HET TESTAMENT
/AN VON HINDENBURG.
feargsftg
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 16 Augustus 1934
Derde Blad
No. 229»
BINNENLAND.
Het betalingsverkeer
met Duitschland.
KUNST EN LETTEREN.
r'AILLISSEMENTEN.
40-JARIG PRIESTERFEEST
TE OEGSTGEEST.
LAND- EN TUINBOUW.
O
i/ertrouwen in de toekomst voor het Duitsche Rijk.
Een pleidooi voor het Keizerrijk.
o
In opdracht van den zoon van wijlen
resident von Hindenburg, kolonel v. Hln-
enburg, heeft von Papen den Fuehrer en
pjkskanselier Adolf Hitler een document
Iverhandigd dat het politieke testament
(an den overleden rijkspresident, gene-
al-veldmaarschalk von Hindenburg be-
Jitte.
in opdracht van den Fuehrer, publiceert
Papen thans het testament.
De door den rijkspresident verzegelde
Weloppe draagt als opschrift:
[Aan het Duitsche volk en zijn kanselier.
I „Mijn testament".
i ,peze brief moet door mijn zoon aan
ken rijkskanselier overhandigd worden".
De inhoud van het schrijven luidt aldus:
1919 schreef ik mijn laatste woord
i het Duitsche volk:
t,j waren aan het eind van onze krach-
ji! Als getroffen door een vergiftigden
ijl, stortte ons uitgeput front in.
[Tevergeefs had het getracht om uit de
drogende bron van de kracht van het
iderland nieuw leven te drinken.
taak was om het leven van de
Ljergebleven krachten van ons leger voor
in lateren opbouw van het vaderland te
•dden. Het heden was verloren. Ons bleef
hts de hoop op de toekomst,
an den arbeid!
j. begrijp de gedachte van aan zich zelf
Je ontvluchten die zich van vele officieren
feester maakte, gezien de Ineenstorting
i al datgene wat hun lief en dierbaar
Het verlangen niets meer te willen
>n" van een wereld waarin de ontke-
hartstochten de ware kern van de
arde van ons volk tot onherkenbaar
rdens toe verminkten, is als menschelijk
beschouwen, en toch ik moet het
penlijk uitspreken wat ik denk:
Kameraden van het eens zoo groote
rotsche Duitsche leger!
dt gij van versagen kunnen spreken?
aan de mannen die ons voor meer
jihonderd jaar een innerlijk nieuw va
stland schiepen. Hun godsdienst was het
of aan zich zelf en aan de heiligheid
hun zaak. Zij schiepen het nieuwe
iderland, niet op grond van een aan ons
ren vreemde doctrine-woede maar voor
opbouw op de grondslagen van vrije
kkcling van den enkeling binnen het
en de verplichtingen van het ge-
Ik.
zelfden weg zal ook Dultschland
gaan, als het maar weer zal kunnen
Ik ben er vast van overtuigd, dat ook
aas evenals in die tijden het verband
r, ons groote rijke verleden bewaard
irdt, en waar het vernietigd was, her
teld wordt.
De oude Duitsche geest zal zich weer
oen gelden, al is het na pijnlijke loutering
den vuuroven van leed en opgezweepte
artstochten.
Onze tegenstanders kende de kracht van
eten geest, zij bewonderden en waardeèr-
tn hem in zijn overwinningen en werden
lem op de slagvelden van den grooten
orlog gewaar.
Zij poogden onze kracht met het leege
(oord: „Organisatie" voor hun volken be-
rijpelijk te maken. Den geest, die zich dit
nhulsel schiep, in hetzelve leefde en
ierkte, dien geest verzwegen zij voor hen.
let dezen geest en in dezen geest zulleh
iij echter opnieuw bouwen.
Dultschland, het opneem- en uitstra-
ïgscentrum van zoovele onuitputtelijke
irden van menschelijke beschaving en
ïltuur zal niet ten gronde gaan zoolang
tt 't geloof behoudt aan zijn groote
tereldhistorische zending.
Ik heb het vaste vertrouwen, dat het aan
ideeënkracht der besten van ons vader-
ind zal gelukken, nieuwe denkbeelden
Bet de kostbare schatten van den vroege-
'tn tijd te verbinden en uit deze tezamen
blijvende waarden te doen te voorschijn
beden, tot heil van ons vaderland.
Dat is de rotsvaste overtuiging, waarmee
li de bloedige kampplaats van den volken-
dag verliet.
Ik heb de heldhaftige worsteling van
bijn vaderland gezien en geloof nooit en
simmer meer, dat het zijn doodstrijd ge-
*eest is.
Heden ten dage heeft een stormvloed
ran wilde politieke hartstochten en klin-
tende leuzen onze gansche vroegere
rtaatsopvatting onder zich bedolven, naar
«t schijnt alle heilige overleveringen ver-
sietigd.
Maar deze vloed zal weer weg-ebben.
Ian zal uit de eeuwig bewogen zee van
idlkisch leven de geest van die helden
«der oprijzen, waaraan eens de hoop
inzer vaderen zich heeft vastgeklampt
waarop bijna een halve eeuw geleden
loor onze kracht de toekomst des vader-
wds vol vertrouwen gegrondvest werd:
*t Duitsche Kaisertum:
Is zoo eerst de nationale gedachte, het
ïatlonaal bewustzijn weer ontstaan, dan
wlien voor ons uit de groote dingen van
•fleer, waarop geen volk met meer ge-
'Mhtvaardigden trots en met zuiverder
isweten kan terugblikken dan het onze,
Wang het trouw was, alsmede uit den
ntteren ernst der dagen van thans, zede-
bk-waardevolle vruchten rijpen.
Het bloed van al degenen, die in het
ieloof aan Duitschlands grootheid ge-
'allen zijn, heeft daarom niet vergeefs
Bevloeid.
In dit vertrouwen leg ik de pen uit de
band en bouwt vast op u: Duitsche jeugd!
Deze woorden schreef ik in de duisterste
jbe en in het vermeende bewustzijn, aan
™t slot van een leven in dienst van het
'•derland te staan.
.net lot heeft anders over mij beschikt.
bet voorjaar van 1925 onende het een
hoofdstuk van mijn leven.
J™e eenmar! zou aan het lot van
volk medewerken.
Slechts mijn vaste vertrouwen in
Duitschlands gezonde krachtbonnen gaf
mij den moed, voor de eerste en tweede
maal de verkiezing tot rijkspresident aan
te nemen. Dit rotsvast vertrouwen gaf mij
ook de innerlijke kracht, mijn moeilijk
ambt zonder wijken uit te oefenen.
Het laatste deel van mijn leven is tege
lijkertijd het zwaarste voor mij geweest.
Velen hebben mij in deze tijden van ver
warring niet begrepen en niet ingezien,
dat mijn eenige zorg was, het verscheurde
en ontmoedigde Duitsche volk tot zelfbe
wuste eenheid terug te brengen
Ik voerde mijn ambt in het bewustzijn
uit, dat in de binnen- en buiteniandsche
politiek een voorbereidingstijd vol zelfont-
zegging noodig was.
Van de Paasch-boodschap van 1925 af,
waarin ik de natie tot godsvrucht en so
ciale gerechtigheid, tot innerlijken vrede
en tot politieke sereniteit opriep, ben ik
niet moede geworden, de innerlijke een
heid van het volk en de zelfbestemming
volgens zijn beste eigenschappen te be
vorderen.
Daarbij was ik mij ervan bewust, dat de
staatsgrondwet en de regeeringsvorm,
welken de natie zichzelf in de ure van
den grootsten nood en van innerlijke
zwakheid heeft gegeven, niet aan de ware
behoeften en eigenschappen van ons volk
beantwoordden.
Het uur moest komen, waarop dit in
zicht gemeengoed zou worden. Daarom
kwam het mij als plicht voor, het land
door het dal van uitwendigen druk en
vernedering, van innerlijken nood en
zelfverscheuring zonder gevaar voor zijn
bestaan te voeren, tot dit uur aanbrak.
Symbool en onderpand voor dezen opbouw
moest de bewaker van den staat, de rijks-
weer, zijn. Op deze macht moesten de
oud-Pruisische deugden als vaste grond
slag van den staat rusten.
De Duitsche rijksweer heeft na de in
eenzinking voor de voortzetting der hooge
tradities van het oude leger op voorbeel
dige wijze zorg gedragen.
Steeds en ten allen tijde moet de weer
macht een instrument der opperste staats
leiding blijven, dat onberoerd door alle
bénmeniaradsch-polltieke ontwikkelingen
aan zijn hooge taak van verdediging van
het land dient te beantwoorden.
Wanneer ik naar mijn kameraden daar
boven. met wie ik op zoovele slagvelden
voor de grootheid en eer der natie gestre
den heb. zal zijn teruggekeerd, dan roep ik
de jonge generatie toe:
Weest u voorvaderen waardig en vergeet
niet, dat wanneer gij den vrede en de wel
vaart van uw vaderland wilt verzekeren, gij
bereid moet zijn. voor dezen vrede en de
eer van het land ook het uiterste te geven.
Vergeet nooit, dat ook uw handelen een
maal traditie zal worden.
Al de mannen, die den op- en uitbouw
van de rijksweer voltrokken hebben, geldt
de dank van den veldmaarschalk van den
wereldoorlog en hun lateren opperbevel
hebber.
Op het gebied der buiteniandsche poli
tiek heeft het Duitsche volk een lijdensweg
af te leggen gehad. Een vreeselijk verdrag
drukte op hetzelve en dreigde in zijn toe
nemende uitwerking onze natie tot ineen
storting te brengen.
Langen tijd heeft de ons omringende
wereld niet begrepen, dat Duitschland niet
alleen om wille van zichzelf, maar ais de
vaandeldrager der avondlandsche cultuur
ook om wille van Europa moest leven.
Slechts stuk voor stuk, zonder een o ver-
machtigen tegenstand uit te lokken, moes
ten daarom de boeien, die ons knelden,
worden losgemaakt.
Wanneer velen mijner oude kameraden
de noodzakelijkheid van dezen weg inder
tijd niet begrepen hebben, dan zal toch de
geschiedenis rechtvaardiger beoordeelen,
hoe bitter, maar ook hoe noodzakelijk in
het belang der instandhouding van het
Duitsche leven menige door mij onder
schreven staatsakt geweest is.
Ik dank de Voorzienigheid dat Zij mij
op mijn levensavond het uur der begin
nende wederopleving heeft laten beleven.
Ik dank al degenen, die in onbaatzuch
tige vaderlandsliefde aan het werk van de
herrijzing van Duitschland hebben mee
gearbeid.
Mijn kanselier Adolf Hitler, en zijn be
weging hebben tot het groote doel: het
Duitsche volk over alle stands- en klassen
verschillen tot Innerlijke eenheid te voe
ren, een besldssenden stap van historische
beteekenis gedaan.
Ik weet, dat er nog veel te doen over
blijft en ik wensch van harte dat achter
de daad der nationale verheffing en van
de volksaaneensluiting de daad der verzoe
ning sta, die het geheele Duitsche vader
land omvat.
Ik neem afscheid van mijn Duitsche
volk in de vaste hoop. dat degene, waar
naar ik in het jaar 1919 vurig verlangde
en wat in langzamen groei tot den 30sten
Januari 1933 voerde, tot volledige vervul
ling en voleinding der historische zending
van ons volk rijpen zal.
In dit vaste geloof aan de toekomst van
het vaderland kan ik gerust mijn oogen
sluiten.
Berlijn. 11 Mei 1934.
(w.g.) VON HINDENBURG.
RECLAME.
5901
TEKST DER OVEREENKOMST.
Zooals reeds werd medegedeeld, heeft
Dinsdagmiddag 14 Augustus te Berlijn een
notawisseling plaats gehad tusschen de
Nederlandsche en Duitsche regeering met
betrekking tot het betalingsverkeer. In
aansluiting daarop kan thans de tekst ge
publiceerd worden van de te Berlijn tot
stand gekomen overeenkomst. Deze tekst
luidt:
1. Het protocol tot regeling van de be
talingen van de vorderingen, voortsprui
tend uit het goederenverkeer tusschen
Nederland en Dultschland, van 31 Decem
ber 1932 en het aanvullend protocol van
5 Juni 1934, die door Duitschland op 17
Augustus 1934 zullen worden opgezegd,
treden 1 September 1934 buiten werking.
2. Gedurende den tijd van 15 tot 31 Aug.
1934 kunnen op de, krachtens het genoem
de protocol van 31 December geopende
bijzondere rekening van de Nederlandsche
Bank N.V. bij de Rijksbank, nog slechts
15 mlllioen Rijksmark worden gestort.
3. De tot op heden op de genoemde
bijzondere rekening gestorte bedragen,
alsmede die bedragen, die tot 31 Augustus
1934 nog op de bijzondere rekening ge
stort zullen worden, zullen, voor zoover
de Nederlandsche Bank N.V. daarover niet
heeft beschikt, onder inachtneming van
de Duitsche belangen bij de koersnoteering
van de Rijksmark, na nader overleg tus
schen de Nederlandsche Bank N.V. en de
Rijksbank zoo spoedig mogelijk worden
geliquideerd.
4. Om de tegeldemaking van de sub 3
bedoelde bedragen aan Rijksmarken zoo
veel mogelijk te bevorderen, zal door de
Nederlandsche Regeering het mogelijke
worden gedaan, opdat de Nederlandsche
importeurs van Duitsche goederen voor
alle vóór 1 September 1934 vervallende be
talingen van" zoodanige Duitsche goederen
die vóór 15 Augustus 1934 in Nederland
zijn ingevoerd, zooveel mogelijk deze Rijks-
marken gebruiken. De Duitsche Regeering
zal ook harerzijds het mogelijke doen op
dat de vraag naar bedoelde Rijksmarken
zooveel mogelijk wordt opgevoerd.
5. Tusschen de Nederlandsche en de
Duitsche Regeering zullen zoo spoedig
mogelijk onderhandelingen over een nieu
we regeling van het betalingsverkeer tus
schen belde landen gevoerd worden.
6. Voor het geval blijken mocht, dat
sedert het van kracht worden van het op
5 Juni 1934 te Berlijn geteekende aan
vullend protocol op het bovengenoemde
protocol van 31 December 1932 voor de
Duitsche „Devisenbewirtschaftungsstellen"
abusievelijk betalingen op de bijzondere
rekening van de Nederlandsche Bank N.V.
bij de Rijksbank toegestaan zijn, welke
eigenlijk afgewezen hadden moeten wor
den, gaat de Nederlandsche Regeering er
mede accoord, dat de betreffende bedra
gen, voor zoover zij door de Nederlandsche
Bank N.V. nog niet zijn gerealiseerd, aan
de Rijksbank terugvergoed en weder ter
beschikking van de betalers gesteld wor
den.
7. Voor het geval dat de nieuwe regeling
voor het betalingsverkeer, waarover
krachtens punt 5 onderhandeld moet wor
den, op 1 September 1934 nog niet in
werking treden kan, zullen de beide Re
geeringen zich bijtijds over een nadere
overgangsregeling verstaan.
F. P. J. VESTER t
Oud-directeur Ned. Handel Maatschappij.
Gisteren Is te Amsterdam op 59-jarigen
leeftijd overleden de heer F. P. J. Vester,
oud-directeur der Nederlandsche Handel
Maatschappij.
De heer Vester, die te Bloemendaal ge
boren is op 10 October 1874, bezocht te
Amsterdam de HBS. en vervolgens de
Handelsschool. In 1892 trad hij in dienst
bij de Nederlandsche Handel Maatschappij
op het bureau te Amsterdam, om in 1893
naar Indië te worden uitgezonden, waar
hij te Soerabaya agent en later lid werd
van het Indische bestuur dier Maat
schappij in Batavia. Van 1918-1929 was hij
directeur der N. H. M. te Amsterdam.
De heer Vester was voorts medebestuur
der van verschillende maatschappijen op
het gebied der scheepvaart en der Indische
Culturen, o.m. van de Vereenigde Java
Suiker Producenten, terwijl hij voorts lid
was van de Staatscommissie voor het
Muntwezen.
DE Z INK WITF ABRIEKEN IN HET
ZUIDEN.
Het Hbl. verneemt omtrent de dreigende
sluiting van de zinkwitfabrieken te Eys-
den en Maastricht nog het volgende;
De sluiting zal geschieden voor onbe-
paalden tijd wegens overgroote voorraden.
Gold het in Juni j.l. alleen maar de fa
briek te Eysden, nu is ook de Maastricht-
sche erbij betrokken. Het kan voor een
maand zijn, doch ook voor aanzienlijk
langer.
Op het oogenblik werken te Eysden bij
na 450 personen; te Maastricht ongeveer
300 arbeiders. Ontslagen worden in de eer
ste plaats buitenlanders, vervolgens dege
nen die niet ter plaatse wonen en ten
slotte degenen die wonen waar de fabriek
gevestigd is. Te Eysden werken thans een
vijftig Belgen, wonende over de grens.
Als gemeld ontstonden de groote voor
raden zoowel door vermindering van den
afzet naar het buitenland als door den
sterkeren invoer van zinkwit en litophine
in verhouding tot de behoefte der markt.
De invoer van zinkwit bedroeg in 1933 nog
3,562,174 kg. ter waarde van f. 585,796.
Duitschland en België zijn de voornaam
ste importeurs in ongeveer gelijke hoe
veelheden.
Voor litophone zijn de cijfers 1,496,300
K.G. ter waarde van f. 180,782. Duitsch
land leverde hiervan ongeveer een derde,
de rest komt uit België.
Reeds lang geleden, bij gelegenheid van
de excursie der Nederlandsche pers door
Limburg in 1930, heeft de directie der
Maastrichtsche Zinkwit Mij gewezen op
de dreigende toestanden en er aan herin
nerd, dat de levensmogelijkheid van haar
fabrieken afhangt van den export, die
normaal 90 pet. van de productie be
draagt.
HET HOOGE VELUWE-PLAN.
Op verwezenlijking nog kans?
Naar wij vernemen, aldus het „Hbld.",
zet de regeeringscommissie, waarvan voor
zitter is jhr. Van Tets, voorzitter van de
Nederl. Maatschappij van Tuinbouw en
Plantkunde, haar bemoeiingen inzake het
landgoed Hooge Veluwe voort. De moge
lijkheid van aankoop van het uitgestrekte
natuurpark zou nog steeds onder het oog
worden gezien. Hoewel een bedrag van
f. 250.000 beschikbaar is gesteld voor aan
koop van plantsoen voor openbare parken
en bezittingen van publiekrechtelijke
lichamen (Geldersch Landschap, Natuur
monumenten enz,), schijnt men in Bos
koop er toch meer te gevoelen, om aan
plantingen te leveren voor „De Hooge Ve
luwe", De commissie wil de voorraden bij
de kweekers opnemen, waarvan dan een
deel zou worden bestemd voor parken als
Warnsborn en de rest voor de Hooge Ve
luwe Uitvoering van dit plan zal afhan
kelijk zijn van de prijzen, welke worden
gevraagd. Voorts gaat de commissie na, of
het mogelijk is, door een andere wijze van
financieren de lasten, welke aankoop van
het landgoed zou meebrengen, te vermin
deren. Zij wil voorts bezuiniging op de
kosten van het Rijk vinden, door af te zien
van de stichting van een Arboretum in
een gedeelte van het natuurpark. Men zou
in het Oostelijk parkgedeelte terreinen
voor de Landbouwhoogeschool willen reser
veeren voor studiedoeleinden.
SANEERING VAN HET VEE-, VLEESCH-
EN VLEESCHWARENBEDRIJF.
Plannen in gevorderd stadium.
Naar wij vernemen, worden pogingen
aangewend, om te geraken tot saneering
van het vee-, vleesch. en vleeschwaren-
bedrijf in Nederland, welke pogingen in
principe den steun hebben van alle be
langhebbende organisaties: den Neder-
landschen Slagershond, den Ned. R.K
Hanzebond van Slagerspatroons en den
Ned. Grosslersbond.
De plannen verkeeren in een gevorderd
stadium; er zijn reeds sub-commissies ge
vormd, die een gedetailleerd ontwerp aan
de bonden zullen overleggen.
Beoogd wordt de vestigings-mogelijk-
heid te beperken door eischen te stellen
betreffende vakbekwaamheid en crediêt-
waardigheld en verder om excessen op het
gebied van de prijzenpolitiek tegen te
gaan.
DE NEDERLANDSCHE REISWEEK.
Het 20.000ste legitimatiebewijs.
Gisteren is ten kantore der Ned. Reis-
vereeniging het 20.000ste legitimatiebewijs
voor de Nederlandsche Reisweek afgegeven
STAKING BIJ GELDERMAN EN ZOON
GEËINDIGD.
Loonsverlaging aanvaard.
In een conferentie der firma H. P. Gel
derman en Zoon te Oldenzaal en de be
sturen der textielarbeidersbonden St. Lam-
bertus, de Eendracht en Unitas heeft de
directie de door haar aangekondigde
loonsverlaging, welke eergister is ingegaan,
nader gemotiveerd, waarbij de afgevaar
digden zich ten slotte hebben neergelegd.
Hierna werd een vergadering gehouden
door de arbeidsters welke hierbij betrok
ken zijn geweest en de besturen, waarbij
door laatstgenoemden het standpunt van
de firma Gelderman werd medegedeeld.
Zonder eenige verdere bespreking is hier
op de vergadering uiteengegaan, waar
mede de staking derhalve is beëindigd.
(Tel.)
o
VERSPREIDE BERICHTEN.
Bij K. B. is benoemd tot Ridder in de
Orde van den Nederlandschen Leeuw Mgr.
Dr. G. C. van Noort, Kanunnik, deken en
rector te Amsterdam.
HOFSTAD - TOO NEEL.
Tableau de la troupe.
Het tableau de la troupe van het Ver.
Rotterdamsch Hofstad-Tooneel, directeur
Cor van der Lugt Melsert, zal voor het
seizoen 19341935 als volgt samengesteld
zijn:
Dames: Annie van der Lugt Melsert-v.
Ees, Fie Carelsen. Vera Bondam (a. g.),
Bets Ranucci-Beckman, Mimi Bosnach,
Enny Heymans-Snijders. Cécile Spoor-
Carelsen. Annie van Duyn, Joekle Broede-
let. Enmy Meunier, Hélène Berthé, E.
Mecklenburg. Reny Knufman, Else Willart,
Miesje v. d. Haak, Cecilia Bach. Heeren:
Cor van der Lugt Melsert, Louis Gimberg,
Johan Elsensohn, Theo Frenkel, Dick van
Veen, Anton Roemer. Dirk Verbeek. Piet
Bron, Jan van der Linden. Hans van Ees,
Johan Schtnltz. Eduard Palmers, Paul
Steenbergen, Toni van Otterloo Jr.. Gerard
Airbous, Gerhard Alexander, Bob Oosthoek,
Leo den Hartog, Kenneth Springborrt, Piet
Heilbron, J. Schouten. Nico Steenbergen,
Joh. Hooft. Henk Rigters.
Artistieke leiding Cor van der Lugt Mel
sert: zakelijke leiding Adriaan van der
Horst; dramatisch adviseuse Bets Ranucci-
Beckman; regisseurs Cor van der Lugt
Melsert. Adriaan v. d. Horst, Bets Ranucci-
Beckman, Dick van Veen. Décors Karei
Brückman, costumes fa. J. N. Mulder te
Utrecht.
Opgeheven wegens gebrek aan actief:
M. Geutskens, Haarlemmermeer.
VAN PASTOOR P. M. DE VETTEN.
Tal van uitgestoken vlaggen met geel
witte wimpels kondigden uiterlijke vreugde
van de RJC. ingezetenen aan met he®
40-jarig Priesterjubileum van den weleerw,
heer pastoor P. M. de Vetten te Oegst-
geest.
Een blijde dag voorwaar, niet alleen voor
den algemeen geachten jubilaris, maar
ook voor zijn parochianen, die dezen merk-
waardigen dag zoo gaarne met eert
grootsch en feestelijk vertoon hadden ge
vierd. Helaas is hiervan op uitdrukkelijk
verlangen van den jubilaris afgezien.
Wars van alle uiterlijk vertoon zijn
mede de tijdsomstandigheden oorzaak
waarom Z.E dit besluit deed nemen.
Maar de groote liefde van de parochia
nen voor hun geestelijken Herder was
niet geheel te onderdrukken! Dank zij de
krachtige medewerking van oud-kapelaan
v. d. Gaag en kapelaan Roest heeft de
jubilaris eindelijk toegestemd om de paro
chianen gelegenheid te geven op beschei
den wijze hun dankbaarheid en waardee
ring uit te spreken met een kerkelijke vie
ring van dit heugelijke feest.
Des avonds te voren stroomde onder de
jubelende klanken van de kerkklok he®
groote kerkgebouw vol met belangstellen
den, waar omstreeks half acht de jubilaris
arriveerde in een tweetal rijtuigen waarin
behalve de jubilaris waren gezeten de
beide kapelaans der parochie en de wel
eerw. heer Dysselbloem en de leden van
het Kerkbestuur.
Onder het zingen van een welkomstlied
door de geloovigen trad de jubilaris naar
het altaar, voorafgegaan door misdienaars
en omgeven door met goud gekroonde
bruidjes.
Op bijzondere wijze was het kerkgebouw
versierd voor deze feestelijke gelegenheid.
De verlichting was schitterend, inzonder
heid die van het Priesterkoor.
Aan beide zijden van het altaar waren
prachtige palmen opgesteld, waartusschen
helder witte lelies als versiering een schit
terend effect opleverden.
Bijzonder veel werk was gemaakt van dé
versiering van het hoofd-altaar. De versie
ring van de gebeeldhouwde voorstellingen
gaf aan de beteekenis daarvan een mooi
cachet.
Onder de kerkramen waren witte anjers
tusschen fijn aspergegroen aangebracht,
terwijl de orgeltribune met fraaie tapijten
was behangen.
Tal van prachtige bloemenmanden, voor
zien van witte dahlia's en rozen, vulden de
spitsbogen in het schip der kerk.
De pilaren waren omhangen met drape
rieën, afgezet met goudgalon en de wan
den der zijbeuken, versierd met bloembak
ken en geel witte vlagwimpels. volmaakten
het feestelijk aanzien der kerk.
Nadat de jubilaris was toegesproken
door kapelaan Roest, begaf de geestelijk
heid zich naar de sacristie, om zich te
kleeden voor het plechtig Lof.
Hierbij fungeerden kapelaan v. d.
Gaag als diaken en kapelaan Martens als
subdiaken. Ceremoniaris was de weleerw.
heer J. Dijsselbloem.
Onder leiding van kapelaan Roest voer
de het knapenkoor de kerkelijke gezangen
uit. Gisteren, de dag van het werkelijke
feest heeft pastoor de Vetten een plech
tige H. Mis voor de parochie opgedragen,
waarbij kapelaan v. d. Gaag en kap. Mar
tens resp. als diaken en subdiaken fun
geerden. Ceremoniaris was wederom de
weleerw. heer Dijsselbloem en acolitie de
priester-studenten der parochie.
Het zangkoor voerde uit onder leiding
van kapelaan Roest de driestemmige Mis
het jongenskoor van Ant. Lotti. Wederom
was het kerkgebouw geheel gevuld.
In de voorste bank bij het kerkbestuur
hadden plaats genomen de loco-burge
meester de heer T. van Egmond en de
gemeente-secretaris de heer R. Reitsma;
als vertegenwoordigers van het dag. be
stuur der gemeente.
Op het Priesterkoor merkten wij op rec
tor J. C. Groot van „Duinzicht".
Des middags hield de jubilaris een recep
tie in de pastorie, waarvan door zeer velé
parochianen en niet-katholieken uit de
gemeente werd gebruik gemaakt. Ook van
het dag. bestuur der gemeente mocht de
jubilaris gelukwenschen in ontvangst
nemen.
De feestelijkheden werden besloten des
avonds met een plechtig Lof met assisten
tie waarbij de jubilaris de parochianen
dank bracht voor de hem gebrachte hulde.
Het lag in de bedoeling dat de R.K. Har
monie „Triumph" den pastoor een sere
nade zou brengen doch de jubilaris heelt
voor het ontvangen daarvan ter elfder ure
afgezien. Voor velen was dit een groote
teleurstelling!
AARDAPPELEN VOOR VEEVOEDER.
Naar wij vernemen heeft de Nederland
sche Akkerbouw Centrale bepaald, da®
aardappelen, welke vervoerd of verhandeld
worden met bestemming tot veevoeder,
vóór het vervoeren of verhandelen door
stuksteken of stukprlkken of door eeniger-
lei andere door de Centrale aan te geven
bewerking op afdoende wijze ongeschikt
moeten zijn gemaakt voor menschelijk»
consumptie.