Het Stadion-concert - Opening nieuwe K. L. M.-luchtlijnen DE VLUCHTELING 75ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad PRIJSVRAAG-FEUILLETON. Hedenavond het Stadionconcert te Amsterdam. FOTO VAN DE GENERALE REPETITIE DOOR HET CONCERT GEBOUW-ORKEST, HET RESIDENTIE-ORKEST EN DE KOREN ONDER LEIDING VAN DR. WILLEM MENGELBERG. LIANE HAID de beroemde Weensche filmster, die in de residentie is neerge streken en optreedt in het Rembrandt- Theater aldaar. OPENING NIEUWE K.L.M.-LUCHTLIJNEN. Links baron van Voorst tot Voorst, de Comm der Koningin in de prov. Over ijssel, bij de opening van de luchtlijn Eindhoven—Twente—Groningen op het vliegveld Twente; rechts: H. M. gezant in Londen, jhr. de Marees van Swinderen, de burgemeester van Hull. mr. Shepherd en de directeur der K.L.M. de heer A. Plesman banket in de Town, Hall van Hull bij de officieele opening van de luchtlijn AmsterdamHullLiverpool. FILMOPNAME VAN DEN A 31 ERIK A AN S CH EN ACTEUR CHARLES FARREL en miss Mary Lawson in Engeland. AANLEG VAN EEN STRAATWEG OP 2000 METER HOOGTE te Hoch- mais bij Salzburg. Deze weg is de hoogste Alpenweg in Europa. PENBROKE STEPHENS de Britsche journalist, werd door de Duitsche regeering uitgewezen. OPENING VAN HET TISOHSEI ZOEN. Siem Nieuwenhuizen, de komiek, met een karper van 38 c.M. Roman door IVANS. 10) .Hi] had de laatste woorden op 'n wat vitdagenden toon gesproken. Blijkbaar vachtte hij van mijn kant de een of andere uiting van minachting of spot over zijn conservatieven aanleg, en het verwon derde mij tevens, dat hij tegenover iemand, dien hij voor niet meer dan een gewonen zwerver houden moest, zoo mededeelzaam was. Ik gevoelde echter niet den minsten jast tot spot, want zijn vasthouden aan de haditie van zijn familie vond ik eerbied waardig. ..En u hebt vandaag dus een bruiloft op tw hofsteê" zelde ik. Hij knikte mij toe, met 'n glimlach, die zijn geheele gezicht als 't ware deed stralen. „Mijn oudste dochter trouwt" zeide °>i- „En jy, Albert Lagermann, moet op de bruiloft komen." „Ik Hij wees op mijn viool. „Muziek is er noodig" zeide hij. „En f heb wel gemerkt, dat je mooier speelt dan 'n ander. We hébben 'n paar blazers 'o strijkers, maar jij schijnt 'n halve kun stenaar te zijn," Hier had ik dan mijn eerste avontuur! j» werd uitgenoodigd om op een bruiloft spelen 'Hoepel ijc nsü des aanvang van mijn kunstenaarsloopbaan vroeger anders had voorgesteld, kwam mij nu het voorstel van den vriendelijken boer bijzonder te stade. Ik behoefde nu den restaurateur van den Kahlenborg niet in mijn vertrouwen te nemen en wat in mijn positie meer be- teekende! de verdiensten begonnen reeds! „Ik zal heel graag komen" zeide ik en maakte daarbij, geheel onwillekeurig, een kleine buiging. Hij keek mij eenige oogenblikken scherp aan, als toen wij elkander zooeven voor het eerst te zien hadden gekregen. „Albert Lagermann!" zeide hij. „Ik heb het al lang bemerkt: je bent niet wat je schijnt!" Wat moest ik daarop antwoorden „Zegt u liever, dat ik niet altijd geweest ben wat ik nu ben" zeide ik ten slotte: en het scheen, dat deze woorden in goede aarde vielen. ,X>at komt zoo ongeveer op hetzelfde neêr" zei Georg Bonner. „Maar mij gaat 't niet aan, hoor! Het is mij er alleen om te doen, dat je ons vanmiddag wat moois voorspeelt. En wat je belooning betreft: den heelen dag meê-eten en vijftig kronen. Bevalt je dat. Ik knikte: de belooning was tweemaal zoo groot als mijn stamkapitaal! „En hoe laat verwacht u mij?" „Je kunt meteen wel met mij meegaan" antwoordde de boer, mij vriendschappe lijk op den schouder kloppende. Ik verklaarde mij daartoe natuurlijk be reid. Toen ik met mijn viool onder den arm naast hem voortstapte, zag ik, dat hij mij van terzijde aankeek. „Heb je niets om dat instrument in te doe»?." vroeg üjj,. „Neen!" zeide ik. „Dat is ook niet noo dig: wanneer liet regent, houd ik het onder mijn jas." „Thuis zullen wij eens zien, of we daar voor niet iets beters bedenken kunnen" zeide Georg Bonner. Wij wandelden nu in de richting van Hollanderdorf, maar voordat wij dit dorpje bereikten .sloegen wij, rechts een weg in, die ons, na een kwartier, naar de hofsteê van mijn nieuwen vriend bracht. Zij lag op een groot, zacht-glooiend ter rein, dat aan drie zijden door de bosschen omgeven was. Aan de vierde had men het uitzicht op de vlakte, maar Weenen zelf was van hieruit niet te zien. Het hoofdgebouw herinnerde aan de groote boerenhuizen in Rijnland en West- falen: het was uit steen opgetrokken en bestond uit parterre en één verdieping met daarboven een hooge zolder verdieping. Schuren, stallen en andere bij gebouwen lagen links en rechts ervan, ter- wel doorploegde velden de plaats aanduid den, waar straks gele korenvelden onder den warmen zomerwind golven zouden. Wij vonden alles op de boerderij in actie. Leven en bedrijvigheid heerschten allerwege. Er was een dansvloer gelegd vóór het huis en de breede ingangspoort werd, juist toen wij het terrein betraden, met groen en bloemen versierd. Daarmede was een boeren-knecht, op een ladder staande, bezig en de takken en bloemen werden hem aangereikt door een jong boerinnetje, dat aan den voet van de lad der stond. Toen wij naderbij kwamen, was het werk juist afgeioopen en het jonge meisje deed een paar stappen achteruit om beter te kunnen oordeelen over het effect, dat de versiering op een afstand maken zou. „Hallo, Else!" riep Georg Bonner. Het meisje keerde zich om en kwam toen dadelijk op ons toe. „Goeienmorgen, vader!" zeide zij. „U is lang weggebleven." „Dat komt, omdat ik onderweg door dezen jongeling opgehouden ben" ant woordde de boer op een quasl-grimmigen toon, maar met een gezicht, waarop van grimmigheid niets te bespeuren was. „Ik heb hem meegebracht, omdat-ie ons van middag iets moet vóórspelen. Hij is name lijk nu 'n zwervend muzikant." De sarcastische nadruk, dien hij op het woordje nu legde, bewees mij, dat het mij niet gelukt was, hem de overtuiging bij te brengen, dat ik geen rol speelde. Trou wens, lk moest erkennen, dat het wel wat naïef van mij geweest was, dit te ver wachten. De wijze, waarop ik gekleed was, alleen reeds zou dit moeilijk gemaakt heb ben. Wat ervan zij, ik was dankbaar, dat de boer zich althans den schijn gaf, dat hij aan nam wat ik hem gezegd had. Hij wendde zich nu tot mij. „Albert Lagermann!" zeide hij (hij scheen gezworen te hebben, mij altijd op deze plechtige wijze toe te spreken). „Dit is mijn tweede dochter. Else, de jongere zuster van de bruid. Zooals je ziet, is zij druk aan den arbeid. Maar misschien vindt zij gelegenheid, je nog iets voor te zetten als ontbijt. Want ik onderstel, dat je daar in de struiken op den Kahlenberg nog wel niets gegeten zult hebben, Algert La germann!' Deze onderstelling was juist, zooals den lezer bekend is. En inderdaad begroette lk met vreugde de gelegenheid om dit ver zuim te herstellen. HOOFDSTUK VI. Bruiloft. Else Bonner leek mij een lief meisje. Het is bekend, dat vele gegoede Oostenrijksche boeren hun dochters een stadsopvoeding geven, zonder daarbij uit het oog te ver liezen, dat zij bestemd zijn om naar het land en het boerenbedrijf terug te keeren. Else Bonner was een wél opgevoed meisje en het boerinnencostuum stond haar aller aardigst Zij verklaarde zich dadelijk bereid voor mijn ontbijt te zorgen en ik moest haar naar binnen volgen, waar zij mij brood, melk en versche eieren, benevens een ge weldig stuk kaas voorzette, zoodat mijn eetlust weldra gestild was. Terwijl ik at, liep Else, die de handen vol ha dmet de preparatieven voor dezen, feest dag, telkens weer bij mij naar binnen, om te zien, of het mij aan niets ontbrak. „Fraulein Else!' zeide ik bij zoo'n ge legenheid. „Op het voorbeeld van uw vader is u zoo bijzonder vriendelijk voor mij, die toch niet méér ben dan 'n gewoon reizend muzikant, dat ik mij afvraag, waaraan ik dat eigenlijk verdien." Zij lachte. „Wij doen dat om u vriendelijk voor ons te stemmen" zeide zij „Dan speelt u vanmiddag des te mooier." „Ik zal mijn best doen, dat beloof iku" antwoordde ik. En daarop informeerde ik naar den tijd, waaróp en de plaats, waar het huwelijk voltrokken zou worden. .(Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1934 | | pagina 5