Doll fuss ten grave gedragen - De Koningin en de Prinses naar Noorwegen DE HEKS VAN WINSLEA 75ïle Jaargang 7 LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad De plechtige bijzetting van dr. Dollfuss. De begrafenis van bondskanselier Dollfuss. FEUILLETON. t' iVice-kanselier prins Starhemberg, mevrouw Dollfuss en de minister van Handel Stockinger bij de begra fenis. DE KONINGIN EN PRINSES JULIANA zijn Zaterdag naar Noor wegen vertrokken. De Prinses aan boord van de „Tanimbar" te IJmui- den door belangstellenden, begroet. DISTRI CTSWEDSTRIJDEN der K.N.A.U. te Amster dam. v. Leeuwen (Amster dam) in actie bij de 400 M. horden. De lijkkist voor het Weensche stadhuis. Op den achtergrond de Stephansdom. Bondspresident Miklas (links hoog staand), houdt de lijkrede. INTERNATIONALE ZWEM WEDSTRIJDEN Holland- Frankrijk te Sittard. Mile Blondeau en mej. Oversloot. naar het Engelsch van May Wynne. B) „En voor die gezegende gave dank ik u, schoone jonkvrouw!" zei Morrice, terwijl hij haar hand aan de lippen bracht. „Als er een prikkel noodig was, om mij aan te zetten tot die taak, dan zouden uw woor den zoo gewerkt hebben. Al wat mensche- lijke behendigheid, menschelijk vernuft, menschelijk verraadt, als u wilt, verzinnen kan, zal bedacht worden". „Mijn dank hiervoor, Dick", zei ze en verliet hem, eer hij nog een woord kon zeggen betreffende een zaak, die hem nog bader aan het hart lag, dan de taak, die hij op zich had genomen. HOOFDSTUK V. Een noodzakelijke bemiddelaarster. Het was geen wonder, dat beide partijen in den burgeroorlog elkaar het bezit van kasteel Pontefract bestreden, hoog en droog als een roofvogelnest, als dit was lelegen. Geheel door rotsen omsloten, was het massieve gebouw niet anders dan door hongersnood tot overgave te dwingen. De hoofdingang lag aan den weg van Darrington en was door een dubbele borst wering met de portierswoning verbonden. Het gebouw bezat drie torens, waarvan de een boven de beide andere uitstak en werd beschut door een valpoort op het eerste terras. Op een hoogte van dertig voet boven den grond was een bolwerk, dat naar het oosten gedekt werd door den Koninginnetoren, naar 't zuidoosten door den Konstabeltoren. Op het tweede terras werd de laagste reeks van gebouwen ge dekt door het drietal torens, den Pijper, den Gascogner en den Schatbewaarder, terwijl het derde terras omvatte de gebou wen van den Ronden Toren. Aan de west zijde daarvan was de Normandische door gang, die bereikt werd langs een trap, in de rotsen uitgehouwen. Deze trap was, eigenaardig, in drie reeksen van treden verdeeld, waarvan er één leidde onder een vestingwal naar het onderste gedeelte van den slottoren, en de andere, door een plot selinge wending naar het westen, naar de volslagen duisternis van een kleinen ker ker, in de rotsen uitgehouwen en waaruit gevangenen dus onmogelijk ontsnappen konden. Deze sterke veste was gedurende vorige jaren van strijd moedig behouden voor koning Karei, maar, daar ze door verraad in handen van het parlement was gevallen, lag er nu een sterk garnizoen, onder com mando van kolonel Cotterell. Dit was een man met scherpen blik, niet makkelijk te verschalken. Vreemd dus, dat hij juist zulk een onbepaald vertrouwen stelde in den vroolijken, luchthartigen Dick Morrice. Een verborgen gave van intrigue, de prikkel om de opdracht van een dame te vervullen en een verlangen, om zich ver dienstelijk te maken tegenover degenen, die zijn politiek wantrouwden, al waren ze nu ook vriendschappelijk gezind jegens hena dit alles hielp hem om op zeer ver nuftige wijze een strik te spannen voor zijn niets kwaads vermoedend slachtoffer. Alle soldaten op het kasteel waren goede vrienden met Dick Morrice, die, al naar de gelegenheid zich voordeed, met hen dronk, dobbelde, of omstandig ver haalde van de dappere daden, bedreven in dienst van den lord Protector. Er werden meer bezoeken gebracht op Pontefract en niet alleen maakte de ijverige vriend van den gouverneur er dien op merkzaam op, hoe hij „vreesde dat er samenzweringen werden gesmeed om het kasteel te overrompelen", maar hij placht zelfs midden in den nacht op te staan en de ronde te doen door de geheele vesting, daarbij grondig acht gevend op degenen, die waakzaam op hun posten waren, en er bij den kolonel op aandrin gend, dezen en genen onder de mannen, die hij voor onbetrouwbaar verklaarde, te ontslaan. Op deze en dergelijke wijze kreeg hij overmacht op den gouverneur en bereidde hij den dag voor tot de uitvoering van de samenzwering, die in waarheid op het kasteel beraamd werd. Dit alles kostte tijd en het was al op het laatst van Mei, toen Dick Morrice Barbara Carcroft opzocht, om haar het goede nieuws mede te deelen, van het rijpen van het plan. Een vroolijke maand, die Meitijd. terwijl in een rondedans op het grasveld jonge harten 't dreigende dat in de lucht zat, met zulk een gemag vergaten. Barbara was aan het plukken van sleu telbloemen in de bosschen van Fryston ge weest, toen Morrice haar zocht, en haar vlijtige handen waren aan het ruikertjes maken, toen hij zich naast haar had ge zet en aan het vertellen was, van wat hij reeds voor de zaak had gedaan. Zij knikte en glimlachte goedkeurend, met oogen, die schitterden bij de gedachte aan het succes van dit stout ondernemen, waarvan zij, op vrouwenmanier, al weer ettelijke malen spijt had gehad, als ze ook weer dacht aan al de verschrikkingen van de straf voor verraad, die er uit konden voortkomen. Tot nog toe was alles goed gegaan, maar nu nog de ontknooping Op mannenmanier wilde Dick natuurlijk een belooning vooruit hebben, en wie kon hem dit nu ook kwalijk nemen bij die tar tende, donkere oogen en die ondeugende kuiltjes in de wangen? Maar Barbara bleef volhouden: „Als Pontefract genomen is", en daarop danste zij weg met haar bloemen, terwijl haar teleurgestelde verloofde zich maar moest tevreden stellen met een enkel bouquetje, dat zij puur bij toeval na tuurlijk! eerst aan de lippen had ge drukt, voor zij het had laten vallen. „Als Pontefract genomen is", herhaalde Dick Morrice en stak het weggeworpen bouquetje in den binnenzak van zijn buis, met een aandoening, die hem deed trillen van het hoofd tot de voeten. Verder droomde hij van den dag, wan neer oude vrienden hem weer de hand zouden drukken, als een, die recht had op den dank der koningsgezinden, ofschoon het hem nu als een verwijt aandeed, dat kolonel Cotterell hem steeds als zijn ver trouwde en raadgever beschouwde. Barbara voelde zich niet gekweld door dergelijke gedachten, toen zij den bescha duwden heuvel afliep, die naar Knotting- ley voerde. Haar werkzame geest was al weer bezig er de beste manier op te beden ken om de vrienden, die door sir Marma- duke Langdale in het geheim genomen waren, bekend te maken met den onvoor- zienen voortgang van hun plannen. Dat sir Hugh Ainslie den spot zou drij ven met haar voorstel, of boos zou wezen over haar stout ondernemen, begreep zij zeer goed. Maar hij zou noch spotten, noch uit varen, als de aardige Marjorie Stapleton hem het nieuws mededeelde. Als mistress Bab een ander meisje aan het handwerken zag, maakte zij zich hier altijd vroolijk over. Een naald te hantee- ren, was iets, dat men niet van haar ver gen moest, en, zooals Marjorie verdiept was in haar werk, gaf haar dit dubbel en dwars aanleiding tot spot en ergenls. „Kom, laat dat borduurwerk nu maar rusten, kind," drong zij, „en luister liever eens naar een zaak van groot belang." Marjorie keek glimlachend op. „En waarom zou ik niet kunnen luis teren en borduren tegelijk? Kijk eens, Bab, is dat niet een mooi patroon?" „Prachtig, hoor!" riep Barbara; echter zonder eenige geestdrift naar de, guirlande van rozen en kamperfoelie kijkend, waar aan haar vriendin zoo ijverig voortwerkte. „Sir Hugh zal er door getroffen zijn". „Sir Hugh?" ^lep Marjorie, haar werk streelend behandelend. „Wat heeft sir Hugh uit te staan met mijn rozen?" „Neen, dat is waar ook", zei Barbara. „Met die rozen misschien niet, maar wei met de inneming van kasteel Pontefract voor den koning". (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1934 | | pagina 5