BOUWKUNSTIG SCHOON. Neem 'n "AKKERTJE" LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad ONZE STADSPOORTEN. VISSCHERIJ-BERICHTEN. VRAGENRUBRIEK. INGEZONDEN. RECHTZAKEN. HISTORISCHE FIGUREN. Vrijdag 24 Augustus 1934 LAND- EN TUINBOUW g- IE MAREPOORT. n. Zooals we de vorige maal reeds op- jnerkten had de Marepoort, welke bij het Kgln der 17de eeuw aan de Oude Vest Krd opgericht, en in welke bouworde wij je hand van Lieven de Key meenden te jerkennen, slechts een kortstondig be- taan. Toen de Mareslngel en Rijnsburger- jngel ln 1615 werden afgepaald, en daar- 0 gegraven, een werk waarmee in dien lijd zeer zeker enkele Jaren gemoeid zul- m zijn gweest. werd het Maregat Noord- narts verplaatst naar het einde van de Korte Mare. Het verdedigingswerk ter jaatse droeg slechts een voorlooplg ka rakter, zonder daaroiq natuurlijk voor zijn bestemming onvoldoende te zijn. Boven het gat, de „pijp" was een vlerkante toren eet kanteelen, links daarvan het poortge- toiiw met getraliede vensters en een deur, te als uitvalspoortje benuttigd kon wor- jen over het water. Deze situatie moest op jen duur grondig worden gewijzigd. Aan de Noordzijde der stad, bulten de lieuwe singel lagen landerijen en tuinen, nar de Mare als bescheiden waterweg usschen door kronkelde, die zich verder ioordwaarts verloor in slenken en poelen. 1 1657 echter werd de Haarlemmertrek- isart gegraven en de trekweg aangelegd, mdat in geval van nood de vijand ook aders dan per schuit deze zijde der stad :on naderen. Hieruit volgt, dat de oude reterpoort in nieuwen vorm moest wor ks herbouwd. Aan den Stadsbouwmeester Willem van ier Helm werd opgedragen, teekeningen te otwerpen en op 26 Oct. 1664 werd door :e van den Gerechte besloten, de oude cort te sloopen en het nieuwe ontwerp an Van der Helm uit te voeren. Willem van der Helm is zonder eenlgen tijfel een der belangrijkste bouwmeesters i 17de eeuw geweest, al zijn dan, voor aver we weten, geen groote openbare bouwen van hem bewaard gebleven. De ow van de Waardkerk moest wegens Melijke beslommeringen tengevolge van !n oorlog met Engeland in 1664 worden topgezet. Naar alle waarschijnlijkheid sit Van der Helm zijn architectonische orming te danken aan Jacob van Campen i Pieter Post. Dat wil zeggen dat hij ge- oed is met de beginselen der barok, die Lier door de architecten van Prederik Hen- Irik werden ingevoerd uit Frankrijk en lier een soberder noordelijk karakter aan- iamen. Ofschoon deze barok op den duur ffltaardde in een zielloos en vormelijk taicisme, zien we hiervan bij Willem un der Helm nog geen spoor. Integen- tel! Het is of van der Helm de barok met aar klassiek vormschema en haar klas- Kk ornament weer geheel wil doen aan- r- r r IJMUIDEN, 24 Aug. 1934. VISCHFRIJZEN. Tarbot per K.G. 0.85—0.70; Griet per hjt van 50 K.G. 3115; Tongen per K.G. y»1.20; Groote schol per kist van 50 31; Middelschol per kist van 50 K.G. ■6 Zetschol per kist van 50 K.G. 20; schol p. kist van 50 K.G. 6.50—3.80; «tor per kist van 50 K.G. 7—2.70; Roggen J' 26 stuks 8; Vleeten per stuk 1.881.15; Jwte schelv. per kist van 50 K.G. 20; •jodel schelv. per kist van 50 K.G. 16.50; '-wunlddel schelv. per kist van 50 K.G. ,'~w; Kleine schelv. per kist van 50 Ml 12.507.50; Kabeljauw per kist van K.G 42.5024; Gullen per kist van KG. 7.804.00; Lengen per stuk 0.79; Jf'.'dot per K.G. 0.90—0.80; Wijting per «'van 50 K.G. 2.60—1.30; Koolvisch per »- °-200.15; Makreel per kist van 50 8—3.60; 320 kisten versche haring llM.60 per kist. Aangekomen 3 stoomtrawlers: IJM. 190 1972; IJM. 38 met 2046; IJM. 97 met sluiten bij den Noordelijken geest, bij de zucht naar picturale effecten die zoo ken merkend was voor de laat-Gothiek en de Hollandsche Renaissance. Bij het poortgebouw, waaraan we thans ln hoofdzaak onze aandacht wijden, zien we Van der Helm's streven wel zeer dui delijk tot uiting komen, 't Is jammer, dat de tot ln onderdeelen juiste reproductie van een bouwkundige teekening van het geheel, en waaruit de speelsch decoratieve zin van Van der Helm duidelijk spreekt, te groot is en dus te kostbaar om te cli- cheeren. Men behelpe zich dus met bij gaande schetsteekenlng, waarop echter on mogelijk het fijne samenstel van profiel- lijnen kon worden aangegeven. We zien wel de hoofdgedachte, het hoofdschema ln het tempelfront, dat even wel vanaf de zljtravee drievoudig naar voren springt. Van rechts af, en natuurlijk evenzoo van links, krijgen we eerst de zware baksteen muur, daarna uitspringend een pilaster; vervolgens opnieuw uitsprin gend weer een pilaster en eindelijk twee gekoppelde pilasters met korinthisch ka piteel. Het lijstwerk hierboven ls bijzonder zwaar en veelvoudig geprofileerd. Men zou elke profielfiguur over een 15-tal lijn tjes aan moeten geven. Boven dit lijstwerk volgt bij wijze van fries boven de pilasters een gebeeldhouwde voorstelling van een harnas met wapentuig, welke steenen thans nog in de Lakenhal aanwezig zijn. Boven de deur zien we het segmentvor- mige venster met ontlastlngsboog ln ouden trant, waarin een gebeeldhouwde sluit steen, tevens console voor de kroonlijst. De geheele kroonlijst van het gebouw, weer veelvoudig geprofileerd, geeft met het uit en inspringen boven de pilasterstelling een markant en tegelijkertijd bewogen beeld. In de zwaaromlijste timpan zien we het wapen van Leiden, vastgehouden door twee leeuwen. Deze timpanvulling is nog in de Lakenhal aanwezig Op andere wijze dan bij de Hollandsche renaissance wordt hier eenzelfde doel be reikt een gevel vol bewogenheid van licht en schaduwwerking en picturale effecten. En tegelijkertijd is aan deze poort met haar uitdagende monumentaliteit het ka rakter van verdedigingswerk duidelijker dan aan het overigens zoo sierlijke gebouw dat we de vorige week bespraken. Het aardige torentje met zijn banden en blokken en helmvormlg spitsje doet sterk denken aan laat-16de eeuwsche voor beelden. In strijd met mijn schetsteekenlng moet lk even opmerken, dat het spitsje bekroond was met twee gekruiste sleutels en als windvaan een leeuw met opgeheven zwaard Nadat zij precies 200 jaar oud was, is ln 1864 de Marepoort weer afgebroken. Er was vooral in de jaren van 1860 tot 1885 een ware afbraakrage over Lelden vaardig ge worden, ondanks de waarschuwende stem men, die reeds in die dagen spraken van „vandalisme". Het is in hooge mate te be treuren, vooral als we nagaan hoe mooi de beide overgebleven scheppingen van Van der Helm, Zijlpoort en Morschpoort, het ln het stadsbeeld doen; temeer omdat men met het oog op het moderne verkeer op lossingen heeft gevonden waardoor de poorten ongerept konden blijven. Het ls te betreuren, omdat Van der Helm in geen enkele zijner scheppingen zich eenvoudig herhaald had, doch telkens nieuwe schoon heidsaccenten wist te vinden, welke logisch uit zijn architectonische vormgeving voort sproten. In het verloop dezer artikelen zal dit nog verder blijken. N. J. S. VLAARDINGSCHE MARKT, 24 Aug. VL. 103 met 20 last; SCH. 34 met 27 last; Volle haring Noord 13.7013.50—13.30; Maatjesharing Noord 10.209.70; Volle haring Zuid 12.40—10.50; Maatjesharing Zuid 1413.10; Groene haring 20.80. J. H. B. te L. Er zijn hier ter stede verscheidene apothekers, die opleiden voor het assistents-examen. De duur is afhan kelijk van de vooropleiding. De kosten zijn ons niet bekend. Wendt u tot een der bovenbedoelde apothekers. Mej. Ch. v. D. Dat zult u uit de prac- tijk moeten leeren. (Bulten verantwoordelijkheid der Red.) Cople van de al of niet geplaatste stukken wordt niet teruggegeven. HET VOLKSPETITIONNEMENT VAN 8. D. A. P. EN L. B. B. Geachte Redactie. In verband met het ln Uw Blad van Donderdag voorkomend stuk van de A.-R. Klesvereenlglng, verzoeken wij u opname van het volgende: Het ls natuurlijk het recht van de a.-r. kiesvereenlglng haar leden te adviseeren niet op de petitionnementslijsten te tee kenen. Niet haar recht, doch integendeel zeer af te keuren is, dat daarbij argumenten worden gebruikt, die volslagen met de waarheid ln strijd zijn. Dit petlonnement ls niet een politiek spelletje, doch een ernstig bedoelde po ging een volksbeweging haar Invloed te doen gelden. Daartoe zijn redenen te over. De ellende is groot en de werkloosheid slaat diepe wonden in de gezinnen. Als niet krachtig wordt ingegrepen zal de werkloosheid niet verminderen. Het is de taak der Overheid in de allereerste plaats de werkgelegenheid te bevorderen. Doet het Gemeentebestuur ten deze zijn plicht? Inderdaad wordt in Leiden iets gedaan. Doch veel ls het niet en voldoen de allerminst. De Levendaal-demping is eigenlijk het eerste werk van eenigen omvang, dat tot uitbreiding van werkgelegenheid dienstig kan zijn. En hoe lang wordt daarop al niet gewacht? Dat de S.D.A.P. ten slotte tegen stemde betrof niet het feit der werkverschaffing. Zij kon er echter onmogelijk aan mede werken bekwame vaklieden voor een hon gerloon van 40 cent aan het werk te stellen. Inplaats te dalen stijgt het aantal werk- loozen. Er zijn nu reeds 800 werkloozen méér dan het vorig jaar. Alleen krachtig'ingrijpen, op veel ruimer schaal dan thans geschiedt, kan aan de werkloosheidsbestrijding ten goede komen. Dat verlaging der woninghuren nood zakelijk is, wordt althans niet door de a.r. kiesvereenlglng ontkend. Niet alleen van de woningwetwoningen zijn de huren te hoog, doch ook en vooral van die der particuliere eigenaren. Er is een wanverhouding tusschen het dalend levenspeil der bevolking ende steeds maar hoog blijvende woninghuren. Weet de a.r. kiesvereeniging wel welk een ontbering geleden wordt om toch maar de huishuur te kunnen betalen? Wij kun nen haar zoo noodig daaromtrent inlich ten. Wat de Gemeente daaraan kan doen? Niets volgens de a.r. kiesvereeniging. Wij eohter constateeren nalatigheid bij onze stedelijke overheid. Burger, en Weth. verzetten zich eerst tegen een voorstel tot het benoemen van een commissie tot on derzoek naar de mogelijkheid van huur- verlaglng. -ï" En toen pr toch,., .toe besloten werd, duurde het een half jaar alvorens de com missie zelfs maar geïnstalleerd werd. Als de gemeente dan niet zelfstandig de huurprijzen van particuliere woningen kan verlagen, kan zij toch aandrang op het Rijk uitoefenen tot wederinstelling van huurcommissies? Er is aarzeling bij de regeering, die gaat inzien dat het dezen kant opmoet. Het uit oefenen van druk door de bevolking zelf zal deze aarzeling des te eerder doen over winnen. In plaats dit te bestrijden moest de ar. kiesvereeniging ons pogen steunen. Of is, om nu ook eens te insinueeren, het feit, dat de a.r. kiesvereeniging zoovele huis eigenaren onder hare leden telt, niet vreemd aan haren blijkbaren tegenzin om een huurverlaiglngsactie te steunen? Dan vinden wij de houding van een aan tal predikanten te Amsterdam, die met klem bij de regeering bet-oogden tot in trekking der steunverlaging toch veel sympathieker. De Leidsche bevolking, welke reeds door het spontaan teekenen op de petitionne mentslijsten ondubbelzinnig blijk gaf het eens te zijn met deze actie, zal verstandig doen. door ook in de komende dagen in duizendtallen op de lijsten te teekenen Oók de leden der a.r. kiesvereeniging. DE PLAATSELIJKE RAAD UIT S.D.AP. EN L.B.B, KANTONGERECHT TE LEIDEN Volgende vonnissen zijn geveld: C. J. C. P., den Haag, te Leiden met een motorrijtuig te snel rijden f. 6, 3 d.; J. A. v K Amsterdam, overtreding motor- en rijwielregl. f.6, 3 d.; C. J. v. d. V. wed. van H. H„ Oude Ade, overtreding crisis- zuivelwet f. 15, 10 d.; H. J. A. M. H„ Am sterdam, overtreding tramwegregl. f. 3, 2 d.; W. H. B„ Scheveningen, autorijden over een gesloten verklaarden weg f. 5, 3 d.; W H B„ Idem, overtreding motor- en rij wielregl. f. 5, 3 d.; J. K., Rotterdam, over treding warenwet f. 3, 2 d.; J. J. v. R„ openbare dronkenschap f, 5, 3 d.; D, v. S., idem, idem; R. T. P., zwervende, idem, idem; W. S., idem, idem, idem; Chr. v. E., idem idem, idem; H. E A. v. d. V., de Bilt, geen geldig rijbewijs vertoonen f. 10, 5 d,; P. T. v. B., Oudewater, zonder nood zaak links van den weg autorijden f. 5, 3 d.; C. B., den Haag, idem idem; J. v. d. V., Katwijk, wielrijden zonder licht f. 3, 2 d.; B. H„ idem, idem; M. B. H., idem, idem; C. P. F., wielrijden zonder licht en bel 2 x f 3. 2 x 2 d G. V., wielrijden zonder licht 13 2 d.: B. A. A. Z. Leiderdorp, idem idem; E. J. M. K.. Rijnzaterwoude, wielrij den zonder bel f. 3, 2 d.; D v. d. T., wiel rijden zonder reflector f. 3, 2 d.; W. J. te Leiden wielrjiden over een voetpad f. 2, 1 d.; C. J. L„ den Haag, te Leiden met een motorrijtuig te snel rijden f. 6, 3 d.; H. E. A. v. d. V., de Bilt, idem, idem; G. v. W„ Gouda. Idem, Idem: R. P., idem, idem; M. C. '1 A„ Zwammerdam. wielrijden over een gesloten verklaarden weg f. 2, 1 d.: F. H. A., overtreding verord. Leiden op het rijden f. 2, 1 d: H G M.. idem idem; C v. A„ te Leiden zonder vergunning op den open baren weg muziek maken, geen straf; H I Z., te Leiden zonder vergunning van B. en TWEE METTERNICHS. I. De Vader. Metternich was de Titan van zijn eeuw. Overal, waar een vraagstuk te behandelen was, had zijn stem overwegenden klank. Hij zat vóór ln den Raad der Diplomaten en was de gids der Europeesche po litiek. Een groote naam in de staatkundige geschiedenis der 19de eeuw, gedragen door een man van meer dan gewone gaven, ls kort geleden weer bij herhaling genoemd, toen het drie-kwart eeuw geleden was, dat de drager er van stierf. De naam be hoorde aan het oude geslacht der Metter- nich-Winneburgs, dat sedert den aanvang der vijftiende eeuw in de annalen van den Duitschen adel van het Rijngebied ls in- gesohreven. Wie over de groote feiten van de eerste helft der 19de eeuw in Europa Jaren daarna overziet, vindt dien opnieuw in kleiner formaat, ln verminderden glans, maar toch weer in het middenpunt der politiek. Twee Metternichs, vader en zoon. trokken de belangstelling tot zich: beider afmetingen verschillen zeer in grootte: beiden steken echter uit boven hun omgeving. Het zijn Clemens Wenzel Lothar en Richard von Metternich, wier levensarbeid zich bepaalt tot het tijdperk 1773—1895. De vader, Clemens Wenzel Lothar, is een staatsman van eerste grootte: de zoon, Richard, is een handig, buigzaam, listig diplomaat. Deze twee aanduidingen geven de waarde aan van belden. Over de twee wil ik iets mededee- len: heden over den vader: daarna over den zoon. „Hij was de Titan van zijn eeuw," zeitle een Engelsch geschiedschrijver van den vader en hij spreekt over zijn overwegen den invloed in het „Europeesch concert". Clemens Metternich was al vroeg zijn carrière aangevangen. Den 15den Mei 1773 is hli te Coblenz geboren. Het begin van de Fransche Omwenteling heeft hij met de belangstelling van een zeer ontwikkel den knaap, die reeds „studeerde", kunnen volgen. Hij heeft „opgang en val" van de revolutionnaire beweging gezien. Robes pierre zien stijgen en verdwijnen en uit de republikeinsche beweging de kleine figuur van den Corsicaan naar voren zien treden, die in vasten greep den chaos bedwong, een keizerrijk stichtte en Euro pa's heerscher werd, totdat ook voor dezen de „weerhaan van de kans", die, naar de dichter zegt, „zoo lichtelijk kan keeren", draaide naar den ondergang en naar de ineenstorting van het groote rijk, dat hij bezig was uit te teekenen op Europa's landkaart. Maar laat ik niet vooruitloopen op wat in 1813 en in 1815 zou worden beslist. Ik keer terug naar het jaar 1806. het jaar, waarin het .heilige römische Reich" der Duitsche volken in al zijn voegen kraakte, toen keizer Frans II hulpeloos de kroon van zijn hoofd nam en zestien West- en Zuid-duitsche vorsten zich in een zooge- naamden „Rijnbond" alleronderdanigst stelden onder het protectoraat van den gezegevierden Franschen keizer. In dat jaar vertrekt uit Weenen een jonge man naar Parijs: dat is graaf Clemens Wenzel Lothar Metternich. Een onlangs versche nen studie van Mela Escherich over hem vult de eenigszins te zakelijke mededee- W op den openbaren weg met een voer tuig een standplaats innemen f. 2, 1 d.; W. R„ Schoonhoven, met een motorrijtuig rijden over een gesloten verklaarden weg f. 5. 3 d.: W. H. R.. de Lier, idem, idem; L. H. H. M„ Rotterdam, idem, idem; S. J. Delft, idem, idem; J. B. Wassenaar, idem idem; G. v. d. P„ Noordwijkerhout. wiel rijden zonder licht f. 3, 2 d.; J. M. J„ Rijns burg, idem, idem; J. D., den Haag, te War mond zonder vergunning kampeeren f. 3, 2 dagen. E. M. A. L. Amsterdam idem f3 of 2 d.; J. v. d. E Krimpen a. d. IJsel id. idem; J. G. S. Schoneveld, overtreding verord. Katwijk op de restauraties enz. f2 of 1 d.; W. v. R. idem idem; G. J. Z. en J. M. H. Hilversum, overtr. verord. Katwijk op de zeebaden en het strand ieder f2 of 1 d.; Th. F. H. den Haag, te Katwijk zonder vergunning op den openbaren weg met een motorrijtuig een standplaats inne men f3 of 2 d.; P. G. te Oegstgeest zonder vergunning venten f2 of 1 d.; C. E. vr. v. W. F. G. idem idem; A. R. R. Rotter dam, overtr. der alg. keur van Rijnland f 3 of 2 d.; A. G. Katwijk loopen op ver boden grond f.5 of 3 d.; A. B. K. de B. Den Haag, geen geldig rijbewijs vertoonen f5 of 3 d.; A. B. K. de B. idem, met een motorrijtuig rijden over een gesloten ver klaarden weg f5 of 3 d P. M. S. Bergen op Zoom id. idem; K. B. Uithoorn, idem idem; M. W. L. J. Amsterdam idem idem; J. J. M. overtr. motor- en rijwielregl. f2 of I d.; C. v. V. Zoeterwoude, in bochten binnen bebouwde kommen links van den weg wielrijden f 3 of 2 d.; G. v. d. P. Kat wijk, wielrijden zonder licht f3 of 2 d.; A. J. D. idem idem; A. D. R. Alkemade id. idem; J. V. Haarlemmermeer, wielrijden zonder licht en bel 2xf3 of 2x2 d.: B. v. d. M. Rijnsburg, overtr. der verord. Oegstgeest op het rijden f2 of 1 d.; W. P. Waddinxveen, Idem f3 of 2 d.; K. H. Den Haag, te Katwijk zonder vergunning van B. en W. met een motorrijtuig op den openbaren weg een standplaats innemen f.3 of 2 d.; J. V. te Katwijk zonder ver gunning op het strand muziek maken f 2 of 1 d.; W. R. Katwijk te Katwijk zonder vergunning op den openb. weg met een voertuig een standplaats innemen f 2 of 1 d.; H. v. d. W. te Alkemade zonder ver gunning venten f2 of 1 d.; M. J. A. V. Mijdrecht te Noordwijk zonder noodzaak een motorrijtuig op den openbaren weg laten staan f. 3 of 2 d.; C. v. D. Katwijk, openbare dronkenschap f5 of 3 d.; H. v. K Noordwijk overtr. alg. pol. verord. van Noordwijk (2 of 1 d.; D. v. S. openbare dronkenschap f 5 of 3 d. J. D. wielrijden zonder bel f.3 of 2 d.; L. de la R. overtr. verord Lelden op de straatpolitie f 2 of 1 d.; L Z Oegstgeest te Oegstgeest zonder noodzaak wielrijden over een trottoir f 2 of 1 d J v. d B Noordwijkerhout over treding verord Oegstgeest op het rijden f3 of d.; A H. v. Z. Amsterdam, auto rijden zonder spiegel f.5 of 3 d. RECLAME- 625» uil zoo'n nieuw handig zakdoosje bij Hoofdpijn, Kiespijn. Zenuwpijn. lingen der encyclopaedieën over den grooten diplomaat aan met bijzonder heden, die de figuur doen leven; zij ver mijdt te breede uiteenzettingen van zijn staatkunde, zooals de geschiedboeken die geven en geven moeten. In die studie, die zich tot Clemens Metternich bepaalt, zie ik een m i. zoo juiste schildering van zijn geestelijke waarde, dat ik er met erken telijkheid gebruik van maak. Wie en wat was die jonge Met ternich, die naar Parijs uit Weenen ver trok in het jaar 1806? Hij is drie en dertig jaar oud. HIJ is in de diplomatie, maar zijn naam is nog vrij onbekend. Zooals ik zeide, behoort hij tot den adel van heb Rijnland. Hij is opgevoed in den belang rijken kring der drie geestelijke keurvor stendommen Trier, Keulen en Mainz, bij welke zijn vader gezant van Oostenrijk was. Op zijn vijftiende jaar gaat hij naar de universiteit te Straatsburg, maar pas is hij er of de Omwenteling breekt uit en de vader laat hem terugkomen. Hij is uiterlijk een zeer elegante, voorname, voor zijn leeftijd mannelijke verschijning. Daardoor vergeet men, dat hij nog een Jongen is; hij neemt deel aan het gezel schapsleven, krijgt er zijn plaats en voelt er zich op zijn plaats. Ik zie bij een Franschen geschiedschrijver over hém vermeld, dat hij „een knap gezicht" had, „zeer gedistingeerde manieren en een fijnen geest" en in hooge mate de kunst der conversatie verstond. In de hooge kringen, waartoe hij door geboorte be hoort. wordt hij -spoedig iemand, op wien men let en dien men te midden van velen onderscheidt. Als hij zeventien is. wordt hij door de jongeren adellijken (het z.g.n. Grafencollegium) van Westfalen afge vaardigd als ceremoniemeester naar de kroning van Leopold n tot keizer in Frankfort. Dezelfde functie vervult hij twee jaar later bij de kroning van ke'zer Frans n Daartusschenin studeert hij te M"inz aan de hoogeschool. Dan wordt zijn vader keizerlijk gezant bij de regeering der Oostenrijksche Ne derlanden: de zoon volgt hem naar Brus sel, doch spoedig vertrekt hij naar Wee nen, waar hij het leven leidt van een rijken jongen edelman, studeert een beetje natuurwetenschappen, wat medicijnen, een tikje diplomatie en doet, als hij twee en twintig iaar oud is, een „brillant" hu welijk. zelfs „brillant" voor een Metter nich. Zijn jonge vrouw is de kleindochter van den schatrijken staatskanselier, vorst Kaunitz, Fürstin, Maria Eleonore: zij brengt, zoo noodig. hem nog grooter pres tige aan en, in elk geval, een geweldigen bruidschat. Weenen vindt het „een schit terende partij". De toekomst lacht hem toe. Zijn uiterlijke persoon en zijn scherp zinnige, tevens voor het gezelschapsleven zoo goed berekende geest, openen hem alle mogelijkheden. HU wordt spoedig gezant van Oostenrijk te Dresden hij is dan acht en twintig jaar daarna te Berlijn, vervolgens bij het Russische hof. Hij wekt den indruk, dat hij alles doet uit liefhebberij, een beetje als een spel, met het gemak en de sierlijke onverschilligheid van den man van de wereld. Maar dat is slechts schyn. Cle mens Metternich moge zUn ernst met mon daine aUures omwikkelen, de ernst is er toch. Hij weet, wat hij wil en hU bereikt wat hij wil. spelenderwijs, naar men denkt, doch in werkelijkheid na sterke voorberei ding. Door zUn slanke handen beginnen draden te loopen, die hem maken tot den verwikkelaar of den ontknooper van diplo matieke netten. Hij begint een rol te spelen in de politiek van congressen en bondge nootschappen en in het moeilijke spel en tegenspel en officieele daden en geheime overeenkomsten. Oostenrijk is nu eens in verbond met Rusland, dan weer met FrankrUk, of wel met Pruisen. Elke belofte die gedaan wordt, hangt aan een draad, waarlangs zij weer kan worden terugge trokken. Oostenrijk is het tongetje aan de weegschaal van Europa. Zelf kan het slechts rechtstaande blijven, wanneer de schalen der buurstaten ongeveer in even wicht zyn. Zulk een politiek van met de uiterste moeite bewaarde levenskansen is juist iets voor den jongen Metternich. Zij past bij zijn temperament, bU zijn spitsen geest, bij zijn humor. En zU brengt hem naar de plaats, die hü begeert en die hem krachtens zijn gaven toekomt; hij wordt de leider der Oostenrijksche en de Euro peesche staatkunde. Zijn eigenlUke ontdekker was Na poleon, Napoleon merkte den jongen ge zant op, toen Metternich deze functie te Petersburg uitoefende. Hij uitte den wensch hem te Parijs te hebben. In die dagen was een wensch van Napoleon een bevel, der halve werd Metternich uit Rusland terug geroepen en als Oostenrijksch gezant naar Parys gezonden: Napoleon wachtte hem. Ook wachtte hem het groote succes, een toekomst! Het was het jaar 1806: Napoleon en Metternich komen op het politieke schaakbord van Europa tegenover elkaar te staan, op een afstand, zoodat ze elkaar nog niet „schaak" en nog minder „schaak mat" kunnen zetten, maar ze staan in po sitie. De stukken zijn opgesteld: het spel zal beginnen. Metternich begint zich bemind te maken doet zich voor als een bewonderaar van de Napoleontische politiek. Zijn hoogst-hof- felijke omgangsvormen bekoren den keizer, die juist in dien tijd bezig is de oude éti quette weer bij zijn burgerlijke omgeving in te voeren. Het hof is bekoord. Parijs is bekoord, Caroline Bonaparte, de echtge- noote van Murat, is bekoord. Zoo doet Met ternich zijn eerste stappen in het Parijs van den grooten heerschereen tweeden heerscher heeft Napoleon binnen gehaald. Metternieh's diplomatie vangt onmiddellijk aan: hij sluit vriendschap met Talleyrand Talleyrand en hij hebben gemeenschappelijke politieke belangen. Talleyrand wil een Fransch-Oostenrijkscne toenadering en Metternich wil dat ook dit óók in afwachting van meer. Dat „méér" zal later komen, later, veel later, maar komen zal het. (Slot volgt.) A. J. BOTHENIUS BROUWER. 3—3 BOTERNOTEERING 43 CENT De Leeuwarder boternoteering is giste ren vastgesteld op 43 ct. per K.G.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1934 | | pagina 11