Uit den Leidschen Raad.
7 S»te Jaargang LE1DSCH
Particuliere bouw of Vereenigings-Woningbouw.
Begonnen aan reglement van orde
en demping Levendaal.
Derde Blad No. 22785
DAGBLAD, Dinsdag 3 Juli
1934
O
O
O
AFSCHEID VAN DEN HEER HUURMAN.
Voorzitter: den burgemeester mr. A. v. d.
Bande Bakhuyzen.
De raad is geheel voltallig.
Na goedkeuring der notulen doet de
.voorzitter mededeellng van eenige inge
komen stukken, w.o. missiven van Ged.
Staten houdende goedkeuring van raads
besluiten.
Het adres van mir. L. Weyl inzake klok ke -
spel in den Stadhuistoren wordt voor ken
nisgeving aangenomen. De voorzitter,
inerkt op, dat nooit is gezegd, dat het
carillon er niet zou komen.
Aan de heer Kuipers wordt verlof ver
leend zijn vermelde vragen te stellen, na
afloop der agenda.
De heer KUIPERS had graag wat eerder
geïnterpelleerd: kan dit niet wat vroeger.
De VOORZITTER zegt toe hem in ieder
geval in de gelegenheidh te stellen zijn
vragen naar voren te brengen.
Het voorstel Inzake conversie leerlingen
tvordt zander discussie en hoofdelijke
stemming aangehouden.
AGENDA.
lo Onderzoek van den geloofsbrief van
het nieuw benoemde raadslid, de heer
'A. J. Schoneveld.
De commissie van onderzoek adviseert
tot toelating waartoe wordt besloten.
2o. a. Herstemming over artikel I van
de verordening, houdende wijziging
van de verordening betreffende de
wedden van ambtenaren in dienst
van de gemeente Leiden en voort
zetting van de behandeling van die
verordening:
b. Eindstemming over het voorstel tot
vaststelling van een verordening op
het beheer van de bedrijven der ge
meente Leiden en van een verorde
ning op het beheer van het Grond
bedrijf der gemeente Leiden en tot
wijziging van de verordening be
treffende de wedden van ambtena
ren in dienst van de gemeente Lei
den in zijn geheel;
c. Benoeming van den hoofdingenieur
bij de Stedelijke Fabrieken van Gas
en Electrlclteit, ir. F. Stokhuyzen,
tot adjunct-directeur dier Fabrie
ken;
d. Benoeming van den hoofdboekhou
der der afdeeling administratie van
de genoemde Fabrieken, W. Wiggers,
tot administrateur, hoofd der ge
noemde afdeeling. (104 en 136)
6ub a wordt aangenomen met 1817
6temmen (tegen de SD.A.P. en de heeren
Vos, van Eecke. Bosman, van Weizen,
Tobé en Eikerbout.)
Sub b wordt aangenomen z.hst. met
aanteekening, dat de heer van Weizen er
tegen is.
Sub c. Benoemd wordt ir. F. Stokhuyzen
met 33 stemmen en 2 blanco.
Sub. d. Benoemd wordt de heer W. Wig
gers met 33 stemmen en 2 blanco.
(Reeds geplaatst in een deel onzer
vorige oplaag).
3o. Voorstel:
a. tot beschikbaarstelling van gelden
ten behoeve van straataanleg op
het aan de gemeente toebehoorend
terrein ten Oosten van de Van
Speykstraat;
b. tot verkoop aan H. P. Jansen van
de perceelen bouwterrein ten Oos
ten van de Kortenaerstraat, kad.
bekend Gemeente Leiden, Sectie
N Nis 334 ged. en 335 ged.;
c. tot verkoop aan H. C. de Jong van
het perceel bouwterrein, ten Oos
ten van den sub b bedoelden grond
kad. bekend Gemeente Leiden,
Sectie N Nis 334 ged. en 335 ged.;
d. om het adres van het bestuur van
de woningbouwvereniging „Eens
gezindheid" inzake het te harer
beschikking stellen van den sub b.
bedoelden grond als afgedaan te
beschouwen. (135)
De heer KOOISTRA stelt de vraag of
particulieren beter en goedkooper in de be
hoefte aan bouw van arbeiderswoningen
kunnen voorzien dam woningbouwvereni
gingen. In vroeger j aren .lieten de particu
liere bouwers zich daaraan niets gelegen
liggen, toen was er alleen aandacht voor
villabouw. De toestanden zijn veranderd en
de bouwers begeven zich thans ook op het
gebied der arbeiderswoningen. Spr. ontkent
echter, dat dezen goedkooper kunnen bou
wen dam een vereniging als „Eensgezind
heid".
Het bedrag van f. 3200, waarvoor de heer
Jansen wil verkoopen lijkt wel laag. doch
spr. heeft berekend, dat er nog bijna
f. 300 bijkomt. Spr. noemden eenige cijfers,
waaruit moet blijken, dat vereenigingsbouw
den huurders goedkooper uitkomt dan par
ticuliere bouw en hij concludeert, dat door
onnoodig lang wachten van de zijde der
gemeente niet de grootst mogelijke mede
werking is verleend voor vereenigingsbouw
De schuld ligt zi. niet alleen bij de regee
ring. In dit voorstel ziet spr een poging
tot afbraak van de bouwvereenigingen en
daaraan zal sprekers fractie niet mede
werken
De heer ELKERBOUT zegt. dat de wet
houder altoos heeft betoogd, dat deze
grond gereserveerd bleef voor „Eensgezind
heid".
Wethouder SPLINTER: Ik heb dat nooit
tegen u gezegd.
De heer ELKERBOUT: jawel, op de tram
Spr. wees vervolgens op de wenschelijkheid
om ter plaatse een kinderspeeltuin te
stichten. Er is toch al ruimte afgenomen
van het beschikbare terrein; laten wij er
niet meer opnieuw aan gaan tornen. Spr.
Is van meening. dat bij snellere behande
ling der zaken de bouw had kunnen wor
den toegewezen aan de vereeniging. Er is
nog altijd vraag naar dit woningtype en de
vereeniging kan op het gebied der volks
huisvesting op een jarenlangen en eervol
len staat van dienst terugzien.
De heer VAN WELZEN constateert, dat
de bouw van arbeiderswoningen meer en
meer een object van speculatie wordt en
meent, dat het de plicht van de overheid
is om dit tegen te gaan.
De heer VAN ES zegt, dat er opper-
vlakking beschouwd wel iets voor te zeg
gen is om den grond aan de „Eensgezind
heid" te geven. Maar zakelijk is dit niet.
Bij verkoop aan den heer Jansen komt er
geld in de gemeenteiade; in het geval, dat
„Eensgezindheid" zou gaan bouwen, zou
den wij geld beschikbaar moeten stellen.
Spr. erkent gaarne het groote nut van
woningbouwvereenigingen, doch men moet
niet blijven bouwen als het algemeene le
venspeil blijft dalen, worden deze huizen
voor de arbeiders veel te duur.
In tegenstelling met den heer Eikerbout
acht spr. een vergoeding van f. 1000 aan
„Eensgezindheid" voor het dempen van
een sloot voldoende.
De heer WILBRINK zegt, dat de woning
bouwvereenigingen weliswaar mooi werk
hebben verricht, doch men vergete niet,
dat zulks altijd is geschied met geld van
de gemeentelijke overheid. De gemeente
moet tegenwoordig zooveel risico dragen,
dat hij het alleszins gemotiveerd acht,
wanneer de gemeente.een deel van haar
lasten wil afwerpen, zoodra het particulier
initiatief in staat is deze taak der volks
huisvesting over te nemen.
Braakliggende grond wordt thans in
exploitatie gebracht, waardoor kapitaal
niet langer renteloos blijft liggen; het
tweede voordeel van dit voorstel ls de ge
legenheid tot werkverruiming en 3e. blijft
het voordeel der woningverruiming en in
dien zin een middel, dat kan leiden tot
huurverlaging.
De heer BERGERS onderschrijft het
bovenstaande grootendeels; de gemeente
mag deze kans niet laten glippen. Het
feit, dat arbeiders een eigen huisje bezit
ten, lijkt spr. een niet te onderschatten
voordeel.
De heer SCHÜLLER weet heusch wel,
wat in de bouwwereld te koop is en ont
kent, dat particulieren goedkooper en be
ter kunnen bouwen dan een vereeniging.
Wethouder SPLINTER zal niet in details
treden, doch wil het verwijt, dat de ge
meente onvoldoende actief zou zijn ge
weest bij de behandeling van het arbei-
derswoningbouw-vraagstuk, afwijzen. De
schuld ligt uitsluitend bij de regeering, die
voor dit doel geen gelden meer beschik
baar wil stellen. Spr. kan zich de bezwa
ren tegen verkoop aan particulieren niet
hegrijpen; elders worden die toch ook niet
geopperd. Het eenige motief is de veron
derstelling, welke bij de „Eensgezindheid"
voorzat, n.l. dat deze grond voor haar
gereserveerd was. Die veronderstelling be
rustte weliswaar op een van zijn zijde ge
dane belofte, maar aan die belofte waren
bepaalde voorwaarden verbonden, welke
niet zijn ingelost. Spr. beveelt het voor
stel van B. en W. met warmte aan.
De heer KOOISTRA heeft slechts de
principieele zijde willen behandelen en
juist getracht te voorkomen, dat hij in
onderdeelen zou afdalen. En die princi
pieele zijde is, waarom worden bouwver
eenigingen hier ten achter gesteld bij
particulieren, terwijl hij volhoudt, dat de
verhuur van woningen door vereenigingen
gebouwd lager is dan die door particulie
ren gebouwd. Spr. illustreert dat nogmaals
met cijfers en stelt voor in de voorwaarde
een clausule op te nemen, dat de huur
van deze huizen f. 5 niet te boven mag
gaan. Dat de gemeente den grootst moge
lijken spoed heeft betracht, ontkent spr.
De VOORZITTER geeft een uiteenzet
ting van den gang van zaken; er is her
haaldelijk op spoed bij het departement
aangedrongen.
De heer ELKERBOUT heeft met genoe
gen gehoord, dat de wethouder een be
lofte heeft gedaan, waarvan hij zelf
meende te zijn ontslagen. Die belofte was
dan toch wel zóó, dat niemand er ooit
aan gedacht heeft om een bod op dien
grond te doen; f. 1000 vergoeding aan de
vereeniging blijft spr. te weinig vinden.
De gemeente heeft grootelijks geprofi
teerd van de werkzaamheden der vereeni
ging.
De heer LOMBERT is het niet eens met
den heer Bergers, wiens betoog voortsproot
uit onkunde. Hij geeft de voorkeur aan
exploitatie door een vereeniging, welke
niet op winst is berekend.
De heer BERGERS zegt, bedoeld te heb
ben, dat de woningbouwvereenigingen op
hun tellen moeten passen. Wanneer de
particulieren doorgaan met den bouw van
arbeiderswoningen en volgens spr. te
gen lageren prijs! dan zal een groote
vraag naar die nieuwe woningen ontstaan
tot schade der vereenigingen.
Nadat de heeren van Rosmalen en Wil
brink hun standplaats nogmaals hebben
verklaard en wethouder Splinter het voor-
stel-Kooistra heeft ontraden, wordt het
voorstel-Kooistra in stemming gebracht en
verworpen met 2113 stemmen.
Voor de S.D.A.P. en de heeren v. Weizen,
Eikerbout. g. Tol en .Vos. x
Sub a wordt z.h.st. aangenomen. Sub b
wordt aangenomen met 2014 stemmen.
Tegen de S.D.A.F. en de heeren v. Wei
zen, Eikerbout, Vos, Lombert.
Sub eend worden z.h.st. aangenomen.
REGLEMENT VAN ORDE.
4o. Voorstel tot wijziging van het
Reglement van Orde voor de vergaderin
gen van den Raad der gemeente Leiden.
(106)
Algemeene beschouwingen worden niet
gehouden.
Besloten wordt met de meeste stemmen
der S.D.A.P. tegen om de raadsaankondi-
gingen voortaan alleen te doen plaats
hebben vanaf het Raadhuis en niet meer
B. en W. te verplichten, deze in een der
plaatselijke bladen te vermelden.
De heer GROENEVELD stelt voor de no
tulen af te schaffen en te vervangen door
het gedrukte verslag, daar de notulen
practisch geen zin hebben, hetgeen de
voorzitter ontraadt evenals de heer v. ECK
Het voorstel wordt verworpen met 331
stem.
Enkele redactie-voorstellen van den
heer Vos worden teruggenomen of ver
worpen.
Hierna schorsing.
AVONDZITTING.
Aan de orde komen de punten 5 en 6:
DEMPING VAN HET LEVENDAAL.
5o. Voorstel in zake het dempen van
het Levendaal c.a., het doortrekken van
de Oegstgeesterlaan en de Mariënpoel-
straat c.a., alsmede tot het vaststellen
van de desbetreffende begrootingsrege-
lingen en van verordeningen resp. op de
heffing en de invordering van een be
lasting onder den naam van .Baatbelas
ting Levendaal" te Leiden. (139)
6o. Interpellatie van den heer Van
Stralen inzake de demping van het Le
vendaal en de doortrekking van de Oegst
geesterlaan en de Mariënpoelstraat.
De heer MANDERS uit zijn blijdschap,
dat het voorstel er eindelijk is, al heeft
hij eenige bezwaren: le. zou hij met de
C. v. F. gaarne zien de demping van het
geheele Levendaal. Waarom dit kleine
stukje wordt gespaard, begrijpt hij niet.
Het zal z.i. hoogstens f. 25000 meer kos
ten. Behoud van stadsschoon vindt spr.
ook niet voor het stukje Barbarabrug-
Steenschuur. Hij vreest, dat bij niet-dem-
pen de klachten niet van de lucht zullen
zijn. Een apart voorstel heeft spr. niet ge
daan, gelet op zijn vorig voorstel. Ook
voor het verkeer is z.i. volledige demping
gewenscht, vooral voor het doorgaand ver
keer van Utrecht;
2o. de Oegstgeesterlaan wil hij op be
staande breedte (25 M.) zien doorgetrok
ken. Het spreekt z.i. van zelf, daar de weg
zijn beteekenis niet heeft verloren, gelet
op den Wassenaarschen Weg, al is een
weg over het Ziekenhuis-terrein verke
ken. Het verkeer eischt deze breedte en
ook uit aesthetische overwegingen ls het
wenschelijk, afgezien van blllijkheidsmo-
tleven voor de eigenaren der huizen aan
de Oegstgeesterlaan, wien een belofte des
tijds is gedaan. Spr. betwijfelt, of iedere
M. terreinverlies zooveel kost; bij de Ma
riënpoelstraat blijft voldoende ruimte over
en bij minder breedte zal de prijs lager
zijn! En zoo zal de gemeente misschien
zelfs slechter uit zijn, berekent spr., voorts
vragend, of met de firma Grandpré Mo
lière overleg is gepleegd;
3o. de werkverschaffing. Hoe meer er
gedaan wordt, des te beter. Aan de ééne
zijde is spr. voor, daar werkverschaffing
altijd beter is dan steun, doch een loon
van 40 ct. per uur ls toch wel wat laag.
Toch zal hij om het eerst genoemde mee
gaan.
De heer v, STRALEN zegt, dat zijn
fractie met zeer gemengde gevoelens de
voorstellen ontving. Al 11 jaren is deze
kwestie al aan de orde en spr.'s fractie
heeft zeker het leeuwendeel gehad bij de
actie voor demping, gesteund door wijlen
den heer Sytsma en later den heer Man-
ders. De stemmen voor behoud van stads
schoon zijn overstemd door den stank!
Maar de technische bezwaren van B. en
W. hebben jaren-lang geremd. Spr. rele-
vee»t nog eens de geschiedenis. Ware in
1930 voortvarend opgetreden, dan zou de
demping reeds zijn geschied! Maar nu
werkt de crisis belemmerend. Toch gelooft
spr. een normale demping nog mogelijk;
z.i. is er voor te leenen. Doch daaraan wil
men niet, waar f. 60.000 van het rijk is
te krijgen en een baatbelasting bijkans
evenveel geeft! B. en W. zijn z.i. daaraan
vastgezogen. B. en W. maken zich daar
door over de loonen niet druk en ieder
woord van leedwezen over een loon van 40
ct. per uur mankeert dan ook.
Bij vorige werkverschaffingswerken
heeft tot eigen verdriet zijn fractie vaak
moeten tegenstemmen om de loonen, en
ook nu is het niet anders, hoezeer zij de
demping noodzakelijk oordeelt. Voor een
normaal werk mag geen loon worden be
taald van f. 0.40 voor zelfs vakarbeiders.
Het weekloon wordt f. 19.20, als tenminste
de regen niet als spelbreker optreedt. Een
poging in de commissie voor sociale za
ken tegen uitvoering in eigen beheer
hetgeen altijd voordeelig is geweest!
gelukte, doch een poging tot handhaving
van het contractloon voor vakarbeiders
Is mislukt, trots alle moeite van diverse
zijnden, zich daarvoor gegeven.
Z.i. hebben B. en W. niet voldoende
willen medewerken, en vandaar is zijn
destijds aangevraagde interpellatie ook
maar uitgesteld, door de interpellatie zoo'n
plaats op de agenda te geven, dat behan
deling uitgesloten was te achten. Zie
zelfs, hoe nu de interpelaltie staat achter
het voorstel
Geen enkele poging is gedaan om reke
ning te houden met de bezwaren van spr.'s
fractie hoezeer deze bekend waren. Zelfs
heette het aan den minister, dat verzet
niet te duchten was. Is de S.D.A.P. dan
burgerij 2e klasse? Zoo'n uitlating oordeelt
spr. beleedigend. En heeft de heer Wilmer
uitvoering in werkverschaffing zelfs niet
destijds afgewezen? De collectieve con
tracten worden zoo door de overheid tot
scheurpapier gemaakt! Een heilloos ge
volg van het streven naar loonsverlaging,
waarbij het rijk den toon aangeeft, met
steunverlaging tot gevolg en zoo verder.
Hoezeer met bloedend hart zal zijn frac
tie tenslotte moeten tegenstemmen, tenzij
wordt aanvaard zijn voorstel deze werken
uit te voeren in normale werkwijze, anders
is geen enkel normaal werk meer moge
lijk.
In de tweede plaats spr. rekent op
verwerping, gezien de mentaliteit van den
1 raad een voorstel om alvorens tot ult-
voering over te gaan een beroep te doen
op het rijk voor een ultkeerlng uit het 60-
millioen-plan.
Wethouder ROMLJN: Dan duurt het nog
3 jaren.
De heer v. STRALEN: dat zou een
schandaal zijn en dat gelooft spr. niet. An
ders maar eens porren. Dan zouden de
loonen ver gaan boven de 40 ct., nu voor
gesteld.
En in de derde plaats, als ook dit de
gewone weg ls gegaan, willen B. en W. en
de raad dan de loonen voor de vakarbei
ders brengen op het contractloon?
Een vierde voorstel betreft de Utrecht-
sche brug met bijkomende werken. Zelfs
hiervoor dreigt dit schandelijke loon van
f. 0.40, waar B. en W. tweeërlei aanbeste
ding voorstaan. Dit werk behoort toch be
slist op normale wijze te worden uitge
voerd en spr. doet een voorstel daartoe,
door alleen normale aanbesteding aan te
bevelen. Op B. en W. heeft spr. weinig ver
trouwen. Verwerpt men dit alles, dan zal
zijn fractie tegenstemmen, hoezeer zij de
demping als noodzakelijk erkent.
De heer SCHÜLLER herinnert aan het
voorstel zijner fractie, dateerend uit 1930
tot demping van het geheele Levendaal,
waarvoor B. en W. een plan zouden in
dienen bij praeadvies. Nu komen B. en W.
met dit Voorstel, geheel afwijkend daar
van, aldus een formeel raadsbesluit sabo-
teerend. Vandaar zijn alsnog Ingediend
voorstel.
Wil men een kerkhof maken, dan mag
dit niet midden in de stad en dat zou die
trechter beteekenen tusschen Vestebrug
en Plantsoenbrug. zelfs bij één-richting-
verkeer. Ook de directeur van Gemeente
werken verklaarde zich in zijn rapport
voor voldoende breedte door amoveering
van twee huizen. Spr. vraagt zich daarbij
af, of B. en W. uitbreiding van één dier
panden niet hadden kunnen beletten,
waardoor de kosten thans zullen stijgen.
Z. i. zal die trechter echter beslist moeten
verdwijnen om ongevallen te voorkomen.
Tevens vraagt spr. alsnog kosten-bere-
lcening voor demping van het stukje, dat
gespaard zal worden door B. en W. Spr.
sluit zich geheel aan bij den heer Manders
dienaangaande, er op wijzend, hoe ook de
directeur van gemeentewerken zich in zijn
rapport uitsprak voor geheele demping,
mede met het oog op de rioleerings-aan-
slulting. Is aan dat rapport van den direc
teur wel voldoende aandacht geschonken?
Bij niet-demping van het stukje Bar-
barabrugSteenschuur zullen z.i. boven
dien groote kosten moeten worden ge
maakt voor vernieuwing der walmuren.
Niet-dempen zou voorts z.i. het Rapen
burg in gevaar van vervuiling brengen,
zie het rapport van ir. Steen van Omme
ren, dat spr. citeert.
Dan keert spr. zich tegen het adres van
de Ver. van Industrieelen. Waar dit
spreekt van schepen, betitelt hij de ge
bruikte vaartuigen als schuitjes. Ook ver
der onderwerpt hij dit adres aan scherpe
critiek
De lieer WILMER meent, dat men voor-
loopig tevreden kan zijn met de demping
van het Levendaal, als B. en W. voorstel
len. Later kan men altijd verder zien. An
ders vreest spr. voor vertraging in de uit
voering.
Handhaving der breedte van de Oegst
geesterlaan lijkt ook spr. wel.
Spr. herinnert aan zijn woorden van
destijds, dat hij hoopte en verwachtte, dat
demping van het Levendaal niet in werk
verschaffing zou geschieden, zijnde voor
loonen volgens collectief contract. Spr. is
in zijn hoop teleurgesteld, hoezeer erken
nend. dat demping werk geeft en in ieder
geval meer loon dan de steun. Hij zal
echter nu met B. en W. meegaan, daar
anders uitstel het gevolg zal zijn, zoo niet
afstel.
Tegen de baat-belasting heeft spr. geen
bezwaar, zoo vaststaat dat de particulie
ren inderdaad baat zullen hebben van een
verbetering. Dat is in vele gevallen z. i.
hier fictief, speciaal voor de fabrieksge
bouwen, zoolang zij haar bestemming be
houden. Daarom heeft hij in dit opzicht
ernstig bezwaar, en spr. overweegt een
amendement in dezen geest.
De heer COSTER pleit eveneens voor
geheele demping met het oog op het ver
keer en in 't belang der brandweer.
De baatbelasting heeft niet zijn sympa
thie, daar toch de volksgezondheid dem
ping eischt. In andere gevallen is deze
ook niet toegepast.
Wat de breedte van de Oegstgeesterlaan
betreft, steunt spr. den heer Manders.
De heer DE REEDE zegt als minderheid
der commissie van financiën tegen de
baat-belasting te zijn. De volksgezondheid
eischt demping, besparing onkosten van
den reinigingsdienst etc. en de verkeers-
verbetering. Vooral het laatste is een al
gemeen belang, waaraan de bewoners niet
behoeven te betalen. Trouwens de Hoo-
gewoerd zal z.i. minstens evenveel voor
deel genieten. Verbetering voor het Leven
daal ziet spr. niet. want z.i. wordt het
voor winkels te breed. Eerst in de verre
toekomst zal een eigenaar z.i. kunnen
zien, wat hij ervan maken kan. In vele
gevallen gelooft spr. zelfs aan schade voor
de eigenaren. Daarom ziet hij geen rechts
grond hier voor een baat-belasting, af
gezien van de practlsche bezwaren
De heer v. WELZEN kan zich voor een
deel aansluiten bij de heeren Schüller en
Manders wat betreft niet volledige dem
ping. Hij oordeelt dit economisch niet
verantwoord, evenals het laten van den
trechter tusschen beide bruggen.
Uitvoering in werkverschaffing, evenals
bij de doortrekking van Oegstgeesterlaan
etc. heeft groote teleurstelling gewekt.
Kan Leiden dan niet leenen voor normale
uitvoering? Spr. gelooft het tegendeel.
Z.i. stellen B. en W. werkverschaffing
welbewust voor om te volgen de richting,
door Rijk en Ged. Staten begunstigd. Spr.
vraagt, waarom de laatste in 1931 nog
tegen demping waren.
De loonen van werkverschaffing noemt
spr. een loon voor de arbeidersklasse. Of
deze zelfs f. 0.40 per uur zullen bedragen,
betwijfelt spr., gelet op den gang zan za
ken elders. Ook waar de particuliere werk
gever wordt ingeschakeld. De hoop van
den heer v. Stralen op steun uit het
60-mlllioen-plan ter verbetering der loo
nen noemt spr. naïef, daar de hoogere
instanties juist uit zijn op loon-drukking.
Z.i. is de eenige uitweg verzet der arbei
ders, waartoe spr. opwekt. Met de idee
van een baat-belasting kan spr. zich ver
eenigen. Het verzet der industrieën lijkt
hem niet steekhoudend. Alleen, spr. vreest
ook voor het treffen van vele particulieren
in de omgeving, w.o. arbeiders en werk-
loozen, in den vorm van hooger huren.
Daarom wil spr. alleen meegaan, als B. en
W. toezeggen huurverhooging te beletten,
SAaxtoe hij èen ïporstel indient,
Het laten van den trechter zal z. i. later
tot hoogere kosten leiden dan uitvoering
thans.
De heer WILBRINK wil het voorstel van
B. en W. verdedigen. Spr. was tegen uit
voering in werkverschaffing toen de S. D.
A. P. nog voor was, daar de loonen laag
zouden zijn en de gemeente er niet door
zouden zijn gebaat. (De heer v. Eek: werk
verruiming bedoelt u)Een voorstander is
spr. ook nu nog niet, doch de tijden zijn
veranderd! Anders gebeurt er niets. Mede
gelet op de houding der hoogere instan
ties. Ieder ander voorstel zou leiden tot
uitstel, waar dit voorstel er is gekomen
na ampele bespreking en overleg.
Als de S. D. A. P. niet gekend te zijn, is
dat eigen schuld door geen wethouders-
zetel te aanvaarden, aldus iedere verant
woordelijkheid van zich afschuivend. Cri
tiek van die zijde mag daarom niet te
zwaar worden genomen.
Al zijn er bezwaren tegen de loonen, de
raad kan er z. i. thans niets aan verande
ren, wil men de uitvoering niet in gevaar
brengen.
De werkverschaffing geeft rijkssubsidie
die niet is te missen en uitvoering! Z.i. is
de heer Sytsma destijds het eerst met een
voorstel gekomen, niet de S. D. A. P.
De heer v. Weizen bewijst den arbeiders
wel een dienst door aan te zetten tot ver
zet waardoor zij dreigen de dupe te
worden door uitsluiting van den steun!
Z.i. verdient leiding van het verkeer
over het Rapenburg geen aanbeveling,
doch met het oog op de kosten nu en later
oordeelt spr. geheele demping wel ge
wenscht. De trechter zal inderdaad moeten
verdwijnen. Laten B. en W. langs minne
lijken weg trachten de huizen in handen te
krijgen, terwijl met het werk wordt be
gonnen.
Spr. voelt ook voor gelijke breedte voor
de Oegstgeesterlaan met het oog op eeni
tunnelplan bij den Maredijk, die z.i. moge
lijk is.
Wat de baat-belasting betreft, onder
schrijft spr. den heer de Reede; in ieder
geval zal de industrie daarvan vrijgesteld
moeten worden, wil men deze geen schade
toebrengen.
De heer GROENEVELD vraagt, wat er
met de tram zal gebeuren. ZJ. zal de
Hoogewoerd altijd een belangrijke ver
keersweg blijven; blijft de tram, dan be
reikt men z.L weinig, ook bij één-richting-
verkeer.
Spr. is ook voor geheele demping:
anders doet men weer echit Leidsoh „half
werk". Het verkeers-bezwaar van den heer
Wilbrink erkent spr. niet. De trechter is
eveneens half-werk, zoo niet erger, een
val, waarbij 2 verkeersagenten z.i. noodlg
zullen zijn. Afdoende verbetering ls hier
beslist noodzakelijk. Zoo duur zijn de
huizen nu ook niet. B. en W. erkennen
trouwens, dat het op den duur toch zal
moeten.
Wethouders ROMUN en GOSLINGAS!
Eerst moet de demping toch aangenomen
zijn en daar zijn jullie tegen.
De heer GROENEVELD: Niet tegen de
demping doch tegen de omstandigheden!
waarop!
De heer HUURMAN begroette het voor
stel op zich zelf met vreugde. Toch had!
spr. bezwaren, doch voorstellen durfde hij
niet aan, waar door B. en W. alle kwesties
aan elkaar zijn verbonden en uitstel ge
vaarlijk zou kunnen zijn. 't Is echter half-
werk, .gelet op den trechter en niet-vol-
ledige demping.
Spr. begrijpt niet, dat B. en W. niet alles
hebben gedaan om uitvoering in werkver
schaffing te voorkomen, daar het hier een
noodzakelijk werk geldt. Zoo kan alles wel
ln werkverschaffing worden uitgevoerd.
Dan de baat-belasting. Spr. ziet dé
billijkheid daarvan ook niet in. Winkels
komen er niet en thans de omwonenden, nu
zij vrij van stank komen en worden gebaat,
aan te spreken, het lijkt hem niet gerecht
vaardigd.
De heer ELKERBOUT onderschrijft de
bezwaren tegen niet volledige demping,
trechter en de werkverschaffing, doch spr.
vreest voor wijzigingsvoorstellen, daar dit
wel eens tot uitstel zou kunnen lelden.
Misschien is dit voorstel direct te aan»
vaarden en verdere voorstellen naar B. en
W. te zenden voor praeadvies.
Bruggenbouw is z.i. zeker niets voor
werkverschaffing en gaarne zag hij daarom
nog nadere gegevens over het idee vani
B. en W. voor een 2-ledlge aanbesteding.
Spr .citeert nog een schrijven van 14 Mei
van de commissie voor werkverschaffing.
Spr. vraagt of de raad later nog ge
kend zal worden. Z.i. staat bij normaal'
werk het contractloon vast.
Aanvaarden van het voorstel v. Stralen
beteekent dat er niets geschiedt en dat
durft spr. niet te riskeeren met het oog
op de werkloosheid. Uit het werkfonds
zal voor hooger loon niet zijn te putten,
anders zou men het elders toch ook pro-
beeren. Het werkfonds dient niet voor
suppletie op de werkverschaffing! Daar
aan is dus niet te denken.
De heer v. STRALEN: ik verdedigde
natuurlijk uitvoering uit het werkfonds.
De heer ELKERBOUT: dan komt het
andere op de lijst te staan en kan men
jaren wachten! Om tot dempen te komen
zal men dit voorstel moeten aanvaarden,
al heeft men bezwaren!
De heer VERWEIJ verdedigt de baat
belasting al loopt hij er niet warm voor.
Elke belasting wordt beschouwd als een
noodzakelijk kwaad, Iaat staan dan een;
nieuwe!
Principieel ls invoering z.i. wettig ver
antwoord in de gemeentewet zelve en ook
het object is wettig volgens de practijk
ten aanzien van het bezit der panden aan
het Levendaal, der laatste jaren, waarin
een levendige handel is gedreven. Door
demping zullen de panden worden gebaat
door stijging in waarde, mede tengevolge
van de stadsuitbreiding aan Cronesteyn-
kade etc., zoodat hij het gedempte Leven
daal in de toekomst wel ziet als winkel
straat.
Spr. betreurt, dat de baatbelasting niet
eerder is toegepast, b.v. voor den Rijns-
burgerweg, doch toen waren de tijden
anders.
Een sluitende begrooting is eisch en
daarom is ieder redeiyk middel tot ver
hooging der inkomsten te aanvaarden en
in deze belasting hier ziet spr. zoo'n mid
del. Het is lang niet zoo'n groot offer als
van de werkloozen wordt gevraagd.
Het voorstel v. Weizen ls een groote
illusie; met het oog op mogelijke preven
tieve werking zal hij echter meegaan.
De heer BOSMAN juicht het plan zeer
toe met het oog op het verkeer en be
strijding der werkloosheid. Z.i. kan de
uitvoering alleen in werkverschaffing, ge
zien de stukken en daarom is er niet over
te praten.
geheele demping oordeelt spr, niet