Begrooting van het Zuiderzeefonds. U* Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 4 Juni 1934 Derde Blad No. 22760 BINNENLAND. Memorie van antwoord aan de Eerste Kamer. SURSEANCE VAN BETALING. regeling dwangaccoord. Ingediend is een wetsontwerp tot nieuwe regeling van de surséance van betaling, ie gelegenheid tot accoord openende. Tot voor korten tijd werd van de bij de ,[t van 1925 geboden gelegenheid slechts jporadisch gebruik gemaakt. In den laat- iten tijd echter is dit anders geworden en ,r gaat thans bijna geen week voorbij, waarin niet eenlge verzoeken tot verlee- uing van surséance worden ingediend. De minister van Justitie meent dan ook get de staatscommissie-Limburg, van wier arbeidzaamheid dit wetsontwerp de vrucht li, dat met eenige voorziening niet langer tan worden gewacht. In de eerste plaats wordt de mogelijk heid geschapen, dat zoo spoedig mogelijk, tok vóór de raadpleging van de crediteu ren, aan dien door den schuldenaar krach lens zijn surséance-request, in het levgn [eroepen toestand een einde wordt ge naakt, waar zulks noodig mocht blijken. Verder wordt het gewenscht geacht dat, jaar de suséance van betaling hoe langer hoe meer toepassing vindt op boedels, taarbij algeheele voldoening der schuld- gsohers niet te verwachten is, bepalingen worden opgenomen, welke de gelegenheid reven, de belangen van den boedel beter ie beveiligen dan bij de bestaande regeling het geval is en de wederzljdsche aanspra- len nauwkeuriger en vollediger af te hakenen. Is deze wijziging van de surséance van betaling op zich zelf reeds noodzakelijk, ie eisch van herziening klemt volgens den minister nog te meer, nu het gewenscht is, de gelegenheid te scheppen om ook buiten het faillissement een dwangaccoord te doen tot stand komen. Het Nederlandsch recht kent een dwangaccoord alleen in geval van fail lissement. Voor deze beperking acht de Minister geen goeden grond aanwezig. Zij ieidt. daartoe, dat faillietverklaringen are als oneervol worden beschouwd en de ietrokkenen niet zelden blijvend schaden - moeten worden uitgesproken in geval- ta, waarin het ook voor de schuldeischers heter ware geweest, indien dit voorkomen had kunnen worden. Als regel wordt gesteld, dat het accoord «erst in behandeling komt na de defini- Seve verleening der surséance, doch den rechter de bevoegdheid wordt gegeven, om la geval het ontwerp van accoord tegelijk pet het verzoekschrift tot verkrijgen van instance ter griffie is neergelegd, de be- hndeling van het accoord in de plaats te fan treden van die der surséance, li eenmaal definitief beslist over het irieboden accoord, dan kan de surséance wallen, niet alleen wanneer het accoord hlot stand gekomen, doch ook in het êjenovergestelde geval. In het laatste pial moet worden aangenomen, dat er gen vooruitzicht meer bestaat, dat de thnldenaar in staat zal zijn zijn schuld- (ischers te bevredigen. Bij de uitwerking is in hoofdzaak aan sluiting verzocht bij de regeling van het Ullissementsaccoord De ontworpen regeling van het accoord «n executie van den schuldenaar voor- tomen. terwijl gewaarborgd is, dat de khuldeischers niet onredelijk worden be- tandeld. Zij mag aldus de Mem. van Toelichting gelden als een voorziening tp het gebied van het executierecht, ge lijk in de jongste Troonrede bedoeld, welke Ij de bijzondere tijdsomstandigheden van poote waarde, ook voor meer normale tilden haar beteekenis houdt. DE ORGANISATIE DER GEMEENTE. In hun onderlinge verhouding. De burgemeester van Hillegom, mr. D. F. Pont, heeft Zaterdag op het tweede con- ces der federatie van bonden en centra ls van R.K. gemeenteraadsleden, te Rot- ladam, een prae-advies uitgebracht over let onderwerp: De organen der gemeente b hun onderlinge verhouding. Het breedvoerig en diep op de zaak in- taande betoog besloot met de volgende tonclusies: wat de samenstelling van den aad betreft:; a de helft min één der raadsleden zal torden benoemd door den Commissaris Ier Koningin, na ingewonnen advies van (en burgemeester. Deze zal geen advies uitbrengen alvorens de wethouders te heb- t«n gehoord; b. de helft plus één der raadsleden zal torden gekozen door de daarvoor nader ha te wijzen corporaties. Het raadslidmaatschap zal niet kunnen wrden geweigerd. De raad zal in het openbaar bijeenko- «en zoo dikwijls de burgemeester, de «eerderheid der wethouders of ten minste H3 der raadsleden dit verlangen. Aan den raad zullen toekomen: 1. het recht van initiatief; 2. het recht van controle op de hande- bngen van B. en W.; 3. het recht van amendementen of door B. en w. of door den burgemeester inge diende voorstellen. Indien B. en W. c.q. de lurgemeester weigeren amendementen "er, komen zij niet in stemming; 4. het recht om voorstellen van B. en of van den burgemeester aan te nemen •i te verwerpen; 5. het stellen van vragen; 8- het recht en tevens de plicht van [jtectief toezicht op de besteding der pu- 'lieke middelen; het recht van referendum; het recht om de wethouders voor te jjagen voor ontslag bij den C. der K. «ze zal niet beslissen zonder advies van «n burgemeester. Wat de samenstelling van het college hn B. en W. betreft: In groote gemeenten zullen slechts nnbtelijke wethouders zijn toegestaan, benoemen door den C. der K„ bij voor- hur buiten den raad na advies van den 7'gemeester, gehoord een commissie uit «n raad. h In middelgroote gemeenten zullen de (ift, dan wel de helft plus één niet- ■«btelijke wethouders mogen zijn. t. In de overige gemeenten zullen alle Whouders niet-ambtelijk mogen zijn. Sjor benoeming tot wethouder zal het {"Maatschap van den raad vervallen. Zij «bben het recht van initiatief doch beslissingen behooren bij den Jtgemeester. Hoofden van dienst kunnen {«verlangd aan de beraadslagingen deel zoen. Be wethouders zullen het recht hebben tegen bestuursdaden van den burgemees ter In beroep te komen bij de Kroon. De burgemeester zal worden benoemd door de Kroon na advies van den c. der K. voor onbepaalden tijd. Bij ongeschiktheid zal hij door den minister van B. Z. kunnen worden ontslagen, na raadpleging van den c. der K. Beroep bij den Raad van State of de Kroon. Aan den burgemeester zal alle uitvoe rende macht toekomen. Verder zal hem toekomen het recht: a. tot indienen van voorstellen bij den raad; b. van veto tegen raadsbesluiten, als het door zijn veto getroffen besluit met een meerderheid van 2/3 door den raad ge handhaafd wordt, zal het door hem óf moeten worden uitgevoerd, óf ter vernieti ging moeten worden voorgedragen aan de Kroon; ,c. tot benoeming van ambtenaren en werklieden na advies van de wethouders; d. om uitgaafposten op de begrooting te schrappen c.q. te verlagen en Inkomst- posten daarop te brengen c.q. te ver- hoogen; e. het recht om de bevolking door middel van een referendum te raadplegen over alle door B. en W of door hem Ingediende en door den raad verworpen voorstellen, zou het referendum ten gunste van het verworpen voorstel uitvallen, dan zal aan het raadsbesluit zijn kracht ontno men zijn. o DE LUCHTLIJN AMSTERDAM—LIVERPOOL. De langste luchtlijn over zee met landvlicgtuigen. Zaterdagmiddag eenige minuten voor vieren landde de „Leeuwerik" van de K.L. M. met gezagvoerder Frijns als piloot vlot op Schiphol, thuiskomende van de eerste vlucht naar Liverpool en terug. Met dit vliegtuig keerde tevens terug het Neder- landsche gezelschap, dat ter gelegenheid van de opening van de nieuwe luchtver- binding van de K.L M. met Hull en Liver pool eenige dagen in Engeland had ver toefd. Het waren de heeren ir. M. H. Damme, directeur-generaal van P. T T., L. Boogerd, directeur van de Kandelsin- rlchtlngen te Amsterdam en A. Plesman en D. J. de Vries van de K.L.M. en eenige journalisten. In minder dan drie en een half uur tijd de „Leeuwerik" was te 12.35 uur Am- sterd. tijd van het vliegveld Speke nabij Liverpool vertrokken was de Fokker vogel van de Westkust van Engeland naar Neerland's hoofdstad gevlogen. Een kwar tier korter was echter de vliegtijd, daar in Huil een tusschenlanding wordt gemaakt. Had de „Valk" bij de eerste vlucht op deze lijn op 31 Mei de route gedeeltelijk langs de Engelsche kust genomen via Cro- ner, de .Leeuwerik" vloog Zaterdagmid dag rechtsstreeks vail Huil naar Zand- voort, ongeveer 350 K.M. Dit is de langste luchtlijn ter wereld over zee, welke met laudvliegtuigen wordt uitgevoerd. Het is dan ook begrijpelijk, dat men in Hull en Liverpool volle bewondering heeft voor het werk van de KLM., een bewon dering, welke tijdens het bezoek der Ne- derlandsche gasten, in tal van redevoerin gen tot uiting kwam. De Engelsche auto riteiten. die in het begin van deze week op Schiphol zijn geweest, hebben daar kunnen zien wat een luchthaven betee- kent. In eigen land zijn zij nog niet zoo ver; het vliegveld van Hull (Hedon Air- port), dat zeer gunstig gelegen is voor de verbindingen met het vasteland van Europa, verkeert naar Nederlandsche be grippen nog in een beginstadium. In Li verpool. de op één na grootste havenstad van het Vereenigd Koninkrijk, waar de Koning de volgende maand de grootsch aangelegde ongeveer 4 K M. lange tunnel voor snelverkeer onder de Hersey zal openen, is het Speke-vliegveld nog zeer primitief. Men is bezig het te verbeteren, kuilen dicht te maken en andere voorzie ningen aan te brengen. Wanneer er echter voor den winter geen radio-station zal ge vestigd zijn. zal de K.L.M. tusschen Huil en Liverpool geen winterdienst kunnen onderhouden. Op het vliegveld te Man chester bevindt zich wel een radio-station, doch dit veld is niet geschikt voor de lan ding met zulke zware vliegtuigen als de driemotorige Fokkers. Zoowel in Huil als in Liverpool de Lord Mayors en de directeuren van de vliegvelden hebben het den heer Plesman verzekerd zal men er naar streven in samenwerking met de K.L.M tot verbete ring te komen. Vooral voor Liverpool als groote havenstad is het van groot belang te zorgen voor een goede luchthaven. DE CURACAO-HERDENKING. Bij de plechtige herdenking der 300- jarige vereeniging van Nederland en Curacao, Zaterdagmiddag in de Ridder zaal te Den Haag, heeft de voorzitter van de Commissie NederlandCuraqao 1634 1934, de heer P. J. de Kanter nog voor lezing gedaan van de beide volgende telegrammen van den Gouverneur van Curacao den heer B. W. T. Slobbe: lo. aan den Minister-President: „Nu Nederland de driehonderdjarige vereeni ging van Nederland en Curacao herdenkt stelt Curacao er prijs op aan de Neder landsche Regeering de verzekering te geven, dat het er trotsch op Is deel uit te maken van het Rijk waarmede het zich onwrikbaar verbonden gevoelt." 2o. aan de Commissie: „Ik verzoek u, bij gelegenheid van de plechtige herden king in Nederland van de driehonderd jarige vereeniging van Nederland en Curacao bekend te maken, dat Curacao met groote belangstelling deze herdenking volgt A zich één voelt met Nederland. FUSIE TUSSCHEN KATHOLIEKE PARTIJEN. Zaterdag en gisteren hebben resp. te Breda en Arnhem congressen plaats ge had van de Katholiek Democratische Arbeiders Partij en de Katholiek Democra. tische Partij. Beide partijen hebben besloten tot fusie. BEDRIJFSAFSPRAKEN. Verbindend-verklaring of vernietiging. Naar wij vernemen heeft het wetsont werp, strekkende tot het openen van de mogelij klieid om in het algemeen belang bedrijfsafspraken verbindend te verklaren of te vernietigen, het Departement van Economische Zaken verlaten. congres katholiek democratische partij. Zaterdag en gisteren hield de Kath. Dem. Partij, ontstaan uit de verleden Jaar tot stand gekomen fusie tusschen de R.K. Volkspartij en den Kath. Dem. Bond, haar le jaarcongres in gebouw Musis Sacrum te Arnhem. Zaterdag te ruim twee uur opende de partijvoorzitter prof. dr. mr. J. A. Veraart uit Den Haag het congres met een woord van welkom, waarna de voorzitter van de ontvangende gfdeeling eveneens een be groetingsrede uitsprak. Onmiddellijk daarna vingen de huis houdelijke werkzaamheden aan, het jaar verslag van den secretaris en de balans over 1933 en de begrooting voor 1934 wer den goedgekeurd. De aftredende leden van het Partijbe stuur en de Redactie en Administratie van het partijweekblad „Onze Vaan" werden herbenoemd, terwijl in 4 vacatures In het P.B. werd voorzien door verkiezing van de heeren P. J. Manschot (Rotterdam), A. van Murt (Roosendaal), B. P. Ros (Leeu warden) en J. P. Stormmesand (Nijmegen). Het volgende jaarcongres zal te Rotter dam gehouden worden. Vervolgens werd aan de orde gesteld een herziening en aanvulling van het staat kundig program der partij. De voorstellen daaromtrent van het PB, werden goedge keurd, terwijl enkele Ingediende amen dementen werden overgenomen. Van de nieuwe paragrafen mag vermeld worden die over het militaire vraagstuk, waarbij de partij naast internationale ook de nationale ontwapening eischt, omdat zij de moderne oorlogsvoering als „mis dadig" verwerpt en „in onverzoenlijken strijd acht met Christus liefdeleer". Daar naast eischt de partij „afschaffing van militaire dienstdwang". Bij de voorstellen, ingediend door partij- afdeelingen werden o.m. uitvoerige be schouwingen gewijd aan de in den laatsten tijd ontstane gespannen verhouding tus schen de K.D.P. en enkele R.K. Vakorga nisaties, hierin bestaande, dat leden der K.D.P. ter wille van hun politieke over tuiging werden geroyeerd als lid van hun katholieke vakvereeniging, waardoor zij moreele en financieele schade lijden. Over een en ander deed de partijsecretaris C. D. Wesseling uit Den Haag, tevens direc teur van het partijbureau, uitvoerige me- dedeelingen. Het P B. heeft zich schrifte lijk gewend tot het Hoofdbestuur van het R.K. Werkliedenverbond, dat zich incom petent in deze verklaard had. Daarop heeft het P.B. zich met een uitvoerig memoran dum gewend tot het Doorluchtig Episco paat van Nederland. Op dit memorandum, gedateerd van 17 April j.l. was nog geen bericht binnengekomen. Aandrang op het P.B. om zelf tot oprichting van nieuwe katholieke vakvereenigingen over te gaan, werd als praematuur afgewezen. Daar zich echter ook klachten over dergelijke daden van vervolging en terreur hadden voor gedaan van de zijde van besturen van religieuse congregaties, katholieke arm besturen en van de zijde der Katholieke pers, stelde het partijbestuur voor naar aanleiding van de daden van terreur, waaraan de partij en haar leden in den laatsten tijd zijn blootgesteld vanwege katholiek sociale en religieuse organisa ties, een motie aan te nemen, waarin ge protesteerd wordt tegen de verkeerde en misleidende voorstellingen in de Katho lieke pers over doel en taktiek der K.DP. voortdurend gegeven, over het ontnemen van het recht van antwoorden door de bedoelde bladen en over het royeeren van het lidmaatschap der reeds genoemde ver- eenigingen met al de daaraan verbonden geestelijke en materieele schade voor de betrokken leden van de K.D.P. en waarin een beroep gedaan wordt op de Kerkelijke en burgerlijke autoriteiten om bescher ming tegen dezen onchristelijken en on- maatschappelijken terreur. De motie werd bij acclamatie aangeno men. De heer Arts, lid der Tweede Kamer zette vervolgens zijn parlementair beleid uiteen en verdedigde zich tegen enkele aanvallen. Des avonds was er een gezellige reünie van afgevaardigden en genoodigden, waar naast muziek en voordrachten ook een propagandistische rede werd gehouden door den partijsecretaris den heer C. D. Wesseling uit Den Haag, die veel bijval oogstte Gisteren werd een openbare zitting van het Congres gehouden onder leiding van prof. Veraart. De groote zaal van Musis Sacrum was evenals des Zaterdags feeste lijk versierd terwijl de van heinde en verre opgekomen delegaties der afdeelingen ook nog banieren en spandoeken hadden mee gebracht. Prof^dr. Veraart hield een rede over .Katholieke Staatkunde in Nederland". DE SUBSIDIËN AAN DE WERKLOOZEN- KASSEN IN 1934. De minister van Sociale Zaken heeft den volgenden omzendbrief gezonden aan de besturen van de gemeenten, toegetre den tot het Werkloosheidsbesluit 1917: Ik heb de eer u mede te deelen, dat de subsidies voor de werkloozenkassen, ver leend volgens het Werkloosheidsbesluit 1917, voor het jaar 1934 als volgt zijn be paald: A. Een subsidie van ten hoogste 200 pet. zal gelden voor de kassen der houtbewer kers, metaalbewerkers, sigarenmakers, steenfabrieksarbeiders en textielarbeiders. B. Een subsidie van ten hoogste 225 pet. zal gelden voor de kassen der landarbei ders. C. Een subsidie van ten hoogste 160 pet. zal gelden voor de kassen der bouwvak arbeiders, diamantbewerkers, fabrieksar beiders (groep steenfabriekarbeiders 200 pet.); kleermakers, mijnwerkers en trans portarbeiders. D. Een subsidie van ten hoogste 120 pet. zal gelden voor de kassen van opzichthou dend personeel. Voor de overige kassen zal het subsidie ten hoogste 100 pet. bedragen, waarbij echter in aanmerking moet worden geno men, dat in bijzondere gevallen verhoo ging van het percentage voor een of meer van die kassen of groepen van kassen moet worden voorbehouden, wanneer groote werkloosheid dat noodzakelijk mocht ma ken. Zooais ook in de voorgaande jaren Is geschied, zal geen hooger subsidie worden gegeven, dan de toestand van de werkloo- zenkas noodig maakt, zoo, dat de hoop mag worden uitgesproken, dat de boven genoemde maxima niet In alle gevallen zullen worden bereikt. Regeering acht droogmaking economisch verantwoord. Aan de memorie van antwoord aan de Eerste Kamer over de Zuiderzeefondsbe- grooting voor 1934 ontleenen wij het vol gende De minister heeft den memoriepost in zake den Noord Oostelijken polder op de begrooting geplaatst, teneinde de volks vertegenwoordiging in de gelegenheid te stellen zich over de verdere droogmaking in het IJselmeer te kunnen uitspreken. De regeering toch dient te weten of zij in dezen op de medewerking van de volks vertegenwoordiging kan rekenen, want eenmaal begonnen moet het werk worden voortgezet. Ongetwijfeld zijn na de Inpoldering van de Wieringermeer de toestanden op agra risch gebied sterk veranderd vooral door de belangrijke belemmering van den ex port en mede door de verhoogde aandacht welke in naburige industrieele staten aan den landbouw wordt geschonken. Daar door wordt mededingen van Nederland sche landbouwproducten op de wereld markt zeer bemoeilijkt. De minister acht dan ook de bezwaren van hen, die uitbreiding van cultuur grond onder deze omstandigheden onge- wenscht achten, op zich zelf begrijpelijk: doch daarnaast begrijpt hij ook hen, die van oordeel zijn, dat de ongunstige eco nomische toestand niet altijd zal voort duren en dat, wanneer in de toekomst verbetering mocht intreden, de verdere inpolderingen bij toenemende bevolking niet alleen een nationaal gewenscht, maar ook een noodzakelijk bezit zullen blijken te zijn. Zou men alleen er op willen letten, om in dezen crisistijd de uitgaven tot een minimum te beperken, dan zou ongetwij feld alle aanleiding bestaan, om den ln- polderingsarbeid te staken en uit te stel len tot betere tijden. Het wil aan de re geering voorkomen, dat dit standpunt niet kan worden ingenomen, want de in- polderingsarbeid blijft naar haar ziens wijze een economisch te verantwoor den arbeid, die niet uitsluitend met het cog gericht op de oogenblikkelijke ver houdingen mag worden bezien. Werken van den omvang als de onderhavige in polderingen. worden uitgevoerd in een reeks van jaren, waarin de economische aspecten voortdurend wisselen. Er is zelfs iets voor te zeggen, dat werken als waar over het hier gaat, van overheidswege worden uitgevoerd in minder gunstige tij den, in de verwachting dat zij in een later tijdstip vruchten zullen dragen. De groote indirecte voordeelen aan elke grondaanwinning, hetzij ontginning of inpoldering, verbonden en waaronder op dit oogenblik in het bijzonder de werk verruiming naar voren treedt, hebben de regeering doen besluiten, om den inpol- deringsarbeid door te zetten. De regeering is van meening, dat de in het Voorloopig Verslag tot uiting komen de opvatting omtrent de in de Wieringer meer verkregen uitkomsten onjuist is. De polder viel in den zomer van 1930 droog en reeds thans, dus in een vroeger sta dium dan aanvankelijk gedacht was, wor den oogsten verkregen, welke in menig geval gelijk staan met die op gelijksoor tige gronden op het oude land gewonnen. Een deel van de lichtere gronden wordt reeds thans geschikt geacht om in handen van particuliere boeren te worden gesteld. Ofschoon nog geen beroep heeft plaats gehad voor het bezetten van deze gron den, hebben zich reeds uit verschillende deelen van het land gegadigden aange meld. Het ligt in de bedoeling met de uitgifte in tijdpacht in den aanstaanden herfst te beginnen: belanghebbenden kunnen te voren gedurende den zomer van dit jaar gelegenheid hebben de gron den van nabij gade te slaan. De gronden van den Noord-Oostelijken polder zijn blijkens de jongste onderzoe kingen van betere hoedanigheid en veel minder zout dan die in den Wieringer- meerpolder. Uit de bemonstering van de laatste twee jaren is gebleken, dat deze gronden homogener zijn en een grootere natuurlijke vruchtbaarheid bezitten dan de Wieringermeergronden; op grond van hun lager zoutgehalte mag worden aan genomen, dat zij In een korter aantal ja ren bouwrijp zullen zijn. Ten aanzien van de beteekenis van de drooglegging voor de werkverruiming moet ih de eerste plaats worden opgemerkt, dat deze ook na het gereedkomen der werken van blijvenden aard is. Daarom is de inpoldering van bijzonder belang, ook al zouden er andere werken zijn, waar van de uitvoering meer arbeid zou vorde ren. Het moge derhalve waar zijn, dat bij wegenbouw het percentage van het loon (direct of indirect) hooger ls dan bij de drooglegging van den noord-oostelijken polder, men mag toch niet uit het oog verliezen, dat met een versnelden wegen- en bruggenbouw nog slechts een klein percentage van alle werkloozen te helpen is en dat daarnaast nog andere objecten noodig zijn om den nood te lenigen. Op gemerkt zij verder dat de boschcultuur reeds In hooge mate voor werkverschaf fing gebezigd wordt en dat arbeidskosten, verbonden aan de ontginning, welke on middellijk na de drooglegging volgt, te vergelijken zijn met die der boschcultuur. De meening van sommige leden, als zoude gehandeld worden in strijd met het aanvaarde beginsel om werkverschaffing uit de gewone middelen te bekostigen, doordat voor de werkverschaffing bij de Inpoldering moet worden geleend, moet op een misverstand berusten. Het ligt niet in de bedoeling het werk uit te voeren in werkverschaffing door arbeiders, wier loon uit de begrootings- posten voor werkverschaffing van Rijk en gemeenten wordt betaald. Het werk moet worden opgevat als een werkverruiming, uitgevoerd door geschoolde en ongeschool de arbeiders, ieder naar den aard van het onderdeel van het werk waarvoor zij ge schikt zijn. Wanneer nu die werkverrui ming niet plaats zou vinden, zouden de daarbij geplaatste arbeiders werkloos zijn en aan hen steun worden uitgekeerd. Al leen die bespaarde steun is bij de bere kening van den eenheidsprijs van een HA. grond in rekening gebracht. Hierin ligt derhalve een grond voor het brengen van dit bespaarde steunbedrag ten laste der gewone middelen zooals ook bij verdere ontwikkeling van de financiering tot uiting zal worden gebracht. De minister kan niet toegeven, dat het element werkverruiming bij de verdere inpolderingen niet meer dezelfde beteeke nis heeft, nu het 60 millioenplan ls geko men, want ook naast dat plan zal bevre diging van de behoefte aan werkverrui ming naar zijn inzicht zooveel mogelijk bevorderd moeten worden. De regeering wenscht eerst den nieuwen dienst ln te stellen, waartoe bereids de eerste stappen worden gedaan, om dan te komen tot een definitief plan, waarvoor die dienst de verantwoordelijkheid kan aanvaarden. De dijk van den noord-ooslelijken pol der behoeft niet de afmetingen te ver krijgen, welke bij niet afgesloten Zuider zee zouden noodig zijn, doch zal behoo ren te voldoen aan den eisch, dat een veilige waterkeering tegen het IJselmeer wordt gevormd. Inderdaad heeft de regeering aan het voorloopig comité voor de Joodsche vluch telingen toezegging gedaan om kosteloos de beschikking te kunnen verkrijgen over barakken en loodsen met inventaris in den Wieringermeerpolder, benevens over den grond, waarop deze barakken en lood sen geplaatst zullen worden. Deze kampen zullen worden ingericht tot een leerdorp, waarin 250 tot 300 Joodsche uitgewekenen worden opgeleid tot land- en tuinbouwers en ambachtslieden. De ter beschikking stelling geschiedt voor niet langer dan 3 jaar. De overige, door het comité ver langde gronden met schuren, worden door de sindsdien opgerichte stichting „Joodsche Arbeid" gehuurd, eveneens voor 3 jaar. en tegen den normalen huurprijs. Verdere toezeggingen heeft de regee ring niet gedaan. De vraag of aan de stichting een subsidie voor 3 jaar moet worden gegeven ten bedrage van de huur- sommen, welke de stichting moet beta len aan de directie van den Wieringer meerpolder, is nog in onderzoek. Door het Comité voor Joodsche vluch telingen zullen waarborgen worden gege ven, dat de vervaardigde producten niet op de Nederlandsche markt zullen ko men, noch op eenige andere wijze Neder landsche concurrentie zullen aandoen, dat de opgeleide werkkrachten niet in ons land zullen blijven en dat de werkmees ters uitsluitend of bijna uitsluitend Ne derlanders zullen zijn. De regeering is van meening, dat de houding, inzake het Jodenvraagstuk door haar in Genève aangenomen, eenige te gemoetkoming aan de vluchtelingen als bovenomschreven wettigt HOOFDINGENIEUR PROV. WATERSTAAT IN UTRECHT. Door Gedeputeerde Staten van Utrecht is de navolgende voordracht ingediend voor de benoeming van een hoofdinge nieur bij den Provincialen Waterstaat in Utrecht, ter voorziening in de vacature van ir. Mussert. 1. Ir. F. E. Enschedé, ingenieur bij den Provincialen Waterstaat te Groningen. 2. Ir. J. C. Pannekoek, eerst-aanwezend ingenieur bij den dienst der Zuiderzee werken te 's-Gravenhage. 3. Ir. H. H. Rieuwerts de Vries, ingenieur bij den Provincialen Waterstaat in Gel derland te Arnhem. „U.D." DE TOESTAND VAN DR. F. M. WIBAUT. Naar wij vernemen is de gezondheids toestand van dr. F. M. Wibaut, welke eenige dagen reden tot pessimisme heeft gegeven, thans vooruitgaande. Een vol ledig herstel wordt zeer wel mogelijk ge acht. «at MONTAGEBRUG BIJ ARNHEM GEPLAATST. Onder groote belangstelling van de zijde van de Arnhemmers, die in dichte rijen langs de Rijnkade geschaard stonden, is gisteren de ijzeren montagebrug over den Rijn bij Arnhem aangebracht, welke brug als hulpbrug dienst zal doen bU de vol tooiing van de vaste brug over den Rijn, Met behulp van een drietal groote drij vende bokken werd het gevaarte, dat Vrij dag j.l. van Schiedam naar Arnhem is overgebracht, in twee stukken over het nog open deel van de rivier gelegd, in den loop van den morgen het eerste stuk en in in den middag het tweede gedeelte. De werkzaamheden verliepen vlot. verspreide berichten. Te Bergen, waar hij sinds eenige ja ren als rustend burger vertoefde, is Zater dag overleden mr. L. van Regteren Altena, oud-kassier-generaal van de Nederland sche Bank en officier in de orde van Oranje-Nassau. De overledene bereikte den i leeftijd van 69 jaar.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1934 | | pagina 9