Koning Boris na den staatsgreep in Bulgarije
DE VLUCHTELING
0* Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
PRIJSVRAAG-FEUILLETON.
Roman door IVANS.
J)
Toen ik alleen op mijn slaapkamer was,
Pas ik op den rand van het bed zitten,
<ffl rustig een poosje na te denken over
plannen. Ik was namelijk in den loop
hn den avond tot de overtuiging geko-
Jsn, dat het 't best zou zijn. wanneer ik
«t huis verliet, zonder mijn moeder per-
bonlijk goeden dag te zeggen. Zij had er
®[o gesproken, dat zij mij maar een klei-
JJSheid aan geld kon meegeven. Toen
stond het bij mij vast, dat zij mij
zou meegeven, omdat ik haar daar-
J* gelegenheid niet geven zou. Ver
moedelijk wilde zij mij helpen uit het geld,
®t Leopold Reiner haar voor het huis-
oouden gegeven had, en ik was vast be-
®>ten. dat mijn stiefvader mij nooit en
tifflmermeer voor de voeten zou kunnen
?trPen, dat ik op zijn kosten leefde. Maar
moest ik het dan aanleggen om „de
'beid in te gaan", zooals ik het in mijn
'Machten noemde?
Jk Was meerderjarig en dus mijn eigen
5® en meester. Er was nog iets bij mi]
'"hen hangen uit den tijd. toen ik 'n
wgen was en een avontuurlijk leven mij
j® onbereikbaar ideaal scheen: iets,
«arover men las, maar dat men zelf nooit
«eemaakte. De gedachten, die mij nu be
kladen, dringen mij alle in de richting
van het avontuurlijke! Het was misschien
voor iemand van mijn jaren kinderachtig,
dat dit het geval was. Men houde echter
in het oog, dat ik in de jaren, die on
middellijk achter mij lagen, geleefd had
op een manier, die ten eenen male in strijd
was met mijn natuurlijken aanleg. Het
vooruitzicht vrij te zijn fen de knellende
banden, die mij hier te Weenen gehouden
hadden, te kunnen verbreken, bedwelmde
mij. Mijn gezond verstand ging op den
loop, misschien! Maar daarvoor in de
plaats kwam een gevoel van groot geluk.
En toen kreeg ik den romantischen in
val van mijn leven! Pas had ik in de
couranten allerlei verhalen gelezen over
twee jongelui van goeden stand, die, zon
der een cent op zak, er als straatmuzi
kanten op uit getogen waren gedurende
vele maanden aldus in hun levensonder
houd hadden voorzien. De couranten had
den niets dan woorden van lof en sympa
thie voor deze beide gehad. Waarom zou
ik hun voorbeeld niet volgenIk
was een goed violist en kon er zeker van
zijn, dat mijn spel overal de aandacht
trekken zou
Maar mijn verdere muzikale opleiding?
Later zorg! Wanneer ik eerst wat geld
had overgespaard, kwam die vraag aan
de orde! Men ziet, dat ik optimist was.
gelijk het de jeugd betaamt.
Ik telde het geld na, dat ik bij mij had.
Het was een bedrag van ongeveer 25
kronen i) Om te beginnen méér dan ge
noeg! oordeelde ik. En hoe langer ik
nadacht, hoe meer ik mij verdiepte in het
veranderde leven, dat mij wachten zou,
des te grooter werd mijn behoefte om
met het verleden te breken.
Ik ging aan de kleine tafel zitten, na
dat ik een vel briefpapier en een enve
loppe uit mijn boekenkastje gehaald had.
dat in een hoek van de kamer stond,
Daarop schreef ik den volgenden brief:
„Lieve Moeder!
Wanneer u dezen in handen krijgt,
heb ik Weenen reeds lang achter den
rug. Maak u niet ongerust over mij: ik
vertrok met goeden moed. U en mijzel-
ven heb ik een smartelijk afscheid wil
len besparen. Daarom ga ik in den
nacht.
Bedenk, dat het niet een afscheid voor
langen tijd is en dat ik u geregeld
schrijven zal. U hebt mij gezegd, dat u
het zich begrijpen kon, dat ik niet lan
ger wensch te blijven.
Het is ook beter, dat ik ga: want ik
zou dien man niet sparen, als hij nog
ééns zoo tegen u optrad als hij gedaan
heeft. Maar u zult dat nu ook niet meer
toelaten!
Geld wil ik niet van u hebben, omdat
hij zou kunnen beweren, dat ik 't van
hém had aangenomen. Bovendien héb ik
nog wat geld en ik zal mijn weg wel vin
den. Nog eens: maak u niet bezorgd.
Spoedig hoort u meer van mij.
Uw zoon AT,BERT."
Nadat ik dezen brief in de enveloppe ge
sloten en geadresseerd had, begon ik mijn
rugzak te pakken. Ik stopte er wat schoon
goed en mijn toilet-artikelen in. Voor
méér was er geen plaats en méér had ik
ook niet noodig.
En toen keek op mijn horloge
Het was eerst half-twaalf!
Mijn stiefvader had ik nog niet hooren
thuis komen en ik was niet van plan weg
te gaan, vóórdat hij terug was. Want
anders liep ik gevaar, hem op de trap of
aan den ingang van het huis te ontmoe
ten: en dit wilde ik vermijden, omdat het
anders stellig tot een heftig tooneel geko
men zou zijn. Want ik was niet voorne
mens ook maar iets aan mijn plannen te
veranderen
In afwachting van zijn terugkomst, ging
ik gekleed op mijn bed liggen om nog wat
te rusten, vóórdat ik den grooten tocht
ondernam .En nu gebeurde, wat bijna
onmogelijk scheen. Hoewel ik, verklaar
baar genoeg, in een staat van opwinding
verkeerde, overmande mij tóch de slaap.
Zoo iets kan iemand alleen maar gebeuren,
wanneer men jong is.
Ik ontwaakte midden in den nacht. Mijn
horloge wees half drie. Mijn stiefvader was
nu ongetwijfeld thuis en voor mij was de
weg vrij, in zooverre men in Oostenrijk,
wanneer men des nachts een huis verlaten
wil, ooit van een „vrijen" weg spreken kan.
Men moet dan namelijk altijd rekening
houden met den „Hausmeister".
Tot recht verstand zij hier aangetee-
kend, dat de groote huizen te Weenen
ieder meerdere families herbergen. Er is
een breede, gemeenschappelijke trap en de
voordeuren van de woningen komen uit op
de gaanderij, die op elke verdieping van
den zoogenaamden „Hof" (binnenplaats)
héén loopt. Op één verdieping zijn meer
dere van zulke voordeuren en dus ook
meerdere woningen.
De ingang van het huis, van de straat
af, is meestal een breede, dubbele deur,
die, van 10 uur 's avonds af, gedurende den
heelen nacht gesloten blijft. De „Haiis-
meister" (huisbewaarder) is echter ver
plicht deze te ontsluiten voor iedereen, die
's nachts thuis komt of het huis verlaat.
Daarvoor geniet hij eiken keer (en per
persoon) 20 heller, dat wil zeggen (zooals
men in den ouden tijd zei)één techstel!
Deze „Hausmeister" nu was' het, dien ik
in den arm moest nemen om het huis te
verlaten. Hij was een groote, wat ruwe
man; maar ik had nooit eenige onaange
naamheid met hem gehad. Evenwel leek
het mij niet gemakkelijk, een voorwendsel
te vinden, jvaarom ik zoo vroeg het huis
verliet. Natuurlijk was ik niet verplicht van
mijn gangen tegenover den „Hausmeister"
rekenschap af te leggen; maar als de man
mij, op zijn gewone ruw-vrijmoedige wijze,
vragen zou, waarom ik in het holst van
den nacht uitging, moest ik toch een
eenigszins aannemelijk antwoord klaar
hebben.
Een oogenblik dacht ik erover, mijn ver
trek eenige uren uit te stellen. Ik zou dan
kunnen zeggen, dat ik een vroegen trein
halen wilde. Dat zou inderdaad de aange
wezen weg geweest zijn: van den trein
gebruik te maken om spoedig op een be
hoorlijken afstand van Weenen te zijn.
Maarik moest rekening houden met
mijn zéér beperkte geldmiddelen!
Bij alle moeilijkheden kwam nog, dat ik
uit zou gaan met mijn rugzak en met mijn
vioolkist! Ik kon dus moeilijk beweren, dat
ik uit visschen ging! Evenwel, juist die
vioolkist bracht mij de oplossing.
Met den rugzak op den rug en de viool
kist in de hand, sloop ik onze voordeur uit
en daarop de trappen af tot aan den huis
ingang, waar ik drukte op den daar aan
wezigen electrischen belknop. Ik wachtte;
maar de „Hausmeister" liet zich niet zien.
Eerst nadat ik drie maal gebeld had, kwam
hij voor den dag, met 'n verslapen gezicht
en hevig gapende.
i) Bedoeld zijn hier de vroegere Oos-
tenrijksche kronen, dus ongeveer f. 12.50
.(Wordt vervolgd).
FEESTELIJKE INTOCHT VAN DEN NIEUWEN BURGEMEES.
TEIt VAN HAZERSWDÜDE den heer J. Warnaar
en mevrouw.
NA DEN STAATSGREEP IN BULGARIJE. Koning Boris ver
toont zich voor het eerst in het openbaar ter gelegenheid van
het feest van de H. Broeders Cyrill en Methodius te Sofia,
DE OOSTENRIJKSCHE BONDSKANSELIER
marksche Stormtroepen bij de vaandelwijding
minister voor de Veiligheid Fey.
DR. DOLLFUSS inde uniform van de Oost-
van 'dit korps vrijscharen. Links naast hem de
Rechts aartsbisschop dr. Innitzer.
DE FILM-ACTEUR EMIL JAN-
NINGS en zijn echtgenoote,
tijdelijk te Amsterdam, aan de
lunch. En hoe 1
DE ACHTSTE VERJAARDAG VAN DE ITALIAANSOHE FASCISTISCHE JEUGDBE
WEGING is te Rome gevierd met een défilé van de fascistische knapen voor den
Duce. De jongens droegen gasmaskers. Op de foto rechts krijgen zij een medaille van
Mussolini.
DE NIEUWE LUCHTLIJN AMSTERDAM-
HULLLIVERPOOL. De Lord-Mayor van Hull,
mr. Shepherd en wethouder J. ter Haar op
Schiphol.
DE LEIDER DER IEKSCHE BLAUWHEMDEN generaal
O'Buffy spreekt te Drogheda in Ierland, tot zijn aanhangers.