De Vierdaagsche Afstandsmarschen - Schuttersfeest te Oost-Eijsden
DE HEKS VAN WINSLEA
75ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
Naar de Vierdaagsche.
FEUILLETON.
De Vierdaagsche. Ook ,>Een Schuttersmaaltijd".
Boven: Komt de stroohoed weer in de mode? Of verwachten deze 'dames, die aan de Vier
daagsche afstandsmarschen deelnemen, een hittegolf? Onder: de Fransche deelnemers brengen Bij de installatie van den nieuwen koning der schutterij Sint Sebastianus te Oost-Eijsden tracteerde het hoofd
zelf hun bagage naar de kazerne in Nijmegen. der schutters zijn onderdanen op bier en vla. Rechts de koning.
VIER DAGEN' TIPPELEN. WELGEMOED TREKKEN DE LEDEN ENGELSCHE SOLDAAT -
VAN DE WALCHEREN SC HE WANDELVEREENIGING NIJMEGEN neemt een verfrisschenden dronk tij«
BINNEN. dens de manoeuvres in de geweldig©
hitte.
naar het Engelsch van May Wynne.
4)
Wat klonk die korte toespraak hun op
wekkend!
In triomf, juist! De eenzame gevangene
op Carisbrook, die daar tot hun schande
opgesloten zat, zou In triomf terugkeeren!
Er hoorde een groote zelfbeheersching
toe, om de juichkreten te onderdrukken,
die zoo graag zouden opgestegen zijn van
degenen, die ontroerden bij het enkele
noemen van den naam van den koning!
Allen, zonder onderscheid, keken met
naijverigen blik naar sir Marmaduke, zoo
als hij daar, achterover geleund in zijn
stoel, aan het hoofd van de tafel zat, een
schrale, al wat oudachtige man, die toch
zulk een ontzag wekte, dat allen hem als
hun leider erkenden.
En ook als leider sprak hij tot hen, of
schoon hij zich op den ochtend van den
dag, die al haast aanbrak, op een tocht
zou begeven, waarvan hij mogelijk niet zou
terugkeeren.
Toch had hij hun wenken en bevelen te
geven en verplichtingen op te dragen.
..Wil de koning succes behalen," zei hij,
„dan moeten aller blikken niet uitsluitend
op Schotland worden gericht. Terwijl Oli
vier zijn leger naar het noorden zendt, om
daar het oproer te dempen, moeten aller
wegen in Engeland gelijksoortige opstan
den ten gunste van den koning uitbreken,
zoodat hij niet zal weten, waar hij 't best
zijn mannen heenstuurt. Eb vanwaar kan
er beter gestreden worden voor de zaak
van den koning, dan vanuit kasteel Pon-
tefrat. Dat moest het hoofdpunt zijn.
En de vergaderden, die elkander versla
gen en moedeloos aanstaarden, merkten
niet, hoe een damasten gordijn, dat een
kleine alkoof verborg, op en neerging, als
door een zachte bries bewogen.
„Kasteel Pontefract", zei kolonel Aikton
langzaam. „Een prachtige veste voorwaar,
maar ten eenenmale onneembaar!"
„Des te beter voor ons doel geschikt",
antwoordde Langdale. „Wat is uw aller
meening?"
„Wel", glimlachte Squire Brotherton,
„dat het voorstel even stout bedacht, als
moeilijk uitvoerbaar is, ofschoon ik, per
soonlijk, voor niets terug zou deinzen in
den strijd voor zulk een edel doel".
,,'t Is onmogelijk", antwoordde Aikton
somber. „Kolonel Cotterell, dien het parle
ment tot gouverneur van het kasteel heeft
benoemd, is een wakker soldaat en een
waakzaam bevelhebber. Omdat het hem
bekend is, hoe velen van den landadel uit
de streek duidelijk blijk hebben gegeven,
dat zii voelen voor de zaak van den ko
ning. is hij nog eens zooveel op zijn hoede.
Pas veertien dagen geleden heeft hij mas
ter Partington van Partington Court op het
kasteel gevangen gezet, omdat hem ter
oore was gekomen, dat die ergens op een
plattelandsvergadering opruiend tegen het
parlement had gesproken. Ik verzeker u,
dat het de grootste dwaasheid is, om te
denken, dat er ooit kans op zou bestaan,
die sterke veste terug te winnen!"
„Toch zullen we het probeeren", riep sir
Hugh Ainslie met jeugdig vuur. „En. wie
weet door welke krijgslist wij het nog ge
daan krijgen!"
Langdale glimlachte. Dat was nog eens
naar zijn hart gesproken, want hij voelde
groote minachting voor de weinige geest
kracht, waarvan kolonel Aiktons woorden
getuigen
„Een krijgslist alleen kan volgens mij
zulk een waagstuk mogelijk maken. Die list
te bedenken, dit laat ik aan u over,
vrienden, overtuigd als ik ben, dat, als het
maar eenigszins binnen ons bereik ligt, die
in praktijk te brengen, het dan ook zal
gedaan worden. Laten wij nu eens aanne
men, dat Fortuna, die ons, Koningsgezln-
den, tot nog toe zoo ongunstig gezind was,
van stelling verandert en onze zaak be
vordert en laten wij dan, In het vooruit
zicht van zulk een gunstige schikking,
onze plannen maken".
Dit was een oproep, waaraan grif gevolg
werd gegeven door allen.
Sir Marmaduke zou een bode met ge
schreven bevelen uit Schotland aan deze
vrienden zenden, waarin hij hen zou
waarschuwen, wanneer de tijd rijp zou
wezen voor den algemeenen opstand, die
den lord protector zoozeer In het harnas
zou jagen. En, terwijl zij intusschen gele
genheid zouden hebben gehad, hun krijgs
list te bedenken, zouden dan de konings-
gezinden Pontefract innemen en daar een
garnizoen leggen, zóó groot, als zij dit
maar eenigszins uit de streek konden
samentrekken.
Wat leek die triomftocht van den ge
vangen koning van Carisbrook naar Whi
tehall hun nu makkelijk binnen het bereik
te liggen!
Er werden toasten gedronken en er viel
nog heel wat te bedenken, om boodschap
pen te verzenden van en naar bondgenoo-
ten in Yorkshire en Schotland.
Van harte gemeend, stelde squire Bro
therton een dronk in op „generaal Lang
dale".
„Generaal Langdale" en de goede tijden,
die komen zouden, als de Rondhoofden
met hun huichelarijen op den achtergrond
gedreven waren en de koningsgezinden
weer heerschten in het schoone, al was
het dan ook voor een deel verwoeste
Engeland.
In zulk geanimeerd gezelschap was
Immers geen twijfel aan de zegepraal van
de goede zaak bestaanbaar! In gedachten
zagen zij dan ook al de koninklijke vlag
waaien, niet alleen van Pontefract.
maar van iederen stadstoren en ieder
kasteel, het gansche land door.
Met het grauwen van den ochtend reden
er mannen huiswaarts, liederen neuriënd,
die de voorzichtigheid, zoo niet ook eenige
vrees, hen maanden lang had doen bin
nenhouden. En toen de jonge Houghton
den heuvel voorbijreed, vanwaar Ponte
fract, grauw, somber en onneembaar, de
landstreek overheerschte. nam hij zijn ge-
pluimden hoed van het hoofd en riep op
gewonden: „Voor koning en land!"
Maar achter een zwaar gordijn in de
studeerkamer van sir Hugh Ainslie beet
zich het nichtje van Peter Carcroft de lip
pen in bloed.
Zulk een grootsch ondernemen wekte bij
iemand van Barbara's natuur een geest
drift, die eerder tranen dan juichtonen te
voorschijn riep.
Als zij eenmaal haar zinnen op iets had
gezet, dan zou zij het ook bereiken en zich
door bezwaren van geenerlei aard laten af
schrikken; ze sloeg geen acht op haar
sekse en op de conventies, waaraan vrou
wen van stand in dezen tijd vasthielden.
Zij had geen chaperonne noodig, verhoo-
vaardigde zij zich, als sommigen, en liet
het hoofdschudden over dit zich los voe
len van conventies, terwijl anderen aan
voerden dat zij immers ook geen moeder
had, en de mannen al heel makkelijk ver
ontschuldigingen vonden voor een meisje
van haar schoonheid en h aar intellect.
Nog nooit had zij zoo hartgrondig ver
langd een man te zijn, als nu zij toch zoo
graag had deelgenomen aan den strijd
voor den koning in deze groote crisis.
Toch verscheen weer dat ondeugende
kuiltje in haar wangen, terwijl zij uit haar
schuilhoek achter het gordijn te voor
schijn kwam en naar het venster trad.
Eer het nog daagde in het oosten, trad
een periode van duisternis in, die haar
niet ongevallig kon wezen.
„Ze moesten eens weten", dacht zij bij
zichzelve, „dat een vrouw hun plannen
kent! Maar die met sterk is, moet slim
wezen, nietwaar?"
Met beide handen greep zij zich aan de
vensterbank vast en liet zich zoo voor
zichtig naar beneden op het grasveld glij
den, waar ook ergens haar hoed met vee-
ren lag, nu overdekt met glinsterende
dauwdruppels.
„Ze zullen rich suf denken, om den oor
sprong van de voetstappen te doorgronden
en waarschijnlijk zullen zij 't toch gauwer
uitvinden, dan dat ze er een manier op
weten te verzinnen om Pontefract voor
den koning te nemen".
„De oude olm zal wel weer dienst doen",
fluisterde zij vroolijk voor zich heen, „en
zal onze arme Martha het verdriet be
sparen, om mij hij oom te moeten aankla
gen voor mijn lichtvaardig gedrag. Foei
toch! Als hun oogen even scherp waren als
hun tongen, dan zouden ze zeker niet veel
moois vertellen van Babs Carcroft! Maar
daar zal ik mij anders niet aan storen. Ik
doe, wót ik wil en zooals ik het wil! En
geen mensch die er wat vanaf weet!"
(Wordt vervolgd).