Onze aardappelen naar Duitschland - De Gran Chaco-oorlog DE VLUCHTELING 75»le Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad PRIJSVRAAG-FEUILLETON. EEN PRACHTIG NEST JONGE KEESHONDEN in de residentie, zes weken oud. Allen vonden reeds een tehuis JAC. VAN EG MOND gehuldigd in het Amsterdamsche Stadion, waar hij opnieuw het Nederlandseh sprintkam- pioenschap behaalde. Roman door IVANS. 49) Op zekeren avond in hun stamlokaal was mijn stiefvader, die zonder zich aan drank bepaald te buiten te gaan toch wel eens meer dronk dan goed voor hem was, vertrouwelijk geworden en had aan Brunn in het diepst geheim mee gedeeld, dat hij Leopold Reiner, de Koning van de viool-virtuosen aan de prijsvraag zou deel nemen en dat zijn compositie reeds gereed lag. Het was daar door tevens duidelijk, waarom Reiner ge weigerd had in de Jury te zitten. Clemens Brunn had toen een grenzenlooze, woe dende j aioerscheid bij zich voelen opko men! Deze man, die beroemd was en veel geld verdiende, nóg meer roem, nóg meer geld, door het winnen van den prijs De waarschijnlijkheid hiervan maakte Brunn razend, want hij wist vooruit, dat zijn werk, naast dat van een genie als Rei ner, niets beteekenen zou. Maar Reiner, had hem herhaaldelijk verzekerd, dat niemand anders iets ver moedde van zijn deelnemen aan de prijs vraag Toen ontwierp Brunn een slim plan, naar hij dacht althans! De „Hausmeister" van het huis, waarin wij woonden, had nog al eens een praatje met hem gemaakt en zich dan toespe lingen veroorloofd op de slechte tijden, zijn weinige verdiensten, het ellendige baantje, dat hij had, enz. Laat mij hier onmiddellijk melding malsen van de om standigheid, dat de politie het vroegere leven van den „Hausmeister" thans had nagegaan en tot de ontdekking gekomen was, dat deze in vorige betrekkingen een alles behalve goeden naam had achter gelaten, jazelfs reeds met justitie en poli tie in aanraking was geweest. Met het vreemde instinct, dat niettemin onder misdadigers niet ongewoon is, voel den deze beide menschen elkanders men taliteit aan Er werden zekere toespelingen gemaakt en herhaald Toen geen bruuske afwijzing volgde, naderden zij elkander geestelijk meer en meer, voorzichtig tastend. De herhaalde aanwezigheid van Brunn in het huis trok niemands aandacht omdat deze ook vroe ger zoo dikwijls kwam. Ten slotte, na lange en voorzichtige voorbereiding van beide kanten, spraken zij rond uit enwerden het eens: een formeel complot! Het verhaal van de twee vrienden, die Leopold Reiner meë naar huls gebracht had, in dien ongeluksnacht, was geheel verzonnen, teneinde de zaak ingewikkelder te maken en de politie op een dwaalspoor te brengen. Dit zou van groot belang zijn, meende Clemens Brunn. En toen later de verdenking op mij viel en hij van den „Hausmeister" mijn vertrek middenin den nacht vernam, bleef men bij het ver haal van die twee onbekende vrienden: schaden kon het nooit! De „Hausmeister", bij wien duplicaten van de sleutels van alle woningen in het huis berustten, kon Brunn ten allen tijde uit en in de woning van Leopold Reiner laten. Op den avond van den moord hadden Clemens Brunn en de man, die zijn slacht offer worden zou, samen laat in het stam lokaal gezeten. Voorzichtig had de eerste het gesprek weer op de prijsvraag ge bracht. Reiner was een ij del man en de mooie woorden van zijn kunstbroeder brachten hem ertoe, dezen uit te noodigen, met hem naar huis te gaan: hij zou hem de thans voleindigde compositie laten zien. Nog steeds wist niemand iets daarvan af. „Nu of nooit!" Dit was de gedachte van zijn zoogenaamden vriend. Beiden hadden veel gedronken: Reiner, omdat hij dit gaarne deed, Brunn om den noodigen moed op te doen. Wat daarop volgde was heel eenvoudig. Op Leopold Reiner's werkkamer aange komen, maakte deze de lade open, waarin het manuscript lag. En Clemens Brunn, die uit zijn jonggezellenwoning een zwaar vleeschmes had medegenomen, stak hem dit in den rug, toen hij dezen naar hem toegekeerd had. Het feit, dat de moor denaar er niet aan gedacht scheen te heb ben, hoe betrekkelijk weinig kans erop was, dat de messtoot dadelijk dooden zou, bewees ongetwijfeld het weinige overleg, waarmede hij handelde. Maar het toeval diende hem: de stoot was doodelijk en het slachtoffer zonk zonder een kreet te uiten, met het bovenlijf vóórover in de schrijf tafel, waarop het lichaam in die houding liggen bleef. Leopold Reiner was onmid dellijk dood. Daarop nam Brunn de com positie snel uit de lade en sloot deze met den sleutel, die er nog op stak. Deze gele- genheidsmisdadiger had vele eigenschap pen van den beroepsmisdadiger. Hij had bijna onredelijk geluk gehad bij het toe brengen van den doodeüjken steek. Maar voor de rest dankte hij veel aan zijn eigen geslepenheid. Zoo had hij, bij voorbeeld, met opzet zijn handschoenen aangehou den, zoodat hij nergens vinger-afdrukken kon achterlaten. De „Hausmeister", die zich gereed gehouden had, liet hem uit de woning. Deze man was omgekocht, doordat Brunn hem den zeer aanzienlijken prijs beloofd had, dien hij hoopte te halen: bij hém Brunn ging het vooral om den „roem".Mocht hij niet bekroond wor den, dan zou hij den „Hausmeister" het zelfde bedrag uit eigen middelen uitbeta len: hij bezat eenig vermogen. Terwijl dit alles gebeurde, had ik rustig geslapen (gelijk de lezer weet) en het was met zóó weinig gedruisch geschied, dat mijn moeder geen verdenking had opgevat. Het sprookje omtrent de beide vrienden had aan de politie en aan mij veel hoofd brekens gekost. Het had onzen kijk op de zaak sterk vertroebeld. In zooverre was het een handig verzinsel geweest. Clemens Brunn werd weggevoerd, of eigenlijk weggedragen: hij was van ont steltenis werkelijk verlamd! Pranz Kessel werd met een ongemak kelijke schrobbeering naar huis gestuurd, niet zoozeer omdat hij getracht had mij aan te geven immers ik was Albert Fransen en er was een prijs op mijn arrestatie gesteld dan wel om de ge- meene manier, waarop hij tegenover Georg Bonner en zijn dochter was opgetreden. Hij antwoordde niet en ging zijns weegs. Toen keerde de „Polizei-Prasident" zich tot mij. „Herr Fransen!" zeide hij. „Zelden bemoei ik mij met een zaak zoo intensief als ik ditmaal gedaan heb. Eén ding wil ik u zeggen: het verheugt mij oprecht, dat uw Gezant mij overgehaald heeft mij daarvoor en voor uzelven te interesseeren. Ik wensch u van harte geluk!" En hij stak mij beide handen toe „En nu" vervolgde hij, „breng ik u in herinnering, dat de kamers in deze gang genummerd zijn. Ik moet u verzoeken u onverwijld naar No. 1 te begeven." Op kamer No. 1 vond ik mijn moeder en.... Else. Onmiddelijk na afloop van het concert had Dr. Von Gabler een auto gezonden om haar te doen afhalen. ELse was dien avond bij mijn moeder geweest. Met enkele woorden had de Polizei-Prasi dent haar doen weten, dat ik vrij was en zij kwamen naar het Gebouw van de „Philharmoniker" met dese wetenschap. Dit alles was bedoeld als 'een ver rassing voor mij. En, hoewel ik nog steeds blond was, werd ik ontvangen, als ware ik zwart geweest... Besluit. Ik ben hiermede gekomen aan het einde van de zonderlinge avonturen, die ik als „vluchteling beleefde. Naar ik hoop, zal de lezer, die mij tot hiertoe gevolgd heeft, genoegzaam belang stellen in de personen, die in deze ware geschiedenis ten tooneele gevoerd zijn, om nog iets te willen hooren over hun latere lotgevallen. Het proces tegen Clemens Brunn maakte niet weinig sensatie in Oostenrijk, maar ook daarbuiten. Met hem stonden terecht de „Hausmeister" Glaser en diens vrouw; de laatste echter werd vrijgesproken, want het bleek, dat zij volkomen onkundig was van de omstandigheid, dat haar man zijdelings bij den moord betrokken was. Zij wist niets anders dan dat hij zich had laten overhalen, den brief niet te bezorgen en dezen aan Clemens Brunn af te staan. Glaser had haar dit, toen het geheele ge val hem begon te bezwaren, verteld. Zelfs menschen, als hij, hebben er soms be hoefte aan, iemand hun vertrouwen te schenken. Maar verder was hy niet gegaan Trouwens de man zelf hield vol, dat hy wél wist, dat Brunn het manucript stelen wilde, maar niet, dat hy daarom een moord begaan zou. De verloren brief werd onder de papieren van Clemens Brunn aangetroffen. ij .(Slot volgt). ONZE AARDAPPELEN 1:1 verband met de mislukte oogsten in Duitschland, vinden er groote exporten van aardappelen ujt ons land naar onze DE PRESIDENT VAN BOLIVIA, SALAMANCA, BIJ ZIJN TROEPEN IN DEN GRAN CHACO. Salamanca met zijn dochter en, den opperbevelhebber van het Boliviaansche leger, generaal Enrico Penaranda aan het front. NAAR DUITSCHLAND oostelijke buren plaats. De foto's laten zien 'den massalen aanvoer van aardappelen aan de veiling te Grootebroek. ALS IN ENGELAND DE VOORZITTER VAN EEN WIELRIJDERSVEREENIGING TROUWT - krijgt hij bij het verlaten van de kerk bovenaf geheelde eerewacht. GLSELA MAUERMEYER uit München, vestigde in de athletiekwedstrijden DuitschlandPolen een nieuw, wereldrecord kogelstooten voor vrouwen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1934 | | pagina 5