Humor uit het Buitenland.
LEIDSCH DAGBLAD - Vierde Blad
Zaterdag 2 Juni 1934
FINANCIEEL OVERZICHT.
wil Je niet met den majoor over hengelen
ïaten tot ik klaar ben Je rekt de wol te veel uit"
(Passing Show).
„Dora, nou sta ik er toch op, dat je de wasch
neemt voor we door de volgende -stad komen."
(Passing Show)
.Wat een merkwaardig energieke vrouw is Je moeder
toch I"
„Ja, we gaan de volgende week naar Ameland, en ze
probeert nu het beste middel tegen zeeziekte te ont
dekken." (Passing Show).
als ik het goed begrijp, is U niet met het
ingenomen, mevrouw (Humorist).
De melkboer„Nou, het gaat er ommers teugeswoor-
dig om, de tussehandelaar uit te schakele." (Humorist)
Gezette dame, tot den waarzegger op de liefdadig
heidsbazaar „vin zal Cupldotje me met zijn pijltjes
raken
De waarzegger: -De zie niet ln, hoe hij u ooit zou
kunnen missen." (Humorist)
De scheepvaart in de knel - slechts in
ternationale samenwerking kan redding
brengen - Ongunstige financieele resul
taten van Nederlandsche reederijen
Nederland aanvaardt de Dnitsche
Transferregeling niet - Een
stille beursweek.
Tot de bedrijven, die het sterkst onder
de economische crisis hebben geleden, en
welker vooruitzichten nog altijd uiterst
somber blijven, behoort de scheepvaart.
Erger nog dan onder de crisis zelf gaat
zij gebukt onder de maatregelen, die van
de zijde der regeeringen van verschillen
de landen genomen zijn, om een econo
mische verbetering voor het eigen land
in het leven te roepen. Men denke in de
eerste plaats aan de opheffing van den
gouden standaard in Engeland, de Scan-
dinaafsche landen en de Ver. Staten, die
het concurrentievermogen van de koop
vaardijvloot der desbetreffende staten
moge hebben vergroot, maar die de inter
nationale verhoudingen op het gebied van
de vrachtvaart en het passagiersvervoer
volkomen heeft verstoord. Het is ln de
practijk niet mogelijk gebleken, door
heffing van z.g. „valuta-toeslagen" op in
Ponden, resp. in Dollars genoteerde ta
rieven de vermindering der inkomsten
uit hoofde van de valuta-depreciatie eeni-
germate toe compenseeren. De voor
sprong, die de opheffing van den gou
den standaard aan de scheepvaart van
bepaalde landen heeft gegeven, heeft te
vens het kwade gevolg gehad, dat de sub-
sidieeringspolitiek in andere landen hier
door een nieuwe stimulans heeft gekre
gen. Door geweldige subsidies van staats
wege worden de groote reederijen in Ita
lië, Frankrijk enz. in staat gesteld, dien
sten te onderhouden op trajecten, die
vroeger geheel buiten het terrein van hun
werkzaamheden hebben gelegen. Vergele
ken met het laatste jaar voor den oorlog,
heeft Frankrijk zijn tonnage met 51% uit
gebreid, Italië met 89 pet. Evenals op elk
ander gebied doet zich ook in de wereld
scheepvaart de concurrentie van Japan ge
ducht gevoelen, welk land zijn vloot in ver
gelijking met 1913 met bijna 150 pet. heeft
vergroot.
Vormen de directie en indirecte subsi
dies, de laatste veelal ook in den vorm
van toeslagen bij den bouw van nieuwe
schepen, een aanmoediging voor de uit
breiding van de wereldvloot, hiertegenover
staat, dat het aanbod van lading voort
durend afneemt. Voor een niet gering deel
is dit toe te schrijven aan de Inkrimping
van het handelsverkeer als gevolg van de
lnvoerbelemmeringen, in den vorm van
hooge invoerrechten en contingenteerin-
gen. In het laatste jaar heeft zich vooral
de laatstgenoemde factor in toenemende
mate doen gevoelen.
Blijkens de onlangs door den Volkenbond
gepubliceerde cijfers is de v.ereldinvoer. in
goud uitgedrukt, in vergelijking met 1929
met 65.2 pet. gedaald, terwijl de werelduit-
voer met 64.9 pet. terugging. De verminde
ring in hoeveelheid was wel niet zoó groot,
maar bedroeg toch ook voor den totalen
wereldhandel 30 pet. De tonnage der
wereldvloot is sinds 1913 met bijna 50 pet.
toegenomen, de vervoercapaciteit met
^Ónder^ deze omstandigheden wordt het
voor de Nederlandsche koopvaardijvloot
hoe langer moe moeilijker, den strijd om
het bestaan vol te houden. Naar men weet,
worden er in ons land door de regeering
geen directe subsidies aan de scheepvaart
verstrekt: een zekere steun van overheids
wege wordt echter ook hier verleend. De
in 1932 door de regeering opgerichte Mij.
ter Behartiging van de Nationale Scheep-
vaartbelangen (Benas) verstrekt aan de
hiervoor in aanmerking komende reede
rijen tegen onderpand en vergoeding van
normale rente credieten. De hoop. dat
onze reederijen aldus door de moeilijke
tijden zullen heenkomen, zonder dat ver
dere offers van aandeelhouders en credi
teuren verlangd zullen worden, kan echter
niet groot worden geacht, tenzij de
reeds sinds eenigen tijd hangende plannen,
om door internationale samenwerking tot
een zuivering van den toestand te gera
ken, succes mochten hebben. Op een kort
geleden gehouden Internationale scheep
vaartconferentie is een motie aanvaard,
waarin verklaard is, dat de politiek der
oneconomische subsidies schadelijk is voor
de scheepvaart der verschillende landen in
het bijzonder en voor den internationalen
handel in het algemeen.
De motie spreekt zich uit ten gunste
van rationalisatie, oplegging en slooping
van overtollige tonnage, met medewerking
en hulp der regeeringen. Speciaal tot de
Engelsche regeering is het verzoek ge
richt, een internationale conferentie bij
een te roepen, de tot taak zou hebben,
de reeds uitgewerkte schema's nader te
onderzoeken, teneinde internationaal tot
een oplossing van de moeilijkheden voor
de scheepvaart te komen, die door de
nationale acties hoe langer hoe ingewik
kelder en dreigender zijn geworden.
Van het opstellen dezer plannen tot de
uitvoering ervan is echter een moeizame
en lange weg. Tot dusverre heeft de En
gelsche regeering nog geen beslissing ge
nomen; zelfs is het niet onmogelijk, dat
zij gehoor zal geven aan den eisch om
regeeringssubsldles van dat deel der En
gelsche scheepvaart, dat nog niet tot het
Inzicht ls gekomen, dat alleen internatio
nale samenwerking redding kan brengen.
Ondanks den valuta-voorsprong heeft
ook het Engelsche reederijbedrijf in de
laatste jaren voortdurend ongunstiger re
sultaten geboekt. In 1933 bedroegen de
totale inkomsten uit het scheepvaartver
keer naar raming nog slechts 59 mlllloen
pond sterling, tegen 62 mlllioen pond in
1932. 130 millioen pond ln 1929 en 94
mlllloen pond in 1913.
De ln de laatste weken gepubliceerde
jaarverslagen der groote Nederlandsche
scheepvaartmaatschappijen weerspiegelen
wel duidelijk de moeilijke tijden, die onze
scheepvaart doormaakt. De Holland Ame
rika Lijn heeft haar verlies met f. 794
millioen zien stijgen tot f. 953 millioen.
Naar men weet, is door een drastische
financiëele reorganisatie, waarbij zoowel
van aandeelhouders als van obligatiehou
ders groote offers zijn verlangd, er naar
gestreefd, de boekwaarde der activa meer
ln overeenstemming te brengen met de
werkelijke waarde en de lasten te verlich
ten. Hoewel door alle maatregelen van
reorganisatie, die intern in het bedrijf nog
worden voortgezet, de structuur der ven
nootschap, naar de directie thans ln haar
jaarverslag verklaart, als volkomen gezond
mag worden bestempeld, kan zij toch om
trent de vooruitzichten weinig hoopvol
gestemd zijn, zoolang de economische in
zichten der staten, die aan het internatio
nale verkeer deelnemen, zich niet grondig
wijzigen.
De Koninklijke Nederlandsche Stoomboot
Mij. heeft het verlies op haar exploitatie
rekening ondanks vergaande bezuiniging
eveneens zien toenemen tot ruim f. 1 mil
lioen: door afschrijvingen, die niet meer
ten laste van de geheel uitgeputte reserves
kunnen worden gebracht, ls het totale
verlies tot f. 5% millioen gestegen. Voor
het eerst laat de toestand der kasmiddelen
ook deze scheepvaartmij. niet toe, dit jaar
uitlotingen op de uitstaande obligatie-
leeningen te doen verrichten, tenzij een
plotselinge verbetering in de omstandig
heden mocht intreden, wat wel nauwelijks
te verwachten is. Behalve een restant van
de 4 pet. leening 1909 ad f. 160.0000 en
f. 640.000 der 4'/: pet, leening 1914 heeft de
Koninklijke Boot f. 8 mlllioen aan 5 pet.
obligatiën uitstaan. De rentebetaling op
deze leeningen heeft echter voortgang.
Voor de Indische lijnen is de toestand
nog altijd minder zorgwekkend dan voor
de andere scheepvaartondernemingen,
dank zij het geregelde, zij het ook sterk
ingekrompen verkeer met onzen Oost. Ook
deze maatschappijen zijn er echter niet ln
geslaagd, de steeds voortschrijdende daling
der inkomsten door vermindering der uit
gaven op te vangen en de voor de vloot en
overige bezittingen noodig geachte af
schrijvingen te verleenen. De Stoomvaart
Mij. „Nederland" zag haar inkomsten met
ca. f. 7% millioen dalen, waarvan ca. f. 3
millioen door vermindering van uitgaven
konden worden opgevangen. De Rotter-
damsche Lloyd boekte een exploitatie
winst van f. 2.76 mlllioen tegen nog f. 4.28
millioen vorig jaar. In tegenstelling met de
meeste andere scheepvaartondernemingen,
welker reserves door den langen duur der
crisis geheel uitgeput zijn, kunnen de
Indische lijnen de normale afschrijvingen
nog altijd uit de reserves dekken. Zelfs
zouden de aanwezige reserves het nog mo
gelijk maken, ruimere afschrijvingen te
verrichten, doch hieraan bestaat op het
oogenbllk geen behoefte, aangezien de
vloot voor een betrekkelijk laag cijfer te
boek staat.
De sombere vooruitzichten der scheep
vaart weerspiegelen zich duidelijk in den
koersstand dre aandeelen van de scheep-
vaartmijen, die zich in vele gevallen op
het laagste, tot dusverre bereikte punt
bewegen Het best houden zich nog de aan
deelen der der Koninklijke Paketvaart, die
met haar tot betrekkelijk lage prijzen te
boek staande uitgebreide vloot van kleine
schepen een bijzondere positie in het
scheepvaartverkeer in den Indischem Ar
chipel inneemt Toch heeft ook deze maat
schappij in sterke mate onder de inkrim
ping van het vervoer te lijden, getuige het
feit, dat zij de laatste drie jaar geen di
vidend heeft kunnen uitkeeren. Een op
leving in Ned. Indië, als gevolg van een
eventueele verbetering in eenige cultures,
zou aan deze my. in de eerste plaats ten
goede komen.
In rubberkringen is men nog altijd vrij
optimistisch gestemd ten opzicht van den
invloed der restrictie op de ontwikkeling
van het prijsverloop. al zal deze eerst in
den loop der eerstvolgenden maanden,
wanneer de aanvoeren geleidelijk moeten
verminderen tot uiting kunnen komen.
Dan zal echter moeten blijken, of het mo
gelijk is, de inlandseh« producten door
heffing van een uitvoerrecht of op andere
wijze aan banden te leggen. In de laatste
week heeft de rubberprijs slechts weinig
gefluctueerd en ook de koersen van rub-
beraandeelen hebben in aansluiting hieraan
bijna geen verandering te zien gegeven.
Als een witte raaf kwam de Sumatra Rub
ber Cultuur MIJ. met een Jaarverslag, dat
na behoorlijke afschrijving en reserveering
een netto-winst aantoont, dat de uitkee-
ring van een klein dividend (2toelaat
terwijl het vorige jaar de afschrijvingen
nog niet eens waren verdiend. Dit stemt
hoopvol ten aanzien van de rendements
mogelijkheden voor de rubberondernemin
gen in het algemeen, wanneer de prijs ont
wikkeling gunstig mocht blijven, al moet
de invloed van een productiebeperking op
den kostprijs niet uit het oog worden ver
loren.
Evenals in rubberwaarden is er ook op
de andere afdeelingen der beurs in de af-
geloopen week weinig omgegaan. Berichten
over een uitbreiding der arbeidsmoellljk-
heden in Amerika oefenden een druk op
de stemming uit en ook de algemeene
politieke situatie vormt een rem voor een
uitbreiding van den beurshandel. Het re
sultaat van de Transferconferentie ls vrij
wel zonder invloed op de beurs gebleven,
ondanks het feit. dat dit zoowel voor
Duitschland zelf als voor de crediteuren
onbevredigend moet worden geacht. De
verhoudingen tusschen Duitschland en zijn
buitenlandsche crediteuren zijn nu. echter
eenmaal van dien aard, dat van de be
sprekingen niets goeds te verwachten was.
Voor Duitschland is het het ergste, dat
juist die twee landen die het voor zijn
export het meest noodig heeft, Zwitser
land en Nederland geweigerd hebben
zijn aanbod te accepteeren. terwijl Enge
land en Amerika een groot deel van hun
vordeingen, n.l. die, voortspruitende uit
hun bezit aan Dawes- en Youngleening,
van de overeenkomst hebben uitgesloten.
Voor de buitenlandsche crediteuren, wier
vorderingen wel onder de overeenkomst
vallen, beteekent de regeling de opoffering
van een aanzienlijk deel van het te vor
deren bedrag. In het kort komt deze n.L
hierop neer, dat voor het tweede halfjaar
van 1934 en de eerste helft van 1935 geen
rente in contanten zal worden betaald.
Houders, die dit wenschen. kunnen in
plaats van rente over deze periode een
obligatie met tienjarigen looptijd ontvan
gen, tot het nominale bedrag van hun
rentevordering en luidende in de valuta,
waarin de oorspronkelijk vordering luidde.
Deze obligatin zullen 3 rente dragen en
jaarlijks zal 3 van het uitstaande be
drag dezer obligatiën worden afgelost. Deze
rente en aflossing zullen niet aan transfer-
beperkingen bloot staan. De Rijksbank is
echter ook bereid, de coupons, resp. de
hiervoor ontvangen obligatie, te „verzilve-
ren", echter slechts voor 40 van de
nominale waarde en na een tijdsverloop
van zes maanden. Zij behoudt zich intus-
schen het recht voor. dit aanbod van con
tante betaling van 40 met een opzeg
gingstermijn van 30 dagen weer in te trek
ken, dit laatste natuurlijk voor het geval
te veel houders de voorkeur mochten blij
ken te geven aan het ontvangen van nog
geen half ei boven een bijna leege dop.
Gelukkig behoefden de vertegenwoordi
gers der Nederlandsche crediteuren met
het een noch het andere genoegen te
nemen, dank zij de positie, welke ons land.
wat zijn in- en uitvoer betreft, ten op
zichte van Duitschland inneemt. Ons land
betrekt zoowel meer uit Duitschland dan
het aan dit land levert, dat het uit het
aldus ontstaande overschot gemakkelijk
de Nederlandsche vorderingen uit hoofde
van rente, eventueel zelfs ook aflossing, op
Duitsche obligatiën zou kunnen betalen.
Vermoedelijk zal het wel niet tot een in
verschillende opzichten ongewenschte ge
dwongen clearing behoeven te komen.
Reeds is voor de rente, vervallen in de
tweede helft van 1933 en de eerste helft
van 1934 een bijzondere overeenkomst tus
schen de Duitsche en de Nederlandsche
regeering getroffen, waardoor de Neder
landsche vorderingen ten volle worden ge
honoreerd. Men mag verwachten, dat ook
thans weder een accoord op dergelijke
balsiszal kunnen worden bereikt; zoo niet,
dan zou de Nederlandsche regeering wel
licht gedwongen worden, zelf er voor te
zorgen, dat Duitschland voldoet aan zijn
renteverplichtingen tegenover Nederland
sche houders van Duitsche leeningen.
Terwijl Duitsche fondsen in de afgeloo-
pen week in het afgemeen gedrukt waren,
kon in de ook bulten het nieuwe morato
rium vallende Dawes- en Youngleeningen
een licht koersherstel intreden, dit later
weer voor een reactie plaats maakte. Van
de andere buitenlandsche fondsen waren
de Fransche soorten vast. dank zij de rus
tige wijze, waarop de regeering Doumergue
voortgang maakt met de saneering der
staatsfinanciën. Ook voor Belgische
staatsfondsen bestaat in den ongsten tijd
weer goede belangstelling. Binnenlandsche
beleggingswaarden waren goed prijshou
dend, bij kalmen handel. Ook Indische lee
ningen konden zich goed in koers hand
haven, wat aanleiding geeft om te ver
wachten, dat de nieuwe conversie-trans
actie niet meer lang zal uitblijven.
De verschillende afdeelingen der aan-
deelenmarkt geven geen aanleiding voor
een afzonderlijke bespreking. Het koers
verloop blijkt uit het hieronder volgende
staatje:
Kon. Ned. Stoomboot Mij. 4 1/4, 3.15/16, 4.
Kon. Paketvaart Mij. 75, 75
Rotterdamsche Lloyd 36 3/4. 37, 36 3/4.
Amsterdam Rubber 107 3/4, 106 5/8,
107 3/4.
Hessa Rubber 48 1/4, 45
Sumatra Rubber 120 1/4, 124.
Wal Sumatra 87, 84, 96.
Deli Batavia Mij. 141, 138.
Senembah 133%, 137 3/4, 136.
Handelsver. Amsterdam 1741/4, 173 1/4.
Kon. Petroleum 155%, 153 1/4.
Redjang Lebong 164'/», 170.
Philips 223%, 215 3/4.
Unilever 75 3/4, 74.
MIJ OCEAAN.
THESEUS, Java n. Amst., 31 Mei van Port
Said.
HOLLAND—O. AZ1E LIJN.
GROOTEKERK, 31 Mei van R'dam naar
Japan.
HOLLAND—BRITSCH INDUS LIJN
HOOGKERK, vertrekt 2 Juni van Calcutta
n. R'dam.
KON NED STOOMBOOT MIJ.
AMAZONE, 31 Mei van Barcelona naar
Tarragona.
AURORA, 31 Mel van Valencia n. Amst,
DEUCALION, R'dam n. Middell. Zee, pass.
31 Mei Gibraltar.
GANYMEDES, 31 Mei van Cavalla naar
Izmir.
MEROPE, 1 Juni v.m. 1 u. 30 van Amst.
te Hamburg.
OBERON, 31 Mei n.m. 5 u. 30 van Ham
burg n. Amst.
ORPHEUS, 31 Mel van Kopenhagen naar
Aarhuus.
PLUTO, 31 Mel van Gothenburg n. Amst.
THESEUS. 31 Mei van Danzig te Stettin.
VENEZUELA. 1 Juni van Amst. naar
West-Indië.
ORESTES, 1 Juni van Middell. Zee te Am
sterdam.
ROTTERDAM—ZUID-AMERIKA LIJN.
ALCHIBA, thuisreis, 31 Mei te Santos.
ROTT. LLOYD.
SLAMAT, uitreis, 1 Juni van Southampton.
KOTA AGOENG, thuisr., 1 Juni van Port
Said.
KOTA PINANG, ultr., 31 Mei n.m .9 uur
van Suez.
INDRAPOERA, thuisr., 1 Juni van Port-
Said.
SIBAJAK, thuisr., 1 Juni van Singapore.
DEMPO, thuisr., pass. 1 Juni Sagres.
KOTA NOPAN, 31 Mei van Hamburg te
Bremen.
BALOERAN, uitreis, 31 Mei n.m. 8 u. van
Colombo.
MIJ. NEDERLAND.
TAJANDOEN, ultr., pass. 31 Mei Perim.
BATOE, thuisreis, 31 Mei te Belawan.
CHR. HUYGENS, ultr., 1 Juni v. Genua.
TAWALI, 1 Juni van Java te Amst.
KON. HOLL. LLOYD.
FLANDRIA, uitr., 31 Mei v.m. 10 u. van
Pemambuco.
HOLLAND-WEST-AFRIKA LIJN.
RIETFONTEIN, thuisr., 31 Mei te Antwer
pen; vertrekt 2 Juni naar R'dam.
HEEMSKERK, 31 Mei n.m. 4 u. van Amst.
te Hamburg.
JAVA—NEW YORK LIJN.
DJAMBI, New-York n. Java, pass. 31 Mei
n.m. 2 u. Perim.
KOTA BAROE, Java n. New-York, 31 Mei
te Belawan.
DIVERSE STOOMVAARTBERICHTEN
GRUTTO. 31 Mei van R'dam te Londen.
JONGE JACOBUS. R'dam n. San Louis au
Rhone, pass. 31 Mei Dungeness.
JONGE JOHANNA, Blyth n. Marseille, pas
seerde 31 Mei Bevezler. f.
MAASSTROOM, 30 Mei van Newpoort w
Swansea.
TIBA. R'dam n. Leningrad, pass. 1 J"1"
Kopenhagen.
MIDSLAND, 31 Mei van de Tyne
Sluiskil.
MOORDRECHT. Havre n. de Zwarte zee,
pass. 31 Mei Gibraltar. T..th
RIJNSTROOM, 31 Mei van Amst. te heiu.
WILLEMSPLEIN, R'dam n. Wabana, w
31 Mei 8 u. vun. 67 mijlen O. van ban
End. rtra-
BATAVIER II, 1 Juni van R'dam te c»
vesend. j__4