Zaterdag 28 Juli 1934
BINNENLAND.
l£IDSCH DAGBLAD - Derde Blad
GEEN VRIJGESTELDEN
IN DEN RAAD.
EEN WETSONTWERP INGEDIEND.
Wijzigingen Kieswet.
Een wetsontwerp ls ingediend met bo
vengenoemde strekking. In de toelichting
wordt o.m. gezegd:
Zoowel bij de algemeene beschouwingen
omtrent de Rijksbegrooting 1934 als bij de
behandeling van hoofdstuk V dier begroo
ting zijn met betrekking tot de kieswet
van de zijde der Tweede Kamer opnieuw
verschillende punten ter sprake gekomen,
welke reeds eer een onderwerp van over
leg hebben uitgemaakt Verschillende
opmerkingen, gemaakt in het voorlooplg
verslag over laatstgenoemd hoofdstuk,
heeft de minister van Binnenl. Zaken
ernstig overwogen Hij gaf het voornemen
te kennen, van het resultaat te doen blij
ken ter gelegenheid van de voorziening,
die de Kieswet toch op enkele details be
hoeft.
Naast bedoelde details zijn de volgende
onderwerpen door den minister meer in
tbijzonder overwogen:
a. de bestrijding van het voorkomen van
vele kleine partijen;
b. het al of niet afschaffen van den op
komstplicht'.
c. uitsluiting van het lidmaatschap der
lagere vertegenwoordigende lichamen
(Prov. Staten. Gemeenteraad! van perso
nen, die te zeer aan de verleiding bloot
staan om de belangen der groep, waartoe
zij behooren, te stellen boven het alge
meen belang.
ad a. Na het ondeugdelijk bevonden
hebben van allerlei andere middelen,
heeft de minister hier gedacht aan het
eischen van een aantal stemmen, vol
doende om reeds bij eerste toedeeling drie
zetels te verwerven. Zoodanig middel ver
draagt zich met het systeem der even
redige vertegenwoordiging Deze overwe
ging, de bevordering van de mogelijkheid
tot vorming van een parlement, dat uit
levensvatbare deelen is samengesteld en
waarin voor momenteele belangenpolitiek
niet aanstonds plaats is, heeft den mi
nister geleid tot het voorstellen van zulke
regeling. Daarnaast meent de minister,
dat nog plaats is voor een poging om de
verkiezingen reeds van den aanvang af
in rustiger banen te leiden. Daartoe is
rijn keuze gevallen op het stelsel van de
waarborgsom f250
ad b. De minister stelt zich ten deze op
het standpunt, dat alles wat naar stem-
dwang zweemt .ook onder 't huidige kies
stelsel ongewenscht is. Echter hebben alle
pogingen, in dit opzicht de Kieswet te
wijzigen, tot dusver schipbreuk geleden.
Er blijkt ten deze in de Kamer een con-
trovers te bestaan. De minister meent, dat
met het oog op de taak van het tegen
woordige kabinet, het thans niet de aan
gewezen gelegenheid is, zijnerzijds met
betrekking tot dit vraagstuk van prin-
cipieelen aard voorstellen te doen.
ad c. Het komt den minister in verband
met gerechtvaardigde critiek. die op den
bestaanden toestand wordt geoefend, zeer
wenschelljk voor. dat ten aanzien van het
vraagstuk der z.g. vrijgestelden als leden
van bestuurscolleges thans een regeling
wordt getroffen.
Voor toepassing van die regeling op de
beide Kamers der Staten-Generaal zou
wijziging van de Grondwet noodzakelijk
zijn. Daarom kon de vraag, of zij voor dlc
Kamers wenschelijk is. hier buiten be
schouwing blijven. In de Provinciale en
de Gemeentewet worden echter de in dit
verband noodige wijzigingen en aanvul
lingen voorgesteld. Nu tegenwoordig naast
de ambtelijke aanstelling, de tewerkstel
ling op arbeidsovereenkomst naar burger
lijk recht in ruime omvang in den Over
heidsdienst pleegt voor te komen, komt
het wenschelijk voor, op dit punt een ge
lijke voorziening te treffen.
Overwogen is voorts de wenschelijkheid,
van het lidmaatschap van de lagere ver
tegenwoordigende colleges mede uit te
sluiten personen, die ondersteuning ont
vangen van Maatschappelijk Hulpbetoon.
In verband met de daarbij gerezen vraag
of de uitsluiting van zoodanige personen
zich wel volledig verdraagt met de
Grondwet, heeft de minister gemeend,
daarvan te moeten afzien.
Voorts wordt een regeling voorgesteld,
welke beoogt, tegemoet te komen aan de
bezwaren, welke nieuw benoemde leden
van de Tweede Kamer, wier woonplaats
buiten het Rijk in Europa is gelegen, uit
dien hoofde kunnen ondervinden met be
trekking tot het tijdig indienen van hun
geloofsbrieven.
Voorgesteld wordt een regeling te tref
fen, volgens welke de betrokkene een ge
machtigde aanwijst.
Tenslotte bevatten de artt. VII en vm
van het ontwerp een wijziging van de
artt. 50 en 50a met betrekking tot de volg
orde. waarin de nummering der lijsten
plaats heeft. Deze nummering geschiedt
thans in de volgorde door het lot te be
palen, Volgens de voorgestelde regeling
biedt de wet, zonder zelf harerzijds tus-
schen de lijsten en de in de lichamen ver
tegenwoordigde partijen verband te leg
gen, aan die partijen gelegenheid om naar
eigen goedvinden en naar gelang van de
sterkte van haar vertegenwoordiging,
zich in het volgnummer harer candldaten-
lijsten te openbaren.
Zoo zal den tijdens de verkiezing zitting
hebbenden leden van het lichaam, waar
voor de verkiezing wordt gehouden, ge
legenheid worden geboden invloed uit te
oefenen op de volgorde, waarin de lijsten
worden genummerd, n.l. door inlevering
bij het centraal stembureau van een ver
klaring. waarbij zij een groep van lijsten,
een stel gelijkluidende lijsten of een op
zichzelf staande lijst voor een voorkaur-
nummer aanbevelen. De volgorde, waarin
die lijsten voor een nummer in aanmer
king komen, wordt bepaald naar het aan
tal leden, te beginnen met het hoogste
hetwelk de onderscheidene lijsten voor
een voorkeurnummer heeft aanbevolen.
kranslegging te delft.
Bij graf van Willem van Oranje.
Ter herinnering aan den dood van
Willem van Oranje, 350 jaar geleden, had
gistermiddag in de Nieuwe Kerk te Delft
een eenvoudige plechtigheid plaats.
Het eerst werd het woord gevoerd door
ds. D. A. van Krevelen, uit Duinum,
namens de Evangelische Maatschappij.
Spreker herinnerde er aan dat de vrije
protestantsche geest zoo onnomelijk veel
aan Prins Willem te danken heeft. Een
grootsche internationale hulde zou op
dezen dag op haar plaats zijn geweest, als
in 1932 te Stockholm, toen vertegenwoor
digers van 21 landen een anderen polltie-
ken held: Gustavus Adolphus Magnus
hulde brachten. Niet alleen voor het
Koninklijk paleis in Den Haag, doch ook
in New York prijkt zijn standbeeld.
In vrijheid en verdraagzaamheid was
hij zijn tijd ver vooruit. Zijn geest was
het die ons land heeft gemaakt tot een
vrijhaven voor alles wat elders benauwd
en verdrukt werd. Jood en Heiden. Den
lOden Juli 1584 viel hij door de hand van
een sluipmoordenaar.
Met dankbaarheid houden de protestan
ten de herinnering levend aan den man
die den dienst der Nederlanden meer heeft
geacht dan de welvaart en den voorspoed
van zich en de zijnen.
Hierna legde spr. een krans op het graf
monument, namens de Evangelische
Maatschappij.
Nadat de aanwezigen het Wilhelmus
hadden gezongen, voerde het woord de
heer C. G. Berg. voorzitter der Alg. Prot
Vereeniging Rotterdam, namens deze ver-
eeniging. Ook hij schetste de verdiensten
van Prins Willem en stelde hem ten voor
beeld. Uit naam van genoemde vereeni
ging legde hij eveneens een krans aan den
voet van het monument.
Vervolgens werd gezongen het Wien
Neerland's Bloed en daarna preduleerde
de organist, de heer J. H. Storm, Valerius'
Gedencklanke.
Daar de sprekers en genoodigden uit
Hemmen zich lieten wachten, sloot ds.
Van Krevelen de bijeenkomst.
Omstreeks 3 uur arriveerde genoemd
gezelschap, bestaande uit predikanten uit
alle deelen van Europa, in drie gToote
reiswagens.
Ds. A. G. H. van Hoogenhuyze, Amster
dam, deelde mede dat men tengevolge
van bandenpech en het genoodzaakt zijn
tot omrijden verhinderd was op tijd aan
wezig te zijn.
Sprekende namens de Protestantsche
Wereld herdacht hij dat het thans 350
jaar geleden is dat Willem van Oranje
door moordenaarshand gevallen is. Hij
zette verder de beteekenis van Willem van
Oranje voor het protestantisme uiteen en
legde hierna namens het Protestantische
Weltverband een krans naar bij het graf
monument.
Vervolgens sprak prof. D. Alexander
Cslkesz. Debrecen 'Hongarije). In een uit
voerige toespraak wees spr. er o.m. op dat
dit grafmonument niet bewaart de nage
dachtenis van Prins Willem van Oranje.
Zijn ware nagedachtenis is het vrije Hol
land en de vrije verkondiging van het
Evangelie daarin.
Leiden wij de vaan van het wereld-
protestantisme voor een der trouwste sol
daten van den heer Jezus, den waardigen
volger van onzen Heiland, die even zwij
gend de vervolgingen en pijnigingen van
Herodus en Pilatus verdroeg, aldus besloot
spreker.
Tenslotte heeft het woord gevoerd ds.
Fahrenhorst, uit Berlijn, namens den
Evangelischen Bund, die mede eenige
woorden wijdde aan de nagedachtenis van
Prins van Oranje.
Op verzoek van ds. Hoogenhuyze werd
hierna gezongen: „Ein fester Burg 1st
unser Gott".
Hiermede was de plechtigheid geëindigd.
iHbld).
DE AV.R.O.
ALGEMEENE VERGADERING.
De Algemeene Vereeniging Radio Om
roep hield vandaag in Musis Sacrum, te
Arnhem, haar zevende Algemeene jaar-
lijksche vergadering onder leiding van
oen voorzitter, den heer G. de Clercq.
In zijn openingsrede herdacht de heer
de Clercq het overlijden van H.M de
Koningin-Moeder en van Z.K.H. Prins
Hendrik.
Vervolgens gaf spr. een schets van den
toestand van de AV.R.O. Hft vereeni-
gingsleven der A.V.R.O. vaart voor het
cogenblid door rustige wateren.
De A.V.R.O. is in het jaar 1»33 sterker
geworden, haar bioei is in weerwil van de
crisis toegenomen: In geheel de periode
van ons bestaan hebben wij er nog nimmer
zóó goed voorgestaan als thans.
De A.V.R.O. moet wel een instelling zijn,
die geschraagd wordt door merkwaardige
krachten, een vereeniging, die in uitzon
derlijke mate de trouw en de genegenheid
blijkt te bezitten van een met haar innig
verbonden aanhang.
Het instituut, dat wel eens ten onrechte
de „radio-censuur" wordt genoemd, gaf
ons geen moeilijkheden van eenige betee
kenis te overwinnen.
Onze verhouding met den Minister van
Binnenlandsche Zaken is goed.
Wij mogen ons echter niet ontveinzen,
dat wij eenige maanden geleden onaan
genaam werden opgeschrift bij het lezen
van een verslag van een rede, die de
Minister van Binnenlandsche Zaken in
Zwolle had gehouden voor Gereformeerde
Jongeren. Wanneer wij de uitlatingen van
den Minister op deze vergadering moeten
beschouwen als een vrucht van zijn studie
van het omroepvraagstuk, dan zouden wij
ons ernstig bezorgd moeten maken over
de studiebronnen, die hij raadpleegt, de
leermeesters, die hij zich gekozen heeft
of de stemmen van zijn eigen inzicht. De
Minister heeft die woorden in een nadere
verklaring omschreven als een „impulsieve
ontboezeming".
Toen wij eenige dagen na deze „impul
sieve ontboezeming" door den Minister in
gehoor werden ontvangen, heeft Z.E. ver
klaard, dat een bedoeling, om aan het
adres van de AVRO. onaangename din
gen te zeggen, hem volstrekt vreemd ge
weest is. Wij hebben gemeend het inci
dent met deze verklaring van den Minister
als gesloten te mogen beschouwen, maar
wij hebben er aan toegevoegd, dat wij na
's Min'- ts verkeerd uitgelegde woorden
gaarne zouden wachten op niet mis te
vatten daden van Zijne Excellentie. Tot
dusver hebben wij van deze daden nog
niets gemerkt. Maar als wij vertrouwen,
willen wü ook niet overmatig haasten.
Van de creatie van het zendtljdenbe-
slult van 1930 kan ik nog altijd niets dan
kwaads zeggen, zoo zeide spr. Minister
Reymer heeft het algemeen programma
uitgevonden als een plakmiddel om den
in scherven gevallen Nederlandschen
Omroep aaneen te krammen.
Dit is niet gelukt en dat behoeft ons ook
niet te verbazen, omdat het zendtijden-
besluit van 1930 een daad was waarbij de
Nederlandsche Omroep werd versplinterd.
Wil de regeering van den radio-omroep
in Nederland een gezonde eenheid maken,
dan zal zij het zendtijden-besluit van 1930
moeten intrekken. De A.V.R.O. legt voor
de verzorging van haar algemeen pro
gramma geen andere maatstaven aan dan
die welke zij gebruikt voor de verzorging
van de echte A.V.R.O.-programma's.
Van de andere omroepvereenlgingen kan
dat niet gezegd worden en wanneer zij
meer moeite hebben met het samenstellen
van haar algemeene programma's dan de
A.V.R.O., verbaast ons dit niet.
Uitvoerig besprak spr de cultureele be-
ginselen der A.V.R.O.
Ons standpunt ten opzichte van het al
gemeen programma is dan ook, dat een
poging om dit programma te doen verzor
gen door 4 omroepen, waarvan er 3 blij
kens hun statuten geen algemeene maar
bijzondere doelstellingen hebben, bij voor
baat tot mislukking gedoemd ls. Zulk een
opzet zou alleen kunnen slagen wanneer
de verzorging van het algemeen pro
gramma werd opgedragen aan één
omroep, die geen voorkeur heeft voor
eenige pogingen of geloofsovertuiging.
Naar onze meening is de A.V.R.O. zuïk een
omroep en daarom aangewezen voor de»
verzorging van een werkelijk algemeen of
nationaal programma.
Wij willen echter volstrekt niet. dat de
omroepen der uitgesproken geestesstroo-
mingen in een hoek gedrukt worden. WIJ
zouden geen algemeene omroep zijn,
wanneer wij er zoo over dachten. Aan de
feitelijke rechten van de bijzondere om
roepen zouden wij dan ook niet wlile'n
tornen, maar over de wijze waarop die
rechten in een nieuwe organisatie van den
Nederlandschen Omroep zouden kunnen
worden verzekerd, willen wij met de
grootste kalmte en welwillendheid overleg
plegen. Er leeft echter in ons één onuit
roeibare overtuiging.
Wanneer iemand ons tegenwerpt: de
feiten zijn tegen u, dan wiizen wij op onze
mooie bloelende vereeniging, die in het
afgeloopen jaar kans gezien heeft haar
ledental met niet minder dan 30.000 te
vergrooten. Dan wijzen wij op onze ver
eeniging. waarvan de leden, niettegen
staande den economischen nood in de
maatschappij, f. 700.000 ruim aan contri
butie hebben opgebracht.
De eigen zender is een leus geweest,
waarvoor wij jaren achtereen opkwamen.
De Minister van Binnenlandsche Zaken
heeft echter een beslissing genomen, die
aan onze verwachting op een eigen zender
den bodem insloeg.
De beslissing van den Minister was
duidelijk in strijd met de wet, want deze
wet spreekt alleen van bezwaren van
techniek en uitvoering Geen van deze
bezwaren gold ten aanzien van de aan
vrage van de A.V.R.O. Zijne Excellentie
gaf te kennen, dat. wanneer de A.V.R.O.
zich op de wet bleefdaeroepen, hij genoopt
zou zijn deze wet te doen wijzigen. De
zucht, de zaken niet nutteloos op de spits
te drijven, heeft ons doen besluiten ons bij
het uitzicht van den Minister zij het
noode, neer te leggen. Ook door de
A.V.R.O. wordt dus deelgenomen aan het
overleg om te geraken tot het gemeen
schappelijke bezit van een geheel nieuw
zender-complex ten behoeve van den Ne
derlandschen Omroep, waarin het Rltk
voor 60 pet., wat de zeggenschap en de
financiën betreft, zal particlpeeren.
Het woord was vervolgens aan den di
recteur van het omroepbedrijf, den heer
W. Vogt, voor het uitbrengen van het
jaarverslag, waaraan wij het volgende
ontleenen.
De zuivere bedrijfsresultaten over het
le halfjaar van 1934. dat ongeveer een
maand geleden werd afgesloten, bedra
gen f. 468 600. De uitgaven die begroot
waren op f. 460.000 bedroegen in werke
lijkheid ruim f. 453.000. Het eindsaldo der
beschikbare middelen op 1 Juli 1934 ls
daarmee gekomen op 2>/i millioen gulden.
Wij ontvingen in 1932 f. 725.000 inkom
sten aan luistervink-contrlbuties. in 1933
f. 752 000. 1934 zal naar onze schatting
tenminste zooveel opleveren als 1932 en
ten hoogste zooveel als 1933.
Wekelijksch boeken wij nog altijd 100-
tallen nieuwe leden in.
Nu u enkele bijzonderheden heeft ge
hoord over den stand van de A.V.R.O.-
beurs. wil ik u een aantal mededeelingen
doen uit de A.V.R.O.-familie. Wij hebben
van tijd tot tijd opwekkende berichten
van Guus Weitzel uit Zwitserland ont
vangen en in het laatste schrijven, spre
ken het vertrouwen en de hoop om begin
September het werk, dat hem zoo na aan
het hart ligt en dat hij op zoo'n bewon
derenswaardige wijze vervulde, te hervat
ten: luisterend Nederland zal met voldoe
ning de stem van Guus Weitzel in den
aether hooren terugkeeren.
Met den studio-bouw is op 1 Juni J.l.
begonnen en hoewel het niet voorzichtig
is om bij zoo'n bouwwerk data van ge-
reedkomst te noemen, mogen wij aanne
men, dat tegen het einde van het vol
gende jaar een lang gekoesterde wensch
op schitterende wijze zal zijn vervuld.
De studio, die onder leiding van onze
architecten, de heeren Merkelbach en
Karsten, wordt gebouwd, zal er een zijn,
die met de best uitgeruste radio-omroep-
studio's van Europa zal kunnen wed
ijveren.
Vervolgens releveerde spr. wat de A.V.
R.O. op het gebied der liefdadigheid en
steunverleening aan noodlijdenden deed.
Wat de bedrijvigheid in eigen kring
betreft, besloot spr. vestig ik weer uW aan
dacht op ons voornemen voor het a.s.
winterseizoen een nieuwe Kovacs Lajos-
tournee te ondernemen.
CORRESPONDENTIE AAN
H. M. DE KONINGIN.
Op last van Hare Majesteit de Konin
gin brengt de directeur van het Kabinet
der Koningin ter algemeene kennis, dat,
gedurende Harer Majesteits verblijf in het
buitenland, de aan Hoogstdezelve gerich
te brieven in gesloten omslagen, voor
zien van een adres aan Hare Majesteit
op de gewone wijze per post kunnen
worden ingezonden, of bezorgd bij het
Kabinet der Koningin te 's-Gravenhage.
Oud-voorzitter van de Algemeene
Rekenkamer.
Op bijna 78-Jarigen leeftijd is te 'sGra-
venhage overleden G. C. Baron van As
beck, oud-voorzitter van de Algemeene
Rekenkamer.
De thans ontslapene werd 1'6 Augustus
1856 geboren. Na eenigen tijd werkzaam
te zijn geweest als surnumerair bij de
Posterijen, trad hij op 1 October 1875 in
dienst van de Algemeene Rekenkamer als
2e klerk. Een Jaar daarna werd hij bevor
derd tot le klerk. In October 1879 werd
hij benoemd tot adjudant-commies, in Mei
1885 tot commies. In 1886 tot de functie
van hoofd-commies bevorderd, trad hij in
dienzelfden rang op als afdeellngschef,
waarna in 1891 zijn benoeming tot referen
daris volgde. In 1901 verkreeg Baron van
Asbeck den persoonlijken titel van raad
adviseur.
Bij Kon. Besluit van 22 Januari 1902
werd de thans overledene tot secretaris
Ivan de Algemeene Rekenkamer benoemd.
Deze functie bleef hij vervullen tot hij in
1908 tot lid van dit hooge college benoemd
werd. Toen in 1929 Jhr. mr. v. Reenen als
voorzitter aftrad werd Baron v. Asbeck
diens opvolger. Als voorzitter ls hij toen
werkzaam gebleven tot 1 Januari 1934. Hij
trad toen af als gevolg van de wijziging
der Comptabiliteitswet die het aantal leden
van de Algemeene Rekenkamer terugge
bracht tot drlie.
Baron v. Asbeck was ook sinds 1900
Kamerheer i. b. d. van H. M. de Koningin
en tot aan zijn dood voorzitter van den
Hoogen Raad van Adel.
Bij zijn aftreden als voorzitter van de
Rekenkamer werden zijn langdurige dien
sten Jegens den Lande beloond door zijn
bevordering tot Grootofficier in de Orde
van Oranje Nassau. Te voren was hem
reeds de onderscheiding toegekend van
ridder ln de orde van den Ned. Leeuw.
De begrafenis van het stoffelijk over
schot ls Dinsdag a.s. half 3 op de Alge
meene Begraafplaats te 's Gravenhage.
G. C. baron van asbeck t
F 36 ONDER CONTROLE VAN DEN
RIJKSSTUDIEDIENST.
Proefnemingen hebben verwachtingen
overtroffen.
Naar wij vernemen ls de F 36 het groote
viermotorige vliegtuig dat de Kon. Lucht
vaart Maatschappij bij de Fokkerfabriek
te Amsterdam heeft besteld sinds ongeveer
een week onder de controle van den Rijks
studiedienst voor de Luchtvaart.
Waarschijnlijk zal dr. ir. H. J. v. d. Maas.
ingenieur-vlieger bij genoemden dienst de
volgende week enkele vluchten o.a. voor
wetenschappelijke proeven met dezen
geweldigen Fokkervogel ondernemen. Eeni
ge kleine veranderingen, die men beter
verfijningen zou kunnen noemen, zijn in
middels reeds aangebracht.
Met dat al ma? verwacht worden, dat
de F 36 met zijn comfortabele zit- en
slaapgelegenheid binnen zeer afzienbaren
tijd in het bezit van de K.L.M. zal over
gaan De proefnemingen, welke de Fok
kerfabriek zelf met het toestel heeft ver
richt hebben de verwachtingen overtrof
fen en waren zelfs beter dan die met de
F. 20 („Zilvermeeuw") welke ook een pro-
to-type was. Zoo zijn de prestaties van de
F. 36 beter geweest dan op papier was
berekend.
DE CONTINGENTEERING VAN DEN
KOLENINVOER.
Naar wij vernemen is de contingentee-
ring van den invoer van kolen in Neder
land. waarvan in ons vorig blad melding
is gemaakt, noodzakelijk geworden door
de abnormale vermeerdering van onzen
invoer Deze is ontstaan doordat sedert
het begin van dit jaar Polen groote hoe
veelheden kolen op onze markt heeft ge
worpen. Tot het eind van 1933 toe was de
invoer van Poolsche kolen op het peil ge
bleven waarop deze lang gestaan heeft, de
invoer bedroeg 100.000 ton per jaar. Se
dert dien is deze tot 30.000 ton per maand
gestegen, dus bijna verviervoudigd. Om
eenig evenwicht te scheppen bleek het
toen onvermijdelijk voor de rest van het
jaar drastische contlngenteering in te
voeren, dit te meer omdat de belangrijke
invoer uit Dultschland tot het eind van
dit jaar bij handelsverdrag is bepaald, en
dus geen vermindering daarvan moge
lijk is.
BETALINGSMOEILIJKHEDEN MET
DUITSCHLAND.
Gisteren heeft op het departement van
Economische Zaken een bespreking plaats
gehad met belanghebbenden uit het
Nederlandsche bedrijfsleven en vertegen
woordigers uit handels- en landbouw-
kringen in zake de betalingsmoeilijkheden
met Duitschland, die zich in de laatste
weken hebben voorgedaan. Deze bespre
king ging uit van het centraal instituut
tot bevordering van normale handelsbe
trekkingen met het buitenland. De ge-
dachtenwisseling had plaats onder leiding
van den heer dr. H. M. Hirschfeld, direc
teur-generaal van handel en nijverheid.
DE HERZIENING VAN DE STEUN
REGELING.
Nieuwe radiorede van den heer
G. v. Hoeven.
Naar wij vernemen zal de heer G. W. F.
van Hoeven, referendaris aan het depar
tement van Sociale Zaken en rijksinspec
teur voor de steunverleening. aanstaanden
Dinsdag 31 Juli des avonds te 7 uur 45
voor den K.R.O. een vervolgrede houden
over de herziening van de steunregeling.
NEDERL. GROENTEN- EN FRUIT-
FRUITCENTRALE.
De minister van Economische Zaken
heeft de volgende prijsverschillen ten bate
van de Nederlandsche Groenten- en
Fruitcentrale vastgesteld: walnoten, ha
zelnoten en kastanjes f. 5 per 100 K.G.
bruto en voor amandelen en amandelsur
rogaten f. 1.50 per 100 K.G. bruto.
uitvoer van garnalen naak
frankrijk.
Het Nederlandsche contingent.
Op vragen van het Tweede-Kamerlid
Van de Bilt betreffende het contingent
voor den uitvoer van garnalen naar
Frankrijk, antwoordt minister Steen-
berghe, dat tengevolge van de omstandig,
held, dat in de basisjaren belangrijke hoe
veelheden garnalen, afkomstig van de
Nederlandsche visscherlj, niet recht
streeks van Nederland uit, doch door tus-
schenkomst van Belgische handelaren in
Frankrijk werden ingevoerd, in de Fran-
sche invoercljfers een gedeelte der Neder,
landsche garnalen als afkomstig uit Bel
gië ls opgenomen.
Dientengevolge is het contingent voor
den invoer uit Nederland op deze cijfers
lager gecalculeerd. Tijdens de in Febr. ji
met de Fransche regeering gevoerde onder
handelingen bleek het niet mogelijk een
verhooging van dit contingent te verkrij-
gen. Tijdens de onlangs gehouden bespre
kingen werd dit desideratum nogmaals
naar voren gebracht, echter tot nu toe
eveneens zonder succes. Het aan Neder
land toegewezen contingent was reeds op
1 April bereikt. Dit was grootendeels een
gevolg van den Invoer van buitenlandsche
crustaceen ten koste van het Nederland
sche contingent.
Teneinde aëzen minder gewenschten
gang van zaken te ondervangen, is een
uitvoerregeling getroffen, waarbij door
keuze van het basistijdvak den handelaren
ln Nederlandsche kreeften en garnalen
op het contingent voor de volgende periode
de voorrang ten volle gewaarborgd is.
Bovendien werd de Fransche regeering
gewezen op de oorzaken der overschrijding
gedurende het vorige tijdvak.
Hoewel hieromtrent geen uiteindelijke
zekerheid bestaat, is het niet uitgesloten,
dat deze motiveering de Fransche regee
ring er toe zal lelden, de overschrijding
gedurende de voorafgaande periode niet
in mindering te brengen op het contingent
voor het thans loopende kwartaal.
de werkloosheidslasten.
Gelijkmatige verdeeling over het
geheelc land.
Van welingelichte zijde vernemen we,
aldus de „Msbode" dat de regeering een
wetsontwerp voorbereidt, waarvan de
strekking ls om naast het onlangs Inge
diende wetsontwerp inzake de financieele
verhouding tusschen Rijk en gemeenten,
dat den grondslag der wet van 1929 niet
aantast, de abnormale lasten der werk
loosheid gelijkmatiger te verdeelen over
het geheele land, zoodat niet alleen de
brandpunten der werkloosheid, die hooge
kosten behoeven te dragen. De voorberei
ding van het ontwerp is door de depar
tementen van Financiën, Binnenlandsche
Zaken en Soc. Zaken beëindigd. Echter zal
het wetsontwerp, waarschijnlijk niet eer
der dan in September ingediend kunnen
worden.
Om hun begrootingen over 1935 eenlgs-
zins te kunnen ramen, zullen naar we
verder vernemen, de gemeenteraden dezer
dagen een offlcieele circulaire nopens de
plannen van de regeering ontvangen.
Het ls echter duidelijk, dat nog niet
met absolute zekerheid op een en ander
kan worden gerekend, vermits het be
doelde wetsontwerp Immers eerst na in
diening de Staten-Generaal zal moeten
passeeren.
o
DE BELASTING OP ONROEREND GOED.
Adres van den Nederl. Bond van huis- en
grondeigenaren en bouwondernemers.
De Nederlandsche bond van huis- en
grondeigenaren en bouwondernemers heeft
in een adres aan den ministerraad uitvoe
rig de moeilijke omstandigheden uiteen
gezet, waarin de stand der hulseigenaren
is komen te verkeeren door de hooge las
ten en de waardedaling van het onroerend
goed. waarvan een bedenkelijk aantal
executies het gevolg is. Het bestuur vraagt
den ministerraad met den allermeesten
aandrang, het daarheen te leiden, dat
spoedig:
a. Een commissie worde ingesteld, welke
in korten tijd zal hebben na te gaan hoe
verlaging van de vaste lasten op het on
roerend goed kan worden verkregen;
b. zoodanige maatregelen worden getrof
fen, dat in deze zoo bijzondere tijds
omstandigheden het recht van executie
van onroerend goed worde beperkt, waar
toe een terzake dienend schema hierbij
eerbiedig ter informatie wordt aangebo
den.
DE YVERKLOOZENKASSEN VAN DE
LAND ARBEIDERSBONDEN.
De hoofdbesturen der moderne, christe
lijke en r. k. landarbeidersbonden hebben
in een bespreking met den minister van
sociale zaken de bezwaren ontwikkeld, te
gen de nieuwe voorwaarden, aan de werk-
loozenkassen der landarbeldersbonden op
gelegd. Die voorwaarden zijn o.m.: de
verplichting, dat leden, die na 1 Juli 1934
zijn toegetreden eerst 36 weken moeten
hebben gewerkt, voordat zij voor uitkee-
ring in aanmerking komen, 6 weken ver
plicht loondienst voor leden, die in 1933/34
ten volle zijn uitgetrokken en uitsluiting
van leden, die een bepaalde oppervlakte
grond bewerken .De minister zelde nadere
overweging toe.
HET AANTAL LUISTERAARS
IN NEDERLAND.
Op 1 Juli J.l. bedroeg het aantal aange
geven radio-ontvanginrichtingen 540.567.
Het aantal aangeslotenen aan radio
distributie-centrales bedroeg 318.276.
In totaal komt dit neer op 103 luiste
raars per 1000 Inwoners.
VERSPREIDE BERICHTEN.
Voor de 4e maal hebben Ged. Staten
van Zuid-Holland de begrooting van
Gouda teruggezonden.
Bij beschikking van den Minister van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen is
benoemd tot gedelegeerde van de Neder
landsche Regeëring bij het internationaal
Anthropologisch en Ethnologisch congres,
dat van 30 Juli tot 4 Augustus 1934 te
Londen zal worden gehouden, jhr. L. C.
van Panhuys, te Vuren.
23