Zaterdag 28 Juli 1934 BINNENLAND. l£IDSCH DAGBLAD - Derde Blad GEEN VRIJGESTELDEN IN DEN RAAD. EEN WETSONTWERP INGEDIEND. Wijzigingen Kieswet. Een wetsontwerp ls ingediend met bo vengenoemde strekking. In de toelichting wordt o.m. gezegd: Zoowel bij de algemeene beschouwingen omtrent de Rijksbegrooting 1934 als bij de behandeling van hoofdstuk V dier begroo ting zijn met betrekking tot de kieswet van de zijde der Tweede Kamer opnieuw verschillende punten ter sprake gekomen, welke reeds eer een onderwerp van over leg hebben uitgemaakt Verschillende opmerkingen, gemaakt in het voorlooplg verslag over laatstgenoemd hoofdstuk, heeft de minister van Binnenl. Zaken ernstig overwogen Hij gaf het voornemen te kennen, van het resultaat te doen blij ken ter gelegenheid van de voorziening, die de Kieswet toch op enkele details be hoeft. Naast bedoelde details zijn de volgende onderwerpen door den minister meer in tbijzonder overwogen: a. de bestrijding van het voorkomen van vele kleine partijen; b. het al of niet afschaffen van den op komstplicht'. c. uitsluiting van het lidmaatschap der lagere vertegenwoordigende lichamen (Prov. Staten. Gemeenteraad! van perso nen, die te zeer aan de verleiding bloot staan om de belangen der groep, waartoe zij behooren, te stellen boven het alge meen belang. ad a. Na het ondeugdelijk bevonden hebben van allerlei andere middelen, heeft de minister hier gedacht aan het eischen van een aantal stemmen, vol doende om reeds bij eerste toedeeling drie zetels te verwerven. Zoodanig middel ver draagt zich met het systeem der even redige vertegenwoordiging Deze overwe ging, de bevordering van de mogelijkheid tot vorming van een parlement, dat uit levensvatbare deelen is samengesteld en waarin voor momenteele belangenpolitiek niet aanstonds plaats is, heeft den mi nister geleid tot het voorstellen van zulke regeling. Daarnaast meent de minister, dat nog plaats is voor een poging om de verkiezingen reeds van den aanvang af in rustiger banen te leiden. Daartoe is rijn keuze gevallen op het stelsel van de waarborgsom f250 ad b. De minister stelt zich ten deze op het standpunt, dat alles wat naar stem- dwang zweemt .ook onder 't huidige kies stelsel ongewenscht is. Echter hebben alle pogingen, in dit opzicht de Kieswet te wijzigen, tot dusver schipbreuk geleden. Er blijkt ten deze in de Kamer een con- trovers te bestaan. De minister meent, dat met het oog op de taak van het tegen woordige kabinet, het thans niet de aan gewezen gelegenheid is, zijnerzijds met betrekking tot dit vraagstuk van prin- cipieelen aard voorstellen te doen. ad c. Het komt den minister in verband met gerechtvaardigde critiek. die op den bestaanden toestand wordt geoefend, zeer wenschelljk voor. dat ten aanzien van het vraagstuk der z.g. vrijgestelden als leden van bestuurscolleges thans een regeling wordt getroffen. Voor toepassing van die regeling op de beide Kamers der Staten-Generaal zou wijziging van de Grondwet noodzakelijk zijn. Daarom kon de vraag, of zij voor dlc Kamers wenschelijk is. hier buiten be schouwing blijven. In de Provinciale en de Gemeentewet worden echter de in dit verband noodige wijzigingen en aanvul lingen voorgesteld. Nu tegenwoordig naast de ambtelijke aanstelling, de tewerkstel ling op arbeidsovereenkomst naar burger lijk recht in ruime omvang in den Over heidsdienst pleegt voor te komen, komt het wenschelijk voor, op dit punt een ge lijke voorziening te treffen. Overwogen is voorts de wenschelijkheid, van het lidmaatschap van de lagere ver tegenwoordigende colleges mede uit te sluiten personen, die ondersteuning ont vangen van Maatschappelijk Hulpbetoon. In verband met de daarbij gerezen vraag of de uitsluiting van zoodanige personen zich wel volledig verdraagt met de Grondwet, heeft de minister gemeend, daarvan te moeten afzien. Voorts wordt een regeling voorgesteld, welke beoogt, tegemoet te komen aan de bezwaren, welke nieuw benoemde leden van de Tweede Kamer, wier woonplaats buiten het Rijk in Europa is gelegen, uit dien hoofde kunnen ondervinden met be trekking tot het tijdig indienen van hun geloofsbrieven. Voorgesteld wordt een regeling te tref fen, volgens welke de betrokkene een ge machtigde aanwijst. Tenslotte bevatten de artt. VII en vm van het ontwerp een wijziging van de artt. 50 en 50a met betrekking tot de volg orde. waarin de nummering der lijsten plaats heeft. Deze nummering geschiedt thans in de volgorde door het lot te be palen, Volgens de voorgestelde regeling biedt de wet, zonder zelf harerzijds tus- schen de lijsten en de in de lichamen ver tegenwoordigde partijen verband te leg gen, aan die partijen gelegenheid om naar eigen goedvinden en naar gelang van de sterkte van haar vertegenwoordiging, zich in het volgnummer harer candldaten- lijsten te openbaren. Zoo zal den tijdens de verkiezing zitting hebbenden leden van het lichaam, waar voor de verkiezing wordt gehouden, ge legenheid worden geboden invloed uit te oefenen op de volgorde, waarin de lijsten worden genummerd, n.l. door inlevering bij het centraal stembureau van een ver klaring. waarbij zij een groep van lijsten, een stel gelijkluidende lijsten of een op zichzelf staande lijst voor een voorkaur- nummer aanbevelen. De volgorde, waarin die lijsten voor een nummer in aanmer king komen, wordt bepaald naar het aan tal leden, te beginnen met het hoogste hetwelk de onderscheidene lijsten voor een voorkeurnummer heeft aanbevolen. kranslegging te delft. Bij graf van Willem van Oranje. Ter herinnering aan den dood van Willem van Oranje, 350 jaar geleden, had gistermiddag in de Nieuwe Kerk te Delft een eenvoudige plechtigheid plaats. Het eerst werd het woord gevoerd door ds. D. A. van Krevelen, uit Duinum, namens de Evangelische Maatschappij. Spreker herinnerde er aan dat de vrije protestantsche geest zoo onnomelijk veel aan Prins Willem te danken heeft. Een grootsche internationale hulde zou op dezen dag op haar plaats zijn geweest, als in 1932 te Stockholm, toen vertegenwoor digers van 21 landen een anderen polltie- ken held: Gustavus Adolphus Magnus hulde brachten. Niet alleen voor het Koninklijk paleis in Den Haag, doch ook in New York prijkt zijn standbeeld. In vrijheid en verdraagzaamheid was hij zijn tijd ver vooruit. Zijn geest was het die ons land heeft gemaakt tot een vrijhaven voor alles wat elders benauwd en verdrukt werd. Jood en Heiden. Den lOden Juli 1584 viel hij door de hand van een sluipmoordenaar. Met dankbaarheid houden de protestan ten de herinnering levend aan den man die den dienst der Nederlanden meer heeft geacht dan de welvaart en den voorspoed van zich en de zijnen. Hierna legde spr. een krans op het graf monument, namens de Evangelische Maatschappij. Nadat de aanwezigen het Wilhelmus hadden gezongen, voerde het woord de heer C. G. Berg. voorzitter der Alg. Prot Vereeniging Rotterdam, namens deze ver- eeniging. Ook hij schetste de verdiensten van Prins Willem en stelde hem ten voor beeld. Uit naam van genoemde vereeni ging legde hij eveneens een krans aan den voet van het monument. Vervolgens werd gezongen het Wien Neerland's Bloed en daarna preduleerde de organist, de heer J. H. Storm, Valerius' Gedencklanke. Daar de sprekers en genoodigden uit Hemmen zich lieten wachten, sloot ds. Van Krevelen de bijeenkomst. Omstreeks 3 uur arriveerde genoemd gezelschap, bestaande uit predikanten uit alle deelen van Europa, in drie gToote reiswagens. Ds. A. G. H. van Hoogenhuyze, Amster dam, deelde mede dat men tengevolge van bandenpech en het genoodzaakt zijn tot omrijden verhinderd was op tijd aan wezig te zijn. Sprekende namens de Protestantsche Wereld herdacht hij dat het thans 350 jaar geleden is dat Willem van Oranje door moordenaarshand gevallen is. Hij zette verder de beteekenis van Willem van Oranje voor het protestantisme uiteen en legde hierna namens het Protestantische Weltverband een krans naar bij het graf monument. Vervolgens sprak prof. D. Alexander Cslkesz. Debrecen 'Hongarije). In een uit voerige toespraak wees spr. er o.m. op dat dit grafmonument niet bewaart de nage dachtenis van Prins Willem van Oranje. Zijn ware nagedachtenis is het vrije Hol land en de vrije verkondiging van het Evangelie daarin. Leiden wij de vaan van het wereld- protestantisme voor een der trouwste sol daten van den heer Jezus, den waardigen volger van onzen Heiland, die even zwij gend de vervolgingen en pijnigingen van Herodus en Pilatus verdroeg, aldus besloot spreker. Tenslotte heeft het woord gevoerd ds. Fahrenhorst, uit Berlijn, namens den Evangelischen Bund, die mede eenige woorden wijdde aan de nagedachtenis van Prins van Oranje. Op verzoek van ds. Hoogenhuyze werd hierna gezongen: „Ein fester Burg 1st unser Gott". Hiermede was de plechtigheid geëindigd. iHbld). DE AV.R.O. ALGEMEENE VERGADERING. De Algemeene Vereeniging Radio Om roep hield vandaag in Musis Sacrum, te Arnhem, haar zevende Algemeene jaar- lijksche vergadering onder leiding van oen voorzitter, den heer G. de Clercq. In zijn openingsrede herdacht de heer de Clercq het overlijden van H.M de Koningin-Moeder en van Z.K.H. Prins Hendrik. Vervolgens gaf spr. een schets van den toestand van de AV.R.O. Hft vereeni- gingsleven der A.V.R.O. vaart voor het cogenblid door rustige wateren. De A.V.R.O. is in het jaar 1»33 sterker geworden, haar bioei is in weerwil van de crisis toegenomen: In geheel de periode van ons bestaan hebben wij er nog nimmer zóó goed voorgestaan als thans. De A.V.R.O. moet wel een instelling zijn, die geschraagd wordt door merkwaardige krachten, een vereeniging, die in uitzon derlijke mate de trouw en de genegenheid blijkt te bezitten van een met haar innig verbonden aanhang. Het instituut, dat wel eens ten onrechte de „radio-censuur" wordt genoemd, gaf ons geen moeilijkheden van eenige betee kenis te overwinnen. Onze verhouding met den Minister van Binnenlandsche Zaken is goed. Wij mogen ons echter niet ontveinzen, dat wij eenige maanden geleden onaan genaam werden opgeschrift bij het lezen van een verslag van een rede, die de Minister van Binnenlandsche Zaken in Zwolle had gehouden voor Gereformeerde Jongeren. Wanneer wij de uitlatingen van den Minister op deze vergadering moeten beschouwen als een vrucht van zijn studie van het omroepvraagstuk, dan zouden wij ons ernstig bezorgd moeten maken over de studiebronnen, die hij raadpleegt, de leermeesters, die hij zich gekozen heeft of de stemmen van zijn eigen inzicht. De Minister heeft die woorden in een nadere verklaring omschreven als een „impulsieve ontboezeming". Toen wij eenige dagen na deze „impul sieve ontboezeming" door den Minister in gehoor werden ontvangen, heeft Z.E. ver klaard, dat een bedoeling, om aan het adres van de AVRO. onaangename din gen te zeggen, hem volstrekt vreemd ge weest is. Wij hebben gemeend het inci dent met deze verklaring van den Minister als gesloten te mogen beschouwen, maar wij hebben er aan toegevoegd, dat wij na 's Min'- ts verkeerd uitgelegde woorden gaarne zouden wachten op niet mis te vatten daden van Zijne Excellentie. Tot dusver hebben wij van deze daden nog niets gemerkt. Maar als wij vertrouwen, willen wü ook niet overmatig haasten. Van de creatie van het zendtljdenbe- slult van 1930 kan ik nog altijd niets dan kwaads zeggen, zoo zeide spr. Minister Reymer heeft het algemeen programma uitgevonden als een plakmiddel om den in scherven gevallen Nederlandschen Omroep aaneen te krammen. Dit is niet gelukt en dat behoeft ons ook niet te verbazen, omdat het zendtijden- besluit van 1930 een daad was waarbij de Nederlandsche Omroep werd versplinterd. Wil de regeering van den radio-omroep in Nederland een gezonde eenheid maken, dan zal zij het zendtijden-besluit van 1930 moeten intrekken. De A.V.R.O. legt voor de verzorging van haar algemeen pro gramma geen andere maatstaven aan dan die welke zij gebruikt voor de verzorging van de echte A.V.R.O.-programma's. Van de andere omroepvereenlgingen kan dat niet gezegd worden en wanneer zij meer moeite hebben met het samenstellen van haar algemeene programma's dan de A.V.R.O., verbaast ons dit niet. Uitvoerig besprak spr de cultureele be- ginselen der A.V.R.O. Ons standpunt ten opzichte van het al gemeen programma is dan ook, dat een poging om dit programma te doen verzor gen door 4 omroepen, waarvan er 3 blij kens hun statuten geen algemeene maar bijzondere doelstellingen hebben, bij voor baat tot mislukking gedoemd ls. Zulk een opzet zou alleen kunnen slagen wanneer de verzorging van het algemeen pro gramma werd opgedragen aan één omroep, die geen voorkeur heeft voor eenige pogingen of geloofsovertuiging. Naar onze meening is de A.V.R.O. zuïk een omroep en daarom aangewezen voor de» verzorging van een werkelijk algemeen of nationaal programma. Wij willen echter volstrekt niet. dat de omroepen der uitgesproken geestesstroo- mingen in een hoek gedrukt worden. WIJ zouden geen algemeene omroep zijn, wanneer wij er zoo over dachten. Aan de feitelijke rechten van de bijzondere om roepen zouden wij dan ook niet wlile'n tornen, maar over de wijze waarop die rechten in een nieuwe organisatie van den Nederlandschen Omroep zouden kunnen worden verzekerd, willen wij met de grootste kalmte en welwillendheid overleg plegen. Er leeft echter in ons één onuit roeibare overtuiging. Wanneer iemand ons tegenwerpt: de feiten zijn tegen u, dan wiizen wij op onze mooie bloelende vereeniging, die in het afgeloopen jaar kans gezien heeft haar ledental met niet minder dan 30.000 te vergrooten. Dan wijzen wij op onze ver eeniging. waarvan de leden, niettegen staande den economischen nood in de maatschappij, f. 700.000 ruim aan contri butie hebben opgebracht. De eigen zender is een leus geweest, waarvoor wij jaren achtereen opkwamen. De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft echter een beslissing genomen, die aan onze verwachting op een eigen zender den bodem insloeg. De beslissing van den Minister was duidelijk in strijd met de wet, want deze wet spreekt alleen van bezwaren van techniek en uitvoering Geen van deze bezwaren gold ten aanzien van de aan vrage van de A.V.R.O. Zijne Excellentie gaf te kennen, dat. wanneer de A.V.R.O. zich op de wet bleefdaeroepen, hij genoopt zou zijn deze wet te doen wijzigen. De zucht, de zaken niet nutteloos op de spits te drijven, heeft ons doen besluiten ons bij het uitzicht van den Minister zij het noode, neer te leggen. Ook door de A.V.R.O. wordt dus deelgenomen aan het overleg om te geraken tot het gemeen schappelijke bezit van een geheel nieuw zender-complex ten behoeve van den Ne derlandschen Omroep, waarin het Rltk voor 60 pet., wat de zeggenschap en de financiën betreft, zal particlpeeren. Het woord was vervolgens aan den di recteur van het omroepbedrijf, den heer W. Vogt, voor het uitbrengen van het jaarverslag, waaraan wij het volgende ontleenen. De zuivere bedrijfsresultaten over het le halfjaar van 1934. dat ongeveer een maand geleden werd afgesloten, bedra gen f. 468 600. De uitgaven die begroot waren op f. 460.000 bedroegen in werke lijkheid ruim f. 453.000. Het eindsaldo der beschikbare middelen op 1 Juli 1934 ls daarmee gekomen op 2>/i millioen gulden. Wij ontvingen in 1932 f. 725.000 inkom sten aan luistervink-contrlbuties. in 1933 f. 752 000. 1934 zal naar onze schatting tenminste zooveel opleveren als 1932 en ten hoogste zooveel als 1933. Wekelijksch boeken wij nog altijd 100- tallen nieuwe leden in. Nu u enkele bijzonderheden heeft ge hoord over den stand van de A.V.R.O.- beurs. wil ik u een aantal mededeelingen doen uit de A.V.R.O.-familie. Wij hebben van tijd tot tijd opwekkende berichten van Guus Weitzel uit Zwitserland ont vangen en in het laatste schrijven, spre ken het vertrouwen en de hoop om begin September het werk, dat hem zoo na aan het hart ligt en dat hij op zoo'n bewon derenswaardige wijze vervulde, te hervat ten: luisterend Nederland zal met voldoe ning de stem van Guus Weitzel in den aether hooren terugkeeren. Met den studio-bouw is op 1 Juni J.l. begonnen en hoewel het niet voorzichtig is om bij zoo'n bouwwerk data van ge- reedkomst te noemen, mogen wij aanne men, dat tegen het einde van het vol gende jaar een lang gekoesterde wensch op schitterende wijze zal zijn vervuld. De studio, die onder leiding van onze architecten, de heeren Merkelbach en Karsten, wordt gebouwd, zal er een zijn, die met de best uitgeruste radio-omroep- studio's van Europa zal kunnen wed ijveren. Vervolgens releveerde spr. wat de A.V. R.O. op het gebied der liefdadigheid en steunverleening aan noodlijdenden deed. Wat de bedrijvigheid in eigen kring betreft, besloot spr. vestig ik weer uW aan dacht op ons voornemen voor het a.s. winterseizoen een nieuwe Kovacs Lajos- tournee te ondernemen. CORRESPONDENTIE AAN H. M. DE KONINGIN. Op last van Hare Majesteit de Konin gin brengt de directeur van het Kabinet der Koningin ter algemeene kennis, dat, gedurende Harer Majesteits verblijf in het buitenland, de aan Hoogstdezelve gerich te brieven in gesloten omslagen, voor zien van een adres aan Hare Majesteit op de gewone wijze per post kunnen worden ingezonden, of bezorgd bij het Kabinet der Koningin te 's-Gravenhage. Oud-voorzitter van de Algemeene Rekenkamer. Op bijna 78-Jarigen leeftijd is te 'sGra- venhage overleden G. C. Baron van As beck, oud-voorzitter van de Algemeene Rekenkamer. De thans ontslapene werd 1'6 Augustus 1856 geboren. Na eenigen tijd werkzaam te zijn geweest als surnumerair bij de Posterijen, trad hij op 1 October 1875 in dienst van de Algemeene Rekenkamer als 2e klerk. Een Jaar daarna werd hij bevor derd tot le klerk. In October 1879 werd hij benoemd tot adjudant-commies, in Mei 1885 tot commies. In 1886 tot de functie van hoofd-commies bevorderd, trad hij in dienzelfden rang op als afdeellngschef, waarna in 1891 zijn benoeming tot referen daris volgde. In 1901 verkreeg Baron van Asbeck den persoonlijken titel van raad adviseur. Bij Kon. Besluit van 22 Januari 1902 werd de thans overledene tot secretaris Ivan de Algemeene Rekenkamer benoemd. Deze functie bleef hij vervullen tot hij in 1908 tot lid van dit hooge college benoemd werd. Toen in 1929 Jhr. mr. v. Reenen als voorzitter aftrad werd Baron v. Asbeck diens opvolger. Als voorzitter ls hij toen werkzaam gebleven tot 1 Januari 1934. Hij trad toen af als gevolg van de wijziging der Comptabiliteitswet die het aantal leden van de Algemeene Rekenkamer terugge bracht tot drlie. Baron v. Asbeck was ook sinds 1900 Kamerheer i. b. d. van H. M. de Koningin en tot aan zijn dood voorzitter van den Hoogen Raad van Adel. Bij zijn aftreden als voorzitter van de Rekenkamer werden zijn langdurige dien sten Jegens den Lande beloond door zijn bevordering tot Grootofficier in de Orde van Oranje Nassau. Te voren was hem reeds de onderscheiding toegekend van ridder ln de orde van den Ned. Leeuw. De begrafenis van het stoffelijk over schot ls Dinsdag a.s. half 3 op de Alge meene Begraafplaats te 's Gravenhage. G. C. baron van asbeck t F 36 ONDER CONTROLE VAN DEN RIJKSSTUDIEDIENST. Proefnemingen hebben verwachtingen overtroffen. Naar wij vernemen ls de F 36 het groote viermotorige vliegtuig dat de Kon. Lucht vaart Maatschappij bij de Fokkerfabriek te Amsterdam heeft besteld sinds ongeveer een week onder de controle van den Rijks studiedienst voor de Luchtvaart. Waarschijnlijk zal dr. ir. H. J. v. d. Maas. ingenieur-vlieger bij genoemden dienst de volgende week enkele vluchten o.a. voor wetenschappelijke proeven met dezen geweldigen Fokkervogel ondernemen. Eeni ge kleine veranderingen, die men beter verfijningen zou kunnen noemen, zijn in middels reeds aangebracht. Met dat al ma? verwacht worden, dat de F 36 met zijn comfortabele zit- en slaapgelegenheid binnen zeer afzienbaren tijd in het bezit van de K.L.M. zal over gaan De proefnemingen, welke de Fok kerfabriek zelf met het toestel heeft ver richt hebben de verwachtingen overtrof fen en waren zelfs beter dan die met de F. 20 („Zilvermeeuw") welke ook een pro- to-type was. Zoo zijn de prestaties van de F. 36 beter geweest dan op papier was berekend. DE CONTINGENTEERING VAN DEN KOLENINVOER. Naar wij vernemen is de contingentee- ring van den invoer van kolen in Neder land. waarvan in ons vorig blad melding is gemaakt, noodzakelijk geworden door de abnormale vermeerdering van onzen invoer Deze is ontstaan doordat sedert het begin van dit jaar Polen groote hoe veelheden kolen op onze markt heeft ge worpen. Tot het eind van 1933 toe was de invoer van Poolsche kolen op het peil ge bleven waarop deze lang gestaan heeft, de invoer bedroeg 100.000 ton per jaar. Se dert dien is deze tot 30.000 ton per maand gestegen, dus bijna verviervoudigd. Om eenig evenwicht te scheppen bleek het toen onvermijdelijk voor de rest van het jaar drastische contlngenteering in te voeren, dit te meer omdat de belangrijke invoer uit Dultschland tot het eind van dit jaar bij handelsverdrag is bepaald, en dus geen vermindering daarvan moge lijk is. BETALINGSMOEILIJKHEDEN MET DUITSCHLAND. Gisteren heeft op het departement van Economische Zaken een bespreking plaats gehad met belanghebbenden uit het Nederlandsche bedrijfsleven en vertegen woordigers uit handels- en landbouw- kringen in zake de betalingsmoeilijkheden met Duitschland, die zich in de laatste weken hebben voorgedaan. Deze bespre king ging uit van het centraal instituut tot bevordering van normale handelsbe trekkingen met het buitenland. De ge- dachtenwisseling had plaats onder leiding van den heer dr. H. M. Hirschfeld, direc teur-generaal van handel en nijverheid. DE HERZIENING VAN DE STEUN REGELING. Nieuwe radiorede van den heer G. v. Hoeven. Naar wij vernemen zal de heer G. W. F. van Hoeven, referendaris aan het depar tement van Sociale Zaken en rijksinspec teur voor de steunverleening. aanstaanden Dinsdag 31 Juli des avonds te 7 uur 45 voor den K.R.O. een vervolgrede houden over de herziening van de steunregeling. NEDERL. GROENTEN- EN FRUIT- FRUITCENTRALE. De minister van Economische Zaken heeft de volgende prijsverschillen ten bate van de Nederlandsche Groenten- en Fruitcentrale vastgesteld: walnoten, ha zelnoten en kastanjes f. 5 per 100 K.G. bruto en voor amandelen en amandelsur rogaten f. 1.50 per 100 K.G. bruto. uitvoer van garnalen naak frankrijk. Het Nederlandsche contingent. Op vragen van het Tweede-Kamerlid Van de Bilt betreffende het contingent voor den uitvoer van garnalen naar Frankrijk, antwoordt minister Steen- berghe, dat tengevolge van de omstandig, held, dat in de basisjaren belangrijke hoe veelheden garnalen, afkomstig van de Nederlandsche visscherlj, niet recht streeks van Nederland uit, doch door tus- schenkomst van Belgische handelaren in Frankrijk werden ingevoerd, in de Fran- sche invoercljfers een gedeelte der Neder, landsche garnalen als afkomstig uit Bel gië ls opgenomen. Dientengevolge is het contingent voor den invoer uit Nederland op deze cijfers lager gecalculeerd. Tijdens de in Febr. ji met de Fransche regeering gevoerde onder handelingen bleek het niet mogelijk een verhooging van dit contingent te verkrij- gen. Tijdens de onlangs gehouden bespre kingen werd dit desideratum nogmaals naar voren gebracht, echter tot nu toe eveneens zonder succes. Het aan Neder land toegewezen contingent was reeds op 1 April bereikt. Dit was grootendeels een gevolg van den Invoer van buitenlandsche crustaceen ten koste van het Nederland sche contingent. Teneinde aëzen minder gewenschten gang van zaken te ondervangen, is een uitvoerregeling getroffen, waarbij door keuze van het basistijdvak den handelaren ln Nederlandsche kreeften en garnalen op het contingent voor de volgende periode de voorrang ten volle gewaarborgd is. Bovendien werd de Fransche regeering gewezen op de oorzaken der overschrijding gedurende het vorige tijdvak. Hoewel hieromtrent geen uiteindelijke zekerheid bestaat, is het niet uitgesloten, dat deze motiveering de Fransche regee ring er toe zal lelden, de overschrijding gedurende de voorafgaande periode niet in mindering te brengen op het contingent voor het thans loopende kwartaal. de werkloosheidslasten. Gelijkmatige verdeeling over het geheelc land. Van welingelichte zijde vernemen we, aldus de „Msbode" dat de regeering een wetsontwerp voorbereidt, waarvan de strekking ls om naast het onlangs Inge diende wetsontwerp inzake de financieele verhouding tusschen Rijk en gemeenten, dat den grondslag der wet van 1929 niet aantast, de abnormale lasten der werk loosheid gelijkmatiger te verdeelen over het geheele land, zoodat niet alleen de brandpunten der werkloosheid, die hooge kosten behoeven te dragen. De voorberei ding van het ontwerp is door de depar tementen van Financiën, Binnenlandsche Zaken en Soc. Zaken beëindigd. Echter zal het wetsontwerp, waarschijnlijk niet eer der dan in September ingediend kunnen worden. Om hun begrootingen over 1935 eenlgs- zins te kunnen ramen, zullen naar we verder vernemen, de gemeenteraden dezer dagen een offlcieele circulaire nopens de plannen van de regeering ontvangen. Het ls echter duidelijk, dat nog niet met absolute zekerheid op een en ander kan worden gerekend, vermits het be doelde wetsontwerp Immers eerst na in diening de Staten-Generaal zal moeten passeeren. o DE BELASTING OP ONROEREND GOED. Adres van den Nederl. Bond van huis- en grondeigenaren en bouwondernemers. De Nederlandsche bond van huis- en grondeigenaren en bouwondernemers heeft in een adres aan den ministerraad uitvoe rig de moeilijke omstandigheden uiteen gezet, waarin de stand der hulseigenaren is komen te verkeeren door de hooge las ten en de waardedaling van het onroerend goed. waarvan een bedenkelijk aantal executies het gevolg is. Het bestuur vraagt den ministerraad met den allermeesten aandrang, het daarheen te leiden, dat spoedig: a. Een commissie worde ingesteld, welke in korten tijd zal hebben na te gaan hoe verlaging van de vaste lasten op het on roerend goed kan worden verkregen; b. zoodanige maatregelen worden getrof fen, dat in deze zoo bijzondere tijds omstandigheden het recht van executie van onroerend goed worde beperkt, waar toe een terzake dienend schema hierbij eerbiedig ter informatie wordt aangebo den. DE YVERKLOOZENKASSEN VAN DE LAND ARBEIDERSBONDEN. De hoofdbesturen der moderne, christe lijke en r. k. landarbeidersbonden hebben in een bespreking met den minister van sociale zaken de bezwaren ontwikkeld, te gen de nieuwe voorwaarden, aan de werk- loozenkassen der landarbeldersbonden op gelegd. Die voorwaarden zijn o.m.: de verplichting, dat leden, die na 1 Juli 1934 zijn toegetreden eerst 36 weken moeten hebben gewerkt, voordat zij voor uitkee- ring in aanmerking komen, 6 weken ver plicht loondienst voor leden, die in 1933/34 ten volle zijn uitgetrokken en uitsluiting van leden, die een bepaalde oppervlakte grond bewerken .De minister zelde nadere overweging toe. HET AANTAL LUISTERAARS IN NEDERLAND. Op 1 Juli J.l. bedroeg het aantal aange geven radio-ontvanginrichtingen 540.567. Het aantal aangeslotenen aan radio distributie-centrales bedroeg 318.276. In totaal komt dit neer op 103 luiste raars per 1000 Inwoners. VERSPREIDE BERICHTEN. Voor de 4e maal hebben Ged. Staten van Zuid-Holland de begrooting van Gouda teruggezonden. Bij beschikking van den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen is benoemd tot gedelegeerde van de Neder landsche Regeëring bij het internationaal Anthropologisch en Ethnologisch congres, dat van 30 Juli tot 4 Augustus 1934 te Londen zal worden gehouden, jhr. L. C. van Panhuys, te Vuren. 23

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1934 | | pagina 10