INTERPELLATIE OVER DE
SPELLINGSKWESTIE.
^NIVEA
WITTE fcO
75*to Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 22 Juni 1934
Vierde Mad
No. 22776
De minister laat de keus tusschen het compromis
en De Vries en Te Winkel.
DE HEER A. DEN HAAN t
iükt. (lukten zonl
CORRESPONDENTIE.
VRAGENRUBRIEK.
BURG. STAND VAN LEIDEN.
OOK THANS DUS GEEN
BESLISSING.
Van de doode hand vla het Verkeers-
fonds, naar de spelling er zat, wat aan
trekkelijkheid der Tweede Kamer-verga
dering betreft, althans een zekere cli-
(nax in.
De heer Tilanus.
De heer Tilanus Interpelleerde en pro.
fieerde Minister Marchant op de operatie
tafel te leggen Laat ons ditmaal begin
nen met saamgevat de vragen te
vermelden, welke hij aan het eind van zijn
rede stelde. De heer Tilanus informeerde,
of de Minister inderdaad van plan was het
spelling-compromis in te voeren, en zoo ja
wanneer; of de Minister dan niet voor ver
warring vreesde, gezien de oppositie en ge
zien het feit dat hij geen zeggenschap over
het bijzonder onderwijs heeft; of de invoe
ring geen ernstige financieele schade zal
meebrengen voor uitgevers van schoolboe
ken, gemeentebesturen en ouders; einde
lijk, of de Regeering in haar geheel haar
standpunt reeds heeft bepaald en de
nieuwe schrijfwijze op de departementen
zal invoeren.
De interpellant heeft deze vragen nader
toegelicht en er al dadelijk den nadruk op
gelegd, dat het geheele kabinet een besluit
inzake Spelling-hervorming moet nemen
en dat niet één enkel Minister daartoe kan
besluiten. Hij critiseerde het optreden van
den Minister, die een zeer suggestieve hou
ding aannam en den indruk wekte, dat de
nieuwe spelling met September zal worden
ingevoerd. Maar het kabinet had nog niet
besloten. De afgevaardigde gaf zijn inge
nomenheid te kennen met het streven, om
aan de spelling-anarchie een eind te ma
ken; hij hield uitvoerige historische be
schouwingen inzake taal en spelling. De
commissie-Marchant was zeer eenzijdig
samengesteld: zij bestond in meerderheid
uit Kollewijnianen. Was het vroeg de
heer Tilanus soms vooraf reeds de be
doeling, hun te laten zegevieren? Want zij
hebben vele wenschen vervuld gekregen en
zij hebben ook den Minister weten te be-
keeren, zij zijn er in geslaagd, na twee
lessen den Minister te overtuigen en tot
een strijdbaar held voor hen te maken.
Ernstig echter kwam de interpellant op
tegen de strijdwijze des Ministers; ook
keurde hij het af, dat de Minister zelf voor
zitter van de commissie is geworden.
De heer Tilanus wees op de groote op
positie, welke tegen het compromis is ge
rezen en had zelf ook in allerlei bezwaren
daartegen, die in den laatsten tijd al ge
noegzaam zijn gebleken. Het rapport
noemde de heer Tilanus een uiting van
rationalisme en materialisme, een stuk
verstandelijk maakwerk, dat 't historisch-
gegroeide miskent. Heeft zoo riep hij uit
de sterke oppositie, ook uit wetenschap-
pelljken kring, de Regeering niets te zeg
gen? En gaat het aan, in dezen tijd een
hervorming in te voeren, die van uitgevers
en anderen groote uitgaven zal vorderen?
ANTWOORD VAN DEN MINISTER.
Minister Marchant heeft geantwoord, en
nogmaals verklaard, dat hij een bekeer
ling is op dit gebied. Hij had zijn heele
leven in De Vries en Te Winkel geloofd.
Eerst toen hij wethouder van Onderwijs
werd in Den Haag, is hij met de spelling
ellende in aanraking gekomen, en toen hij
kort daarop Minister van Onderwijs werd,
stond zijn besluit vast om verbetering aan
te brengen. Hij heeft dit ais zijn plicht be
schouwd. Toen heeft hij een commissie van
deskundigen benoemd, bestaande uit de
eerst-aangewezen taalgeleerden aan onze
Universiteiten, en als de meerderheid hier
van Kollewijnsch was kon riep de
Minister ik dat dan helpen?
Er is ook een commissie van prof. Over-
diep werkzaam, en met haar resultaat zal
zoo noodig rekening worden gehouden.
Welnu riep de Minister toen ik
mijn commissie die geleerde heeren aan
het woord hoorden, en goed luisterden
naar wat die knapen zeiden, (Daverend
gelachl, toen hoorde ik hoe De Vries en
Te Winkel ondersteboven werd gebokst en
werd ik bekeerd.
De Minister zette verder de noodzake
lijkheid van spelling-hervorming uiteen,
ook om paedagogische redenen tegenover
het kind, en verdedigde de inhoud van
het compromis. Het huldigen van de spel
lingDe Vries en Te Winkel leidt bij het
onderwijs tot een groote tijdverknoeiing.
Het is tijd daaraan een eind te maken en
om meer te gaan letten op de taal, de
uitspraak, den stijl zelve. Ook vele deskun
digen in het christelijk onderwijs zijn
voorstanders van het compromis. De taal
groei is niet blijven stilstaan bij De Vries
en Te Winkel, en omdat deze groei thans
tot verwarring heeft geleid, moet de Re
geering ingrijpen. Het compromis stemt
in hoofdzaak overeen met de conclusie der
staatscommissie-Kluyver van 1906. De Mi
nister heeft volstrekt niet het plan, dicta
toriaal op te treden; de invoering zal in
ieder geval geschieden bij bestuursmaat
regel. Het is nu eenmaal 't karakter van
een compromis, dat het wordt bestreden.
Onder groote hilariteit bestreed de Minis
ter verschillende professoren, die het com
promis hebben bestreden, en constateerde
taalfouten in hun artikelen.
De Minister verzekerde zijn bevoegd
heid niet te zullen overschrijden. De
kroon kan de spelling bij algemeene be
stuursmaatregel vaststellen. Dit zal dan
eventueel ook gebeuren. Maar de Minister
wil een concessie doen en de keus laten
tusschen óf de volledige De Vries en Te
Winkel, óf het compromis. En het geheele
kabinet is het hiermede eens.
(Het was zeer rumoerig in de Kamer.
De Voorzitter hamerde aanhoudend. Ook
de Minister zelf kreeg een enkele maal
van den Voorzitter een lichte repri
mande).
Tenslotte verklaarde de Minister dat hij
geen verwarring verwacht van zijn beslis
sing en dat de uitgevers enz. geen schade
behoeven te lijden, omdat afschaffing van
de oude leermiddelen niet noodig zal zijn,
en men voorloopig ook nog nieuwe leer
middelen in de oude spelling zal kunnen
aanschaffen. Wat de invoering aan de
departementen betreft: die zal geschie
den op den daarvoor aangewezen tijd.
Replieken.
Op 's Ministers rede zijn replieken ge
volgd waarbij de heer Tilanus zich door
het antwoord onbevredigd verklaarde en
een motie voorstelde (mede namens eeni-
ge andere leden) waarin de Kamer als
haar meening uitspreekt, dat de nieuwe
spelling niet moet worden ingevoerd. De
heeren Thijssen en Ketelaar hebben het
compromis verdedigd, de heeren Wende-
laar en Feber hebben het bestreden.
Heden voortzetting.
HAGENAAR.
RECLAME.
3242
BEKEND INGEZETENE VAN
KATWIJK AAN ZEE.
Een werklooze. Wendt u daarmede
tot de Arbeidsinspectie.
Zooais wij reeds kort vermeldden, over
leed gistermorgen in den ouderdom van
ruim 69 jaar de gepensionneejd onderwijzer
aan de O. L. School te Katwijk aan Zee,
de heer A. den Haan. De overledene werd
den 2den Januari 1865 te Gorinchem ge
boren, waar hij voor het onderwijsambt
werd opgeleid. In Augustus 1885 werd hij
benoemd aan de O. L. School te Katwijk
aan Ze?, hoofd de heer K. Boorsrna. Meer
dan 40 jaar lang heeft hij zijn beste
krachten gewijd aan het onderwijs in die
gemeente, waar hij een algemeen bekende
persoonlijkheid was. Door het zich begeven
op allerlei terrein van het maatschappe
lijk leven, was hij gedurende langen tijd
de vraagbaak voor velen. Hoewel de over
ledene wegens zijn sloopende ziekte de
laatste jaren niet meer de levenslustige,
werkzame was van vroeger, zal zijn gezin
in hem een zorgzaam echtgenoot en vader
verliezen. De teraardebestelling zal plaats
hebben Zaterdagnamiddag om half 3 op
de begraafplaats te Katwijk aan Zee.
J. v. L. te L. De „Marnix van St. Alde-
gonde" arriveert Maandag a.s. te Genève.
Aankomst trein te Den Haag S.S. 9.56 of
10.06.
Mej. J. de V„ te O. Als een en ander
indertijd is overeengekomen, dient men
u ook dit jaar vacantie te geven, echter
een weinig korter dan in andere jaren.
Mej. K. Inderdaad zijn de ouders
verplicht behoeftige kinderen te onder
houden. Wend u met deze aangelegenheid
tot den Armenraad.
Lezer. Als uw dochter nog met hem
gehuwd is, moet u in hun onderhoud
voorzien.
GEBOREN.
Brigitha Maria, dr. van J. Hollebeek en
B. den Hoed Albert, zn. van A. F. Waas
dorp en M. Bergman,
ONDERTROUWD.
E. N. G. Dekker, Jm. 37 i. en J, v. Went,
jd„ 30 j.
o
OVERLEDEN.
J. v. d. Hoeven, m. 77 J,
RECLAME-
MEJUFFROUW E. TE LEIDEN LEED AAN
ZWARE RHEUMATISCHE FIJN.
In 6 maanden pijnen geheel verdwenen.
Ongevraagd komen de brieven binnen die
steeds weer bewijzen, dat rheumatiek voor
Kruschen Salts moet wijken. Uit onder
staand schrijven van Mejuffrouw F. P. E.
te Leiden blijkt tevens, hoe belangrijk het
is, om met Kruschen Salts door te zetten,
wanneer het een bijzonder hardnekkige
rheumatiek betreft. Mej. E. schrijft ons
o.a.: „Het was een geval van zware rheu-
matische pijn. Ik wist geen raad meer. Het
was zelfs zoo erg, dat ik mijn werk niet
meer kon doen, maar het gebruik van
Kruschen Salts heeft mij geheel van mijn
zware rheumatische pijnen afgeholpen.
In 6 maanden was de pijn verdwenen.
Steeds zal ik doorgaan, Kruschen Salts te
gebruiken, hoewel ik met zekerheid kan
zeggen, dat ik voorgoed van de pijn af ben."
Mej. F. P. E. te L.
Rheumatiek wordt veroorzaakt door
onvoldoende werking der inwendige orga
nen; een toestand waarvan de lijder zich
zelden bewust is. Maar het wordt een on
gemerkte ophooping van afvalproducten
en een daarmee gepaard gaande vorming
van stoffen, die schadelijk zijn voor den
geheelen gezondheidstoestand. En deze
stoffen ondermijnen het geheele gesteld.
Kruschen Salts is het natuurlijke recept
tot behoud van een inwendige zuiverheid.
De zes zouten in Kruschen sporen nieren
en ingewanden aan tot gemakkelijke, ge
regelde werking. U wordt dus inwendig
vrij gehouden van alle onzuiverheden,
welke, indien zij zich kunnen ophoopen,
ongetwijfeld het peil uwer gezondheid:
zullen verlagen. De „kleine, dagelijksche
dosis" Kruschen voorkomt dit. Want de
zes verschillende zouten in Kruschen ver-
hoogen de werking der afvoerorganen,
verschaffen u nieuwe levenslust.
Kruschen Salts is uitsluitend verkrijg
baar bij alle apothekers en drogisten a
f. 0.90 en f. 1.60 per flacon, omzetbelasting
inbegrepen. Stralende gezondheid voor één
cent per dag. Let op dat op het etiket op
de flesch, zoowel als op de buitenverpak
king de naam Rowntree Handels Maat
schappij Amsterdam voorkomt. 3249
DOUGLAS FAIRBANKS SR. ALS
MODERNE ROBINSON CRUSOE.
Een man stelt zich aan ons voor, hij
reikt ons zijn visitekaartje; „Mister Ro
binson Crusoë".
Is hij de figuur uit een der meest ge
lezen boeken ter wereld, de held die ons
wonderlijk fantastische droomen bracht
en de stoutste verbeeldingen deed bele
ven en genieten? Hij is het, maar her
boren en geplaatst midden in onze tegen
woordige beschaving.
Hij brengt dezelfde romantiek, maar in
moderne uitwerking. Al wat ons in dien
held van het onbewoonde eiland ver
baasde. bekoorde en urenlang bezighield,
wordt ons nu voorgesteld naar moderne
begrippen en in de sfeer der steeds voort
geschreden ontwikkeling van cultuur en
techniek.
Reeds eeuwen lang leeft in iederen
mensch het latente verlagen naar een
terugkeeren tot de absolute vrijheid der
natuur, de begeerte om in de volmaakte
schoonheid en den natuurlijken overvloed
van een nieuw paradijs zich een bestaan
te vormen naar eigen innerlijks te behoef
ten en gevoelens. Douglas Fairbanks
kende dit verlangen sterker dan wie ook
en voofal het gebied der Stille Zuidzee
oefende door zijn schoonheid op zijn
avontuurlijken geest een groote aantrek
kingskracht uit.
Ook Faibanks overpeinsde de vraag:
„Wat zou iemand doen, kunnen doen,
wanneer hij geheel alleen op een onbe
woond eiland zich door het leven moest
vechten?" Doch de strijdlustige Fairbanks
kon zich niet vereenigen met den rede-
neerenden Defoe, en in de oplossing van
dit vraagstuk heeft Fairbanks zijn eigen
inzichten gevolgd.
De groote tegenstelling in de figuren
van Defoe en Fairbanks ligt in deze fun-
damenteele gedachte, dat de oude Robin
son Crusoe zichzelf en zijn behoeften
aanpaste bij de omstandigheden en be
schikbare middelen en de moderne Mister
Robinson Crusoe de omstandigheden en
beschikbare middelen aanpaste bij zich
zelf en zijn behoeften.
Feitelijk hebben dan ook de beide fi
guren slechts den naam gemeen haast
het noodzakelijk toeval, dat zij beiden
„startten" op een onbewoond eiland:
Douglas Fairbanks werd dus de schepper
van een geheel nieuwen Robinson Crusoe.
De film zal derhalve den ouderen tref
fen door ariginaliteit en den jongeren
romantiek en fantastische verbeeldingen
schenken, nu in modernen vorm.
ORIMINEELE FILM OP NIEUWE WEGEN
„Doublé Door" van Charles Vidor.
Charles Vidor (die hier eenige jaren ge
leden, regie-assistent van Alexander Korda
was) heeft voor Paramount een film ge-
ensceneerd, die aandacht verdient „Doublé
door" is een huiveringwekkend verhaal
voor een algemeen, zoowel als een intel
ligent publiek. Dat kon men van vroegere
„mystery plays", die meestal eerst in de
New Yorker theaters vertoond werden,
voordat zij voor de filmlampen kwamen,
niet altijd zeggen. Zij waren dikwijls zoo
mechanisch en dom, dat eerst een ver
wringing in het groteske ze voor Europea
nen te genieten maakten. Er wordt in dit
verband aan de stomme film „Spuk im
Schloss" herinnerd, die het vraagstuk door
groteske overdrijving oploste.
De film „Doublé Door" zoekt en vindt
een andere oplossing. Zij schept voor der
gelijke films een volstrekt nieuw niveau.
Overgenomen werden uit vroegere thril
lers: het oude geheimvoile huis, de on
schatbare familie-juweelen. waar onder 't
mom van gereserveerd familie-leven aller
begeerte naar uitgaat, de onvindbare ka
mer waarin de hoofdpersonen spoorloos
verdwijnen, de jeugdige heldin op wier ar
geloosheid alle misdadige handelingen
doodloopen, de oude familie-advocaat, die,
boven de situatie staande, aanmerkelijk tot
de oplossing van de verwikkelingen bij
draagt.
Niet overgenomen werd de moord in het
begin van het stuk (en die welke dikwijls
in het verleden, vóór het begin van het
stuk geschiedde.) Hiermede vervalt het op
lossen van het-raadsel Wie is de moorde
naar? dat dikwijls het theaterpubliek en
het filmpubliek volkomen bevredigde. In
déze film wordt zonder verlies aan
spanning, dat is de kern een op de ver
scheidenheid der karakters gegrond fa
milieconflict geschilderd, dat bijna tot een
moord leidt.
De „groote rol" heeft een vrouw, de too-
neelactrice Mary Morris. Haar vertolking
doet denken aan de actrice, die de rol der
schoolpresidente in „Madchen in Uniform"
speelde (Emilia Unda.)
DE MANNEN VAN BALBO IN
„HEMELBESTORMERS".
De groote Cines Pittaluga-film, onder
regie van G. Righeli, „Hemelbestormers",
brengt in het kader van een sensationeel
drama de geweldige sportprestaties op het
gebied der vliegkunst in beeld, waarvan
wij het vorige jaar bij het bezoek van de
Italiaansche vliegers aan Nederland met
eigen oogen getuige konden zijn. De dra
matische tocht van een vliegenier, die
door een conflict met zijn verloofde de op
dracht aanvaardt met een vliegmachine
naar de Stratosfeer op te stijgen, vormt
een der hoogtepunten in dit geheel door
Italiaansche artisten gespeelde filmwerk.
Toen Gennaro Righelli mij in opdracht
van de Anonima Pittaluga aanbood, om in
„Hemelbestormers" de rol te spelen van
den commandant Mario Spada, greep ik
met beide handen de gelegenheid aan, zoo
vertelt een dezer vliegers.
In Italië kent ieder kind ons. Visschers
wuiven uit hun booten, als we over de
blauwe zee vliegen. En de boeren op het
veld steken groetend hun hand op als wij
over den akker strijken. Geheel Italië
juicht zijn vliegers toe. Dus was de taak
om mee te mogen werken aan een film,
die op een levendige wijze met de camera
kan vastleggen, wat een geheel land met
trots vervult, een voorrecht.
Sinds Professor Piccard de stratosfeer
heeft veroverd, die men schertsend ook wel
„Piccardië" pleegt te noemen, gaan de ge
dachten van allen, die belang hebben bij
het vliegwezen, uit naar dit gebied en zoo
is het ook een stratosfeervliegtuig, dat de
voornaamste rol heeft te spelen in de film
„Hemelbestormers."
Nu is echter de oneindigheid, de wolken-
looze, luchtledige ruimte, hoog boven de
hoogste toppen der aarde, hoog boven de
hoogste wolken, geen geschikt object voor
de camera. De lens met haar scherp oog
wordt verblind door de reusachtige, zwart
blauwe leegte van de onmetelijke ruimte.
Met de laats té wolk .verdwijnt het laatste
object van de aarde, de vorm en het rijk
van het immaterieele begint. Daar heeft
de camera natuurlijk niets meer te zoeken.
Zij kan den metalen vogel, die zich in de
donkerblauwe oneindigheid verliest, slechts
nazien.
Des te rijker aan dramatische stof' zijn
de sferen, die het grensgebied vormen tus
schen de aarde en de stratosfeer. In die
hoogten van zesduizend tot zevenduizend
meter vormen de wolken beelden, waar
van geen mensch zich een voorstelling
kan maken. Ons vliegers zijn deze grenzen
van de eeuwigheid echter welbekend en
vertrouwd. Met steeds weer denzelfden
eerbied en met steeds dezelfde innerlijke
verrukking vliegen wij in de schuimende,
golvende wolkenzee, die ons omgeeft met
vormen van zulk een fantastische schoon
heid, als nooit het penseel van een schilder
heeft afgebeeld.
Wonderbaarlijk is het vliegen tusschen
de wolken. Hoewel men ten zeerste moet
oppassen om niet af te zakken in een
luchtledige ruimte, hoewel windhoozen
overal dreigend te voorschijn kunnen ko
men, waar men ze heelemaal niet ver
wacht is het spel met wolken en win
den, hoog boven het leven der menschen,
van een onbeschrijfelijke bekoring, waar
bij niets op aarde kan worden vergeleken.
De problemen en gevaren echter, die de
vliegers, welke willen stijgen uit het tra-
ditioneele gebied van het bestendige weer
van de vruchtbare Italiaansche laagvlakte
in de ruimte boven den geweldigen Alpen
keten, die Noord en Zuid van elkaar
scheidt, zijn vele. Des te bewonderens
waardiger is het, dat er mannen zijn te
vinden, die dergelijke vluchten ook nog
artistiek kunnen opnemen. Ieder, die maar
een beetje van fotografie begrijpt, kan zich
voorstellen welk een geweldige prestatie
het is om uit een vliegtuig zoo te foto
grafeeren als de film het eischt. De voort
durende trilling van den motor is zeer
storend. Men moet zijn curven, zijn fi
guren, zijn grandioos spel tusschen hemel
en aarde volgen zooals een jager 't schuwe
wild volgt. Het is echter niet mogelijk zich
verdekt op te stellen in het struikgewas,
men moet het spel in de lucht meemaken,
iedere kleine nuance, Iedere waaghalzerij
moet men zelf meemaken, anders gaat het
niet. Hoed af voor de cameraman van de
film „Hemelbestormers". Zooals gezegd:
De vlucht van het gebied boven onze zon
nige laagvlakte naar de ijzige hoogten van
de gletscherwereld, is bijzonder moeilijk.
Het gevaar, om in den melkachtigen nevel,
als het wolkendek bijzonder laag ligt, tegen
een rotspunt te stooten, is groot. Als een
dergelijke hindernis plotseling zwart en
dreigend oprijst, is het meestal te laat om
te keeren. Dus geeft de voorzichtige piloot
er de voorkeur aan om reeds spiraalvormig
omhoog te stijgen boven de laagvlakten
in den aether. In ons geval ging het
echter niet om een voorzichtige vlucht,
maar om een zoo juist mogelijk beeld ta
geven van de hoogten en diepten, die nog
slechts weinig menschenoogen hebben
aanschouwd.
De avonturen bleven niet uit. Nevel
sluiers slingerden zich in schemerige
kloven om scherpe pieken, ijzige winden
wervelden boven warme diepten. Lucht
stroomtrechters zogen als het water het
bloed uit de hersenen en het hart als gul
zige, onzichtbare vampiers.
Wij hielden echter vol. Geen minuut
stopte het metalen lied van onze reus
achtige vogels. Of wij stormden boven
doorgroefde gletscherwoestenijen of langs
dreigende rotspunten of wij ter hoogte
van de sterren over slapende bergtoppen
en bosschen zweefden, nooit zweeg het
metalen lied van onze motoren
J. Farrell Mac Donald en Marion Davies zijn deze week te zien
„Feggy o' my heart".
in de film