Begrooting van het Zuiderzeefonds.
U* Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 4
Juni 1934
Derde Blad No. 22760
BINNENLAND.
Memorie van antwoord aan de Eerste Kamer.
SURSEANCE VAN BETALING.
regeling dwangaccoord.
Ingediend is een wetsontwerp tot nieuwe
regeling van de surséance van betaling,
ie gelegenheid tot accoord openende.
Tot voor korten tijd werd van de bij de
,[t van 1925 geboden gelegenheid slechts
jporadisch gebruik gemaakt. In den laat-
iten tijd echter is dit anders geworden en
,r gaat thans bijna geen week voorbij,
waarin niet eenlge verzoeken tot verlee-
uing van surséance worden ingediend.
De minister van Justitie meent dan ook
get de staatscommissie-Limburg, van wier
arbeidzaamheid dit wetsontwerp de vrucht
li, dat met eenige voorziening niet langer
tan worden gewacht.
In de eerste plaats wordt de mogelijk
heid geschapen, dat zoo spoedig mogelijk,
tok vóór de raadpleging van de crediteu
ren, aan dien door den schuldenaar krach
lens zijn surséance-request, in het levgn
[eroepen toestand een einde wordt ge
naakt, waar zulks noodig mocht blijken.
Verder wordt het gewenscht geacht dat,
jaar de suséance van betaling hoe langer
hoe meer toepassing vindt op boedels,
taarbij algeheele voldoening der schuld-
gsohers niet te verwachten is, bepalingen
worden opgenomen, welke de gelegenheid
reven, de belangen van den boedel beter
ie beveiligen dan bij de bestaande regeling
het geval is en de wederzljdsche aanspra-
len nauwkeuriger en vollediger af te
hakenen.
Is deze wijziging van de surséance van
betaling op zich zelf reeds noodzakelijk,
ie eisch van herziening klemt volgens den
minister nog te meer, nu het gewenscht is,
de gelegenheid te scheppen om ook buiten
het faillissement een dwangaccoord te
doen tot stand komen.
Het Nederlandsch recht kent een
dwangaccoord alleen in geval van fail
lissement. Voor deze beperking acht de
Minister geen goeden grond aanwezig. Zij
ieidt. daartoe, dat faillietverklaringen
are als oneervol worden beschouwd en de
ietrokkenen niet zelden blijvend schaden
- moeten worden uitgesproken in geval-
ta, waarin het ook voor de schuldeischers
heter ware geweest, indien dit voorkomen
had kunnen worden.
Als regel wordt gesteld, dat het accoord
«erst in behandeling komt na de defini-
Seve verleening der surséance, doch den
rechter de bevoegdheid wordt gegeven, om
la geval het ontwerp van accoord tegelijk
pet het verzoekschrift tot verkrijgen van
instance ter griffie is neergelegd, de be-
hndeling van het accoord in de plaats te
fan treden van die der surséance,
li eenmaal definitief beslist over het
irieboden accoord, dan kan de surséance
wallen, niet alleen wanneer het accoord
hlot stand gekomen, doch ook in het
êjenovergestelde geval. In het laatste
pial moet worden aangenomen, dat er
gen vooruitzicht meer bestaat, dat de
thnldenaar in staat zal zijn zijn schuld-
(ischers te bevredigen.
Bij de uitwerking is in hoofdzaak aan
sluiting verzocht bij de regeling van het
Ullissementsaccoord
De ontworpen regeling van het accoord
«n executie van den schuldenaar voor-
tomen. terwijl gewaarborgd is, dat de
khuldeischers niet onredelijk worden be-
tandeld. Zij mag aldus de Mem. van
Toelichting gelden als een voorziening
tp het gebied van het executierecht, ge
lijk in de jongste Troonrede bedoeld, welke
Ij de bijzondere tijdsomstandigheden van
poote waarde, ook voor meer normale
tilden haar beteekenis houdt.
DE ORGANISATIE DER GEMEENTE.
In hun onderlinge verhouding.
De burgemeester van Hillegom, mr. D. F.
Pont, heeft Zaterdag op het tweede con-
ces der federatie van bonden en centra
ls van R.K. gemeenteraadsleden, te Rot-
ladam, een prae-advies uitgebracht over
let onderwerp: De organen der gemeente
b hun onderlinge verhouding.
Het breedvoerig en diep op de zaak in-
taande betoog besloot met de volgende
tonclusies: wat de samenstelling van den
aad betreft:;
a de helft min één der raadsleden zal
torden benoemd door den Commissaris
Ier Koningin, na ingewonnen advies van
(en burgemeester. Deze zal geen advies
uitbrengen alvorens de wethouders te heb-
t«n gehoord;
b. de helft plus één der raadsleden zal
torden gekozen door de daarvoor nader
ha te wijzen corporaties.
Het raadslidmaatschap zal niet kunnen
wrden geweigerd.
De raad zal in het openbaar bijeenko-
«en zoo dikwijls de burgemeester, de
«eerderheid der wethouders of ten minste
H3 der raadsleden dit verlangen.
Aan den raad zullen toekomen:
1. het recht van initiatief;
2. het recht van controle op de hande-
bngen van B. en W.;
3. het recht van amendementen of door
B. en w. of door den burgemeester inge
diende voorstellen. Indien B. en W. c.q. de
lurgemeester weigeren amendementen
"er, komen zij niet in stemming;
4. het recht om voorstellen van B. en
of van den burgemeester aan te nemen
•i te verwerpen;
5. het stellen van vragen;
8- het recht en tevens de plicht van
[jtectief toezicht op de besteding der pu-
'lieke middelen;
het recht van referendum;
het recht om de wethouders voor te
jjagen voor ontslag bij den C. der K.
«ze zal niet beslissen zonder advies van
«n burgemeester.
Wat de samenstelling van het college
hn B. en W. betreft:
In groote gemeenten zullen slechts
nnbtelijke wethouders zijn toegestaan,
benoemen door den C. der K„ bij voor-
hur buiten den raad na advies van den
7'gemeester, gehoord een commissie uit
«n raad.
h In middelgroote gemeenten zullen de
(ift, dan wel de helft plus één niet-
■«btelijke wethouders mogen zijn.
t. In de overige gemeenten zullen alle
Whouders niet-ambtelijk mogen zijn.
Sjor benoeming tot wethouder zal het
{"Maatschap van den raad vervallen. Zij
«bben het recht van initiatief doch
beslissingen behooren bij den
Jtgemeester. Hoofden van dienst kunnen
{«verlangd aan de beraadslagingen deel
zoen.
Be wethouders zullen het recht hebben
tegen bestuursdaden van den burgemees
ter In beroep te komen bij de Kroon.
De burgemeester zal worden benoemd
door de Kroon na advies van den c. der K.
voor onbepaalden tijd. Bij ongeschiktheid
zal hij door den minister van B. Z. kunnen
worden ontslagen, na raadpleging van den
c. der K. Beroep bij den Raad van State
of de Kroon.
Aan den burgemeester zal alle uitvoe
rende macht toekomen.
Verder zal hem toekomen het recht:
a. tot indienen van voorstellen bij den
raad;
b. van veto tegen raadsbesluiten, als het
door zijn veto getroffen besluit met een
meerderheid van 2/3 door den raad ge
handhaafd wordt, zal het door hem óf
moeten worden uitgevoerd, óf ter vernieti
ging moeten worden voorgedragen aan de
Kroon;
,c. tot benoeming van ambtenaren en
werklieden na advies van de wethouders;
d. om uitgaafposten op de begrooting te
schrappen c.q. te verlagen en Inkomst-
posten daarop te brengen c.q. te ver-
hoogen;
e. het recht om de bevolking door middel
van een referendum te raadplegen over
alle door B. en W of door hem Ingediende
en door den raad verworpen voorstellen,
zou het referendum ten gunste van het
verworpen voorstel uitvallen, dan zal
aan het raadsbesluit zijn kracht ontno
men zijn.
o
DE LUCHTLIJN
AMSTERDAM—LIVERPOOL.
De langste luchtlijn over zee met
landvlicgtuigen.
Zaterdagmiddag eenige minuten voor
vieren landde de „Leeuwerik" van de K.L.
M. met gezagvoerder Frijns als piloot vlot
op Schiphol, thuiskomende van de eerste
vlucht naar Liverpool en terug. Met dit
vliegtuig keerde tevens terug het Neder-
landsche gezelschap, dat ter gelegenheid
van de opening van de nieuwe luchtver-
binding van de K.L M. met Hull en Liver
pool eenige dagen in Engeland had ver
toefd. Het waren de heeren ir. M. H.
Damme, directeur-generaal van P. T T.,
L. Boogerd, directeur van de Kandelsin-
rlchtlngen te Amsterdam en A. Plesman
en D. J. de Vries van de K.L.M. en eenige
journalisten.
In minder dan drie en een half uur tijd
de „Leeuwerik" was te 12.35 uur Am-
sterd. tijd van het vliegveld Speke nabij
Liverpool vertrokken was de Fokker
vogel van de Westkust van Engeland naar
Neerland's hoofdstad gevlogen. Een kwar
tier korter was echter de vliegtijd, daar in
Huil een tusschenlanding wordt gemaakt.
Had de „Valk" bij de eerste vlucht op
deze lijn op 31 Mei de route gedeeltelijk
langs de Engelsche kust genomen via Cro-
ner, de .Leeuwerik" vloog Zaterdagmid
dag rechtsstreeks vail Huil naar Zand-
voort, ongeveer 350 K.M. Dit is de langste
luchtlijn ter wereld over zee, welke met
laudvliegtuigen wordt uitgevoerd.
Het is dan ook begrijpelijk, dat men in
Hull en Liverpool volle bewondering heeft
voor het werk van de KLM., een bewon
dering, welke tijdens het bezoek der Ne-
derlandsche gasten, in tal van redevoerin
gen tot uiting kwam. De Engelsche auto
riteiten. die in het begin van deze week
op Schiphol zijn geweest, hebben daar
kunnen zien wat een luchthaven betee-
kent. In eigen land zijn zij nog niet zoo
ver; het vliegveld van Hull (Hedon Air-
port), dat zeer gunstig gelegen is voor de
verbindingen met het vasteland van
Europa, verkeert naar Nederlandsche be
grippen nog in een beginstadium. In Li
verpool. de op één na grootste havenstad
van het Vereenigd Koninkrijk, waar de
Koning de volgende maand de grootsch
aangelegde ongeveer 4 K M. lange tunnel
voor snelverkeer onder de Hersey zal
openen, is het Speke-vliegveld nog zeer
primitief. Men is bezig het te verbeteren,
kuilen dicht te maken en andere voorzie
ningen aan te brengen. Wanneer er echter
voor den winter geen radio-station zal ge
vestigd zijn. zal de K.L.M. tusschen Huil
en Liverpool geen winterdienst kunnen
onderhouden. Op het vliegveld te Man
chester bevindt zich wel een radio-station,
doch dit veld is niet geschikt voor de lan
ding met zulke zware vliegtuigen als de
driemotorige Fokkers.
Zoowel in Huil als in Liverpool de
Lord Mayors en de directeuren van de
vliegvelden hebben het den heer Plesman
verzekerd zal men er naar streven in
samenwerking met de K.L.M tot verbete
ring te komen. Vooral voor Liverpool als
groote havenstad is het van groot belang
te zorgen voor een goede luchthaven.
DE CURACAO-HERDENKING.
Bij de plechtige herdenking der 300-
jarige vereeniging van Nederland en
Curacao, Zaterdagmiddag in de Ridder
zaal te Den Haag, heeft de voorzitter van
de Commissie NederlandCuraqao 1634
1934, de heer P. J. de Kanter nog voor
lezing gedaan van de beide volgende
telegrammen van den Gouverneur van
Curacao den heer B. W. T. Slobbe:
lo. aan den Minister-President: „Nu
Nederland de driehonderdjarige vereeni
ging van Nederland en Curacao herdenkt
stelt Curacao er prijs op aan de Neder
landsche Regeering de verzekering te
geven, dat het er trotsch op Is deel uit te
maken van het Rijk waarmede het zich
onwrikbaar verbonden gevoelt."
2o. aan de Commissie: „Ik verzoek u,
bij gelegenheid van de plechtige herden
king in Nederland van de driehonderd
jarige vereeniging van Nederland en
Curacao bekend te maken, dat Curacao
met groote belangstelling deze herdenking
volgt A zich één voelt met Nederland.
FUSIE TUSSCHEN KATHOLIEKE
PARTIJEN.
Zaterdag en gisteren hebben resp. te
Breda en Arnhem congressen plaats ge
had van de Katholiek Democratische
Arbeiders Partij en de Katholiek Democra.
tische Partij.
Beide partijen hebben besloten tot fusie.
BEDRIJFSAFSPRAKEN.
Verbindend-verklaring of vernietiging.
Naar wij vernemen heeft het wetsont
werp, strekkende tot het openen van de
mogelij klieid om in het algemeen belang
bedrijfsafspraken verbindend te verklaren
of te vernietigen, het Departement van
Economische Zaken verlaten.
congres katholiek
democratische partij.
Zaterdag en gisteren hield de Kath.
Dem. Partij, ontstaan uit de verleden Jaar
tot stand gekomen fusie tusschen de R.K.
Volkspartij en den Kath. Dem. Bond, haar
le jaarcongres in gebouw Musis Sacrum te
Arnhem.
Zaterdag te ruim twee uur opende de
partijvoorzitter prof. dr. mr. J. A. Veraart
uit Den Haag het congres met een woord
van welkom, waarna de voorzitter van de
ontvangende gfdeeling eveneens een be
groetingsrede uitsprak.
Onmiddellijk daarna vingen de huis
houdelijke werkzaamheden aan, het jaar
verslag van den secretaris en de balans
over 1933 en de begrooting voor 1934 wer
den goedgekeurd.
De aftredende leden van het Partijbe
stuur en de Redactie en Administratie van
het partijweekblad „Onze Vaan" werden
herbenoemd, terwijl in 4 vacatures In het
P.B. werd voorzien door verkiezing van de
heeren P. J. Manschot (Rotterdam), A.
van Murt (Roosendaal), B. P. Ros (Leeu
warden) en J. P. Stormmesand (Nijmegen).
Het volgende jaarcongres zal te Rotter
dam gehouden worden.
Vervolgens werd aan de orde gesteld een
herziening en aanvulling van het staat
kundig program der partij. De voorstellen
daaromtrent van het PB, werden goedge
keurd, terwijl enkele Ingediende amen
dementen werden overgenomen.
Van de nieuwe paragrafen mag vermeld
worden die over het militaire vraagstuk,
waarbij de partij naast internationale ook
de nationale ontwapening eischt, omdat
zij de moderne oorlogsvoering als „mis
dadig" verwerpt en „in onverzoenlijken
strijd acht met Christus liefdeleer". Daar
naast eischt de partij „afschaffing van
militaire dienstdwang".
Bij de voorstellen, ingediend door partij-
afdeelingen werden o.m. uitvoerige be
schouwingen gewijd aan de in den laatsten
tijd ontstane gespannen verhouding tus
schen de K.D.P. en enkele R.K. Vakorga
nisaties, hierin bestaande, dat leden der
K.D.P. ter wille van hun politieke over
tuiging werden geroyeerd als lid van hun
katholieke vakvereeniging, waardoor zij
moreele en financieele schade lijden. Over
een en ander deed de partijsecretaris C.
D. Wesseling uit Den Haag, tevens direc
teur van het partijbureau, uitvoerige me-
dedeelingen. Het P B. heeft zich schrifte
lijk gewend tot het Hoofdbestuur van het
R.K. Werkliedenverbond, dat zich incom
petent in deze verklaard had. Daarop heeft
het P.B. zich met een uitvoerig memoran
dum gewend tot het Doorluchtig Episco
paat van Nederland. Op dit memorandum,
gedateerd van 17 April j.l. was nog geen
bericht binnengekomen. Aandrang op het
P.B. om zelf tot oprichting van nieuwe
katholieke vakvereenigingen over te gaan,
werd als praematuur afgewezen. Daar zich
echter ook klachten over dergelijke daden
van vervolging en terreur hadden voor
gedaan van de zijde van besturen van
religieuse congregaties, katholieke arm
besturen en van de zijde der Katholieke
pers, stelde het partijbestuur voor naar
aanleiding van de daden van terreur,
waaraan de partij en haar leden in den
laatsten tijd zijn blootgesteld vanwege
katholiek sociale en religieuse organisa
ties, een motie aan te nemen, waarin ge
protesteerd wordt tegen de verkeerde en
misleidende voorstellingen in de Katho
lieke pers over doel en taktiek der K.DP.
voortdurend gegeven, over het ontnemen
van het recht van antwoorden door de
bedoelde bladen en over het royeeren van
het lidmaatschap der reeds genoemde ver-
eenigingen met al de daaraan verbonden
geestelijke en materieele schade voor de
betrokken leden van de K.D.P. en waarin
een beroep gedaan wordt op de Kerkelijke
en burgerlijke autoriteiten om bescher
ming tegen dezen onchristelijken en on-
maatschappelijken terreur.
De motie werd bij acclamatie aangeno
men.
De heer Arts, lid der Tweede Kamer
zette vervolgens zijn parlementair beleid
uiteen en verdedigde zich tegen enkele
aanvallen.
Des avonds was er een gezellige reünie
van afgevaardigden en genoodigden, waar
naast muziek en voordrachten ook een
propagandistische rede werd gehouden
door den partijsecretaris den heer C. D.
Wesseling uit Den Haag, die veel bijval
oogstte
Gisteren werd een openbare zitting van
het Congres gehouden onder leiding van
prof. Veraart. De groote zaal van Musis
Sacrum was evenals des Zaterdags feeste
lijk versierd terwijl de van heinde en verre
opgekomen delegaties der afdeelingen ook
nog banieren en spandoeken hadden mee
gebracht.
Prof^dr. Veraart hield een rede over
.Katholieke Staatkunde in Nederland".
DE SUBSIDIËN AAN DE WERKLOOZEN-
KASSEN IN 1934.
De minister van Sociale Zaken heeft
den volgenden omzendbrief gezonden aan
de besturen van de gemeenten, toegetre
den tot het Werkloosheidsbesluit 1917:
Ik heb de eer u mede te deelen, dat de
subsidies voor de werkloozenkassen, ver
leend volgens het Werkloosheidsbesluit
1917, voor het jaar 1934 als volgt zijn be
paald:
A. Een subsidie van ten hoogste 200 pet.
zal gelden voor de kassen der houtbewer
kers, metaalbewerkers, sigarenmakers,
steenfabrieksarbeiders en textielarbeiders.
B. Een subsidie van ten hoogste 225 pet.
zal gelden voor de kassen der landarbei
ders.
C. Een subsidie van ten hoogste 160 pet.
zal gelden voor de kassen der bouwvak
arbeiders, diamantbewerkers, fabrieksar
beiders (groep steenfabriekarbeiders 200
pet.); kleermakers, mijnwerkers en trans
portarbeiders.
D. Een subsidie van ten hoogste 120 pet.
zal gelden voor de kassen van opzichthou
dend personeel.
Voor de overige kassen zal het subsidie
ten hoogste 100 pet. bedragen, waarbij
echter in aanmerking moet worden geno
men, dat in bijzondere gevallen verhoo
ging van het percentage voor een of meer
van die kassen of groepen van kassen moet
worden voorbehouden, wanneer groote
werkloosheid dat noodzakelijk mocht ma
ken. Zooais ook in de voorgaande jaren Is
geschied, zal geen hooger subsidie worden
gegeven, dan de toestand van de werkloo-
zenkas noodig maakt, zoo, dat de hoop
mag worden uitgesproken, dat de boven
genoemde maxima niet In alle gevallen
zullen worden bereikt.
Regeering acht droogmaking economisch verantwoord.
Aan de memorie van antwoord aan de
Eerste Kamer over de Zuiderzeefondsbe-
grooting voor 1934 ontleenen wij het vol
gende
De minister heeft den memoriepost in
zake den Noord Oostelijken polder op de
begrooting geplaatst, teneinde de volks
vertegenwoordiging in de gelegenheid te
stellen zich over de verdere droogmaking
in het IJselmeer te kunnen uitspreken.
De regeering toch dient te weten of zij in
dezen op de medewerking van de volks
vertegenwoordiging kan rekenen, want
eenmaal begonnen moet het werk worden
voortgezet.
Ongetwijfeld zijn na de Inpoldering van
de Wieringermeer de toestanden op agra
risch gebied sterk veranderd vooral door
de belangrijke belemmering van den ex
port en mede door de verhoogde aandacht
welke in naburige industrieele staten aan
den landbouw wordt geschonken. Daar
door wordt mededingen van Nederland
sche landbouwproducten op de wereld
markt zeer bemoeilijkt.
De minister acht dan ook de bezwaren
van hen, die uitbreiding van cultuur
grond onder deze omstandigheden onge-
wenscht achten, op zich zelf begrijpelijk:
doch daarnaast begrijpt hij ook hen, die
van oordeel zijn, dat de ongunstige eco
nomische toestand niet altijd zal voort
duren en dat, wanneer in de toekomst
verbetering mocht intreden, de verdere
inpolderingen bij toenemende bevolking
niet alleen een nationaal gewenscht,
maar ook een noodzakelijk bezit zullen
blijken te zijn.
Zou men alleen er op willen letten, om
in dezen crisistijd de uitgaven tot een
minimum te beperken, dan zou ongetwij
feld alle aanleiding bestaan, om den ln-
polderingsarbeid te staken en uit te stel
len tot betere tijden. Het wil aan de re
geering voorkomen, dat dit standpunt
niet kan worden ingenomen, want de in-
polderingsarbeid blijft naar haar ziens
wijze een economisch te verantwoor
den arbeid, die niet uitsluitend met het
cog gericht op de oogenblikkelijke ver
houdingen mag worden bezien. Werken
van den omvang als de onderhavige in
polderingen. worden uitgevoerd in een
reeks van jaren, waarin de economische
aspecten voortdurend wisselen. Er is zelfs
iets voor te zeggen, dat werken als waar
over het hier gaat, van overheidswege
worden uitgevoerd in minder gunstige tij
den, in de verwachting dat zij in een later
tijdstip vruchten zullen dragen.
De groote indirecte voordeelen aan elke
grondaanwinning, hetzij ontginning of
inpoldering, verbonden en waaronder op
dit oogenblik in het bijzonder de werk
verruiming naar voren treedt, hebben de
regeering doen besluiten, om den inpol-
deringsarbeid door te zetten.
De regeering is van meening, dat de in
het Voorloopig Verslag tot uiting komen
de opvatting omtrent de in de Wieringer
meer verkregen uitkomsten onjuist is. De
polder viel in den zomer van 1930 droog
en reeds thans, dus in een vroeger sta
dium dan aanvankelijk gedacht was, wor
den oogsten verkregen, welke in menig
geval gelijk staan met die op gelijksoor
tige gronden op het oude land gewonnen.
Een deel van de lichtere gronden wordt
reeds thans geschikt geacht om in handen
van particuliere boeren te worden gesteld.
Ofschoon nog geen beroep heeft plaats
gehad voor het bezetten van deze gron
den, hebben zich reeds uit verschillende
deelen van het land gegadigden aange
meld. Het ligt in de bedoeling met de
uitgifte in tijdpacht in den aanstaanden
herfst te beginnen: belanghebbenden
kunnen te voren gedurende den zomer
van dit jaar gelegenheid hebben de gron
den van nabij gade te slaan.
De gronden van den Noord-Oostelijken
polder zijn blijkens de jongste onderzoe
kingen van betere hoedanigheid en veel
minder zout dan die in den Wieringer-
meerpolder. Uit de bemonstering van de
laatste twee jaren is gebleken, dat deze
gronden homogener zijn en een grootere
natuurlijke vruchtbaarheid bezitten dan
de Wieringermeergronden; op grond van
hun lager zoutgehalte mag worden aan
genomen, dat zij In een korter aantal ja
ren bouwrijp zullen zijn.
Ten aanzien van de beteekenis van de
drooglegging voor de werkverruiming moet
ih de eerste plaats worden opgemerkt,
dat deze ook na het gereedkomen der
werken van blijvenden aard is. Daarom
is de inpoldering van bijzonder belang,
ook al zouden er andere werken zijn, waar
van de uitvoering meer arbeid zou vorde
ren. Het moge derhalve waar zijn, dat bij
wegenbouw het percentage van het loon
(direct of indirect) hooger ls dan bij de
drooglegging van den noord-oostelijken
polder, men mag toch niet uit het oog
verliezen, dat met een versnelden wegen-
en bruggenbouw nog slechts een klein
percentage van alle werkloozen te helpen
is en dat daarnaast nog andere objecten
noodig zijn om den nood te lenigen. Op
gemerkt zij verder dat de boschcultuur
reeds In hooge mate voor werkverschaf
fing gebezigd wordt en dat arbeidskosten,
verbonden aan de ontginning, welke on
middellijk na de drooglegging volgt, te
vergelijken zijn met die der boschcultuur.
De meening van sommige leden, als
zoude gehandeld worden in strijd met het
aanvaarde beginsel om werkverschaffing
uit de gewone middelen te bekostigen,
doordat voor de werkverschaffing bij de
Inpoldering moet worden geleend, moet
op een misverstand berusten.
Het ligt niet in de bedoeling het werk
uit te voeren in werkverschaffing door
arbeiders, wier loon uit de begrootings-
posten voor werkverschaffing van Rijk en
gemeenten wordt betaald. Het werk moet
worden opgevat als een werkverruiming,
uitgevoerd door geschoolde en ongeschool
de arbeiders, ieder naar den aard van het
onderdeel van het werk waarvoor zij ge
schikt zijn. Wanneer nu die werkverrui
ming niet plaats zou vinden, zouden de
daarbij geplaatste arbeiders werkloos zijn
en aan hen steun worden uitgekeerd. Al
leen die bespaarde steun is bij de bere
kening van den eenheidsprijs van een HA.
grond in rekening gebracht. Hierin ligt
derhalve een grond voor het brengen van
dit bespaarde steunbedrag ten laste der
gewone middelen zooals ook bij verdere
ontwikkeling van de financiering tot
uiting zal worden gebracht.
De minister kan niet toegeven, dat het
element werkverruiming bij de verdere
inpolderingen niet meer dezelfde beteeke
nis heeft, nu het 60 millioenplan ls geko
men, want ook naast dat plan zal bevre
diging van de behoefte aan werkverrui
ming naar zijn inzicht zooveel mogelijk
bevorderd moeten worden.
De regeering wenscht eerst den nieuwen
dienst ln te stellen, waartoe bereids de
eerste stappen worden gedaan, om dan te
komen tot een definitief plan, waarvoor
die dienst de verantwoordelijkheid kan
aanvaarden.
De dijk van den noord-ooslelijken pol
der behoeft niet de afmetingen te ver
krijgen, welke bij niet afgesloten Zuider
zee zouden noodig zijn, doch zal behoo
ren te voldoen aan den eisch, dat een
veilige waterkeering tegen het IJselmeer
wordt gevormd.
Inderdaad heeft de regeering aan het
voorloopig comité voor de Joodsche vluch
telingen toezegging gedaan om kosteloos
de beschikking te kunnen verkrijgen over
barakken en loodsen met inventaris in
den Wieringermeerpolder, benevens over
den grond, waarop deze barakken en lood
sen geplaatst zullen worden. Deze kampen
zullen worden ingericht tot een leerdorp,
waarin 250 tot 300 Joodsche uitgewekenen
worden opgeleid tot land- en tuinbouwers
en ambachtslieden. De ter beschikking
stelling geschiedt voor niet langer dan
3 jaar. De overige, door het comité ver
langde gronden met schuren, worden
door de sindsdien opgerichte stichting
„Joodsche Arbeid" gehuurd, eveneens voor
3 jaar. en tegen den normalen huurprijs.
Verdere toezeggingen heeft de regee
ring niet gedaan. De vraag of aan de
stichting een subsidie voor 3 jaar moet
worden gegeven ten bedrage van de huur-
sommen, welke de stichting moet beta
len aan de directie van den Wieringer
meerpolder, is nog in onderzoek.
Door het Comité voor Joodsche vluch
telingen zullen waarborgen worden gege
ven, dat de vervaardigde producten niet
op de Nederlandsche markt zullen ko
men, noch op eenige andere wijze Neder
landsche concurrentie zullen aandoen, dat
de opgeleide werkkrachten niet in ons
land zullen blijven en dat de werkmees
ters uitsluitend of bijna uitsluitend Ne
derlanders zullen zijn.
De regeering is van meening, dat de
houding, inzake het Jodenvraagstuk door
haar in Genève aangenomen, eenige te
gemoetkoming aan de vluchtelingen als
bovenomschreven wettigt
HOOFDINGENIEUR PROV. WATERSTAAT
IN UTRECHT.
Door Gedeputeerde Staten van Utrecht
is de navolgende voordracht ingediend
voor de benoeming van een hoofdinge
nieur bij den Provincialen Waterstaat in
Utrecht, ter voorziening in de vacature
van ir. Mussert.
1. Ir. F. E. Enschedé, ingenieur bij den
Provincialen Waterstaat te Groningen.
2. Ir. J. C. Pannekoek, eerst-aanwezend
ingenieur bij den dienst der Zuiderzee
werken te 's-Gravenhage.
3. Ir. H. H. Rieuwerts de Vries, ingenieur
bij den Provincialen Waterstaat in Gel
derland te Arnhem. „U.D."
DE TOESTAND VAN DR. F. M. WIBAUT.
Naar wij vernemen is de gezondheids
toestand van dr. F. M. Wibaut, welke
eenige dagen reden tot pessimisme heeft
gegeven, thans vooruitgaande. Een vol
ledig herstel wordt zeer wel mogelijk ge
acht. «at
MONTAGEBRUG BIJ ARNHEM
GEPLAATST.
Onder groote belangstelling van de zijde
van de Arnhemmers, die in dichte rijen
langs de Rijnkade geschaard stonden, is
gisteren de ijzeren montagebrug over den
Rijn bij Arnhem aangebracht, welke brug
als hulpbrug dienst zal doen bU de vol
tooiing van de vaste brug over den Rijn,
Met behulp van een drietal groote drij
vende bokken werd het gevaarte, dat Vrij
dag j.l. van Schiedam naar Arnhem is
overgebracht, in twee stukken over het
nog open deel van de rivier gelegd, in den
loop van den morgen het eerste stuk en in
in den middag het tweede gedeelte. De
werkzaamheden verliepen vlot.
verspreide berichten.
Te Bergen, waar hij sinds eenige ja
ren als rustend burger vertoefde, is Zater
dag overleden mr. L. van Regteren Altena,
oud-kassier-generaal van de Nederland
sche Bank en officier in de orde van
Oranje-Nassau. De overledene bereikte den
i leeftijd van 69 jaar.