Nieuw tarief van invoerrechten
LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad
Dinsdag 19 Juni 1934
Meerdere bate van 14 millioen.
Een hoogste heffingspercentage van 12 pet.
GEMENGD NIEUWS.
BENZINE WORDT DUURDER.
Ingediend is een wetsontwerp tot vast
stelling van een nieuw tarief van Invoer
rechten, aan de Memorie van Toelichting
saarvan het volgende wordt ontleend:
Het hierbij aangeboden wetsontwerp ls,
evenals de Memorie van Toelichting, ln
hoofdzaak het resultaat van het werk van
de door den vorigen minister van Finan
ciën ingestelde Commissie.
De technische herziening van het tarief
kon niet beperkt blijven tot het enkel weg
nemen- van gebreken, doch moest tevens
een hoogere opbrengst uit de Invoerrech
ten medebrengen ter vervanging van de
tot en met 30 Juni 1934 geheven opcenten,
n.l. a. 30 opcenten op de invoerrechten
roor goederen, welke hier te lande niet
worden voortgebracht en 15 opcenten op
het specifieke Invoerrecht voor bier; b. 20
opcenten op den accijns op suiker; c. 15
opcenten op den accijns op bier.
Het onderhavige wetsontwerp zal dus
wel lelden tot een verhoogde heffing van
invoerrechten, doch dit beteekent niet een
verzwaring van den totalen belasting
druk. Tegenover de verhooging van de
baten uit het tarief staat Immers het ver
lies, dat een gevolg zal zijn van het ver
vallen van de hierboven genoemde op
centen
Behalve de hiervóór bedoelde opcenten-
heffing zijn gedurende de laatste jaren
nog enkele andere maatregelen op tarief-
gebied tot stand gekomen, eveneens met
beperkten geldigheidsduur, die uit den aard
der zaak bij de beoordeeling van de tarief-
lijst ln haar geheel, vanzelf aan de orde
moesten komen. Deze maatregelen zijn de
heffing van Invoerrechten of verhoogde
Invoerrechten: le. op paarden, verschil
lende vleeschsoorten en aardappelen; 2e.
op bananen, citroenen, mandarijnen en
sinaasappelen.
De bovengenoemde beoordeeling van de
tarieflljst heeft geleld tot het voorstel,
deze heffingen te bestendigen.
Grondslagen der nieuwe voorstellen.
Bij de technische herziening van het
tarief, welke naar de meening van de re
geering het fiscale karakter van het gel
dend tarief niet principieel moet aantas
ten, hebben de volgende overwegingen een
rol gespeeld:
le. onvolkomenheden ln het tarief, welke
door de practljk zijn aangetoond, moeten
uit den weg geruimd;
2e. de technische herziening behoort niet
te worden benut als middel tot het weg
nemen van gevolgen, welke voor het be
drijfsleven voortspruiten uit tijdelijk en
abnormaal te achten verschijnselen;
3e. de aard van de herziening, zoomede
de beschikbare tijd brengen mede, dat de
bestaande nomenclatuur moet worden be
houden;
4e. de regelingen, neergelegd in het
Tariefbesluit 1925, gegrond op art. 43 der
Tariefwet, zijn te incorporeeren ln de al
gemeene tarieflijst;
5e. het gevolg van het met name noemen
van goederen in het tarief, n.l. dat van
niet genoemde goederen, welke niettemin
voor een heffing in aanmerking komen,
geen invoerrecht kan worden geheven,
moet, waar mogelijk, worden ondervangen.
6e. bij de samenstelling van het nieuwe
tarief, waarbij ter verkrijging van een hoo
gere opbrengst een uitbreiding van het
aantal te belasten goederen onvermijdelijk
is, moet getracht worden onderscheid te
maken tusschen grondstoffen, halffabri
katen, bedrijfshulpmiddelen en afgewekrte
producten.
7e. de noodzakelijke verbreeding van het
tarief zal tot gevolg hebben, dat een groo-
ter aantal goederensoorten, welke van be
lang zijn voor de voor export werkende In
dustrieën, aan een Invoerrecht zullen wor
den onderworpen, waarom het gewenscht
is de bestaande mogelijkheid van vrijdom
of restitutie van Invoerrecht ln geval van
export, te verruimen;
3e. voor goederen van eenvoudigen aard.
waarvan de waarde, in verband met qua-
liteitsverschillen niet al te zeer uiteen
loopt, kunnen, voor zoover dit mogelijk ls,
zonder belangrijke verandering aan te
brengen in de bestaande nomenclatuur,
specifieke rechten worden voorgesteld of
wei minimumrechten naast het waarde-
recht, welke minimumrechten het te hef
fen waarderecht in het algemeen niet te
boven gaan;
9e. uit de technische herziening van het
tarief moet een bate voor de schatkist
voortvloeien.
De regeering ls van meening, dat de
moeilijkheden, waarmede het bedrijfsleven
ten gevolge van tijdelijke en abnormaal te
achten verschijnselen heeft te kampen,
met tijdelijk werkende afweermaatregelen
moeten worden bestreden.
Het behóeft naar de meening der regee
ring geen betoog, dat een tarief van in
voerrechten, dat mede in de behoeften van
de schatkist moet voorzien, niet ln aan
merking komt als een tijdelijk werkende
afv,'eermaatregel. Dit neemt niet weg, dat
bij het vaststellen van de tarieven zooveel
mogelijk het belang van het bedrijfsleven
'n het oog is gehouden.
Als gevolg van het feit, dat in het be
staande tarief slechts enkele z.g. sluitpos
ten voorkomen en de goederen in den regel
met name zijn belast, komt het tamelijk
veelvuldig voor, dat van goederen, welke
bit hun aard wel voor een heffing ln aan
merking zouden komen, geen invoerrech
ten kunnen worden geheven, wijl zij niet
bonnen worden gerangschikt onder de met
dame in het tarief belaste goederensoorten
Hoewel dit bij het bestaande tarief, als
wn onvermijdelijk gevolg van het bij de
samenstelling gevolgde systeem moest
Worden aanvaard, valt toch niet te ont-
bennen, dat dit systeem tot inconsequenties
leidt, welke thans, nu in de heffing van
Invoerrechten ook halffabrikaten en be
drijfshulpmiddelen moeten worden be
trokken, niet langer mogen worden besten
digd.
De regeering heeft daarom gemeend aan
verschillende posten het karakter van
sluitpost te moeten geven en door nieuwe
sluitposten het tarief vollediger te moeten
maken.
De noodzakelijkheid van het verkrijgen
van een hoogere opbrengst uit de Invoer
rechten maakt het noodig om het aantal
goederensoorten, waarvoor invoerrechten
zullen zijn te heffen, uit te breiden, wil
men althans niet voor het feit komen te
staan, dat het Invoerrecht, geheven van de
thans in het tarief opgenomen goederen
belangrijk zou moeten worden verhoogd.
Hiervan uitgaande en bedenkende, dat
het tegenwoordige tarief in hoofdzaak al
leen belast afgewerkte artikelen, welke als
zoodanig door den particulier worden aan
geschaft, ls het duidelijk, dat hiernaast
andere categorieën van goederensoorten
in de heffing van Invoerrechten moesten
worden betrokken. Dit bracht mede, dat
onderscheid gemaakt werd tusschen grond
stoffen, halffabrikaten, bedrijfshulpmid
delen en afgewerkte producten.
BIJ het uitwerken van dezen opzet ls
vastgehouden aan het beginsel, overeen
komstig vroegere tariefwetten, om alge-
meene levensbehoeften niet te belasten.
In het nieuwe ontwerp zijn, naast de
eigenlijke grondstoffen, ook fabrikaten in
den ruwen vorm, welke overwegend het
karakter van grondstof hebben, van in
voerrecht vrijgesteld (als voorbeelden van
een en ander worden genoemd katoen,
wol, huiden en metalen in den uit de
ertsen verkregen vorm.) Bovendien zijn, ln
sommige gevallen, daar waar het In
dustrieel belang zulks vorderde, en voor
zoover het fiscaal belang zulks nog toeliet,
materialen, welke als halffabrikaten had
den moeten worden belast, niettemin van
de heffing van invoerrecht vrijgesteld (als
voorbeelden worden genoemd plaat- en
profleltjzer, industriegarens, droge verf.)
De halffabrikaten en afgewerkte
producten.
Bij de vaststelling van de hoogte van
het invoerrecht voor halffabrikaten, het
welk in het algemeen gesteld is op 3 tot
6 pCt. van de waarde, heeft de regeering
gemeend rekening te moeten houden met
een graad van bewerking, op zoodanige
wijze, dat producten, welke het dichtst
staan bij een afgewerkt product het hoogst
zijn belast. Zoo wordt voor zoolleder in
voerrecht voorgesteld van 3 pCt., voor zolen
van 6 pCt. van waarde, voor enkel ge
zaagd hout wordt in het algemeen voorge
steld 3 pCt., voor verder bewerkt hout 6
pCt. van de waarde, voor niet gepolijste
marmeren platen 3 pCt. voor gepolijste
6 pCt. van de waarde.
Wat de groep afgewerkte producten be
treft heeft de regeering gemeend een hef
fing te kunnen voorstellen, welke in het
algemeen 12 pCt. van de waarde niet zal
overtreffen.
BIJ de uitwerking van dezen opzet ls
onderscheid gemaakt tusschen:
le. producten welke geen artikelen zijn
die door den particulier worden gebruikt,
zooals bulzen;
2e. producten welke nog niet voor direct
gebruik door den consument geschikt zijn
zooals manufacturen;
3e. de geheel afgewerkte producten, die
zonder nadere bewerking en zelfstandig
voor het gebruik van den consument ge
schikt zijn te achten. Hiertoe behooren
lijfsieraden, kleeding, schoeisel, meubelen,
huishoudelijke artikelen, muziekinstru
menten en dergelijke.
Bij de vaststelling van de hoogte van
het voor afgewerkte producten verschul
digde Invoerrecht, is verder ln beginsel
rekening gehouden met hun karakter en
voorts met het feit of door de binnen-
landsche industrie, welke die goederen
vervaardigt, voor dé door haar te ver
werken materialen al' dan niet invoer
recht moet worden betaald.
Voor zoover afgewerkte producten zoo
wel voor gebruik door particulieren als
voor gebruik in bedrijven bestemd zijn, is,
evenals in het besta.ande tarief, door het
stellen van gewichtsgrenzen of anders
zins een scheiding gehandhaafd.
Bedrijfshulpmiddelen meer
algemeen belast.
De elsch, dat de herziening van het
tarief een verhoogde opbrengst moet
medebrengen, moest er toe leiden ook de
groep der bedrijfshulpmiddelen meer al
gemeen aan Invoerrechten te onderwer
pen. Overwogen is, dat aan deze heffing
geen groote bezwaren verbonden zijn, om
dat een groot deel der bedrijfshulpmidde
len onder de kapitaalgoederen is te rang
schikken, zoodat de verhooging van den
aanschaffingsprijs door het invoerrecht,
over den levensduur van het aangeschafte
object kan worden verdeeld en dit Invoer
recht dus op de productiekosten van het
bedrijf slechts een geringen druk uitoefent.
De hoogte van de heffing op de bedrijfs
hulpmiddelen is in het algemeen gesteld
op 6% van de waarde.
Opgemerkt zij nog, dat voor een reeks,
thans niet belaste bedrijfshulpmiddeLen
of onderdeelen van bedrijfshulpmiddelen,
welke in verband met hun slijtage her
haaldelijk vervangen moeten worden, met
afwijking van het algemeene heffingsper
centage, een Invoerrecht van 3% van de
waarde is voorgesteld, zooals eveneens ls
geschied voor eenlge automobiel, en
motoronderdeelen, welke meer in het bij
zonder voor den bouw van automobielen
en motoren dienen.
Van verschillende zijden is tijdens de
voorbereiding van het onderhavige wets
voorstel aandrang uitgeoefend, om ln het
nieuwe tarief aan de specifieke rechten
een voorname plaats in te ruimen. Aan
TARIEVEN REEDS 1 JUU VAN
TOEPASSING.
De Staatscourant van gisteravond be
vat een Kon. Besluit, waarbij het bij Kon.
Boodschap van 15 Juni aan de Tweede
Kamer ter overweging aangeboden ont
werp van wet tot vaststelling van een
nieuw tarief van invoerrechten met In
achtneming van eenige bijzondere ln dit
besluit opgenomen bepalingen, met in
gang van 1 Juli 1934 wordt toegepast als
ware het ontwerp reeds tot wet verheven.
Voorts bevat de Staatscourant een be
schikking van den Minister van Financiën
ter uitvoering van artikel 6 van bovenge
noemd K.B., ln welk artikel ls bepaald,
dat de minister van Financiën ten aanzien
van na het inwerkingtreden van het K. B.
Ingevoerde goederen, waarvan de invoer
rechten door die inwerkingtreding zijn
verhoogd, geheel of gedeeltelijk teruggaaf
kan doen verleenen van die verhooging.
De minister heeft bepaald, dat voor goe
deren, waarvoor het Invoerrecht met meer
dan 5°/o is verhoogd, het boven die 67o
betaalde kan worden teruggegeven, onder
voorwaarde, dat dit verschil, ingevolge
een reeds vóór 15 Juni 1934 gesloten koop
overeenkomst, niet of niet ten volle op den
kooper dier goederen kan worden ver
haald, en dat de invoer plaats heeft vóór
1 September 1934.
Verder is bepaald, dat ten aanzien van
thee. welke vóór 1 Juli 1934 is ingevoerd
en op dien datum nog ln het vrije ver
keer voorradig is. voor hoeveelheden van
ten minste 200 K G. netto teruggaaf kan
geschieden van het invoerrecht, dat na
dien datum van die thee minder geheven
zou zijn.
dezen aandrang kon geen gevolg worden
gegeven in verband met het feit, dat de
aangehouden bestaande nomenclatuur niet
op een heffing van specifieke rechten is
opgebouwd.
Kon aan het verlangen om specifieke
rechten in het tarief op te nemen in het
algemeen geen gevolg worden gegeven
voor sommige gevallen meende de regee
ring, dat men inachtneming van de voor
opgezette grondslagen, specifieke rechten
konden worden vastgesteld.
De thans in enkele posten naast het
waarderecht opgenomen specifieke rech
ten voor goederen van aardewerk en glas,
komen naar het oordeel van de regeering
met het karakter der tariefwet niet in
strijd. Immers, zooals uit de omschrijving
van de desbetreffende posten kan blijkn
kon daarbij de bestaande nomenclatuur
met enkele aanvullingen, worden behou
den en behoefde men niet af te dalen
ln allerlei onderscheidingen, terwijl de
voorgestelde rechten niet als beschermend
zijn aan te merken, omdat de hoogte
daarvan in doorsnede neerkomt op 10 k
12% van de waarde.
Voorts is voor deze goederen feitelijk
het waarderecht gehandhaafd, behoudens
dat dit recht niet zal mogen dalen beneden
een vast bedrag per aangewezen eenheid.
Het verkrijgen van een hoogere bate uit
het tarief kan worden bereikt door een
verhooging van het recht over de geheele
lijn, door het verhoogen van enkele posten
of door het uitbreiden van het aantal
goederensoorten waarvan invoerrechten
zullen worden geheven.
De Regeering is tot de conclusie geko
men, dat een verbreeding van het tarief
niet gemist kan worden, Indien de verhoo
ging van het tarief post voor post binnen
matige grenzen gehouden moet worden,
terwijl dan daarnaast nog een verhooging
van het algemeen heffingspercentage nood
zakelijk ls. Dit heffingspercentage is, zoo
als reeds eerder werd vermeld, op ten hoog
ste 12% van de waarde gesteld voor afge
werkte fabrikaten, behoudens voor enkele
gevallen, waarin ook volgens het bestaande
tarief rechten boven het normale percen
tage werden geheven. Wil de opbrengst van
het tarief van Invoerrechten het bedrag
bereiken, dat in verband met den toestand
van 's Rijksschatkist vereischt is, dan is
het opvoeren van het Invoerrecht voor af
gewerkte producten tot 12% onvermijde
lijk. In dit licht gezien spreekt het naar
gemeend wordt vanzelf, dat ook thans de
algemeene verhooging van het tarief, welke
volgens de Wet van 19 December 1931 tot
en met 31 December 1934 wordt geheven,
wordt geconsolideerd.
Indien het ontwerp in den voorgestelden
vorm tot wet wordt verheven, kan de
meerdere bate welke tengevolge van de in
het bestaande tarief aangebrachte wijzi
gingen zal worden verkregen, worden ge
raamd op rond 14 millioen gulden, terwijl
door de voorgestelde verhooging van het
bijzonder invoerrecht op benzine een bate
zal worden verkregen welke is te stellen op
rond 7 millioen gulden.
Boetebepaling.
Art. 37 bepaalt, dat hij, die een valsch of
vervalscht geschrift vertoont, doet vertoo-
nen, overlegt of doet overleggen, wordt ge
straft met ten hoogste f. 1000 boete, of
(indien na te noemen bedrag hooger is dan
f. 1000) ten hoogste tien maal de belasting,
die ten gevolge van de onjuiste gegevens
te weinig geheven is. Indien de schuldige
weet of redelijkerwijze moet vermoeden,
dat het geschrift valsch of vervalscht is,
kan hij bovendien ten hoogste een jaar ge
vangenisstraf krijgen. De hier omschreven
feiten zijn strafbaar, ook als zij buiten het
Rijk in Europa worden begaan.
De vorm van fraude, die hier hoofdzake
lijk in aanmerking komt, is het bij invoer
van naar de waarde belaste goederen over
leggen van valsche facturen om den schijn
te wekken, dat de ingevorderde goederen
een lagere waarde vertegenwoordigen, dan
er inderdaad aan moet worden toegekend.
Het bestaande wetsartikel geeft niet steeds
voldoende grondslag om tegen deze zeer
verbreide practijk strafrechtelijk zoo
krachtig mogelijk op te treden. Men heeft
nu een redactie ontworpen ook met het
oog op de mogelijkheid, dat men komt te
staan tegenover een buitenlandschen in-
tellectueelen dader als den eigenlijken
schuldige; dat de intellectueele dader het
feit in het buitenand heeft gepleegd; dat
de eene schuldige zich verschuilt achter
den anderen, enz. Naast het maximum van
tien maal de belasting is, gezien den ernst
van het feit, een vast maximum van f. 1000
noodig.
Benzine.
In art. 41 wordt o.m. voorgesteld om het
bijzonder invoerrecht op benzine te ver
hoogen van zes tot acht gulden. Met het
oog op den toestand der schatkist ls het
niet mogelijk, de bate, voortvloeiende uit
de heffing van 30 opcenten op het invoer-
VEERDIENST LENT—NIJMEGEN
GESTREMD.
Slechts na velen uren wachten kan men
nog overgezet worden.
Door den zeer lagen waterstand van de
Waal ondervindt het verkeer via het pont-
veer Lent-Nijmegen groote vertraging. De
groote pont heeft men uit de vaart moeten
nemen, maar ook uit hoofde van het feit,
dat de boot telkens aan den grond zit.
Zoo is het gisteren voorgekomen, dat één
overtocht meer dan 2 uur duurde. Lange
files van auto's stonden aan beide zijden
opgesteld en velen hebben 4 uur en langer
moeten wachten, hetgeen vooral doordat
het in Nijmegen markt was, voor menigeen
groote schade heeft opgeleverd. Tal van
kooplieden kwamen met hun waren op de
markt toen alle handel reeds was af-
geloopen.
In den nacht van Zondag op Maandag
heeft een pont van halftwaalf tot bijna
halfdrie aan den grond gezeten. Gisteren
volgde een tweede stranding. De dienst
wordt nu met een zeer klein pontje onder
houden, terwijl besloten is met een bagger
machine een vaargeul voor de pont te
laten uitdiepen.
Waar er nog geen utzicht is op verbete
ring in den toestand (hoe verlangt men
naar het gereed komen der brug!) wordt
automobilisten aangeraden de verbinding
Noord-Zuid niet over Lent—Nijmegen te
nemen.
o
GASVERSTIKKING TE UTRECHT.
In een perceel ln de Nieuwe Daalstraat
te Utrecht heeft zich gisteren een geval
van gasverstikklng voorgedaan, waarbij
een bejaarde dame het slachtoffer gewor
den is. Tijdens afwezigheid van den man is
het ongeluk gebeurd. Deze vond bij zijn
thuiskomst zijn echtgenoote in bewuste-
loozen toestand, terwijl het huis vol gas-
lucht hing. Hulp van den Geneeskundigen
Dienst niet meer baten.
BRANDEN.
Gistermiddag omstreeks één uur is in
een der schuren van het gehucht Giers-
bergen (gemeente Drunen, N.Br.), brand
uitgebroken, welke ernstige gevolgen ge
had heeft. Het vuur sloeg spoedig over op
twee boerderijen van de families van der
Meyden en Brekelmans, welke binnen zeer
korten tijd in lichter laaie stonden.
Het aangrenzende bosch werd tevens
aangetast en zonder dat men het vuur in
zijn vernielend werk kon stuiten brandde
weldra eenlge hectaren dennenbosch. Een
gelukkige omstandigheid mag wel ge
noemd worden het feit, dat de wind van
het gehucht af stond, zoodat de andere
boerderijen van Giersbergen geen gevaar
liepen. Door de geweldige droogte stond
binnen betrekkelijk korten tijd een groote
oppervlakte bosch in brand.
Aan blusschen viel vrijwel niet te den
ken. De politie van Drunen, alsmede de
marechaussee van Waalwijk hielpen bij
het blusschingswerk, dat voornamelijk ge
schiedde door bewoners uit de omstreken.
Een geweldige rookontwikkeling vond
plaats, zoodat de brand tot ver in den
omtrek te zien was. Tenslotte bleek, dat
blusschen ondoenlijk was en men beperkte
zich er toe te zorgen, dat de vernielende
vlammen tenslotte niet over den verkeers
weg Nieuwkuyk-Helvoirt konden komen.
Dank zij dezen weg is de brand bedwongen.
Omstreeks 25 H.A. bosch en heidegrond
is verbrand. Deze grond behoorde aan
verschillende eigenaren toe.
Persoonlijke ongevallen vonden niet
plaats. De schade is uit den aard der zaak
aanzienlijk. Omstreeks vier uur in den
middag was het gevaar voor verdere uit
breiding geweken.
Gistermiddag omstreeks één uur is door
onbekende oorzaak brand uitgebroken in
de boerderij van Th. van der Wijst, woon
achtig in de Verre Helde te Gemert
(N. Br.). De bewoners hadden zich naar
boerengebruik des middags ter ruste
begeven en werden door het vuur verrast,
zoodat zij zich met moeite in veiligheid
konden brengen.
Niet minder dan 50 varkens en biggen
kwamen in de vlammen om. Drie varkens,
1 vaars, 1 kalf en 2 zeugen moesten wegens
zware brandwonden worden afgemaakt.
De boerderij met schuren en stallen werd
volkomen in de asch gelegd. De inboedel
ging verloren, alsmede een belangrijk ge
deelte van de nieuwe oogst. Verzekering
dekt de schade, welke uit den aard der
zaak groot is.
VERDRONKEN.
Gisteravond omstreeks 7 uur is de 47-
Jarige schipper J. O. van Lelie, aan boord
van het lichterschip „Willem m" in de
Rotte te Rotterdam over boord geslagen
en in de diepte verdwenen.
Geruimen tijd heeft men gedregd, doch
toen de schipper tenslotte opgehaald werd,
bleken de levensgeesten reeds geweken.
Gisternamiddag is de 13-jarige H. Bloe
men uit Wychen, die een bad wilde ne
men in den z.g. Kolk te Weurt, verdron
ken. Het lijk is later opgehaald.
recht en het bijzonder invoerrecht op ben
zine geheven krachtens de wet van 24 De
cember 1932, thans prijs te geven. Daar
laatstgenoemde heffing op 1 Juli 1934 ver
valt, is het noodig, het bijzonder invoer
recht op benzine, geheven krachtens de wet
van 19 December 1931, te verhoogen. Daar
deze wet per 1 Januari 1935 zou vervallen
en haar bate ook daarna noodig zal zijn,
wordt voorgesteld, haar werkingsduur te
verlengen tot 1 Januari 1939. Zoo wordt
overeenstemming verkregen met de even
eens tot dat tijdstip geheven opcenten op
den accijns op gedistilleerd, sommige soor
ten suiker en wijn.
Verder omvat het ontwerp een toelich
ting der tariefsposten, die zoowel brilarmen
en neusbruggen als mangels, watten zoowel
als locomotieven en versche vruchten zoo
wel als torpedo's omvatten.
Het ontwerp bestaat uit 43 artikelen en
het tarief uit 160 posten. De memorie van
toelichting neemt 91 bladzijden in beslag.
MISLUKTE OVERVAL.
Drie onbekende petsonen vervoegden zich
bij een kleermaker te Terwinselen (ge
meente Kerkrade). Tijdens het uitzoeken
der stof vielen ze den kleermaker aan,
gooiden hem het stof over het hoofd en
wikkelden hem er stevig in. De man weerde
zich en schreeuwde om hulp. Toen sloeg
het drietal op de vlucht. Twee van hen, S.
en H., werden des avonds onder de ge
meente Schaesberg dpor de marechaussée
van Spekholzerheide gearresteerd en de
derde werd door de marechaussée van
Heerlen aangehouden. De drie personen
zijn te Heerlen woonachtig. Vad.
BUITENLANDSCH GEMENGD.
BRANDEN.
Gistermiddag brak in de groote zagerij
Oswald Hartmaan te Liegnietz een groote
brand uit. waaraan de heele machinehal
en de opslagplaats met groote voorraden
ten offer vielen.
Hitler-jeugd en 160 man van den ar
beidsdienst hielpen blusschen Een verdere
uitbreiding van den brand werd voor
komen.
Door vonken uit 'n motor is in het dorp
Hohenluckow bij Rostock een brand ont
staan. die in korten tijd op alle in de
windrichting liggende hulzen oversloeg.
Tot dusverre zijn 7 woningen met bijge
bouwen, benevens de dorpskerk door het
vuur aangetast. Veel vee verbrandde en de
electrische centrale is vernield.
In den nacht van Zondag op Maandag
is bij de Helnkel-vliegtuigfabrleken in
Warnemünde brand ontstaan. Een schuur,
waarin een aantal sportvliegtuigen. die
geheel gereed waren, stonden opgeslagen,
brandde af. Uitbreiding van den brand kon
worden voorkomen.
De politie stelt een onderzoek in. hoewel
men vermoedt, dat de brand ontstaan ls
tengevolge van zelfontbranding door de
abnormale hitte.
In de visscherswijk van Oporto (Portu
gal) is een hevige brand uitgebroken.
De brand, zich zich met groote snelheid
uitbreidde, verwoeste elf huizen, welker
bewoners in allerijl met achterlating van
hun geheele bezit moesten vluchten.
Verscheidene personen liepen ernstige
brandwonden op.
Het Egyptische dorp Mashtul is door
een reusachtigen brand bijna geheel ver
nield. Ruim 180 huizen werden een prooi
der vlammen en dertien personen kwa
men om het leven. Tengevolge van storm
uit het Westen breidde het vuur zich met
razende snelheid uit.
In het Tsjechische dorp Skenne brak
een brand uit, die met groote snelheid
om zich heen greep. Laat in den middag
stonden reeds tachtig huizen in vlammen.
Men vreest, dat de brand zich nog verder
zal uitbreiden, aangezien er een krach
tige wind staat en het blusschingswerk ten
zeerste bemoeilijkt wordt door gebrek
aan water.
BAAS BOVEN BAAS.
Werd onlangs ln Amerika een vij fling
geboren, Reuter verneemt uit Sjanghai,
dat ln Zuld-Chlna een vrouw het leven
schonk aan acht kinderen, en wel zeven
jongens en een meisje. De geheele familie
is gezond.
o
GROOTE BOSCHBRAND IN DEN HARZ.
In het boschdistaict Heimbuxg bij de
Eggerveder Runnen in den Harz staan
600 mogen naaldhout in brand. Het blus
schingswerk ls zeer moeilijk tengevolge
van de hitte en het gebrek aan water.
Dorpsbewoners, brandweercorpsen, hulp
colonnes en S_A.-afdeelingen worden uit
den geheelen omtrek met vrachtauto's naar
de bedreigde punten gezonden, ln totaal
eenige duizenden menschen.
ONTPLOFFINGEN.
Te Jamestown in den staat New York
heeft een vreeselijke ontploffing plaats
plaats gehad, waardoor volgens de tot nog
toe ontvangen berichten twaalf a twintig
personen zouden zijn gedood, terwijl het
aantal gewonden op vijftig geschat wordt.
Aanvankelijk was de brandweer gealar
meerd voor een brand in een gebouw nabij
een terrein met benzinetanks. Honderden
toeschouwers volgden het blusschingswerk,
toen plotseling drie groote tanks, elk be
vattende ongeveer 90.000 liter benzine, in
de ducht vlogen.
Verscheidene personen werden letterlijk
in stukken gereten. Een nauwkeurige tel
ling van het aantal slechtoffers was tot
nog toe niet mogelijk
Te Straatsburg heeft bij den aanleg van
een tunnel een hevige ontploffing plaats
gehad. Tien arbeiders werden bedolven.
Na urenlange reddingswerkzaamheden,
werden vier hunner dood en zes min of
meer ernstig gewond geborgen.
Tengevolge van een ontploffing in een
gieterij van de automobielfabrieken van
Ford te Detroit zijn een doode en 12 ge
wonden te betreuren.
VERMINKT VROUWENLUK GEVONDEN.
In een leegstaand postrijtuig nabij het
station te Brighton is het vreeseüjk ver
minkte lijk van een vrouw gevonden,
waaraan het hoofd de armen en beenen
ontbraken. Het lijk moet daar reeds sedert
eenige dagen gelegen hebben
De politie stelt een nauwkeurig onder
zoek in.
o
I