten niet aanwezig zijn, de gedeelten den openbaren weg, ter breedte van Meter, gerekend uit de lijn der afgesloten toepen of voortuinen of, waar geen afge- oten stoepen of voortuinen zijn, uit de yn der bebouwing; onder rijbaan: die gedeelten van den ipenbaren weg, welke niet zijn voetpaden och rijwielpaden ln den zin van artikel 1 ider 3o der Motor en Rijwielwet; onder voertuigen: elk vervoermiddel, Itgezonderd motorrijtuigen, rijwielen, lamrijtuigen, kruiwagens en kinder wens; onder rijtuigen: elk vervoermiddel, he leind om door een of meer trekdieren te irden voortbewogen; onder rijdieren en trekdieren: paarden, ndlezels, muildieren en ezels; onder motorrijtuigen: elk vervoermiddel, .stemd om uitsluitend of mede door een «hanische kracht, op of aan het ver- -nniddel zelf aanwezig, anders dan langs poorstaven te worden voortbewogen; 'onder aanhangwagens: voertuigen, welke ir een motorrijtuig worden voortbewo- en, met uitzondering van onklare mo orrijtuigen, welke door een ander motor drie worden voortbewogen, uitsluitend :t het doel om een plaats van berging herstel te bereiken; onder wielbelasting: de druk, welke door in wiel op het rijvlak wordt uitgeoefend, inneer het voertuig of motorrijtuig ln out is, met dien verstande, dat daarbij een unenstel van wielen, op één wielnaaf ge muteerd, als één wiel wordt beschouwd; onder stoplijnen: al dan niet onderbro- lijnen, strooken, strepen of andere ir Burgemeester en Wethouder vastge- :1de aanduidingen, ln of op het plaveisel den openbaren weg aangebracht, ten lode ln den zin van artikel 17 als stoplijn dienen; onder openbaar middel tot vervoer van isonen: de motorrijtuigen, bestemd om iregeld langs een bepaalden weg de per- nen, die zich daartoe aanmelden, te ver eren, onverschillig, of dit vervoer al dan iet van eenige voorwaarde of van de in- ithtneming van eenlgen vorm afhankelijk gesteld, voorzoover zij ruimte bieden oor tenminste acht personen, buiten den istuurder. Artikel 2. Burgemeester en Wethouders kunnen oaden, ln beheer bij de gemeente, onge uit, of zij deel uitmaken van een weg, op le wijze, als in artikel 1 der Motor- en Rljwielbeschikking bedoeld, aanduiden als rijwielpaden in den zin van artikel 1 onder der Motor- en Rijwielwet. Artikel 3. De openbare kennisgevingen, door Bur gmeester en Wethouders krachtens deze '«ordening gedaan, worden afgekondigd op de wijze, voor afkondiging van de plaat- lijke verordeningen te Leiden voorge- khreven, Bepalingen betreffende het gebruik van wegen voor het verkeer. Artikel 4. Burgemeester en Wethouders zijn be- 'oegd, blijkens openbare kennisgeving, togen, als bedoeld in artikel 8, lid 3, onder e van het Motor- en Rijwielreglement, in het belang van de vrijheid en veiligheid 'an het verkeer daarover, geheel of ge deeltelijk gesloten te verklaren voor het verkeer in één of in beide richtingen, met een of meer der in artikel 8, lid 1, onder a en met h van het motor- en rijwiel- hglement genoemde categoriëen. Besluiten tot geslotenverklaring, geno- ®en krachtens het vorige lid, kunnen door Burgemeester en Wethouders, blijkens 'Mnbare kennisgeving, worden gewijzigd opgeheven. Artikel 5. Burgemeester en Wethouders zijn be voegd over te gaan tot tijdelijke sluiting, als bedoeld in artikel 10 bis van het Motor en RijwieTreglement, van wegen of wegge deelten voor het verkeer in één of in beide richtingen met motorrijtuigen, rijwielen, voertuigen, rij- en trekdieren en vee, dan *el met een of meer dezer categorieën. Artikel 6. Burgemeester en Wethouders zijn be voegd ten aanzien van wegen of gedeelten ran wegen, in het belang van de vrijheid fn de veiligheid van het verkeer daarover, lelet op de breedte van den weg en de verkeersdrukte, die daar in het algemeen Jdorscht, blijkens openbare kennisgeving, vast te stellen, te wijzigen of op te heffen bepaling, dat met een motorrijtuig een ™oer motorrijtuig, dat zich in dezelfde ™™ng voortbeweegt, niet ingehaald mag Artikel 7. Burgemeester en Wethouders zijn be- oegd ten aanzien van wegen of gedeelten van wegen, in het belang van de vrijheid de veiligheid van het verkeer daarover, op de breedte van den weg. blijkens voubare kennisgeving, vast te stellen, te wijzigen en op te heffen de bepaling, dat het verkeer uit één richting den voorrang zal hebben boven het verkeer uit de tegen gestelde richting. Artikel 8. Burgemeester en Wethouders zijn be voegd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 36 van het Motor- en Rijwielre glement, wegen, geen Rijks- of provinciale wegen zijnde en niet gelegen buiten de be bouwde kommen, naar gelang van hun ge schiktheid voor het verkeer met zware motorrijtuigen, blijkens openbare kennis geving, in te deelen in een der klassen, ge noemd in artikel 36, lid e, van het Motor en Rijwielreglement. Artikel 9. Burgemeester en Wethouders zijn be voegd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 47 van het Motor- en Rijwiel reglement, wegen, geen Rijks- of provin ciale wegen zijnde en niet gelegen buiten de bebouwde kom, blijkens openbare ken nisgeving, gesloten te verklaren voor mo torrijtuigen en aanhangwagens, waarvan het gewicht, met inbegrip van de lading, of de grootste wielbelasting een in het be sluit tot geslotenverklaring aangegeven maximum overschrijdt. Artikel 10. Het is den bestuurders van rijtuigen, waarvan het gewicht, met inbegrip van de lading, of de grootste wielbelasting een door Burgemeester en Wethouders in hun desbetreffend besluit aangegeven maxi mum overschrijdt, verboden te berijden de openbare wegen, welke door Burgemeester en Wethouders, blijkens openbare kennis geving, voor zoodanige rijtuigen zijn ge sloten. Artikel 11. Burgemeester en Wethouder^ nemen spoedeischende gevallen uitgezonderd geen besluit krachtens een der artikelen 4, 6, 7, 8. 9 en 10 dan nadat zij het gevoelen hebben ingewonnen van een commissie, waarvan de samenstelling, werkkring en werkwijze bij afzonderlijke verordening worden geregeld. Artikel 12. Het is, onverminderd het bepaalde in ar tikel 45 van het Motor- en Rijwielregle ment, verboden, tenzij met schriftelijke vergunning van of vanwege Burgemeester en Wethouders, over den openbare weg te rijden met of te vervoeren weglocomotie- ven, stoomketels, stoom- of motorwalsen en in het algemeen buitengewoon zware of groote wagens of voorwerpen, die aan den weg schade kunnen toebrengen of een be lemmering kunnen vormen voor het ver keer. Artikel 13. Het is verboden over een beweegbare brug een vracht te vervoeren, waarvan het gewicht of den omvang, naar het oordeel van het brug- en havenpersoneel of van de technische ambtenaren bij den dienst der Gemeentewerken en, bij nlet-aanwezlgheld van dit personeel of van die ambtenaren, naar het oordeel van de ambtenaren der gemeentepolitie, de brug aan beschadiging blootstellen. Artikel 14. Het is, onverminderd het bepaalde in afdeeling V. van deze verordening, verbo den, tenzij in geval van noodzaak, met een voertuig, een motorrijtuig, een rijwiel, een kruiwagen of een rijdier te rijden of stil te staan: a. over of op voetpaden; b. over of op het grasgewas langs den openbaren weg en de gras- en bloemper ken en verdere beplante gedeelten in de parken en plantsoenen. De verbodsbepaling van het vorige lid onder a is niet van toepassing ten aan zien van rijwielen op meer dan twee wielen en voertuigen, waarin zieken of gebrekki- gen worden vervoerd. Artikel 15. Het bepaalde in artikel 14, lid 1, is mede van toepassing op het aan de hand voeren van motorrijtuigen op twee wielen, rij wielen en rij- en trekdieren. Artikel 16. In afwijking van het bepaalde in de artikelen 14 en 15 is het geoorloofd: a. met een voertuig, een motorrijtuig op meer dan twee wielen of een kruiwagen over een voetpad te rijden, alsmede een motorrijtuig op twee wielen, een rijwiel of een rij- of trekdier over een voetpad aan de hand te voeren naar of van gebouwen of erven, waarheen men zich begeeft of vanwaar men komt, mits langs den kort- sten weg van of naar het gedeelte van den openbaren weg, waar het rijden met of het aan de hand voeren van genoemde ver voermiddelen geoorloofd is; b. met een motorrijtuig op twee wielen of een rijwiel stil te staan op de Voetpa den vóór gebouwen of erven, als onder a bedoeld, mits het verkeer over het voetpad hierdoor niet wordt belemmerd; c. met een motorrijtuig op twee wielen of een rijwiel gebruik te maken van de klin kerbestrating langs de walkanten van grachten; d. een rijwiel aan de hand te voeren op de door Burgemeester en Wethouders, blij kens openbare kennisgeving, aangewezen voetpaden in de parken. III. Bepalingen betreffende de regeling van het verkeer. Artikel 17. Wanneer een ambtenaar der politie in het belang van de openbare orde of vei ligheid of ter regeling van het verkeer het bevel of de aanwijzing tot stoppen geeft, alsmede wanneer het verkeer dien tengevolge of door een andere oorzaak ge stremd of gestopt is, zijn de bestuurders van voertuigen, motorrijtuigen, rijwielen, kinderwagens en kruiwagens, de bestuur ders en geleiders van rij- en trekdieren, de geleiders van vee, alsmede zij, die een motorrijtuig op twee wielen of een rijwiel aan de hand medevoeren, verplicht zich in een rij op te stellen in volgorde van aankomst, met dien verstande, dat: a. de stoplijn, voorzoover aanwezig, niet wordt overschreden, b. de te hunner linkerzijde gelegen helft van den weg wordt vrijgelaten, c. de toegang tot en de uitgang uit dwarsstraten worden vrijgelaten. d. nageleefd worden de nadere aanwij zingen van de politie. Bestuurders van rijwielen zijn in het geval van het vorige lid bovendien ver plicht op zoodanige wijze stil te houden, dat zij tenminste één voet op den grond hebben. Artikel 18. Onverminderd het bepaalde in artikel 17, zijn de bestuurders van voertuigen en van motorrijtuigen op meer dan twee wie len verplicht voor een geopende brug of een gesloten spoorwegovergang, voorzoo- ver daarbij geen stoplijn aanwezig is, te stoppen op een afstand van ten minste 10 Meter van de brug of den spoorwegover gang. Voetgangers zijn verplicht zich voor een geopende brug of gesloten spoorweg overgang zooveel mogelijk op de rechter zijde van den weg op te stellen. De bestuurders van voertuigen en van motorrijtuigen op meer dan twee wielen zijn verplicht na sluiting van een geopen de brug of opening van een gesloten spoorwegovergang, alvorens door te rijden aan de wachtende voetgangers den voor rang te geven. Artikel 19. Het is den bestuurders van voertuigen, van motorrijtuigen en van rijwielen, den bestuurders en geleiders van rij- en trek dieren, alsmede den geleiders van vee ver boden op den openbaren weg hun weg te vervolgen op plaatsen, waar een haltesig naal, op voorschrift of met goedkeuring van Burgemeester en Wethouders aange bracht, de nadering van een tramwagen aankondigt, totdat deze tramwagen voor bij is gereden. Artikel 20. De bestuurders van voertuigen, van kruiwagens en van rijwielen, alsmede de bestuurders en geleiders van rij- en trek dieren en de geleiders van vee zijn ver plicht op den openbaren weg op de rech terzijde van de rijbaan zooveel mogelijk rechts te houden. Artikel 21. Het is voetgangers verboden op die openbare wegen of gedeelten van open bare wegen, welke door Burgemeester en Wethouders blijken openbare kennisge ving, zijn aangewezen, hetzij gedurende de daarbij aangegeven uren, hetzij gedurende de daarbij aangegeven dagen, hetzij te allen tijde, anders te loopen dan op het voor hen rechts gelegen voetpad. Artikel 22. Onverminderd het bepaalde in artikel 7 van het Motor- en Rijwielreglement, is het voetgangers verboden, tenzij uit nood zaak, ln de lengterichting over de rijbaan van een openbaren weg te loopen of daar op stil te staan, indien het rijverkeer hiervan belemmering ondervindt. De bepaling van het vorige lid is niet van toepassing op hen, die een motorrij tuig op twee wielen of een rijwiel aan de hand medevoeren, noch op bestuurders van kruiwagens, op bestuurders en gelei ders van rij- en trekdieren en op gelei ders van vee. Artikel 23. De bestuurders van voertuigen, motor rijtuigen en rijwielen, de bestuurders en geleiders van rij- en trekdieren en de ge leiders van vee zijn onverminderd het bepaalde in artikel 23 der Motor- en Rij wielwet verplicht aan de door de poli tie in het belang van de openbare orde, van de vrijheid of veiligheid van het ver keer of ter regeling van het verkeer ge geven bevelen of aanwijzingen onmiddel lijk gevolg te geven. Het bepaalde in het vorige lid is mede van toepassing op voetgangers. Artikel 24. Het is den bestuurders van rijtuigen en motorrijtuigen verboden bij het brengen of het afhalen van personen naar of van schouwburgen, concertgebouwen, kerken en andere vereeniglngsplaatsen, alsmede naar of van de spoorwegstations hun rij tuigen en motorrijtuigen anders op te stellen of daarmede anders op te rijden of weg te rijden dan in volgorde van aan komst en met inachtneming van de na dere aanwijzingen van de politie. Voorzoover door de politie geen andere aanwijzingen worden gegeven, zijn de be stuurders van rijtuigen en motorrijtuigen verplicht: a. wanneer zij personen naar den Schouwburg aan de Oude Vest brengen of van dien Schouwburg afhalen, op te rij den aan de zijde van de Turfmarkt en weg te rijden in de richting naar de Mare; b. bij bijeenkomsten in de Stadsgehoor zaal aan de Breestraat zoowel voor het brengen als voor het afhalen van perso nen op te rijden van de zijde van de Hoo- gewoerd en ;weg te rijden in de richting naar het Noordeinde. Artikel 25. Het is verboden den geregelden gang of de volgorde van een bereden of onbereden rijdende of marcheerende militaire troep, van een met toestemming van den Bur gemeester gehouden optocht of van een begrafenisstoet te belemmeren of te hin deren. IV. Bepalingen over snelheid. Artikel 26. Het is verboden op den openbaren weg met rijtuigen of met rijdieren harder te rijden dan in matigen draf. Artikel 27. Het is verboden op den openbaren weg harder dan stapvoets te rijden: a. met rijtuigen bij het rijden om een b. met rijtuigen en met rijdieren op plaatsen, waar zich een volksmenigte be vindt; c. met rijtuigen en met rijdieren op plaatsen, waar markt gehouden wordt; d. met handkarren en met karren, be spannen met een of meer honden, tenzij bij het oprijden van een brug of helling; e. met voertuigen en met rijdieren op de door Burgemeester en Wethouders, blij kens openbare kennisgeving, daarvoor aan gewezen wegen, te allen tijde of gedu rende de daarbij bepaalde uren. Artikel 28. Het is den bestuurders van motorrij tuigen en van rijwielen verboden binnen de bebouwde kom der gemeente op den openbaren weg te rijden met een grootere 't snelheid dan van 25 K.M. per uur. Het is den bestuurders van motorrij tuigen, door middel waarvan één of meer motorrijtuigen of één of meer voertuigen, niet zijnde éénassige aanhangwagens met een eigen gewicht van niet meer dan 200 K.G., worden voortbewogen, verboden binnen de bebouwde kom der gemeente op den openbaren weg te rijden met een grootere snelheid dan van 12 K.M. per uur. Op de wegen, welke toegang geven tot de bebouwde kom der gemeente, worden op de door Burgemeester en Wethouders vast te stellen plaatsen de ingevolge dit artikel in acht te nemen maximum-snel heden aangeduid op de wijze, bedoeld in artikel 7 der Motor- en Rijwielwet. Burgemeester en Wethouders zijn be voegd van de in lid 1 en 2 van dit artikel vervatte verbodsbepalingen ontheffing te verleenen. Artikel 29. Burgemeester en Wethouders zijn be voegd, met inachtneming van het bepaal de in artikel 48 van het Motor- en Rijwiel reglement, voor het rijden over bruggen, ln beheer bij de gemeente, met een motor rijtuig of een aanhangwagen met een daarbij te bepalen grootste wielbelasting boven 1200 K.G. een in acht te nemen maximum-snelheid, mits niet beneden 6 K.M. i>er uur, vast te stellen. V. Bepalingen betreffende stilstaande vervoermiddelen. Artikel 30. Het is, tenzij uit verkeersnoodzaak, ver boden op den openbaren weg een voertuig, een motorrijtuig of een rijwiel in stil stand te hebben aldus, dat de vrijheid of de veiligheid van het verkeer wordt be lemmerd of in gevaar gebracht. Het bepaalde in het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzaen van kruiwagens en rij- en trekdieren. Artikel 31. Het is, onverminderd het bepaalde in artikel 30, verboden, tenzij uit verkeers noodzaak, op den openbaren weg een voertuig of een motorrijtuig op meer dan twee wielen in stilstand te hebben: a. anders dan aan den kant van en op de rijbaan en in de richting, evenwijdig daaraan, tenzij de politie een andere wijze van plaatsing aanwijst; b. voor een dwarsstraat, op den hoek van een straat of op een afstand van minder dan 5 Meter daarvan, op een brug, onder een poort of op een afstand van minder dan 5 Meter van een tramhalte. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid onder a is het geoorloofd een voertuig of een motorrijtuig op meer dan twee wielen in stilstand te hebben op voetpaden langs de walkanten van grach ten. Van de verbodsbepaling, vervat onder b van het eerste lid, kunnen Burgemeester en Wethouders schriftelijk ontheffing verleenen. Het bepaalde in dit artikel is van over eenkomstige toepassing ten aanzien van rijwielen op meer dan twee wielen en rij en trekdieren. Artikel 32. Burgemeester en Wethouders zijn be voegd, in het belang van de vrijheid en de veiligheid van het verkeer over een weg, blijkens openbare kennisgeving vast te stellen, te wijzigen en op te heffen de bepalingen: adat op dien weg of een gedeelte daar van motorrijtuigen, rijwielen of voertui gen niet tot stilstand mogen worden ge bracht', b. dat men op dien weg of 'n gedeelte daar van motorrijtuigen, rijwielen op meer dan twee wielen of voertuigen niet in stilstand mag hebben, anders dan tot het onmid dellijk uit- of inlaten of uit- of instappen van personen; c. dat men op dien weg of een gedeelte daarvan motorrijtuigen, rijwielen op meer dan twee wielen of voertuigen niet in stilstand mag hebben, anders dan tot het onmiddellijk uit- of inladen of uit_ of instappen van personen of het onmiddel lijk laden of lossen van goederen; d. dlat men op dien weg of een gedeelte daarvan motorrijtuigen, rijwielen op meer dan twee wielen of voertuigen niet in stil stand mag hebben langer dan gedurende een bepaalden tijdsduur. Van de verbodsbepalingen, bedoeld in het vorige lid, kunnen Burgemeester en Wethouders schriftelijk ontheffing verlee nen Burgemeester en Wethouders nemen spoedeischende gevallen uitgezonderd geen besluit krachtens het eerste lid dan nadat zij het gevoelen hebben ingewonnen van de commissie, bedoeld in artikel 11. Artikel 33. Het is, tenzij uit verkeersnoodzaak. ver boden op den openbaren weg een voertuig of een motorrijtuig op meer dan twee wie len in stilstand te hebben, indien aan de tegenovergestelde zijde van den weg. op een afstand van minder dan 15 Meter, reeds een voertuig of een motorrijtuig op meer dan twee wielen staat. Het bepaalde in het vorige lid is niet van toepassing daar. waar de rijbaan een voldoende breedte heeft voor gelijktijdig verkeer met motorrijtuigen op meer dan twee wielen en voertuigen in beide rich tingen tusschen twee aan weerszijden van de rijbaan tegenover elkander stilstaande motorrijtuigen op meer dan twee wielen of voertuigen. Voor de toepassing van dit artikel wor den onder voertuigen mede begrepen rij wielen op meer dan twee wielen. Artikel 34. Het bepaalde in de artikelen 31 en 33 is niet van toepassing op die plaatsen, welke Burgemeester en Wethouders blij kens openbare kennisgeving, als parkeer plaatsen hebben aangewezen. Burgemeester en Wethouders zijn be voegd voorschriften te geven ten aanzien van het in stilstand hebben van voertui gen en motorrijtuigen op parkeerplaatsen. Artikel 35. Het is, tenzij met schriftelijke vergun ning van Burgemeester en Wethouders, verboden op of nabij een overeenkomstig artikel 34 aangewezen parkeerplaats als bewaker van daarop geplaatste of te plaat sen vervoermiddelen post te vatten of op eenigerlei wijze zijn diensten als zoodanig aan te bieden. De toegelaten bewakers als bedoeld in het vorige lid, zijn verplicht een nader door Burgemeester en Wethouders vast te stellen teeken zichtbaar op de borst te dra gen gedurende den tijd, dat zij op of nabij een parkeerplaats op post staan of op eenigerlei wijze hun diensten aanbieden of verleenen. Zij mogen geen hooger loon vorderen dan vermeld is in een door Burgemeester en Wethouders vast te stellen tarief waar van zij steeds een gedrukt exemplaar bij zich moeten hebben, hetwelk zij op de eerste aanvraag van dengene, wien zij hun, diensten aanbieden of verleenen, of op de eerste vordering van een ambtenaar der politie ter inzage moeten geven. Artikel 36. Het bepaalde in artikel 31. lid 1. en in artikel 33 is niet van toepassing op dagen, waarop veemarkt wordt gehouden, in die straten, welke door Burgemeester en Wet houders, blijkens openbare kennisgeving, worden aangewezen, gedurende de daarbij vermelde uren. Artikel 37. De bestuurder van een voertuig of van een motorrijtuig, dat stilstaat ter plaatse, waar de breedte van de rijbaan niet vol doende is voor het verkeer met twee voer tuigen of motorrijtuigen naast elkander, Is verplicht op te rijden, wanneer zulks voor een ander voertuig of motorrijtuig, om voorbij te kunnen rijden, noodig is. Het bepaalde in het vorige lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van rijwielen op meer dan twee wielen. Artikel 38. Het is. behoudens schriftelijke vergun ning van Burgemeester en Wethouders, verboden een motorrijtuig op meer dan twee wielen, niet vallende onder artikel 39, op den openbaren weg in stilstand te heb ben, voorzoover dit kennelijk het karakter heeft van het gebruiken van den open baren weg als bergplaats. Artikel 39. Het is, behoudens schriftelijke vergun ning van Burgemeester en Wethouders, verboden op den openbaren weg onbeheerd in stilstand te hebben, anders dan tot het onmiddellijk laden of lossen: a. voertuigen en rijwielen op meer dan ■twee wielen; b. motorrijtuigen op meer dan twee wielen, uitsluitend of in hoofdzaak be stemd voor het vervoer van goederen of dieren. Artikel 40. Het is. tenzij uit verkeersnoodzaak, ver boden op den openbaren weg een voertuig of een motorrijtuig in stilstand te hebben op een afstand van minder dan 10 Meter van een uitstap- of vluchtheuvel. Voor de toepassing van dit artikel wor den onder voertuigen mede begrepen rij wielen op meer don twee wielen, Artikel 41. Het is, tenzij uit verkeersnoodzaak, ver boden een voertuig of een motorrijtuig in stilstand te hebben op die gedeelten van den openbaren weg, welke, blijkens aan duiding vanwege Burgemeester en Wet houders, door hun college, door het ver leenen van een vergunning krachtens arti kel 22 der verordening op de Straatpolitie, zijn aangewezen als standplaats voor eenig vervoermiddel. Het verbod van het eerste lid is niet van toepassing ten aanzien van de ver voermiddelen, waarop de vergunning, in dat lid bedoeld, betrekking heeft. VI. Verschillende bepalingen. Artikel 42. Het is verboden: aaan personen beneden den leeftijd van zestien jaren op den openbaren weg rijtuigen te besturen of rijdieren te be rijden, tenzij onder voldoende toezicht; b. aan personen beneden den leeftijd van veertien jaren op den of>enbaren weg handwagens te besturen of rij- en trek dieren te geleiden of te besturen, tenzij onder voldoende toezicht Artikel 43. Het is aan eigenaren, bezitters of ge bruikers van rijtuigen of van rijdieren ver boden toe te laten, dat deze op den open baren weg worden bestuurd of bereden door personen beneden den leeftijd van zestien jaren, tenzij door die eigenaren, bezitters of gebruikers voor voldoende toe zicht wordt zorg gedragen. Het is aan eigenaren, bezitters of gebrui kers van handwagens en van rij- en trek dieren verboden toe te laten, dat deze op den openbaren weg worden bestuurd of geleid door personen beneden den leeftijd van veertien jaren, tenzij door die eigena ren, bezitters of gebruikers voor voldoende toezicht wordt zorg gedragen. Artikel 44. Het is den bestuurder van een rijwiel verboden op den openbaren weg een trek dier te besturen of twee of meer trekdie ren te geleiden. Artikel 45. Het is verboden op den openbaren weg te rijden met een handwagen of met een rijwiel op meer dan twee wielen, indien de wagen of het rijwiel zoodanig beladen is, dat het vrije uitzicht van den bestuur der op den weg vóór den wagen of het rij wiel belemmerd wordt, tenzij de wagen of het rijwiel getrokken wordt of iemand daarvóór loopt ter waarschuwing van het publiek. Artikel 46. Het is den bestuurder van een voertuig, niet zijnde een aanhangwagen als bedoeld in de artikelen 42 en 44 van het Motor- en Rijwielreglement, verboden daarmede op den openbaren weg te rijden: a. indien de breedte van het voertuig met inbegrip van de lading meer bedraagt van 2.35 Meter; b, indien met het voertuig een last wordt vervoerd, welke meer dan 2 Meter buiten de voorzijde of buiten de achterzijde van het voertuig uitsteekt, tenzij die last aan het einde door een persoon wordt geleid of gestuurd. Burgemeester en Wethouders zijn be voegd van het bepaalde in het vorige lid onder a ontheffing te verleenen. Artikel 47. Het is den bestuurder van een motor rijtuig op twee of drie wielen verboden op den openbaren weg: a. daarmede een of meer personen te vervoeren; b. daarmede een last te vervoeren, welke, indien het een motorrijtuig op twee wielen betreft, zijwaarts buiten de stuurkruk uit-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1934 | | pagina 9