HET SPELLING-COMPROMIS X Jaargang ZATERDAG 26 MEI 1934 No. 22753 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN J PRIJS DER ADVERTENTIENI; Ons Prijsvraag-Feuilleton. Q Het voornaamste Nieuws j van heden. Burgerlijke Stand v. Leiden VISSCHERIJBERICHTEN. LEIDSCH DAGBLAD |7| 30 ets. per régel voor advertentiën uit Lelden en plaatsen waar agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere advertentiën 35 Cts. per regel. Kleine advertentiën uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 Cts'. bij een maximum aantal woorden van 30. Incasso volgens postrecht. Voor eventueele opzending van brieven 10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 5 Cts. Bureau NoorUemiJsplem Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postchèque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54. PRIJS DEZER COURANT?] Voor Leiden per 3 maanden 1.2.36; per week 1.0.H Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zün. per week „0.18 Franco per post f. 2.35 portokosten. Dit nummer bestaat uit VIER bladen EERSTE BLAD. v. nel di Zij, die zich op ons Blad abonneeren tijdens den loop van ons Prljsvraag-Feuil- Itlon, ontvangen de voorgaande nummers palis, opdat ook zij nog aan deze Prijs- mag kunnen deelnemen. DE DIRECTIE. DE VERBOUWING VAN HET OUDE ACADEMISCH ZIEKENHUIS. Aan de verbouwing van het Oude Aca demisch Ziekenhuis tot Ethnograflsch museum en Collegegebouw der Ryksunl- versiteit wordt thans met kracht gewerkt. Kaar men aanneemt, zal de tot college- jebouw bestemde westelijke vleugel in het ia najaar zóóver gereedkomen, dat daarin dj de Kerstvacantie voorloopig de colleges kunnen worden ondergebracht, die thans torden gehouden in het door het Rijk ge kuurde gedeelte van de Zeevaartschool. De voltooiing van het overige deel van kit vroegere Ziekenhuis, waarin het Ryks- tuseum van Ethnografie wordt gehuisvest, vurdt in den loop van 1935 tegemoet ge- Door prof. Albert Verwey. ACADEMISCHE EXAMENS. Aan de Rijksuniversiteit alhier is be- I vorderd tot doctor in de geneeskunde op proefschrift „Onderzoekingen over het I rerband tusschen ketonurie en ketonae- mie", de heer W. F. Noordhoek Hegt, geb. te Den Helder. Geslaagd voor het taalkundig doctoraal I «amen indologie de heer L. J. M. van Geest, Vlaardlngen; candldaatsexamen Indisch recht, de heeren E. A. Maitimo en P 0. Metekohy (beiden Den Haag)doc toraal examen rechtsgeleerdheid, de heer J. J Sirks (Den Haag). Geslaagd voor het economisch doctoraal I «amen Indologie de heer D. Oldenburger, 1 Groningen. DE BIOSCOPEN. Een prachtig beeld der ellende, geleden door de Russische Wolga-Duitschers bij hun pogen terug te keeren naar hun Hei- matiand via Siberië en 't huidige Mand- s|oetwo, biedt in 't Luxor-Theater de film .Vluchtelingen". Vol hoop wordt na een uitputtenden Vocht, dwars door het hardvochtige Siberië, na zelfs de vervolging der sovjet-Russen ie hebben doorstaan Charbin bereikt, vaar de vluchtelingen zich veilig wanen. Hier wordt hun hope bedrogen. Zij zijn in Charbin in een heksenketel te land ge komen en waar zij een einde dachten te Jinden van hun moeizamen zwerftocht, «Sint Juist het grootste gevaar. Op zuiver Chineesch gebied oefenen de Russen klopjachten uit op de vluchtelingen, die ah visch in een net worden weggevoerd, naar Moskou, de hel tegemoet to Internationale Commissie op wien be- 'oep op beroep wordt gedaan, weet niet anders te doen dan te praten en achter juridische schoonklinkende leuzen zich towil te houden. In uitersten nood weet tan een vreemden Duitscher een groep Jan 45 uitgewekenen te redden door ze te «helen met zijn onversaagdheid en zijn doorzettingsvermogen Op 't nippertje doet tij hen ontkomen en de toekomst weer t'ijde tegemoet zien. terug naar het vader- bnl Zejf verovert de redder-held zich bin vtouw! Hier is een film vol stillen huivering, lavend een zuiver beeld van den tijdgeest 'an 1928, daar in dien Chineeschen war- Vnkel Tevens vol spanning. Het is den toisseur Heicky gelukt deze blij-eindigen- tragedie met groote menschelijkheid uit ^beelden tot een pakkend en boelend ge- teel. waarbij Hans Albers op verschillende ojze de rol van den redder in den nood totolkt. terwijl Kathe von Nagy als de «m helpende vrouw die zijn echtgenoote "1 worden, hem uitnemend terzijde staat. Zooals men weet, zijn voor deze film de ftoterdamsche pinda-mannen gebruikt om tej Chineesche element weer te geven TOuwens, in onze filmrubriek is daar totoen nog uitvoerig van verteld, zoodat Ij daarop niet meer zullen ingaan. 'oor de pauze draait een zeer span tide detective-story „Achter het masker". kan daarbij ervaring opdoen voor '"ze Feuilleton-prijsvraag! tl met al een program, dat Luxor een Boot bezoek waarborgt Roxy-theater Na een zeer uitgebreid Iwnaal, waarin wij o.a. een spannende ^Wedstrijd te zien krijgen tusschen de Wegen van_Oxford en Cambridge, draait Prof. Albert Verwey. Gaarne voldoe ik aan het verzoek van de Redactie van het Leidsch Dagblad om mij over de Spellingkwestie, nu zij de gemoe deren zoozeer bezighoudt, in het openbaar uit te spreken- Ik zou kunnen volstaan met te verwijzen naar het feit dat ik als lid van de door minister Marchant ge vormde commissie het compromis heb helpen tot stand brengen. Daaruit volgt dat ik het voorsta en dat ik voorloopig geen andere overeenstemming voor moge lijk houd. Maar reeds het woord Com promis geeft mij aanleiding tot de over weging dat daaromtrent toch wel iets te zeggen is. Verschillende bestrijders van het voorstel-Marchant, en daaronder sommigen wier uitspraak men niet schou derophalend voorbij kan gaan, hebben de vraag gesteld: „Is er wel een Compromis?" Dat niet alleen, maar zij hebben het feit dat er een compromis getroffen is, geloo chend. Dit nu, is naar mijn meening, on juist. Na zeer ampele besprekingen, waar bij ieder het zijne toegaf, en niets als be sloten werd aangenomen dan wat door allen was goedgekeurd, zijn de punten van het voorstel op schrift gebracht en in dc notulen opgenomen. Ook laat ik er dit dadelijk bijzeggen de afschaffing van dc buigings-n. Maar hier begint nu juist de tegen spraak. Hoe komt het dan, vraagt men, da* het voorstel, zooals het tenslotte onder teekend werd en in de Mededeclingen van het Departement van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen werd uitgegeven, een noot bevat waarin een van de Commissie leden, Dr. J. van Ginneken. „uitdrukke lijk wenst te zien vastgelegd, dat hij voor het algeheel vervallen van de naamvals-n, de verantwoordelijkheid niet wenst te aanvaarden". Loochent dit lid daarmee zelf niet dat het Compromis werd tot stand gebracht? Ik geloof dat prof. van Ginneken de eerste zou zijn om dit tegen te spreken. Hij heeft het Compromis, insluitende de afschaffing van de buigings-n. mee tot stand gebracht- Hij heeft ook het Compro mis in zijn geheel meegeteekend. Maar hij deed het onder hevige strijd, zooals ook andere leden niet zonder strijd hunner zijds concessie's deden. Die anderen waren koelbloediger. Zij zagen in, dat, nu het Compromis getroffen was. zij hun gevoel het zwijgen moesten opleggen. Prof. van Ginneken kon dat niet. Hij kon er zich niet toe brengen het stuk, hoezeer ook met zijn medewerking en goedkeuring opge steld, te teekenen zonder dat hem ten minste het recht werd toegekend aan zijn bange voorgevoelens betreffende de ge volgen van het afschaffen van de bui gings-n lucht te geven. Zijn medeleden hebben ingezien dat daartegen geen be zwaar bestond. Waarom zou Dr. van Gin neken niet mogen zeggen dat hij voor de gevolgen die de afschaffing zou kunnen hebben de verantwoordelijkheid niet aan vaardde? Niet hij voor eenig bizonder punt, maai* de Commissie in haar geheel is voor het heele voorstel verantwoorde lijk, en dit voorstel teekende Dr. van Gin neken mee. zy die beweren dat het Compromis is uitgebleven, hebben zich niet genoeg door drongen van het besef dat een Compromis altijd hartzeer nalaat in ieder die om te bereiken wat hij verkreeg, iets moest op geven wat bem dierbaar was. Nu dit punt, de afschaffing van de bui- gings-n, met zooveel hartstocht besproken wordt, wil ik wel eens zeggen wat daar omtrent mijn ervaring is. Dit moge zijn nut hebben voor een bepaalde groep van de bestrijders: de schrijvers in vers en proza. ZU zeggen dat die n zulk een groote waarde heeft als styi-middel, dat zy als vloeiende verbindingsletter de volzin wel- luidender maakt. Ik was vroeger ook van die meening. Wie myn geschriften van twintig, dertig jaar geleden leest, zal zien dat ik er rijkeiyk gebruik van maakte. Daarna ben ik begonnen haar weg te laten, zooals vroegere schrijvers van 't vloeiende „hetzelve, eene, mijnen" afstand hadden gedaan. Ik ondervond er geen nadeel van. Niet in het proza, dat ik nu nader aan het dadelijk spreken brengen kon. Ook niet in het vers. dat dichter kon worden, minder klanklooze silben te verwerken kreeg en veelvuldiger de klinkers kon laten samen vloeien. Toch ben ik niet fanatiscli te werk gegaan. Ik heb mij een paar ]aar de tyd gegund om al de „gevolgen" die het weg laten voor mijn stijl had te beproeven, en, als die weglating mij schadelijk bleek, erop terug te komen. Als mijn medeschrijvers die nu zoo hevig voor het vasthouden aan de n opkomen, eens een soortgeiyke proef namen, zouden zij waardevolle ervaringen opdoen. Zij zouden zien dat onze taal met haar eindeloos aantal van klanklooze en- uitgangen. geen behoefte heeft aan dit op zettelijk vasthouden, en dat wij blij mogen zyn er een voorraad van kwijt te raken. De buigings-n moge door linguïsten om haar functioneele waarde bemind worden, de spraakmakende gemeente heeft er mee afgerekend en voor de schrijvers werd zij een cliché. Er Is met verschillende middelen 1 getracht de waarde van het getrof- i fen Compromis te verkleinen De Commis- j sie, zei men, was in de hoogste mate een- zydig. Ik kan dit niet toegeven- zy be vatte drie besliste aanhangers van de spelling Kollewijn. Maar bij de ondertee kenaars van het voorstel zy'n behalve de twee andere Commissieleden ook minister Marchant en prof. van Poelje Bij beiden bestond stellig veeleer het voornemen de Vereenvoudigers te bewe gen tot toegeven, dan dat. zij hun eischen i zouden hebben aangemoedigd. Het gevolg is dan ook geweest dat, hoewel zy op be- langrijke punten, gewetenshalve, zich ver plicht hebben gevoeld vol te houden, groote concessies door hen zijn gedaan. Het is waar dat men nu die concessies weer als een wapen tegen hen wendt. Het compromis hjdt aan innerhjke tegen spraak. Het bevat meer uitzonderingen dan by spellingregels wenschelijk is. Zeker, maar daarom juist is het een Compromis en daaruit juist bhjkt dat de Vereenvou digers het niet voor het zeggen hebben gehad. Een zeer slechte aanval wordt op het voorstel gedaan door hen. die trachten het te doen uitstellen, die trachten het ongedaan te maken, die trachten regee- rings-colleges, wetenschappeiyke lichamen, het parlement zelfs erin te betrekken. Met het doel om tot een beter compromis te geraken? Neen, uitsluitend met het doel om te zorgen dat alles by het oude blijft. Een scherp aandringer op deze taktiek is het „lid van den Hoogen Raad" Prof. Mr. B. M. Taverne. In een artikel van het Algem. Handelsblad (Woensdag 16 Mei, Abi.) treedt deze schrijver op als de woord voerder van „tienduizenden ordeiyke bur gers" die op dit oogenblik ïyden aan „een gevoel van onbehaaghjkheid". Even verder zyn het niet de ordelijke, maar de „recht geaarde burgers" die hy vertegenwoordigt. Van de spelling-vraag weet hy niets, hy wil er „voor dit oogenblik" ook niet over spreken. Hy wil nu enkel „betoogen, dat wat nu wordt voorgesteld, niet moet wor den aanvaard". Waarom niet? Wel, omdat hyzelf en met hem de tienduizenden orde- ïyke, rechtgeaarde burgers, die nu tot „meerderheid" en ten slotte tot „het volk" gepromoveerd worden, er niet van we ten wil. De Minister moet de „volkswil" raadplegen. Hoe? De Regeering roepe de Kamers byeen. De Volksvertegenwoordiger zal weten.... Wat? Wat de heer Taverne eigeniyk niet weet of hem wel gevraagd kan worden. Want, onmiddeiyk nadat hij deze Kamer-uitsDraak de „ideale methode genoemd heeft, begint hy te aarzelen. „Of dit practlsch mogelyk is? Ik weet het niet. Ik hoop het." Maar als dit dan niet prac- tisch mogelijk is. dan maar wat anders. „Alle gemeenteraden, Kamers van Koop handel, rechterlyke colleges, senaten van hoogescholen en universiteiten, studenten verenigingen, j ournalistenvereenigingen, enz." Ja, waarde heer. zoo kunt u door gaan. U kunt er de Vakvereenigingen, de Kerkbesturen en de Boerenbonden gerust nog wel by noemen. Is dit van de heer Taverne te veel gevergd of meent men dat ik nu den draak met hem steek? Ik zal er my wel voor wachten, en het hoeft ook niet. Want om zelf ten slotte geen enkele categorie buiten beschouwing te laten, eindigt hy„Voor een referendum zou ook wat te zeggen zyn. Maar dit Instituut kennen wij nu eenmaal niet." Ik zou deze jurist willen vragen of hy wel eens van een Compromis gehoord heeft? Zooeven zei Ik dat hy eindigde, maar dat is zoo niet: hy komt nog met eenlge bezwaren, het wetten-materiaal betref fende, en roept dan zegevierend uit: „Al deze bezwaren zyn niet besproken en niet overdacht." Ik kan de heer Taverne verzekeren dat er by zyn bezwaren geen enkel is dat niet in de Commissie ter sprake gekomen en overdacht is. Hy schynt van de gedachte uit te gaan dat hier een hoopje onorde- lyke, slechtgeaarde lieden nu maar eens iets samengeflanst hebben, zich verkneu kelend in het voorzitterschap van een overmoedige en bovendien domme Minister die te hunnen behoeve het brave Neder land wel eens zou „overrompelen". Ik heb het zoo niet ingezien. De spel ling-kwestie is gedurende veertig jaar door menschen van talent en geweten naar alle zyden doordacht en besproken. Meer dan eens is een poging gedaan om tot over eenstemming te geraken. Geen van die pogingen gelukte Eindelyk is er nu een Compromis Een Compromis, by het op stellen waarvan men het voordeel had van de ervaringen van vroeger jaren. Een Compromis, getroffen op een tydstip dat de drang naar eenmaking in allerlei af- deelingen van het maatschappelyk leven zich gelden deed. Een Compromis waarin de Regeering van het land evenveel aan deel had als Onderwys, Letterkunde en Wetenschap. Wie dit bestrijden wil moet het weten. Hij doe het dan met kennis van zaken en met de lust een betere over eenstemming te vinden dan de getroffene. Maar wie het doet moet wel bedenken dat men een Compromis makkelijker breekt dan maakt, en dat verwerping van de nu voorgeslagen Orde tot noodzakelijk gevolg zal hebben dat de Wanorde grooter wordt dan ooit. ALBERT VERWEY. Noordwyk a. Zee, 24 Mei 1934. BINNENLAND. Ons parlementair overzicht. (3e Blad). Het verkeersfonds; zullen uitkeeringen aan gemeenten gedaan worden, niet be stemd voor het verkeer? (Binnenland, 3e Blad). De roeiwedstrijden van Hollandia. (Sport, 4e en le Blad). BUITENLAND. Rede van Barthou in de Fransche Ka mer. (Buitenl., le Blad). Diverse besprekingen te Parys. Een ver klaring van Henderson. (Buitenl. en Tel., le Blad). Het standrecht in Oostenryk uitgebreid, (Buitenl., le Blad). Moeilijkheden in Roemenië. (Buitenl., le Blad). nlng van hèm en nu zal zyn drijvend zwempak goede diensten gaan bewyzen. Hij wint den wedstrijd, maar hóe: met allerlei trucs en handigheidjes weet hy al zwemmend, voortgetrokken door een groote visch en loopend over den zee bodem de prys te behalen, doch zyn mooiste trophee is wel de lieftallige doch ter van zyn gastheer! „De dryvende zwembroek" is een aar dige klucht, in een snel tempo en een voortdurende climax opgenomen, vol grap pige wendingen en met guitig spel van Joe E. Brown, een komiek zonder weerga en met een onbetaalbaar gezicht. „De Spookexpresse" is een spannende spoorwegfilm, die zyn goede kwaliteiten weer op een ander gebied heeft. Men ga zich er zelf van overtuigen 1 voor de pauze de komische film ..De Co- hens en Kellys in moeilijkheden", waarin de hoofdrol'en worden vervuld door George Sydney en Charlie Murray. Met hun grap pen weten zy het publiek van het begin tot het eind te boeien. Na de pauze reprise van de film „Acht meisjes in een boot", waarvan het frissche spel van de meisjes der roeivereeniging „Seeschwalben" zeer de aandacht trekt. Wy zullen u den Inhoud niet vertellen, daar dit de spanning zou wegnemen, maar raden u aan deze belang rijke film zelf te gaan zien. Zy is een gang naar dit theater alleszins waard. Trianon-theater Een zeer voorname en sobere film, werkelijk een evenement in dit filmseizoen, is „La Bataille", naar den bekenden roman van Claude Farrère; het waardige verhaal van een zeeslag, die door de Japanners wordt gewonnen. Maar men moet niet vragen, welke slachtoffers hierby vallen. Niet zoozeer in den stryd met kanonnen en andere wapenen want deze maakt maar een zeer klein deel van deze geschiedenis uit doch in het leven van graaf Yorisaka, gravin Mitsou- ko en den Engelschen marine-comman dant, die als neutraal attaché den sla; meemaakt. Het gaat er den Japanschen officie: slechts om. achter de geheimen der Engel- sche krygsmethodes te komen en daartoe zet hy de liefde van zyn echtgenoote op het spel; in zyn hart de sluwe Japanner, voor wie de oude traditie alles Is en deze ook in de binnenkamer eert, neemt hij uiterlyk alle moderne Europeesche zeden in acht. dwingt ook zyn vrouw daartoe, om zoodoende intrigeerend het vertrou wen van den Engelschman te winnen. Men begrijpt, dat deze houding tot conflicten leiden moet; de vriendschap tusschen Mit„ souko en commandant Fergan leidt tot liefde tusschen deze beide, waardoor Yori- saka's levensgeluk wordt verwoest. De oorlog wordt gewonnen, Fergan sterft op het veld van eer aan zyn verwondingen. Yorisaka, die uit liefde voor zyn vader land, zooveel heeft opgeofferd, pleegt ten slotte hara-kiri, met al het daaraan ver bonden ceremonieel Oogenschynlyk een wat sensationeel, banaal verhaal, maar ge moet het edele spel der beide hoofdfiguren Charles Boyer en Annabella zien! Welk een nobele en strenge vertolking! De vrome hooghartige Oosterling, heer en gebieder over zyn vrouw, is zeldzaam indrukwekkend gety peerd met zyn smartelijken mond en zware oogleden, beminnelijk en onder danig wanneer het den Westerling betreft, nimmer hem toonend zyn anderen aard. Daarnaast Annabella, die met de grootste ntelligentie de rol van Japansch kind- Touwtje speelt. Een voortreffelyk ge laagde karakteristiek van deze moeiiykr ipgave. Een Oostersche creatie van twee Westerlingen, die superieur genoemd mag worden. i Op minder hoog niveau John Loder als Engelsch zee-officier en in een byrol In- kijinoff, die mdertyd in Poedifkin's „Storm over Azië" zulk een enormen indruk maakte Een zeldzame film wordt hier gebracht, die de geweldige vooruitgang der Fransche filmindustrie duidelyk toont. Nicolas Farkas heeft hiermee als regisseur zich onder de allergrootsten weten te plaatsen Vóór de pauze een sensationeele film uit de Parysche crimineele wereld „Vij anden der Wet", waarin géén meter zon der spanning is en de beeldschoone Mar- celle Chantal de centrale figuur is. Een programma dus, dat een uitzonderlyke positie inneemt. Casino-Theater. „De dryvende zwem broek" is een zwempak van een zooda nige samenstelling, dat de zwemmer er onmogelyk in zal kunnen zinken, en een uitvinding van de kantoorbediende Joe Holt. Tot zyn ongeluk heeft een bekende zwemkampioen een gelyke naam als hy. En wanneer de zwemkampioen Joe Holt ingehaald moet worden, valt dit tegen wil en dank, den kantoorbediende Joe Holt ten deel, die zich van alle huldebe toon wil bevryden, doch zelfs de kans niet krygt te vertellen, dat hy geen kam pioen is en niet eens zwemmen kan en waterschuw is. By den wedstryd ver- wacht een ieder natuurlyk een overwin- j Geslaagd is voor het examen apo thekers-assistente mej. A. H. Carrière (Den Haag). Geslaagd is voor het Ryksexamen. af genomen door het Hoofdbestuur der Pos teryen en Telegrafie te Den Haag, de heer C. Christiaanse alhier, leerling van de Radio-cursus v. d. Bos. Roepnaam voor zijn zendstation is PAOPCM. By beschikking van den minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen is tlidelyk opnieuw benoemd tot conservator by de heelkunde aan de Ryksuniversiteit alhier dr. H. Wamsteker. Met ingang van Vrijdag 1 Juni a.s. wordt de opzichter-machinist der Neder- landsche spoorwegen de heer L. Hoogen- donk in gelyke functie overgeplaatst van het station alhier naar Utrecht Centraal station. GEBOREN: Cornelis, z. van J. Holswilder en G. van Houten Susanna Catharina, d. van W. M. de Leen en C. Kriek Hendrina, d. van J. Ruwaard en H. Kerkman Elisa beth Neeltje, d. van J. H. Knol en J, Nygh Cornelis, z. van J. Kuiken en J. S. Oldenburg Hubertus, z. van B. v. d. IJssel en J. F. G Sluis Christina Jose- phina, d. van J. Meyers en C. J. G. Abra hams Catharina, d. van A. H. J. She- rings en A Sierat Johanna Petronella Wilhelmina, d. van A. H. J. Slierings en A. Sierat. ONDERTROUWD. J. F. van Meurs, 24 jaar en W. M. v. d. Burg, jd. 23 jaar L. W. M. Gaijkema, jm. 27 jaar en J. W. G. Mulder, jd. 25 jaar M. J. v d. Reek. jm. 27 jaar en M. Kulj- venheven, jd 26 jaar. OVERLEDEN. M Chr. Pieters, man, 56 jaar F. J. A. Woltjes, man, 31 jaar. IJMUIDEN, 26 Mei. Tarbot per kilo f. 1.00—G.75. griet per kist van 50 kilo f. 30—13, tongen per kilo f. 1.100.65, middelschol per kist van 50 kilo f. 30, zetschol f27, kleine schol f25 f. 4.50, schar f7 50—5, tongschar f. 31—25, roggen- per 20 stuks f. 16, pieterman en poontjes f. 7 70—5.60, middel schelvisch f. 14.5013.50, kleinmiddel schelv. f. 129, kleine schelv. f. 10—6, kabeljauw per kist van 125 kilo f. 3716, gullen per kist van 50 kilo f. 10.505.00, lengen p. stuk f. 0.90- f0.40, heilbot per kilo f. 0.75, wyting per kist van 50 kilo f. 3,30, koolvisch per stuk f. 0.18, makreel per kist van 50 kilo f. 8.50-6.70. Aangekomen 1 stoomtrawler: IJM 48 met f. 3825 en 6 loggers: KW 49 met f.565, KW 78 met f. 1344, KW 124 met f, 1015, KW 95 met f. 954. KW 36 met f. 497 en Kw 3 met 1127 besomming.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1934 | | pagina 1