Parade voor den Engelschen koning - De eerste Hollandsche nieuwe DE VLUCHTELING PRIJSVRAAG-FEUILLETON. J5s,e Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad Roman door IVANS. 8) Natuurlijk vtond Lk dat goed. Zij ging "wr een zijdeur naar binnen, nadat zij ®J verzocht had, even te willen wachten. spoedig was zij terug, zonder den tlgzak. En daarop ging zij mij vóór naar groot, lang vertrek, eigenlijk meer wat J1) in het Hollandsch een „deel" noemen «en kamer. Hier was alles met groen JJJlerd en de bruiloftstafel stond in het bidden. .Is het de bedoeling, dat Ik onder het ^spelen zal?" vroeg ik mijn ge- ■Wel neen!" antwoordde deze. „Daar- J® hebben wij onze blazers en strijkers. "Ramtmeê aan tafel zitten en na afloop J® den maaltijd moet u zich laten hoo- ■m. Vader, die u in het bosch heeft hoo ft spelen, beschouwt u als een heuschen £®stenaar." Men ziet, dat het begin van mijn car- als musicus voorspoedig was! Een f™ boer beschouwde mij ais „heusoh" "tstenaar. «Jk hoop, dat hij gelijk heeft" voegde aan deze woorden toe. «u was het mij dadelijk ingevallen, dat, rjden maaltijd (waarbij zeker de noodige •wBtlteiten van den hier gewonen land- I 2P en waarschijnlijk ook van betere I darten in de magen der gasten ver- I "«men zouden), de hoofden van de aan- zittenden nu niet juist héél geschikt zou den zijn tot het opnemen van wat betere muziek. Maar die enkele woorden van Else ontnamen mij den tegenzin, dien ik een oogenblik bij mij voelde opkomen tegen mijn „optreden" voor een gezelschap boe ren en boerinnen, waaronder er stellig zijn zouden, die te veel gedronken hadden. Ik kreeg aan tafel een plaats aan het onder-einde, waar verschillende van de knechts en meiden, die in Bonner's boe renbedrijf werkzaam waren, een plaats ge vonden hadden. Dit was nu wel weer niet geheel in overeenstemming met de opvat ting van den boer, dat ik 'n „kunstenaar" was; maar het zou bespottelijk geweest zijn, mij daarvan iets aan te trekken! Trouwens, het was opvallend welk een be trekkelijk beschaafde toon er onder deze eenvoudige menschen heerschte. Zij had den echt een onvervalscht pleizier, maar elk element van ruwheid of platheid ont brak daaraan: een gevolg van het op dit punt zeer uitgesproken Oostenrijksohe volkskarakter. Ik zat rechts van den knecht met het dikke, roode hoofd, die mij zooeven uit den slaap op den hooizolder gewekt had en die zich buitengewoon scheen te interes seeren voor de vraag, waarom ik eigenlijk niet meêspeelde met de „blazers en strij kers", die, van den aanvang van den feestdisch af, een oorverdoovend spektakel maakten. Ik antwoordde maar, dat ikzelf dat ook niet wist, maar dat de boer het zoo gewild had. Dit antwoord werd als afdoende beschouwd: de wil van den boer was hier immers wet! De man met het roode hoofd was een zeer prettige tafelbuur. Hij bezat een flinke dosis gezonden humor en het boer- sche dialeot, waarin hij sprak, maakte de uitingen daarvan dubbel vermakelijk. Aan mijn andere zijde zat 'n dikke, goedhartige boerenmeid, die zooals ik weldra ontdekte speciaal op het gebied van alles wat met de zuivelwinning in ver band stond, de rechterhand van de boerin was. Zij behandelde mij met beschermende vriendelijkheid en ik vermaakte mij kos telijk met de raadgevingen, die zij mij gaf omtrent de „deuntjes", die hier in de buurt populair waren en die ik dus zoo gauw mogelijk leeren moest. Dan zou ik stellig heel wat geld ophalen, want de menschen in het Wienerwald waren niet gierig. Bruid en bruigom zaten in het midden van de lange tafel. De bruid, die Josefa heette en Peppi genoemd werd, geleek op haar zuster Else; maar ik vond haar min der knap; grover van gestalte en gelaat. Haar bruigom was stellig tien jaar ouder: ik schatte hem in het begin van de dertig: een vroolijk, levendig type met 'n gezicht, waarop de lach maar zelden afwezig was. Georg Bonner zat aan de andere zijde van de bruid en trots den regel, die elders heerscht, dat man en vrouw aan tafel niet naast elkander mogen zitten zaten de vader en de moeder van den bruigom tegenover het bruidspaar. Else's tafelheer was een jonge boeren zoon. Ik twijfelde er niet aan, dat hij het puikje van de dorpelingen was, maar, naast dit mooie boerinnetje met haar fijn- besneden gezichtje, scheen hij mij grof en onhandig. Hij maakte Else op de meest in-het-oog-vallende wijze het hof, maar zij scheen daarvoor althans zoo uit de verte gezien niet bijzonder gevoelig, hetgeen mij een vaag gevoel van bevredi ging schonk. Aan bruid en bruigom was ik niet voor gesteld, iets dat zeer verklaarbaar was, want aan betaalde muzikanten op een bruiloft valt deze eer zelden te beurt. Dat niet-voorstellen was dan ook volkomen normaal; abnormaal was alleen, dat ik, de betaalde muzikant, uitverkoren was om mede aan te zitten aan den feestdisch. Ik gevoelde mij daardoor in een wat valsche positie geplaatst; maar dit was veeleer het gevolg van den invloed van stand en op voeding, waaraan ik mij niet zoo plotseling onttrekken kon, dan aan eenige onvrien delijkheid of eenig verzuim van de zijde van mijn vriendelijken gastheer! Naarmate de tijd opschoot werd het ge zelschap (er waren over de veertig perso nen aanwezig) luidruchtiger, zóó zelfs, dat het gejuich en gelach weldra de muziek overstemde. Ik was niet weinig nieuwsgie rig, hoe het zou worden opgenomen, wan neer straks bekend zou worden, dat ik, in dit stadium van het feest, als solo-violist zou optreden. Maar ik was al lang beslo ten, alles van den humoristischen kant op te vatten. En dat was ook niet moeilijk, want eerlijk gezegd ik amuseerde mij uitstekend, zóó zelfs dat de zwarte zorgen, die ik thuis had achtergelaten, als 't ware begonnen te verbleeken. Alles zou best in orde komenMijn moeder had Immers haar vroegere energie terug gekregen Ik zag Else, het knappe meisje, uit de verte tegen mij lachenEn mijn stem ming werd steeds rooskleuriger! HOOFDSTUK VH. Het onweer. Het zal half-drie geweest zijn, toen de boer opstond om 'n tafelrede te houden. Veel van wat hij zeide, herinner ik mij niet, maar ik weet wel, dat hij in den aan vang humoristisch, maar later zeer ernstig sprak, zoodat de gasten ernstig werden en hier en daar 'n traan geplengd werd. En, terwijl deze eenigszins sentimenteele stemming heerschte, deed de „geachte spreker" plotseling een beroep op mij om iets ten beste te geven, passende bij den ernst van het oogenblik. Op zoo iets had ik in het geheel niet gerekend: bij 'n boeren bruiloft denkt men niet zoo gauw aan ernst. En een oogenblik verkeerde ik dan ook in niet geringe verlegenheid, wit ik spelen zou. Toen had ik een inval, die zooals later bleek zeer gelukkig was. In die dagen was in Oostenrijk de componist Lassen populair: iemand, die. korte, meestal zeer sentimenteele liederen ge componeerd heeft, met gemakkelijk- aansprekende melodieën, die vele over gevoelige menschen tot tranen toe plach ten te ontroeren. Ik nam mijn viool ter hand, maakte ben lichte buiging en speelde een van deze (aan vele van de aanwezigen stellig be kende), eenvoudige melodieën. Aanstonds zag ik, dat deze muziek insloeg. Hoofden vooral vrouwelijke wiegden op de maat; hier en daar werd zelfs een zwakke poging aangewend om meê te zingen. Toen de melodie ten einde was, begon ik daarop eenvoudige variaties te spelen, tel kens met andere rythmen, maar zóó, dat -de melodie gemakkelijk te herkennen bleef. En het zooeven nog luidruchtige ge zelschap, reeds in een wat weekhartige stemming, luisterde toe, zweeg enge raakte meer en meer in een melankolieke stemming, hetgeen voor den muzikalen Oostenrijkschen boer een genot is, zij het ook niet in die mate als voor den Hon- gaarschen. (Wordt vervolgd). j BE NEDERLANDSCHE FILMSPELER ROLAND VARNO die zal meespelen in de DE EERSTE HOLLAND,SCHE „Malle Gevallen", arriveerde op Schiphol. V.l.n.r. de heer Loet Bamsteia, NIEUWE HARING is aan de Koningin op het Huis ten mevr. Vanio, Roland Varno, «hens moeder en zuster. Bosch aangeboden. KAPITEIN SAS van den Ned. generalen MANFRED VON lïRAI CII ITSCll die staf legde namens de Nederlandsche weer- ee,rBte werd met Mercedes Benz ;n -do macht een krans neer bij net Pruisische eere- gedenkteeken te Berlijn. 'Nürabergreimen,. MISS JACQUELINE COCHRAN id© Amerikaansche aviatiioe, d$e zaïl deel* nemen, aan de LondenMelbourne-raoe. De troepenparade op den verjaardag van den Engelschen koning. De koning te paard, gevolgd door de buitenlandsche militaire vertegenwoordigers bij de troepenpara.de te Whitehall.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1934 | | pagina 5