De Ontwapeningsconferentie.
LEIDSCH DAGBLAD - Tweede Blad
Dinsdag 10 Juli 1934
KUNST EN LETTEREN.
RECHTZAKEN.
UIT DE BONTE WAERELD.
BURG. STAND VAN LEIDEN.
SCHEEPSTIJDINGEN.
BOEKBESPREKING.
„Wij, FrontenacsFrancois
Mauriac. Nederl. Boekenclub ,,'t Gilde-
huis."
Maurlac Is een bij uitstek katholiek
schrijver. Over zijn boeken hangt altijd een
roomsch-chrlstelijk waas en zij zijn vol
mystiek. Zoo is de moederfiguur uit „Wij,
Frontenacs" als een devoot gebarend pries
ter, die op het altaar, in een wolk van wie
rook, de kerkelijke handelingen verricht.
Mauriac is daarbij een buitengewoon goed
kenner van de Fransche provincie en haar
bewoners. Fransche provincialen, wier ge
zichtseinder bepaald wordt door de grens-
steenen van hun wijnland wat buiten
hun gebied ligt, is voor hen een vreemde
wereld, waar zij haast vijandig tegenover
staan. Als de tweede zoon onder dienst zal
gaan, verzucht de moeder, dat ook de
jongste al „weg" is, terwijl deze Jongste
slechts zijn studies in Parijs voltooit. Zoo
als een kloek de kiekens onder haar
vleugels beschermt, zoo tracht Blanche
Frontenac haar kinderen bij zich te hou
den en ze te dwingen den levensweg te be
wandelen, die zij meent dat de beste voor
hen is en die ze reeds lang te voren heeft
afgebakend. Jean Pierre, de oudste, moet,
niettegenstaande zijn philosophischen aan
leg en lust tot studeeren, in de familiezaak,
wier inkomsten het geheele geslacht rijk
en machtig heeft gemaakt. José, de tweede
zoon. zal den zelfden weg volgen, doch
moet dan om een schandaal te voorkomen
het land uit. Het land uit, dat wil zeggen,
dat hij zijn broederplichten in den mili
tairen dienst zal vervullen! Yves, de Jong
ste, het nestkindje, de begaafdste ook,
breekt zich los en gaat naar Parijs; de
beide dochters worden uitgehuwelijkt. De
moeder echter, die alles opgeofferd heeft
voor dit vijftal, wier geheele denken en
doen steeds gericht is op het welzijn van
haar kinderen, of wat zij meent dat hun
welzijn is. bezit niet de gave, dit met een
vriendelijk gezicht op opgewekte wijze te
doen. Als jonge weduwe, verbitterd door
wat het leven haar te vroeg onthoudt, ver
anderen haar zorg en liefde teveel in
plichtsbetrachting, dan dat zij daarvoor
diepe, kinderlijke genegenheid terug kan
winnen. De kinderen verademen, als zij
enkele weken op reis moet. Later is eigen
lijk alleen Yves diep getroffen door het
heengaan van zijn moeder en dan meer
uit zelfverwijt om dat waarin hij meent in
haar laatste levensdagen te kort te zijn
geschoten, dan uit groote aanhankelijk
heid. De dochters laten om dat sterven
zelfs geen traan. De schrijver wil ons nu
echter toonen, hoe sterk de onzichtbare
band is die dit gezin samenhoudt, hoe deze
familie uiteenvalt als het middenpunt ver
dwijnt en hoe dan stuk voor stuk de kin
deren in hun bekommernis om hun moe
der roepen en gaan realiseeren hoezeer
zij haar missen. Maar is dat iets bijzon
ders? Is niet in ieder gezin een zorgzame,
toegewijde moeder het middenpunt, die de
kinderen ook onderling bij elkaar houdt en
met wier heengaan vaak alles uiteenvalt?
Roepen niet vele ongelukkigen en sterven
den in uitersten nood „moeder"? Moet men
daar juist een Frontenac voor zijn?
Het komt ons voor, dat hoe meester
lijk dit benauwde, provinciaalsche milieu
ook weer gegeven is, hoe juist de verhou
dingen en gevoelsuitingen onder derge
lijke menschen ook zijn uitgebeeld, de
schrijver hier te veel op den rug van spe
ciale familie-karaktertrekken wil schuiven,
hetgeen tenslotte zuiver menscheüjk en
over de geheele wereld te vinden is. Ook
vinden wij dat te veel aandacht wordt ge
geven aan de jongens uit dit gezin, in ver
houding tot de beide meisjes, hun karak
ters en verdere ontwikkeling, die nauwe
lijks worden aangeroerd. Daarom valt het
ons ook wat rauw op het lijf plotseling te
lezen; „de getrouwde dochters hadden met
haar gezinnen een villa aan de baai ge
huurd, waarin geen plaats was voor mevr.
Frontenac", want van een koele verhou
ding tusschen moeder en dochters was ons
ei8en'Ük niets bekend.
Niettegenstaande dit alles is het een
waardevol boek, dat voortreffelijk is ver
tuid door mevrouw J. Maschmeyer
Buekers. Het bandontwerp is van Kees
Koeman en dr. Boerebach schreef een in
leiding.
„Tim en Clara". Franz Herwig. Het
Nederlandsche Boekenhuis. Prijs in
genaaid f. 3.90, geb. f. 4.90.
m?n, en een vrouw gaan na een
twaalfjarig huwelijk, onbevredigd, van el
kaar vervreemd en verveeld, een vrijwil-
iSfiifv? 6 aan' om te trachten hun
samenleven te vergeten. Met het
va? Jhoderne menschen wordt het
'teemden ondergebracht.
trekt zich terug in de eenzaam-
eennt£»t de bosschen, de vrouw die
ülEde?ten.» 7"" ta' tracht haar verloren
'inden, eerst in een auto-
nrnfe«oï a met een reeds grijzenden
?teo^'.d^na ln de 'lucht met een
Tim eedSLs 5°ritz- HetSeen Clara en
en nnHoJiri .1 un scbeidlng doormaken
het sarnie doet hun inzien dat zij
als f cht nog "fc' hadden. En
de nrofetsor1^ V, w°rdt doodgeschoten en
eta.™miff? 1 5 terugtrekt, staat niets
vin *?en we® aan het verzoek
terug t<? gaan" V0ld0en en naar hera
sc?ruiJr!en dhdetwerp dat reeds door vele
hiiirte^H Ie meer aannemelijk be-
Whü het eerste gezicht doet dit
d^eiilv ie„5Sympathlek en wel als
noff tv, 2an' het wat conventio-
hu?tt zo°dra men er zich in verdiept,
rrliürJi, ?,ppervlakkigheid waarmede het
rii ln gewerkt 181 hte1- verborgen. Als
enn?n° SSOr l14 het verhaal later zijn
met mevr. Clara een „proef-
noemt, vraagt men zich af of
Hif werkelijke beteekenis van
woor(* W^1 begrijpt! En wan-
oio iSJf1 n Zlnnen te lezen krijgt,
nu,?e5 die rilden als zijden linten
de wdnd in speelt" of „bij den eersten
™^teeek, waarop een steile ladder van
joooorden volgfe, voelde Clara haar hart
door een adelaar gegrepen en uit haar weg
gerukt dan achten wij ons volkomen ver
antwoord dit boek als tweede-klas-werk
te bestempelen.
De vertaling is van Jean E. Marre en
het bandontwerp van Lou Manche.
„Ik verwacht het Geluk". Alle van
Wyhe—Smeding. A. W. Sljthoff's Uit
gevers Mij.
Dit is de geschiedenis van het wees
meisje Piëta, een fijn maar geëxalteerd
droomstertje, dat op den sprookjesprins
wacht. En als deze opdaagt in den vorm
van een knappen, wat ouderen charmeur,
die ln de eerste plaats het mooie kind
begeert, komt voor Piëta het gedroomde
geluk èn de ontgoocheling en daarna een
ander, dieper geluk, dat zij zich nog niet
gedroomd had.
Alle van WyheSmeding is een schrijf
ster die vele bewonderende en gretige
lezers heeft en vaak ook een zeer scherpe
critiek op haar werk oogstte. Dit boek heeft
zeer goede eigenschappen. De verhoudin
gen in het weeshuis tusschen den vader, de
moeder en het bestuur, zijn raak getee-
kend; schrijnend het leed, de vereenza
ming van de weeskinderen, wier eenige
traktatie bestaat in Zondags een halve
reep chocolade. Er zijn momenten, waarin
men zijn hart voelt samenknijpen over de
kilheid in het groote weeshuis, waar vijf
jonge menschen, ieder voor zich, wachten
op het geluk, dat toch eens moet komen.
Maar zoodra de schrijfster zich op het ge
bied der liefde begeeft, wordt de atmos
feer geladen van over-sentimentaliteit;
daarbij hamert zij voortdurend op hetzelfde
aambeeld. Wij weten nu wel dat de sprook-
j jesprins uit haar verhaal lang en slank is,
glanzend, zijdeachtig zwart haar heeft,
sterke gebruinde handen en fonkelende
oogen. Waarom moet er steeds weer her
haald worden, hoe hij met al die manne
lijke schoonheid en kracht zijn meisje te
gemoet treedt? Er is in het eerste gedeelte,
tot de ontmoeting van Piet met haar toe-
komsigen man, een sterke climax; daarna
daalt de waarde van het boek bij iedere
bladzijde en als men het uit heeft, legt
men het kregelig terzijde.
Dat is jammer en zou misschien niet
noodig zijn, als de schrijfster zich in woord
en uitbeelding ook verder in het boek had
weten te beheerschen.
C. N.
0
TIJDSCHRIFTEN.
„Ast ra".
Het Julinummer van „Astra" is een
vacantienummer geworden met verhalen
en illustraties, die den reislust opwekken.
Het opent met het spannende verhaal;
„De neger, die 'n blanke was", door Carel
van der Vet. „Mooie veeren" van F. Sendal,
speelt in het hartje van Nieuw-Guinea.
Gerda Siemer schreef een novelle met een
boeiende intrige; „Sanatorium", die door
Rowley op suggestieve wijze werd geïllus
treerd. H. DonkerVan Hengel bracht een
klein, gevoelig schetsje: „Zijn lied", en M.
E. 't Hart schreef een fleurige short-story
met een „Happy-end", getiteld: „De no
velle". Van Bas van Deilen ditmaal een
avontuurlijk verhaal: „In den nood leert
men zijn vrienden kermen." In haar no
velle „Het omgeslagen blad", weet Amélie
de Man ons binnen te voeren in het rijk
van haar verbeelding. Het werd met zorg
geïllustreerd door Rie Reinderhoff. Deze
keer zijn het de belangwekkende Scandi
navische gebieden, die voor ons opengaan
en zeker onzen reislust zullen opwekken.
Magazine „Nova".
„Nova" opent deze maand met een ver
haal „Phylis" van Will. Wemerman, de
geschiedenis van een man, die zoekt naar
een naald in een hooiberg en toevalliger
wijze slaagt Eveneens in Londen speelt
.De 18de September", een geheimzinnige
geschiedenis door Gerda Siemer. Een echt
vacantie-verhaal met een „happy end" is
„Een onweersbui en haar gevdlgen" door
H. A. van Ommen, terwijl N A. G. v. d.
Hulst een geslaagd fantastisch verhaal
bijdroeg: „Herr Auerbach's waan".
Van de vertalingen vermelden wij dit
maal speciaal „Jaantje krijgt de bons", dat
dan ook van niemand minder dan H. P.
Wells is.
In het filmsupplement onder meer een
bijdrage „Over James Cagney" en tusschen
den tekst als steeds vele fraaie foto's, dit
maal o.a. van Joan Blondell, Elissa Landl,
Leila Hyams en James Cagney.
KANTONGERECHT TE LEIDEN.
Voor het Kantongerecht moest gisteren
terecht staan, de heer L. A. O., uit
Alphen aan den Rijn, omdat hij in zijn
timmerfabriek niet de noodige voorzorgen
had genomen, waardoor een 18-jarige tim
mermansknecht die machinaal timmer
werk had verricht door een cirkelzaag zeer
ernstig was verwond. Verdachte was niet
verschenen en tegen hem werd verstek
verleend. Mr. Beumerkamp, Inspecteur der
Arbeidsinspectie uit Den Haag verklaarde
dat de cirkelzaag en beitels niet voldoende
beschermd waren geweest en daardoor het
ongeval was veroorzaakt. Op een vraag
van den Kantonrechter wie of hiervoor
verantwoordelijk was, verklaarde de In
specteur, dat dit de Directeur der fabriek
was. Het O M. eischte f. 15.boete of 15
dagen hechtenis. De kantonrechter wees
onmiddellijk vonnis en veroordeelde verd.
tot f. 25.boete of 10 dagen hechtenis.
GLORIA CARUSO, DE ZANGERES
DER TOEKOMST?
Een dezer dagen zal te Venetië een jong
meisje met een Italiaansch uiterlijk en
een Amerikaanschen pas aankomen; haar
naam is Gloria Caruso. Zij is de dochter
van den zoo beroemden zanger, en het
schijnt, dat zij de stem van haar vader
heeft geërfd. Maestro Fernando Tanara,
de leeraar van den grooten Caruso, heeft
eenige dagen in Londen doorgebracht om
de stem van de dochter te onderzoeken. Hij
is over het resultaat zoo enthousiast, dat
hij ondanks zijn hoogen leeftijd de oplei
ding van Gloria op zich wil nemen „om
de wereld een tweede stemwonder te
schenken." „Ik weet zeide hij hoe
zeer de vader zijn dochter liefhad, hoe
zeer hij wenschte, dat er iets van zijn stem
op zijn dochter zou overgaan. Hij hoorde
nauwlettend toe, wanneer zij haar kinder
liedjes zong en geloofde ook, dat hij reeds
toen iets van zijn eigen talent in de stem
i van zijn dochtertje ontdekte."
GEBOREN.
Petrus Adolf, z. van K. Laven en A.
Warners Catharina Johanna, d. van P.
J. Schniedewind en C. J. Langeveld
Pieter, z. van H. van Egmond en J. Kralt
Maarten, z. van M. Kruger en.J. K.
de Vries Friedrich Hermann, z. van
P. J. Frantzen en P. M. J. C. H. Huygen
Jan, z. van G. Bergsma en K. M. v. d.
Beek Hendrikus, z. van A. Houtman en
M. S. Magielse Gerrlt, z. van P. v. d.
Plas en N. aan de Wiel Petronella Jo
hanna, d. van J. C. Vreeswijk en M. J.
v. d. Berg - - Margje, d. van J. van Leeu
wen en H. Honders Johanna Meche-
lina, d. van N. Relzevoort en P. C. Bik
Gerrit Jan, z. van G. J. v. d. Hoeven en
C. Onvlee Hendrik Rlchardus, z. van
A. M. Zandvliet en R. H Jilles.
OVERLEDEN.
J. Mollers-Fransen, man, 31 jaar J. M.
Noordermeer, ongeh. vr., 63 jaar N.
Ouwehand, zoon, 14 jaar G. Th. Ver
hoert, ongeh. man, 68 jaar.
GEHUWD.
E. N. G. Dekker, jm. en J. van Went, jd.
J. J. A. Zirkzee, jm. en M. Doesburg
Lanoolj, jd. H Chr. Hamaker, jm. en
E. W. D. Kuenen, jd. Th. J. A. M. Drles-
sen, jm. en M. J. Chr. de Bruyn, jd.
ROTT. LLOYD.
GAROET, thuisreis, 8 Juli n.m. 4 u. te
Marseille.
KOTA RADJA, uitreis, pass. 8 Juli n.m. 11
uur Ouessant.
KOTA TJANDI, thuisreis, 7 Juli n.m. 1 u.
van Genua.
SLANT AR, uitreis, pass. 9 Juli v.m. 6 uur
Kaap del Armi.
MODJOKERTO, 9 Juli van Rotterdam n.
de Noordzee, ter proeftocht.
HOLLAND—AMERIKA-LIJN.
STATENDAM, 7 Juli n.m. van New-York
te Rotterdam.
BREEDIJK, 6 Juli n.m. van Philadelphia
n. Rotterdam.
DRECHTDIJK, Pacific Kust n. R'dam, 6
Juli n.m. te Cristobal.
MIJ. OCEAAN.
POLYDORUS, Amst. n. Java, pass. 8 Juli
Perim.
MACHAON Java n. Amst., 7 Juli te Londen.
PEISANDER, 8 Juli van Amsterdam te
Batavia.
HALCYON LIJN,
STAD AMSTERDAM, 8 Juli van Lulea te
Vlaardingen.
STAD ZWOLLE, 8 Juli van Stockholm te
Emden.
HOLLAND—BRITSCH INDIË LIJN.
KOTA AGOENG, 8 Juli van Breemen te
Rotterdam.
HOOGKERK, thuisr., pass. 8 Juli Gibral
tar.
HOLLAND—OOST-AZIE LIJN.
ZUIDERKERK, 9 Juli van Japan te R'dam
HOLLAND—AFRIKA LIJN.
RANDFONTEIN, 8 Juli van Hamburg te
Amsterdam.
MELISKERK, thuisreis, 9 Juli van Genua.
ROTTERDAM—Z. AMERIKA LIJN.
ALDABI, thuisreis, 7 Juli van Bahla.
ALCYONE, 6 Juli van B.-Aires n. R'dam.
KON. PAKETV. MIJ.
NIEUW ZEELAND, 6 Juli van Singapore
te Sydney.
VAN SPILBERGEN, 6 Juli van Batavia te
Beira.
LE MAIRE, 6 Juli van Beira n. Zanzibar.
HOUTMAN, 7 Juli van Port Louis naar
Batavia.
MIJ. NEDERLAND.
TAJANDOEN, thuisr., 7 Juli van Belawan.
MAPIA, 9 Juli v. Amst. n. de Noordzee, ter
proeftocht.
POELAU BRAS. 8 Juli v. Amst. te Hamburg
BATOE, 9 Juü v. Java te Amst. verwacht.
TAiNIMBAR, thuisr., 9 Juli v. Port Said.
CHR. HUYGENS, thuisr., 8 Juli v. Sabang.
BATOE, 9 Juli van Java te Amsterdam.
JOHAN VAN OLDENBARNEVELT, thuisr.,
9 Juli van Algiers.
POELAU TELLO, 7 Juli van Batavia naai
Amsterdam.
JAVA—NEW YORK LIJN.
KOTA BAROE, 6 Juli van Halifax naar
Boston.
SALAWATI, 6 Juli van Jocksonvill te
New-York.
KON. NED. STOOMBOOT MIJ.
RHEA, 8 Juli van Kopenhagen te Amst.
COLOMBIA, 8 Juli van W. Indië te Amst.
CRYNSSEN, 8 Juli van Hamburg te Amst.
AMAZONE, 9 Juli van Stettin te Amst.
VENUS, 9 Juli van Hamburg te Amst.
TIBERIUS, 9 Juli van Midd. Zee te Amst.
FAUNA, R.dam n. Middel. Zee, pass. 8 Juli
Dungenees.
TRITON, R.dam n. Middel. Zee, pass. 8 Juli
Dungeness.
ULYSSES, R.dam n. Midd. Zee, pass. 8 Juli
ACHILLES, 7 Juli van Livorno n. Napels.
Dungeness.
ASTRAE, 6 Juli van New York n. W. Indië
CERES, 8 Juli van Bourgas te Constanza.
GANYMEDES, 8 Juli v. Amst. te Hamburg
HELDER, 7 Juli v. Cabairiën n. Antwerpen
JUNO, 7 Juli v. Palermo n. Gibraltar v.o.
OBERON, Amst. naar Kopenhagen, pass.
9 Juli Holtenau.
ORANJE NASSAU, 6 Juli van New York n.
W. Indië.
POSEIDON, 7 Juli van Puerto Barrios naar
Cuantanamo.
TRAJANUS, 8 Juli van W. Indië te Londen
AJAX, R'dam n. Spanje, pass. 7 Juli Dun
geness.
EUTERPE, Amst. n. Bordeaux, pass. 7 Juli
Dungeness.
EENNEKOM, thuisreis, 6 Juli van Callao.
COSTA RICA, uitreis, 6 Juli te Cristobal.
STELLA, 9 Juli van Mtddell. Zee te Am
sterdam.
Bij het begin der derde zomervacantie - Het laatste werk was het
beste van het in 1934 tot dusverre verrichte - Het ontwerp-conventie
betreffende de reglementeering van den wapenhandel en de
wapenfabricatie - De vooruitzichten voor de toekomst.
Genève, 5 Juli 1934.
De Ontwapeningsconferentie is deze week
ten derden male haar zomervacantie be
gonnen! Een vergelijking met de stem
ming, waarin wij ons in Juli 1932 en Juli
1933 bevonden, kan helaas niet tot opti
misme lelden. De aanneming van de zoo
genaamde „vacantie-resolutie-Benesj" in
Juli 1932 moge reeds een teleurstelling ge
weest zijn voor velen, die de opening der
Ontwapeningsconferentie in Februari 1932
met groote verwachtingen hadden tege
moet gezien, deze resolutie kon in ieder
geval aan een aantal beginselbesluiten der
Algemeene Commissie herinneren, waar
over algemeene overeenstemming verkre
gen was, terwijl bovendien niemand aan
de voortzetting der conferentie in de herfst
twijfelde. Ook de zomervacantie van het
jaar 1933 begon onder niet al te ontmoe
digende omstandigheden. De eerste lezing
van het ontwerp-conventie van MacDo-
nald was ten einde gebracht en al waren
over tal van belangrijke onderdeelen daar
van groote meeningsverschillen voor den
dag getreden, ten slotte had men toch
algemeen erin toegestemd, dat het Plan-
MacDonald van „grondslag der discussie"
tot „grondslag der te sluiten conventie"
verheven werd. Al werd het ln Juli 1933
minder zeker geacht dan het jaar tevoren,
dat een normale voortzetting der Ontwa
peningsconferentie na de zomervacantie
zou volgen, men was toch niet zonder
hoop, dat het voorzitter Henderson, die „de
zwaarste opdracht uit zijn gansche leven",
naar hij zelf zeide, van de Algemeene
Commissie ontvangen had, op zijn reizen
naar de voornaamste Europeesche hoofd
steden gelukken zou zooveel toenadering
tusschen de verschillende opvattingen te
bereiken, dat in October de tweede lezing
van het ontwerp-conventie van MacDonald
mogelijk zou worden.
Vergelijkt men hiermede de stemming,
die thans bij h'et ingaan der zomer
vacantie bestaat, dan is een zeer ernstige
achteruitgang niet te ontkennen. De Al
gemeene Commissie heeft weliswaar in het
begin der vorige maand besloten het
advies van Litvinow, om ronduit de on
mogelijkheid, om tot een conventie over
het bewapeningsvraagstuk te komen, te
erkennen, niet op te volgen, doch men
vraagt zich hier meer en meer af, of dit
niet slechts uitstel van executie geweest
is. Want van de nieuwe diplomatieke on
derhandelingen, waarvan in de resolutie-
Barthou van 8 Juni sprake is en die
Duitschland naar Genève zouden moeten
terubrengen, verneemt men bitter weinig!
Zouden de Franschen, die tijdens de zit
ting der Algemeene Commissie zoo hoop
vol waren over een spoedigen Duitsdhen
terugkeer en daarvoor geen enkelen prijs
wilden betalen, dan toch wat geweten
hebben van de samenspanning tusschen
Roehm en von Schleicher, waarbij deze
laatste, naar men te Berlijn beweert, tot
een voorbehoudloozen terugkeer van
Duitschland naar den Volkenbond en de
Ontwapeningsconferentie bereid zou zijn
geweest? Hoe het zij, van eenige diploma
tiek overleg over het herstel der betrek
kingen tusschen Duitschland en Genève
hoort men niets meer en tenzij het aan
staande bezoek van Barthou aan Londen
de bron tot een nieuw initiatief wordt, is
het waarlijk onmogelijk in te zien, hoe wij
in October ons voor een nieuwen toestand
zouden kunnen geplaatst zien, die een
werkelijke hervatting der Ontwapenings
conferentie, onverschillig op welken grond
slag, mogelijk zou maken!
Intusschen moet bij alle bezorgdheid
over de toekomst der conferentie toch
erkend worden, dat de resolutie-Barthou
van 8 Juni de aanleiding tot nuttig voor
bereidend werk. zij het ook grootendeels
van technischen aard, geworden is.
Van de vier daarbij nieuwgeschapen
commissies, die zich voornamelijk met
veiligheidskwesties hadden bezig te hou
den, heeft alleen de luchtvaartcommissie
niets nog van zich laten hooren. Voorzitter
de Madarlaga, de anders steeds zoo voort
varende oud-directeur van de Ontwape-
ningsafdeeling van het Volkenbondssecre
tariaat, heeft de commissie zelfs niet bijeen
geroepen, blijkbaar geenerlei hoop meer
hebbend, dat over de kwestie van de inter
nationale reglementeering der burgerlijke
luchtvaart nog iets nieuws zou kunnen
gezegd worden! De drie andere commissies
hebben echter ieder een eerste zitting ge
houden, waarin weliswaar de afwezigheid
van Duitschland en Italië en het alge
meene „voorbehoud" van Japan het ver
krijgen der eenstemmigheid wel wat al te
gemakkelijk hebben gemaakt, doch waarin
toch aanbevelingen konden opgesteld
worden, die bij een eventueele hervatting
der Ontwapeningsconferentie van nut
zullen blijken te zijn.
De commissie voor de regionale veilig
heidsverdragen, die op den voorgrond
stelde dat deze verdragen van wederkeeri-
gen bijstand tegen niemand gericht mogen
zijn en dus voor alle nabuurstaten ter toe
treding open moeten blijven, heeft het in
1928 door de Volkenbondsvergadering allen
staten ter bestudeering aanbevolen „mo
del-verdrag van wederkeerigen bijstand"
voor den nog steeds besten tekst voor der
gelijke regionale verdragen verklaard. Geen
wonder, waar Politis de voorzitter dezer
commissie is en deze Grieksche diplomaat-
jurist zelf in 1928 den tekst van het model
verdrag had ontworpen: De commissie-
Bourquin voor de „nalevingswaarborgen",
die de loyale naleving der voorschriften
der te sluiten Ontwapeningsconventie
moeten verzekeren, heeft de eventueele
overtredingen der eventueel te sluiten
Ontwapeningsconventie in vier klassen ge
groepeerd .naar gelang van de zwaarte der
overtreding, en de daartegen te treffen
nalevingswaarborgen eveneens ln vier
dienovereenkomstige groepen gerangschikt
De commissie heeft baanbrekenden ar
beid op dit gebied verricht, die bij even
tueele latere besprekingen natuurlijk nog
zal kunnen verbeterd worden, doch die
toch, naar men mag aannemen, de grond
slag van de regeling van dit zoo belang
rijke vraagstuk zal blijven!
Het beste werk is echter ongetwijfeld
door de derde commissie verricht, die on
der voorzitterschap van den Poolschen
gedelegeerde Komarnicki erin geslaagd is
den tekst gereed te maken voor een con
ventie tot reglementeering van den wa
penhandel en de wapenfabricatie, een on
derwerp waarover reeds tien jaren lang
in Volkenbondsorganen een strijd zonder
einde was gevoerd, sinds een commissie
onder voorzitterschap van den Duitschen
graaf Bernstorff voor het eerst dit on
derwerp te hand nam. De bekeering van
Amerika ten gunste van de gedachte van
internationaal toezicht ook op de wapen
fabrieken heeft in groote mate tot de aan
neming van een ontwerp-conventie bijge
dragen. waarbij echter wederom helaas
een vraagteeken geplaatst moet worden
achter de bereidwilligheid van Duitsch
land, Italië en Japan, om tot zulk een con
ventie toe te treden. Een belangrijk vraag
teeken! ,dat ons echter niet ervan mag
weerhouden den vooruitgang te erkennen,
dat thans onder alle andere staten over
eenstemming is verkregen. De hoofdge
dachte van het ontwerp-conventie is, dat
een groote mate van openbaarheid, onder
de waarborgen van het toezicht daarop
van de te benoemen Permanente Ontwa
peningscommissie, zal worden gegeven
zoowel aan de wapenfabricatie waarbij
géén onderscheid gemaakt wordt tusschen
staatswapenfabrieken en particuliere wa
penfabrieken) als aan den wapenhandel.
Het waren vooral de Amerikanen, die in de
laatste weken erop aandrongen, dat de
regeeringen door het betrachten van open
baarheid in dezen een der voornaamste
redenen tot ongerustheid en vijandige ge
voelens der volkeren, voortspruitende uit
sensationeele berichten over oorlogsvoor
bereidingen der anderen, zouden trachten
uit den weg te ruimen.
DEUCALION, Algiers naar Lissabon, pass
9 Juli Gibraltar.
PLUTO, 7 Juli van Alicante te Malaga.
HEBE, 8 Juli van Taronto te Venetië.
SATURNUS, 8 Juli van Patras te Piraeus.
VULCANUS, 8 Juli van Calamata te
Patras.
ALKMAAR, uitreis, pass. 9 Juli v.m. 8 u.
de Azoren.
VESTA, 9 Juli van Amsterdam te Kopen
hagen.
MARS, 9 Juli van Faro naar Portimao.
TTTUS, 9 Juli van Faro naar Olhao.
KON. HOLL. LLOYD.
ZEELANDIA. thuisr., 7 Juli v.m. II u. van
Rio Grande
WATERLAND. 8 Juli v.m. v. B. Aires n,
Amst.
MAASLAND, uitr., pass. 8 Juli Vlissingen,
van Antwerpen.
ZAANLAND, uitr., pass. 8 Juli Dungeness.
SILVER—JAVA—PACIFIC LIJN.
TARAKAN, 6 Juli v. Los Angeles n. New
Orleans.
MANOERAN, 7 Juli van Balik_ Pappan n.
Pacific Kust.
DIVERSE STOOMVAARTBERICHTEN.
BATAVIER m, 8 Juli, v. R'dam te Grave-
send.
NIEUWLAND, 9 Juü v. R'dam te Grange
mouth.
WIERINGEN, 7 Juli n.m. v. Londen naar
Archangel.
ALBIREO, Onega n. Zaandam, pass. 9 Juli
Noordkaap.
EMMAPLEIN, R'dam n. Narvik, pass. 8 Juli
Udsire.
THUBAN, arr. 7 Juli te Archangel.
ALCHIBA, 9 Juli v. Hamburg te Antwer
pen.
SCHELDE, sleepboot, arr. 8 Juli te Maas
sluis.
ARY SCHEFFER, 8 Juli v. R'dam te Havre.
HONTESTROOM, 8 Juli v. Amst. te Londen
ORANJEPOLDER, 8 Juli v. R'dam te Lon
den.
MALVINA, pass. 7 Juli Dungeness.
TOWA, pass. 7 Juli Dunngeness, naar
Montevideo.
ALHENA, naar Angra do Reis, pass. 7 Juli
Dungeness.
TEXELSTROOM, Amst. n. Liverpool, pass.
7 Juli Lizard.
DELFSHAVEN. n. Bremen, was 6 Juli 6 u.
40 n.m. 450 mijlen W. van Valentia.
DEN HAAG, Amst. n. Baytown, was 8 Juli
8 u. 20 v.m. 34 mijlen O. van Niton.
LEKHAVEN, naar Norfolk, was 7 Juli 1 u.
20 v.m. 120 mijlen W. van Lands End.
WILLEMSPLEIN, n. R'dam, was 7 Juli 1 u.
45 v.m. 1120 mijlen Z.W. van Valentia.
MACUBA, pass. 7 Juli Gibraltar.
NOORDZEE, sleepboot, pass. 7 Juli Gibral
tar.
JONGE ELISABETH, pass. 8 Juli Gibraltar.
ARTEMIS, 8 Juli van Amsterdam te Gent.
IJSELHAVEN, 8 Juli van Rosario te
Antwerpen.
SCHOKLAND, 8 Juli van Rotterdam te
Kingslynn.
MIDSLAND, 8 Juli van Leith te Antwer
pen.
OUDEWATER, Archangel naar Rotterdam
pass. 8 Juli Udsire.
MINNEWATER, Amsterdam n. Archangel,
pass. 8 Juli Honnigsvaag.
TOWA. Antwerpen naar Montevideo, pass.
7 Juli Ouessant.
VEERHAVEN. 6 Juli v. Norfolk te Tampa.
LINGESTROOM, 8 Juli van Amsterdam
te Bristol.
MANVANTARA. arr. 8 Juli te Stanlow.
MEGARA, 8 Juli van Thameshaven te
Pauillac.
ST. ANNALAND, 8 Juli van Rotterdam te
Shields.
WAAL 5 Juli van Rotterdam te Pillau.
MITRA. Kopenhagen naar Fredericia, pass.
SCHIE. Rotterdam naar Wyborg, pass.
6 Juli Skagen.
8—8