De Ontwapeningsconferentie. LEIDSCH DAGBLAD - Tweede Blad Dinsdag 10 Juli 1934 KUNST EN LETTEREN. RECHTZAKEN. UIT DE BONTE WAERELD. BURG. STAND VAN LEIDEN. SCHEEPSTIJDINGEN. BOEKBESPREKING. „Wij, FrontenacsFrancois Mauriac. Nederl. Boekenclub ,,'t Gilde- huis." Maurlac Is een bij uitstek katholiek schrijver. Over zijn boeken hangt altijd een roomsch-chrlstelijk waas en zij zijn vol mystiek. Zoo is de moederfiguur uit „Wij, Frontenacs" als een devoot gebarend pries ter, die op het altaar, in een wolk van wie rook, de kerkelijke handelingen verricht. Mauriac is daarbij een buitengewoon goed kenner van de Fransche provincie en haar bewoners. Fransche provincialen, wier ge zichtseinder bepaald wordt door de grens- steenen van hun wijnland wat buiten hun gebied ligt, is voor hen een vreemde wereld, waar zij haast vijandig tegenover staan. Als de tweede zoon onder dienst zal gaan, verzucht de moeder, dat ook de jongste al „weg" is, terwijl deze Jongste slechts zijn studies in Parijs voltooit. Zoo als een kloek de kiekens onder haar vleugels beschermt, zoo tracht Blanche Frontenac haar kinderen bij zich te hou den en ze te dwingen den levensweg te be wandelen, die zij meent dat de beste voor hen is en die ze reeds lang te voren heeft afgebakend. Jean Pierre, de oudste, moet, niettegenstaande zijn philosophischen aan leg en lust tot studeeren, in de familiezaak, wier inkomsten het geheele geslacht rijk en machtig heeft gemaakt. José, de tweede zoon. zal den zelfden weg volgen, doch moet dan om een schandaal te voorkomen het land uit. Het land uit, dat wil zeggen, dat hij zijn broederplichten in den mili tairen dienst zal vervullen! Yves, de Jong ste, het nestkindje, de begaafdste ook, breekt zich los en gaat naar Parijs; de beide dochters worden uitgehuwelijkt. De moeder echter, die alles opgeofferd heeft voor dit vijftal, wier geheele denken en doen steeds gericht is op het welzijn van haar kinderen, of wat zij meent dat hun welzijn is. bezit niet de gave, dit met een vriendelijk gezicht op opgewekte wijze te doen. Als jonge weduwe, verbitterd door wat het leven haar te vroeg onthoudt, ver anderen haar zorg en liefde teveel in plichtsbetrachting, dan dat zij daarvoor diepe, kinderlijke genegenheid terug kan winnen. De kinderen verademen, als zij enkele weken op reis moet. Later is eigen lijk alleen Yves diep getroffen door het heengaan van zijn moeder en dan meer uit zelfverwijt om dat waarin hij meent in haar laatste levensdagen te kort te zijn geschoten, dan uit groote aanhankelijk heid. De dochters laten om dat sterven zelfs geen traan. De schrijver wil ons nu echter toonen, hoe sterk de onzichtbare band is die dit gezin samenhoudt, hoe deze familie uiteenvalt als het middenpunt ver dwijnt en hoe dan stuk voor stuk de kin deren in hun bekommernis om hun moe der roepen en gaan realiseeren hoezeer zij haar missen. Maar is dat iets bijzon ders? Is niet in ieder gezin een zorgzame, toegewijde moeder het middenpunt, die de kinderen ook onderling bij elkaar houdt en met wier heengaan vaak alles uiteenvalt? Roepen niet vele ongelukkigen en sterven den in uitersten nood „moeder"? Moet men daar juist een Frontenac voor zijn? Het komt ons voor, dat hoe meester lijk dit benauwde, provinciaalsche milieu ook weer gegeven is, hoe juist de verhou dingen en gevoelsuitingen onder derge lijke menschen ook zijn uitgebeeld, de schrijver hier te veel op den rug van spe ciale familie-karaktertrekken wil schuiven, hetgeen tenslotte zuiver menscheüjk en over de geheele wereld te vinden is. Ook vinden wij dat te veel aandacht wordt ge geven aan de jongens uit dit gezin, in ver houding tot de beide meisjes, hun karak ters en verdere ontwikkeling, die nauwe lijks worden aangeroerd. Daarom valt het ons ook wat rauw op het lijf plotseling te lezen; „de getrouwde dochters hadden met haar gezinnen een villa aan de baai ge huurd, waarin geen plaats was voor mevr. Frontenac", want van een koele verhou ding tusschen moeder en dochters was ons ei8en'Ük niets bekend. Niettegenstaande dit alles is het een waardevol boek, dat voortreffelijk is ver tuid door mevrouw J. Maschmeyer Buekers. Het bandontwerp is van Kees Koeman en dr. Boerebach schreef een in leiding. „Tim en Clara". Franz Herwig. Het Nederlandsche Boekenhuis. Prijs in genaaid f. 3.90, geb. f. 4.90. m?n, en een vrouw gaan na een twaalfjarig huwelijk, onbevredigd, van el kaar vervreemd en verveeld, een vrijwil- iSfiifv? 6 aan' om te trachten hun samenleven te vergeten. Met het va? Jhoderne menschen wordt het 'teemden ondergebracht. trekt zich terug in de eenzaam- eennt£»t de bosschen, de vrouw die ülEde?ten.» 7"" ta' tracht haar verloren 'inden, eerst in een auto- nrnfe«oï a met een reeds grijzenden ?teo^'.d^na ln de 'lucht met een Tim eedSLs 5°ritz- HetSeen Clara en en nnHoJiri .1 un scbeidlng doormaken het sarnie doet hun inzien dat zij als f cht nog "fc' hadden. En de nrofetsor1^ V, w°rdt doodgeschoten en eta.™miff? 1 5 terugtrekt, staat niets vin *?en we® aan het verzoek terug t<? gaan" V0ld0en en naar hera sc?ruiJr!en dhdetwerp dat reeds door vele hiiirte^H Ie meer aannemelijk be- Whü het eerste gezicht doet dit d^eiilv ie„5Sympathlek en wel als noff tv, 2an' het wat conventio- hu?tt zo°dra men er zich in verdiept, rrliürJi, ?,ppervlakkigheid waarmede het rii ln gewerkt 181 hte1- verborgen. Als enn?n° SSOr l14 het verhaal later zijn met mevr. Clara een „proef- noemt, vraagt men zich af of Hif werkelijke beteekenis van woor(* W^1 begrijpt! En wan- oio iSJf1 n Zlnnen te lezen krijgt, nu,?e5 die rilden als zijden linten de wdnd in speelt" of „bij den eersten ™^teeek, waarop een steile ladder van joooorden volgfe, voelde Clara haar hart door een adelaar gegrepen en uit haar weg gerukt dan achten wij ons volkomen ver antwoord dit boek als tweede-klas-werk te bestempelen. De vertaling is van Jean E. Marre en het bandontwerp van Lou Manche. „Ik verwacht het Geluk". Alle van Wyhe—Smeding. A. W. Sljthoff's Uit gevers Mij. Dit is de geschiedenis van het wees meisje Piëta, een fijn maar geëxalteerd droomstertje, dat op den sprookjesprins wacht. En als deze opdaagt in den vorm van een knappen, wat ouderen charmeur, die ln de eerste plaats het mooie kind begeert, komt voor Piëta het gedroomde geluk èn de ontgoocheling en daarna een ander, dieper geluk, dat zij zich nog niet gedroomd had. Alle van WyheSmeding is een schrijf ster die vele bewonderende en gretige lezers heeft en vaak ook een zeer scherpe critiek op haar werk oogstte. Dit boek heeft zeer goede eigenschappen. De verhoudin gen in het weeshuis tusschen den vader, de moeder en het bestuur, zijn raak getee- kend; schrijnend het leed, de vereenza ming van de weeskinderen, wier eenige traktatie bestaat in Zondags een halve reep chocolade. Er zijn momenten, waarin men zijn hart voelt samenknijpen over de kilheid in het groote weeshuis, waar vijf jonge menschen, ieder voor zich, wachten op het geluk, dat toch eens moet komen. Maar zoodra de schrijfster zich op het ge bied der liefde begeeft, wordt de atmos feer geladen van over-sentimentaliteit; daarbij hamert zij voortdurend op hetzelfde aambeeld. Wij weten nu wel dat de sprook- j jesprins uit haar verhaal lang en slank is, glanzend, zijdeachtig zwart haar heeft, sterke gebruinde handen en fonkelende oogen. Waarom moet er steeds weer her haald worden, hoe hij met al die manne lijke schoonheid en kracht zijn meisje te gemoet treedt? Er is in het eerste gedeelte, tot de ontmoeting van Piet met haar toe- komsigen man, een sterke climax; daarna daalt de waarde van het boek bij iedere bladzijde en als men het uit heeft, legt men het kregelig terzijde. Dat is jammer en zou misschien niet noodig zijn, als de schrijfster zich in woord en uitbeelding ook verder in het boek had weten te beheerschen. C. N. 0 TIJDSCHRIFTEN. „Ast ra". Het Julinummer van „Astra" is een vacantienummer geworden met verhalen en illustraties, die den reislust opwekken. Het opent met het spannende verhaal; „De neger, die 'n blanke was", door Carel van der Vet. „Mooie veeren" van F. Sendal, speelt in het hartje van Nieuw-Guinea. Gerda Siemer schreef een novelle met een boeiende intrige; „Sanatorium", die door Rowley op suggestieve wijze werd geïllus treerd. H. DonkerVan Hengel bracht een klein, gevoelig schetsje: „Zijn lied", en M. E. 't Hart schreef een fleurige short-story met een „Happy-end", getiteld: „De no velle". Van Bas van Deilen ditmaal een avontuurlijk verhaal: „In den nood leert men zijn vrienden kermen." In haar no velle „Het omgeslagen blad", weet Amélie de Man ons binnen te voeren in het rijk van haar verbeelding. Het werd met zorg geïllustreerd door Rie Reinderhoff. Deze keer zijn het de belangwekkende Scandi navische gebieden, die voor ons opengaan en zeker onzen reislust zullen opwekken. Magazine „Nova". „Nova" opent deze maand met een ver haal „Phylis" van Will. Wemerman, de geschiedenis van een man, die zoekt naar een naald in een hooiberg en toevalliger wijze slaagt Eveneens in Londen speelt .De 18de September", een geheimzinnige geschiedenis door Gerda Siemer. Een echt vacantie-verhaal met een „happy end" is „Een onweersbui en haar gevdlgen" door H. A. van Ommen, terwijl N A. G. v. d. Hulst een geslaagd fantastisch verhaal bijdroeg: „Herr Auerbach's waan". Van de vertalingen vermelden wij dit maal speciaal „Jaantje krijgt de bons", dat dan ook van niemand minder dan H. P. Wells is. In het filmsupplement onder meer een bijdrage „Over James Cagney" en tusschen den tekst als steeds vele fraaie foto's, dit maal o.a. van Joan Blondell, Elissa Landl, Leila Hyams en James Cagney. KANTONGERECHT TE LEIDEN. Voor het Kantongerecht moest gisteren terecht staan, de heer L. A. O., uit Alphen aan den Rijn, omdat hij in zijn timmerfabriek niet de noodige voorzorgen had genomen, waardoor een 18-jarige tim mermansknecht die machinaal timmer werk had verricht door een cirkelzaag zeer ernstig was verwond. Verdachte was niet verschenen en tegen hem werd verstek verleend. Mr. Beumerkamp, Inspecteur der Arbeidsinspectie uit Den Haag verklaarde dat de cirkelzaag en beitels niet voldoende beschermd waren geweest en daardoor het ongeval was veroorzaakt. Op een vraag van den Kantonrechter wie of hiervoor verantwoordelijk was, verklaarde de In specteur, dat dit de Directeur der fabriek was. Het O M. eischte f. 15.boete of 15 dagen hechtenis. De kantonrechter wees onmiddellijk vonnis en veroordeelde verd. tot f. 25.boete of 10 dagen hechtenis. GLORIA CARUSO, DE ZANGERES DER TOEKOMST? Een dezer dagen zal te Venetië een jong meisje met een Italiaansch uiterlijk en een Amerikaanschen pas aankomen; haar naam is Gloria Caruso. Zij is de dochter van den zoo beroemden zanger, en het schijnt, dat zij de stem van haar vader heeft geërfd. Maestro Fernando Tanara, de leeraar van den grooten Caruso, heeft eenige dagen in Londen doorgebracht om de stem van de dochter te onderzoeken. Hij is over het resultaat zoo enthousiast, dat hij ondanks zijn hoogen leeftijd de oplei ding van Gloria op zich wil nemen „om de wereld een tweede stemwonder te schenken." „Ik weet zeide hij hoe zeer de vader zijn dochter liefhad, hoe zeer hij wenschte, dat er iets van zijn stem op zijn dochter zou overgaan. Hij hoorde nauwlettend toe, wanneer zij haar kinder liedjes zong en geloofde ook, dat hij reeds toen iets van zijn eigen talent in de stem i van zijn dochtertje ontdekte." GEBOREN. Petrus Adolf, z. van K. Laven en A. Warners Catharina Johanna, d. van P. J. Schniedewind en C. J. Langeveld Pieter, z. van H. van Egmond en J. Kralt Maarten, z. van M. Kruger en.J. K. de Vries Friedrich Hermann, z. van P. J. Frantzen en P. M. J. C. H. Huygen Jan, z. van G. Bergsma en K. M. v. d. Beek Hendrikus, z. van A. Houtman en M. S. Magielse Gerrlt, z. van P. v. d. Plas en N. aan de Wiel Petronella Jo hanna, d. van J. C. Vreeswijk en M. J. v. d. Berg - - Margje, d. van J. van Leeu wen en H. Honders Johanna Meche- lina, d. van N. Relzevoort en P. C. Bik Gerrit Jan, z. van G. J. v. d. Hoeven en C. Onvlee Hendrik Rlchardus, z. van A. M. Zandvliet en R. H Jilles. OVERLEDEN. J. Mollers-Fransen, man, 31 jaar J. M. Noordermeer, ongeh. vr., 63 jaar N. Ouwehand, zoon, 14 jaar G. Th. Ver hoert, ongeh. man, 68 jaar. GEHUWD. E. N. G. Dekker, jm. en J. van Went, jd. J. J. A. Zirkzee, jm. en M. Doesburg Lanoolj, jd. H Chr. Hamaker, jm. en E. W. D. Kuenen, jd. Th. J. A. M. Drles- sen, jm. en M. J. Chr. de Bruyn, jd. ROTT. LLOYD. GAROET, thuisreis, 8 Juli n.m. 4 u. te Marseille. KOTA RADJA, uitreis, pass. 8 Juli n.m. 11 uur Ouessant. KOTA TJANDI, thuisreis, 7 Juli n.m. 1 u. van Genua. SLANT AR, uitreis, pass. 9 Juli v.m. 6 uur Kaap del Armi. MODJOKERTO, 9 Juli van Rotterdam n. de Noordzee, ter proeftocht. HOLLAND—AMERIKA-LIJN. STATENDAM, 7 Juli n.m. van New-York te Rotterdam. BREEDIJK, 6 Juli n.m. van Philadelphia n. Rotterdam. DRECHTDIJK, Pacific Kust n. R'dam, 6 Juli n.m. te Cristobal. MIJ. OCEAAN. POLYDORUS, Amst. n. Java, pass. 8 Juli Perim. MACHAON Java n. Amst., 7 Juli te Londen. PEISANDER, 8 Juli van Amsterdam te Batavia. HALCYON LIJN, STAD AMSTERDAM, 8 Juli van Lulea te Vlaardingen. STAD ZWOLLE, 8 Juli van Stockholm te Emden. HOLLAND—BRITSCH INDIË LIJN. KOTA AGOENG, 8 Juli van Breemen te Rotterdam. HOOGKERK, thuisr., pass. 8 Juli Gibral tar. HOLLAND—OOST-AZIE LIJN. ZUIDERKERK, 9 Juli van Japan te R'dam HOLLAND—AFRIKA LIJN. RANDFONTEIN, 8 Juli van Hamburg te Amsterdam. MELISKERK, thuisreis, 9 Juli van Genua. ROTTERDAM—Z. AMERIKA LIJN. ALDABI, thuisreis, 7 Juli van Bahla. ALCYONE, 6 Juli van B.-Aires n. R'dam. KON. PAKETV. MIJ. NIEUW ZEELAND, 6 Juli van Singapore te Sydney. VAN SPILBERGEN, 6 Juli van Batavia te Beira. LE MAIRE, 6 Juli van Beira n. Zanzibar. HOUTMAN, 7 Juli van Port Louis naar Batavia. MIJ. NEDERLAND. TAJANDOEN, thuisr., 7 Juli van Belawan. MAPIA, 9 Juli v. Amst. n. de Noordzee, ter proeftocht. POELAU BRAS. 8 Juli v. Amst. te Hamburg BATOE, 9 Juü v. Java te Amst. verwacht. TAiNIMBAR, thuisr., 9 Juli v. Port Said. CHR. HUYGENS, thuisr., 8 Juli v. Sabang. BATOE, 9 Juli van Java te Amsterdam. JOHAN VAN OLDENBARNEVELT, thuisr., 9 Juli van Algiers. POELAU TELLO, 7 Juli van Batavia naai Amsterdam. JAVA—NEW YORK LIJN. KOTA BAROE, 6 Juli van Halifax naar Boston. SALAWATI, 6 Juli van Jocksonvill te New-York. KON. NED. STOOMBOOT MIJ. RHEA, 8 Juli van Kopenhagen te Amst. COLOMBIA, 8 Juli van W. Indië te Amst. CRYNSSEN, 8 Juli van Hamburg te Amst. AMAZONE, 9 Juli van Stettin te Amst. VENUS, 9 Juli van Hamburg te Amst. TIBERIUS, 9 Juli van Midd. Zee te Amst. FAUNA, R.dam n. Middel. Zee, pass. 8 Juli Dungenees. TRITON, R.dam n. Middel. Zee, pass. 8 Juli Dungeness. ULYSSES, R.dam n. Midd. Zee, pass. 8 Juli ACHILLES, 7 Juli van Livorno n. Napels. Dungeness. ASTRAE, 6 Juli van New York n. W. Indië CERES, 8 Juli van Bourgas te Constanza. GANYMEDES, 8 Juli v. Amst. te Hamburg HELDER, 7 Juli v. Cabairiën n. Antwerpen JUNO, 7 Juli v. Palermo n. Gibraltar v.o. OBERON, Amst. naar Kopenhagen, pass. 9 Juli Holtenau. ORANJE NASSAU, 6 Juli van New York n. W. Indië. POSEIDON, 7 Juli van Puerto Barrios naar Cuantanamo. TRAJANUS, 8 Juli van W. Indië te Londen AJAX, R'dam n. Spanje, pass. 7 Juli Dun geness. EUTERPE, Amst. n. Bordeaux, pass. 7 Juli Dungeness. EENNEKOM, thuisreis, 6 Juli van Callao. COSTA RICA, uitreis, 6 Juli te Cristobal. STELLA, 9 Juli van Mtddell. Zee te Am sterdam. Bij het begin der derde zomervacantie - Het laatste werk was het beste van het in 1934 tot dusverre verrichte - Het ontwerp-conventie betreffende de reglementeering van den wapenhandel en de wapenfabricatie - De vooruitzichten voor de toekomst. Genève, 5 Juli 1934. De Ontwapeningsconferentie is deze week ten derden male haar zomervacantie be gonnen! Een vergelijking met de stem ming, waarin wij ons in Juli 1932 en Juli 1933 bevonden, kan helaas niet tot opti misme lelden. De aanneming van de zoo genaamde „vacantie-resolutie-Benesj" in Juli 1932 moge reeds een teleurstelling ge weest zijn voor velen, die de opening der Ontwapeningsconferentie in Februari 1932 met groote verwachtingen hadden tege moet gezien, deze resolutie kon in ieder geval aan een aantal beginselbesluiten der Algemeene Commissie herinneren, waar over algemeene overeenstemming verkre gen was, terwijl bovendien niemand aan de voortzetting der conferentie in de herfst twijfelde. Ook de zomervacantie van het jaar 1933 begon onder niet al te ontmoe digende omstandigheden. De eerste lezing van het ontwerp-conventie van MacDo- nald was ten einde gebracht en al waren over tal van belangrijke onderdeelen daar van groote meeningsverschillen voor den dag getreden, ten slotte had men toch algemeen erin toegestemd, dat het Plan- MacDonald van „grondslag der discussie" tot „grondslag der te sluiten conventie" verheven werd. Al werd het ln Juli 1933 minder zeker geacht dan het jaar tevoren, dat een normale voortzetting der Ontwa peningsconferentie na de zomervacantie zou volgen, men was toch niet zonder hoop, dat het voorzitter Henderson, die „de zwaarste opdracht uit zijn gansche leven", naar hij zelf zeide, van de Algemeene Commissie ontvangen had, op zijn reizen naar de voornaamste Europeesche hoofd steden gelukken zou zooveel toenadering tusschen de verschillende opvattingen te bereiken, dat in October de tweede lezing van het ontwerp-conventie van MacDonald mogelijk zou worden. Vergelijkt men hiermede de stemming, die thans bij h'et ingaan der zomer vacantie bestaat, dan is een zeer ernstige achteruitgang niet te ontkennen. De Al gemeene Commissie heeft weliswaar in het begin der vorige maand besloten het advies van Litvinow, om ronduit de on mogelijkheid, om tot een conventie over het bewapeningsvraagstuk te komen, te erkennen, niet op te volgen, doch men vraagt zich hier meer en meer af, of dit niet slechts uitstel van executie geweest is. Want van de nieuwe diplomatieke on derhandelingen, waarvan in de resolutie- Barthou van 8 Juni sprake is en die Duitschland naar Genève zouden moeten terubrengen, verneemt men bitter weinig! Zouden de Franschen, die tijdens de zit ting der Algemeene Commissie zoo hoop vol waren over een spoedigen Duitsdhen terugkeer en daarvoor geen enkelen prijs wilden betalen, dan toch wat geweten hebben van de samenspanning tusschen Roehm en von Schleicher, waarbij deze laatste, naar men te Berlijn beweert, tot een voorbehoudloozen terugkeer van Duitschland naar den Volkenbond en de Ontwapeningsconferentie bereid zou zijn geweest? Hoe het zij, van eenige diploma tiek overleg over het herstel der betrek kingen tusschen Duitschland en Genève hoort men niets meer en tenzij het aan staande bezoek van Barthou aan Londen de bron tot een nieuw initiatief wordt, is het waarlijk onmogelijk in te zien, hoe wij in October ons voor een nieuwen toestand zouden kunnen geplaatst zien, die een werkelijke hervatting der Ontwapenings conferentie, onverschillig op welken grond slag, mogelijk zou maken! Intusschen moet bij alle bezorgdheid over de toekomst der conferentie toch erkend worden, dat de resolutie-Barthou van 8 Juni de aanleiding tot nuttig voor bereidend werk. zij het ook grootendeels van technischen aard, geworden is. Van de vier daarbij nieuwgeschapen commissies, die zich voornamelijk met veiligheidskwesties hadden bezig te hou den, heeft alleen de luchtvaartcommissie niets nog van zich laten hooren. Voorzitter de Madarlaga, de anders steeds zoo voort varende oud-directeur van de Ontwape- ningsafdeeling van het Volkenbondssecre tariaat, heeft de commissie zelfs niet bijeen geroepen, blijkbaar geenerlei hoop meer hebbend, dat over de kwestie van de inter nationale reglementeering der burgerlijke luchtvaart nog iets nieuws zou kunnen gezegd worden! De drie andere commissies hebben echter ieder een eerste zitting ge houden, waarin weliswaar de afwezigheid van Duitschland en Italië en het alge meene „voorbehoud" van Japan het ver krijgen der eenstemmigheid wel wat al te gemakkelijk hebben gemaakt, doch waarin toch aanbevelingen konden opgesteld worden, die bij een eventueele hervatting der Ontwapeningsconferentie van nut zullen blijken te zijn. De commissie voor de regionale veilig heidsverdragen, die op den voorgrond stelde dat deze verdragen van wederkeeri- gen bijstand tegen niemand gericht mogen zijn en dus voor alle nabuurstaten ter toe treding open moeten blijven, heeft het in 1928 door de Volkenbondsvergadering allen staten ter bestudeering aanbevolen „mo del-verdrag van wederkeerigen bijstand" voor den nog steeds besten tekst voor der gelijke regionale verdragen verklaard. Geen wonder, waar Politis de voorzitter dezer commissie is en deze Grieksche diplomaat- jurist zelf in 1928 den tekst van het model verdrag had ontworpen: De commissie- Bourquin voor de „nalevingswaarborgen", die de loyale naleving der voorschriften der te sluiten Ontwapeningsconventie moeten verzekeren, heeft de eventueele overtredingen der eventueel te sluiten Ontwapeningsconventie in vier klassen ge groepeerd .naar gelang van de zwaarte der overtreding, en de daartegen te treffen nalevingswaarborgen eveneens ln vier dienovereenkomstige groepen gerangschikt De commissie heeft baanbrekenden ar beid op dit gebied verricht, die bij even tueele latere besprekingen natuurlijk nog zal kunnen verbeterd worden, doch die toch, naar men mag aannemen, de grond slag van de regeling van dit zoo belang rijke vraagstuk zal blijven! Het beste werk is echter ongetwijfeld door de derde commissie verricht, die on der voorzitterschap van den Poolschen gedelegeerde Komarnicki erin geslaagd is den tekst gereed te maken voor een con ventie tot reglementeering van den wa penhandel en de wapenfabricatie, een on derwerp waarover reeds tien jaren lang in Volkenbondsorganen een strijd zonder einde was gevoerd, sinds een commissie onder voorzitterschap van den Duitschen graaf Bernstorff voor het eerst dit on derwerp te hand nam. De bekeering van Amerika ten gunste van de gedachte van internationaal toezicht ook op de wapen fabrieken heeft in groote mate tot de aan neming van een ontwerp-conventie bijge dragen. waarbij echter wederom helaas een vraagteeken geplaatst moet worden achter de bereidwilligheid van Duitsch land, Italië en Japan, om tot zulk een con ventie toe te treden. Een belangrijk vraag teeken! ,dat ons echter niet ervan mag weerhouden den vooruitgang te erkennen, dat thans onder alle andere staten over eenstemming is verkregen. De hoofdge dachte van het ontwerp-conventie is, dat een groote mate van openbaarheid, onder de waarborgen van het toezicht daarop van de te benoemen Permanente Ontwa peningscommissie, zal worden gegeven zoowel aan de wapenfabricatie waarbij géén onderscheid gemaakt wordt tusschen staatswapenfabrieken en particuliere wa penfabrieken) als aan den wapenhandel. Het waren vooral de Amerikanen, die in de laatste weken erop aandrongen, dat de regeeringen door het betrachten van open baarheid in dezen een der voornaamste redenen tot ongerustheid en vijandige ge voelens der volkeren, voortspruitende uit sensationeele berichten over oorlogsvoor bereidingen der anderen, zouden trachten uit den weg te ruimen. DEUCALION, Algiers naar Lissabon, pass 9 Juli Gibraltar. PLUTO, 7 Juli van Alicante te Malaga. HEBE, 8 Juli van Taronto te Venetië. SATURNUS, 8 Juli van Patras te Piraeus. VULCANUS, 8 Juli van Calamata te Patras. ALKMAAR, uitreis, pass. 9 Juli v.m. 8 u. de Azoren. VESTA, 9 Juli van Amsterdam te Kopen hagen. MARS, 9 Juli van Faro naar Portimao. TTTUS, 9 Juli van Faro naar Olhao. KON. HOLL. LLOYD. ZEELANDIA. thuisr., 7 Juli v.m. II u. van Rio Grande WATERLAND. 8 Juli v.m. v. B. Aires n, Amst. MAASLAND, uitr., pass. 8 Juli Vlissingen, van Antwerpen. ZAANLAND, uitr., pass. 8 Juli Dungeness. SILVER—JAVA—PACIFIC LIJN. TARAKAN, 6 Juli v. Los Angeles n. New Orleans. MANOERAN, 7 Juli van Balik_ Pappan n. Pacific Kust. DIVERSE STOOMVAARTBERICHTEN. BATAVIER m, 8 Juli, v. R'dam te Grave- send. NIEUWLAND, 9 Juü v. R'dam te Grange mouth. WIERINGEN, 7 Juli n.m. v. Londen naar Archangel. ALBIREO, Onega n. Zaandam, pass. 9 Juli Noordkaap. EMMAPLEIN, R'dam n. Narvik, pass. 8 Juli Udsire. THUBAN, arr. 7 Juli te Archangel. ALCHIBA, 9 Juli v. Hamburg te Antwer pen. SCHELDE, sleepboot, arr. 8 Juli te Maas sluis. ARY SCHEFFER, 8 Juli v. R'dam te Havre. HONTESTROOM, 8 Juli v. Amst. te Londen ORANJEPOLDER, 8 Juli v. R'dam te Lon den. MALVINA, pass. 7 Juli Dungeness. TOWA, pass. 7 Juli Dunngeness, naar Montevideo. ALHENA, naar Angra do Reis, pass. 7 Juli Dungeness. TEXELSTROOM, Amst. n. Liverpool, pass. 7 Juli Lizard. DELFSHAVEN. n. Bremen, was 6 Juli 6 u. 40 n.m. 450 mijlen W. van Valentia. DEN HAAG, Amst. n. Baytown, was 8 Juli 8 u. 20 v.m. 34 mijlen O. van Niton. LEKHAVEN, naar Norfolk, was 7 Juli 1 u. 20 v.m. 120 mijlen W. van Lands End. WILLEMSPLEIN, n. R'dam, was 7 Juli 1 u. 45 v.m. 1120 mijlen Z.W. van Valentia. MACUBA, pass. 7 Juli Gibraltar. NOORDZEE, sleepboot, pass. 7 Juli Gibral tar. JONGE ELISABETH, pass. 8 Juli Gibraltar. ARTEMIS, 8 Juli van Amsterdam te Gent. IJSELHAVEN, 8 Juli van Rosario te Antwerpen. SCHOKLAND, 8 Juli van Rotterdam te Kingslynn. MIDSLAND, 8 Juli van Leith te Antwer pen. OUDEWATER, Archangel naar Rotterdam pass. 8 Juli Udsire. MINNEWATER, Amsterdam n. Archangel, pass. 8 Juli Honnigsvaag. TOWA. Antwerpen naar Montevideo, pass. 7 Juli Ouessant. VEERHAVEN. 6 Juli v. Norfolk te Tampa. LINGESTROOM, 8 Juli van Amsterdam te Bristol. MANVANTARA. arr. 8 Juli te Stanlow. MEGARA, 8 Juli van Thameshaven te Pauillac. ST. ANNALAND, 8 Juli van Rotterdam te Shields. WAAL 5 Juli van Rotterdam te Pillau. MITRA. Kopenhagen naar Fredericia, pass. SCHIE. Rotterdam naar Wyborg, pass. 6 Juli Skagen. 8—8

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1934 | | pagina 7