\lien Dijers getrouwd - „Wees welkom in Sluis" - Feest in Boxmeer
DE HEKS VAN WINSLEA
J5»te Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
Lien Dijers getrouwd.
mam
FEUILLETON.
De bekende film speelster Lien Dyers is te Amsterdam getrouwd met den
Duitschen filmproductie-leider Alfred Zeisier.
"V S
TE BOXMEER wer.d in verband met het 121-jarig ambtsjubileum van den burgemeester feest OP HET VLIEGVELD SCHIPHOL kwam een vijftiental candidaten bijeen voor den nieuwep oursus voor
gevierd. Het H. Bloed-gilde defileert. yerkeersvliegers. De vlieger-costuums worden aangetrokken.
DE ZWEMKAMPIOENSCHAPPEN TE MAAGDEN
BURG. De drie winnaressen in de 100 M. vrije slag
voor dames. V.l.n.r. Rie Mastenbroek (2e), Willy
den Ouden (le, Europeesch kampioene) en Gisela
Ahrendt (Duitschland, 3e).
OP SCHIPHOL ARRIVEERDE nET NIEUWSTE FRANSCHE EEN-MOTORIGE
AMPHIBIE-VLIEGTUIG hetwelk in dienst is van het Fransche leger.
DE BERLIJNSCHE
BRANDWEER - heeft
nieuwe stalen helmen
gekregen.
WELKOM VREEMDELING. Sluis is een electrische tram-
verbinding met België geopend. De bezoekers uit de Belgische
badplaatsen vinden bij aankomst te Sluis dit bord.
naar het Engelsch van May Wynne.
24)
„Een vriend van iederen vijand, ver
vloekte goddelooze, dat hij is! Hij zal die
ten als eerste vrucht van onze overwin
ning! Lo, heb ik niet luide de stem ver
teven bij den goddelijken wreker, Olivier
Lromwell, om nog aan te dringen op be
vordering van die heilige taak?"
„Stil, vriend!" vlei een ander hem in de
'ede. „Vertel eens even
Maar de rest van den zin ging verloren
J°or haar, die zoo ingespannen te luisterén
Doodsbleek had Marjorie het oor haast
«gen de stoffige planken gelegd.
Wat een afschuwelijk nieuws, dat zij
Mar had gehoord!
Het Schotsche leger verslagen en sir
Marmaduke Langdale gevangen genomen,
dit op een tijdstip, dat hun eigen sue
t's, door inneming van Pontefract, zoozeer
t°°p had gewekt in het hart van ieder
«wingsgezinde in West-Yorkshire.
Helaas! Hoe zou Hugh dit nieuws ont
vangen? En haar vader, haar arme vader?
••at een leed zou dit brengen over zijn
fvfe haren!
Het was nu echter geen oogenblik om
■jtt aan haar gedachten te wijden, maar
J*i om zich geheel te bepalen bij het
fleren, dat inplaats van een schande
J™ .een eervolle taak werd in zulk een
„Heel nadrukkelijk", ging Birley voort,
heb ik er bij Gods werktuig, onzen lord
Protector, op aangedrongen om allereerst
met zijn legermacht Pontefract te herne
men, maar tevergeefs! Niet dat onze
machtige generaal doof was voor zulk een
pleidooi, maar, daar hijzelve te zeer in be
slag genomen wordt door zijn Schotschen
veldtocht, zendt hij generaal Rainsborough
met een regiment paarden- en twee regi
menten voetvolk om zijn werk voort te
zetten. De generaal is reeds op weg, ter
wijl ik mij gehaast heb om den brenger
van die blijde tijding drie dagen vóór te
zijn".
„Rainsborough?" herhaalde een van de
anderen. „In trouwe: een man van groo-
ten ijver en bekwaamheid! Generaal
Cromwell doet er wel aan hèm zulk een
gewichtige taak op te dragen".
„Drie dagen later zal hij voor Doncaster
liggen", ging Birley voort, met groote
vreugde. „En als een dief in den nacht zul
len hij en zijn leger op Pontefract aftrek
ken. Wee dan over die drinkers en los
bandige zondaren, die zich in fluweel, zij
en satijn dossen, met sierlijke veeren op
hoed en baret. Want de dag
„Mistress Stapleton!"
In haar overspanning had Marjorie het
luide kunnen uitschreeuwen, maar geluk
kig wist zij zich te bedwingen, keek eens
rond, maar zag niet in de duisternis en
vroeg alleen zachtes:
„Ben jij dat, Thomas?"
„Ik ben het, Harry! Ik heb niet eerder
kunnen komen, mistress. Vader is terug".
„Ja?" vroeg ze lusteloos. „Ik meende
stemmen te hooren, al was ik dan ook in
slaap geraakt".
Het ventje kwam dichterbij en strekte
de hand uit, tot hij haar japon voelde.
„Als hij wist, dat u hier geweest was, dan
zouden wij allen levend gevild worden",
fluisterde hij er. kwam vlak naast haar.
Het was een toevallige ontmoeting met
master Birley in de stad, die hem terug
bracht, en het onderhoud, dat zij hielden
met masters Ayres en Blackfern was onge
twijfeld van zeer particulieren aard".
Klaarblijkelijk wilde Harry er achter
komen, in hoeverre de „goddelooze" iets
had gehoord van de gewichtige geheimen,
die ongetwijfeld beneden verhandeld
waren.
Maar Marjorie geeuwde slechts.
,,'t Is maar goed dat ik niet te hard ge
snurkt heb", zei ze. „En beter nog, dat ik
niet door het plafond gevallen ben, waar
voor Thomas mij waarschuwde. Waarom
is die schavuit mij al niet een uur eerder
komen ophalen, want ik geloof haast, dat
ik hier al zoo lang geslapen heb!"
„Stil" .fluisterde Harry verschrikt. „Als
ze daar beneden merken, dat we hier zijn,
dan zal er wat op zitten! En dat Thomas
zelf niet is gekomen! hij liep met zoo'n
vaart tegen master Ayres aan, dat vader
hem bij den kraag pakte en hem in een
kast sloot. Door het sleutelgat heeft hij mij
toen gezegd, waar u verstopt zat. Maar
kom nu. mistress Stapleton, want eerst als
nicht Janet zekerheid heeft, dat u veilig
en wel het huis verlaten hebt, zal ze gerust
zijn".
Als in een droom kroop Marjorie ge-
ruischloos over de stoffige planken en
vond Janet onder aan de ladder staan,
doodelijk ontsteld en bevreesd voor ont
dekking.
Het duurde enkele minuten, eer Mar-
jorie's blauwe japon weer eenigszins stof
vrij was gemaakt: gelukkig dat de mantel
het ergste overdekte. Daarop namen de
meisjes een haastig afscheid, waarna Mar
jorie, als op vleugelen, naar het huis van
tante Penelope terugging, terwijl Janet
haar stond na te kijken aan de achterdeur
en blij was, toen haar vriendin geheel uit
het oog verdwenen was, dus zeker al bijna
in veiligheid.
„Het was maar goed, dat de hitte haar
zoo slaperig maakte", zei Harry, toen hij
nicht Janet volgde naar de achterkamer.
„Want je kon daar alles verstaan, wat er
beneden in de studeerkamer gezegd werd
en ze is dan toch een goddelooze, als is
ze dan ook lief en aardig!"
„Verbeeld je: of nu een gesprek van
James en oom, Marjorie belang zou inboe
zemen! Al had zij ook ieder woord ver
staan, dan zou ze nog binnen het uur alles
vergeten zijn!"
„Ze was slaperig, dat is waar", zei Harry,
„maar toch
Verder kwam hij niet, maar bij zichzel-
ven overlegde hij of het toch eigenlijk niet
zijn plicht was om zijn vader te waarschu
wen, dat de „goddelooze" zeker had ge
hoord al wat er in de studeerkamer be
sproken werd.
Gelukkig voor Janet waren-er voor het
avondeten flensjes en room op tafel en in
het smullen van die lekkernijen was het
avontuur van mistress Stapleton gauw
vergeten.
HOOFDSTUK XV.
Over de vennen van Winslea.
„Parker!"
„Sapperloot! Neem mij niet kwalijk
mistress Marjorie!"
De bediende van dr. Stapleton krabbelde
op van den zolder, waar hij lag, en keek
de oogen uit, toen hij de jongedame op
den drempel van de schuur zag staan met
een dievenlantaarn bij zich, in rijkleed, en
dit ondanks het feit, dat het al over het
middernachtelijk uur was.
Parker, die op een hoop stroo had gele
gen, streek eens even met de vingers door
zijn verward haar en scheen op het punt
zijn verwondering luchtte geven.
„Stil. Parker!" zei Marjorie, en trad wat
dichterbij. „Je moet maar gauw begrijpen
en niet veel vragen, want wij hebben geen
tijd te verliezen!"
„Sapperloot! Sapperloot! Nog eens:
neem mij niet kwalijk, mistress. Maar daar
ik juist diep in slaap was, is het geen won
der, dat ik wat verbaasd kijk, nu ik daar
een jonge dame zag komen
voor dringende zaken. Je bent toch
vóór den koning, Parker?Nu, zie dan,
dat je onverwijld klaar komt om naar huis
te gaan".
Parker's mond en oogen waren één
vraagteeken, zóó verbaasd was hij.
„Naar huis, mistress?" hijgde hij. „Naar
Knottingley, bedoelt u zeker?"
„Juist naar Knottingley. als je werkelijk
een aanhanger van den koning bent", zei
ze en liet hem verbaasd achter, maar toch
ook geestdriftig genoeg voor zijn vorst, dat
hij wel zorgde, gauw zijn hooge rijlaarzen
aan te trekken, zijn bandelier over den
schouder te hangen en zijn sporen aan
te doen.
Als zijn koning hem noodig had, dan zou
Job Parker ook voor hem klaar staan, al
kwam het bevel daartoe dan ook van de
lippen van een jong meisje, dat hij altijd
als een toonbeeld van huiselijkheid had
beschouwd, wier gedachten slechts ver
deeld waren tusschen kamer en keuken.
(Wordt vervolgd).