Wereldspelen athletiek voor dames - Mislukte stratosfeertocht DE HEKS VAN W1NSLEA 1 mhm DILLIHGERSR 75$te Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. UlllING-R OR. DE MISLUKTE AMERIKAANSCHE STRA TOSFEERTOCHT. De gescheurde ballon' bij het snelle dalen gefotografeerd door een Amerikaansch legervliegtuig. HET ZILVEREN JUBILEUM VAN DE MUZIEKVEREENIGING „DE HARMONIE" TE NUN- 8PEET. s De officieele ontvangst ten stad huize waar de fanfarecorpsen uit Harderwijk, Er- melo, Elspeet, Elburg en Doornspijk een vaandelgroet brachten. MUSSOLINI bij de Italiaait- sche vlootmanoeuvres. IN AMERIKA. De vader van Dillinger trad na den dood van zijn zoon in een bioscoop op het tooneel op met zijn gezin. Nadat de eerste voorstellingen veel publiek hadden getrokken, maakte de politie tenslotte toch maar een einde aan deze vertooning. Dillinger sr. en zijn gezin. naar het Engelsoh van May Wynne. 19) „Allereerst", legde sir Hugh verslag af, „zal hij zorgen dat twee schildwachten, die bereid zijn ons te helpen, op bepaalde hoe ken van de muren post vatten. Hijzelve zal bij den gouverneur slapen, maar op een overeen gekomen uur zal hij opstaan, waar een signaal ons waarschuwen zal. dat de tijd gekomen is. Ijlings zal er een lad der opgetrokken worden, die wij beklim men zullen, en, eer de slaperige soldaten goed wakker zijn, zullen ze onze gevan genen wezen!" „Het lijkt zoo eenvoudig", antwoordde de doctor droog. „En als kolonel Morrice in derdaad kans ziet dit alles te bewerken, dan mag hij aanspraak maken op de dankbaarheid van ieder trouw dienaar van koning Karei". „Amen!" zei Squire Brotherton. „Ons dus vleiende met die hoop, zal het maar het beste zijn de zaak niet langer uit te stel len, want de orders van Langdale kunnen wel dringend zijn geweest". „Hadden wij dat pakje toch maar!" zuchtte kapitein Knowles, „maar, als we uu maar veilig en wel vasten voet hebben 'n Pontefract, dan kan dat ons ook niet veel meer schelen". En onwillekeurig ging zijn hand naar «et gevest van zijn degen. „Pontefract voor den koning! Laten wij daar eens op drinken, heeren!" noodde sit Hugh. En eigenhandig vulde hij de roemers met tintelenden Gascogner. daar het niet ver standig was om de hulp van bedienden in te roepen. „Vandaag over een week", ging lilj voort op zachten toon, „is de datum, die met vriend Morrice werd afgesproken; maar vóór dien zullen wij elkaar wéér ontmoeten en, zoo mogelijk, zal hij er dan zelf bij tegenwoordig zijn, om de onderneming in haar kleinste bijzonderheden te bespreken. Hoe zoudt gij denken over Vrijdag op dit zelfde uur?" Terwijl hij dit zei, hield hij den blik ge richt op kolonel Aikton en die knikte „Goed! Vrijdag op ditzelfde uur! Ik maak mij sterk, dat er geen stoel onbezet zal blijven, welke afspraak er dan ook soms mocht gemaakt zijn". Geestdriftig gaven allen hun woord en sir Hugh hief den roemer omhoog. „Pontefract voor den koning!" riep hij. „De Hemel sdhenke ons succes bij de be machtiging van het slot!" Het kaarslicht bescheen den kring van mannen in hun schilderachtige kleeding, die allen de roemers omhoog hielden, tot aan den rand gevuld met den robijnrooden wijn. En ondanks de lange krullen, de kan ten kragen en lubben en de gekleurde sjerpen viel er geen spoor van weekelijk- heid waar te nemen op hun vastberaden gelaat, terwijl zij, als uit één mond, her haalden: „Pontefract voor den koning!" In eén teug werden de roemers geleegd waarna de saamgezworenen zich in hun donkere mantels hulden, en, met een enkel woord van afscheid aan hun gastheer, één voor één het vertrek verlieten. Op de verdieping daarboven lag een oude vrouw, met de oogen wijd open, in haar staatsieledikant. Had zij ook den toast gehoord, waarop haar zoon en zijn vrienden zoo geestdriftig gedronken hadden? „Pontefract voor den koning!" Zou zelfs Pontefract den dood van den koning kunnen afhouden? HOOFDSTUK XI. De inneming van Pontefract. „Ik verlang naar bed", geeuwde Morrice. Kolonel Cotterell fronste de wenkbrau wen. Hij had de Presbyteriaansche leer stellingen verklaard voor ooren, die al even doof waren als die van de adder. Maar wie kon ooit boos worden op Dick? Zeker niet James Cotterell, streng ijveraar als hij was! Deze geestige kameraad en dappere sol daat want Cotterell had in vroegere jaren naast Morrice gestreden mocht een vrijheid genieten, die al even groot was als het vertrouwen van zijn vriend. Zóó gul was Dick met zijn raad, zóó scherp was zijn opmerkingsgave gebleken bij vele gelegenheden, dat de gouverneur een onbepaald vertrouwen in hem stelde. Van hem had hij ook dingen te hooren ge kregen betreffende zijn eigen garnizoen, die hem in zijn ongenaakbaarheid anders nooit bereikt zouden hebben. Het pleitte wel voor Morrlce's zin voor intrigue, dat hij goede maatjes was, niet alleen met den kolonel, maar ook met den kleinsten koksmaat in het kasteel. Oo dien gedenkwaardigen avond ging Morrice. slaperig als hij was, dus naar bed en James Cotterell eveneens, vervuld van niets anders dan van de leerstellingen van John Knox. Daar praatte hij nog over, tot het snur ken van zijn bedgenoot hem blijk gaf, dat deze andermaal weigerde naar zijn stem te luisteren. Maar de gouverneur sliep, toen omtrent middernacht Dick Morrice ontwaakte, zachtjes opstond, haastig zijn kleeren aan schoot en daarbij ook niet zijn zwaard of pistool vergat eer hij op de teenen het vertrek verliet, maar toch niet kon nala ten nog eens even met schuldig genot te kijken naar het door de zon gebruind en verweerd gelaat en te luisteren naar het luide snurken dat hem deed denken aan den diepen, eentonigen preektoon van den Presbyteriaanschen voorganger. „Nu," dacht hij bij zichzelven, terwijl hij de gang doorliep naar de plek, waar een bevriende schildwacht hem wachtte, „in den oorlog is alles geoorloofd en deze onderneming zal mij méér liefde doen win nen, dan die van James Cotterell, hoezeer ik hem dan ook verplicht ben voor zijn goede meening!" En hij dacht vol teederheid aan Bar bara met de mooie, bruine oogen en het geen zij hem beloofd had, op den dag, dat hij zich zooveer verdienstelijk zou heb ben gemaakt tegenover den koning. Een ommezien bleef hij onder aan de steenen trap staan. Er waren twee punten, vanwaar het signaal gegeven zou worden aan de wach tende koningsgezinden. Van de beide schildwachten stelde hij meer vertrouwen in Hartley, dan in Da- rmgton. Dan moest hij juist het eerst gaan naar Darington, die de wacht hield op het bol werk tusschen den Koninginne. en den Koningstoren en dan naar Hartley, die aan den Westkant van het eerste terras, onder de schaduw van den schatbewaar derstoren stond. Zonder verwijl klom hij naar boven en vond Darington verlangend om mee tot uitvoering over te gaan en dus in het minst niet tegenstrevend, waarvoor hij nog wel eenige vrees had gekoesterd. De maan was aan het afnemen en ver spreidde dus slechts een ongewis licht, zoodat de groep mannen, die beneden stond, één donkere massa leek, van het bolwerk dertig voet hooger gezien. Op het afgesproken teeken werd een ladder tegen den muur gezet en begon nen zij die te beklimmen, zoo stil en ge- ruischloos, of ze geestverschijningen waren van degenen, die bij een vorig beleg op dergelijke wijze waren opgestegen. Terwijl beide mannen over de borst wering stonden geleund, om zich te over tuigen, dat alles goed ging, klonk er een kreet van den Westelijken muur, waar de Schatbewaarderstoren een donkere scha duw wierp over een rij lagere gebouwen. Zonder zich den tijd te gunnen om te onderzoeken wat zulk een onwelkom ge luid beduiden mocht, ijlde Morrice heen en liet Darington alleen kennis maken met die nieuwe vrienden. Halverwege de trap, die naar de plek leidde, waar Hartley geposteerd had moe ten staan, kwam een ander soldaat hem tegemoet. Morrice schrikte zoo zeer. dat hij bijna het evenwicht verloren had. „Wat nu?" riep hij. „Waarom schreeuw de je?... O, je bent Joshua Parsley.... Waarom ter wereld?" (Wordt vervolgd). AMD MEMBERS OF HIS FAMILY teBffi-z.- ON STAGE W PERSON! j f\ JOHN De wereldspelen athletiek voor dames te Londen. Mej. Aalten (Holland) wint dc 2e serie op de 60 meter van fraulein Grieme (Duitschland). DE TEWATERLATING van den nieuwen Italiaanschen kruiser ,,Raimondo Monte- cuccoli" te Genua.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1934 | | pagina 5