HET SPELLING-COMPROMIS
X
Jaargang
ZATERDAG 26 MEI 1934
No. 22753
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
J
PRIJS DER ADVERTENTIENI;
Ons Prijsvraag-Feuilleton.
Q
Het voornaamste Nieuws j
van heden.
Burgerlijke Stand v. Leiden
VISSCHERIJBERICHTEN.
LEIDSCH
DAGBLAD
|7|
30 ets. per régel voor advertentiën uit Lelden en plaatsen
waar agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle
andere advertentiën 35 Cts. per regel. Kleine advertentiën
uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 Cts'.
bij een maximum aantal woorden van 30.
Incasso volgens postrecht. Voor eventueele opzending van
brieven 10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 5 Cts.
Bureau NoorUemiJsplem Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postchèque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54.
PRIJS DEZER COURANT?]
Voor Leiden per 3 maanden 1.2.36; per week 1.0.H
Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zün. per week „0.18
Franco per post f. 2.35 portokosten.
Dit nummer bestaat uit VIER bladen
EERSTE BLAD.
v.
nel
di
Zij, die zich op ons Blad abonneeren
tijdens den loop van ons Prljsvraag-Feuil-
Itlon, ontvangen de voorgaande nummers
palis, opdat ook zij nog aan deze Prijs-
mag kunnen deelnemen.
DE DIRECTIE.
DE VERBOUWING VAN HET OUDE
ACADEMISCH ZIEKENHUIS.
Aan de verbouwing van het Oude Aca
demisch Ziekenhuis tot Ethnograflsch
museum en Collegegebouw der Ryksunl-
versiteit wordt thans met kracht gewerkt.
Kaar men aanneemt, zal de tot college-
jebouw bestemde westelijke vleugel in het
ia najaar zóóver gereedkomen, dat daarin
dj de Kerstvacantie voorloopig de colleges
kunnen worden ondergebracht, die thans
torden gehouden in het door het Rijk ge
kuurde gedeelte van de Zeevaartschool.
De voltooiing van het overige deel van
kit vroegere Ziekenhuis, waarin het Ryks-
tuseum van Ethnografie wordt gehuisvest,
vurdt in den loop van 1935 tegemoet ge-
Door prof. Albert Verwey.
ACADEMISCHE EXAMENS.
Aan de Rijksuniversiteit alhier is be-
I vorderd tot doctor in de geneeskunde op
proefschrift „Onderzoekingen over het
I rerband tusschen ketonurie en ketonae-
mie", de heer W. F. Noordhoek Hegt, geb.
te Den Helder.
Geslaagd voor het taalkundig doctoraal
I «amen indologie de heer L. J. M. van
Geest, Vlaardlngen; candldaatsexamen
Indisch recht, de heeren E. A. Maitimo en
P 0. Metekohy (beiden Den Haag)doc
toraal examen rechtsgeleerdheid, de heer
J. J Sirks (Den Haag).
Geslaagd voor het economisch doctoraal
I «amen Indologie de heer D. Oldenburger,
1 Groningen.
DE BIOSCOPEN.
Een prachtig beeld der ellende, geleden
door de Russische Wolga-Duitschers bij
hun pogen terug te keeren naar hun Hei-
matiand via Siberië en 't huidige Mand-
s|oetwo, biedt in 't Luxor-Theater de film
.Vluchtelingen".
Vol hoop wordt na een uitputtenden
Vocht, dwars door het hardvochtige Siberië,
na zelfs de vervolging der sovjet-Russen
ie hebben doorstaan Charbin bereikt,
vaar de vluchtelingen zich veilig wanen.
Hier wordt hun hope bedrogen. Zij zijn
in Charbin in een heksenketel te land ge
komen en waar zij een einde dachten te
Jinden van hun moeizamen zwerftocht,
«Sint Juist het grootste gevaar. Op zuiver
Chineesch gebied oefenen de Russen
klopjachten uit op de vluchtelingen, die
ah visch in een net worden weggevoerd,
naar Moskou, de hel tegemoet
to Internationale Commissie op wien be-
'oep op beroep wordt gedaan, weet niet
anders te doen dan te praten en achter
juridische schoonklinkende leuzen zich
towil te houden. In uitersten nood weet
tan een vreemden Duitscher een groep
Jan 45 uitgewekenen te redden door ze te
«helen met zijn onversaagdheid en zijn
doorzettingsvermogen Op 't nippertje doet
tij hen ontkomen en de toekomst weer
t'ijde tegemoet zien. terug naar het vader-
bnl Zejf verovert de redder-held zich
bin vtouw!
Hier is een film vol stillen huivering,
lavend een zuiver beeld van den tijdgeest
'an 1928, daar in dien Chineeschen war-
Vnkel Tevens vol spanning. Het is den
toisseur Heicky gelukt deze blij-eindigen-
tragedie met groote menschelijkheid uit
^beelden tot een pakkend en boelend ge-
teel. waarbij Hans Albers op verschillende
ojze de rol van den redder in den nood
totolkt. terwijl Kathe von Nagy als de
«m helpende vrouw die zijn echtgenoote
"1 worden, hem uitnemend terzijde staat.
Zooals men weet, zijn voor deze film de
ftoterdamsche pinda-mannen gebruikt om
tej Chineesche element weer te geven
TOuwens, in onze filmrubriek is daar
totoen nog uitvoerig van verteld, zoodat
Ij daarop niet meer zullen ingaan.
'oor de pauze draait een zeer span
tide detective-story „Achter het masker".
kan daarbij ervaring opdoen voor
'"ze Feuilleton-prijsvraag!
tl met al een program, dat Luxor een
Boot bezoek waarborgt
Roxy-theater Na een zeer uitgebreid
Iwnaal, waarin wij o.a. een spannende
^Wedstrijd te zien krijgen tusschen de
Wegen van_Oxford en Cambridge, draait
Prof. Albert Verwey.
Gaarne voldoe ik aan het verzoek van de
Redactie van het Leidsch Dagblad om mij
over de Spellingkwestie, nu zij de gemoe
deren zoozeer bezighoudt, in het openbaar
uit te spreken- Ik zou kunnen volstaan
met te verwijzen naar het feit dat ik als
lid van de door minister Marchant ge
vormde commissie het compromis heb
helpen tot stand brengen. Daaruit volgt
dat ik het voorsta en dat ik voorloopig
geen andere overeenstemming voor moge
lijk houd. Maar reeds het woord Com
promis geeft mij aanleiding tot de over
weging dat daaromtrent toch wel iets
te zeggen is. Verschillende bestrijders van
het voorstel-Marchant, en daaronder
sommigen wier uitspraak men niet schou
derophalend voorbij kan gaan, hebben de
vraag gesteld: „Is er wel een Compromis?"
Dat niet alleen, maar zij hebben het feit
dat er een compromis getroffen is, geloo
chend. Dit nu, is naar mijn meening, on
juist. Na zeer ampele besprekingen, waar
bij ieder het zijne toegaf, en niets als be
sloten werd aangenomen dan wat door
allen was goedgekeurd, zijn de punten van
het voorstel op schrift gebracht en in dc
notulen opgenomen. Ook laat ik er dit
dadelijk bijzeggen de afschaffing van dc
buigings-n.
Maar hier begint nu juist de tegen
spraak. Hoe komt het dan, vraagt men, da*
het voorstel, zooals het tenslotte onder
teekend werd en in de Mededeclingen van
het Departement van Onderwijs, Kunsten
en Wetenschappen werd uitgegeven, een
noot bevat waarin een van de Commissie
leden, Dr. J. van Ginneken. „uitdrukke
lijk wenst te zien vastgelegd, dat hij voor
het algeheel vervallen van de naamvals-n,
de verantwoordelijkheid niet wenst te
aanvaarden". Loochent dit lid daarmee
zelf niet dat het Compromis werd tot
stand gebracht?
Ik geloof dat prof. van Ginneken de
eerste zou zijn om dit tegen te spreken.
Hij heeft het Compromis, insluitende de
afschaffing van de buigings-n. mee tot
stand gebracht- Hij heeft ook het Compro
mis in zijn geheel meegeteekend. Maar hij
deed het onder hevige strijd, zooals ook
andere leden niet zonder strijd hunner
zijds concessie's deden. Die anderen waren
koelbloediger. Zij zagen in, dat, nu het
Compromis getroffen was. zij hun gevoel
het zwijgen moesten opleggen. Prof. van
Ginneken kon dat niet. Hij kon er zich niet
toe brengen het stuk, hoezeer ook met
zijn medewerking en goedkeuring opge
steld, te teekenen zonder dat hem ten
minste het recht werd toegekend aan zijn
bange voorgevoelens betreffende de ge
volgen van het afschaffen van de bui
gings-n lucht te geven. Zijn medeleden
hebben ingezien dat daartegen geen be
zwaar bestond. Waarom zou Dr. van Gin
neken niet mogen zeggen dat hij voor de
gevolgen die de afschaffing zou kunnen
hebben de verantwoordelijkheid niet aan
vaardde? Niet hij voor eenig bizonder
punt, maai* de Commissie in haar geheel
is voor het heele voorstel verantwoorde
lijk, en dit voorstel teekende Dr. van Gin
neken mee.
zy die beweren dat het Compromis is
uitgebleven, hebben zich niet genoeg door
drongen van het besef dat een Compromis
altijd hartzeer nalaat in ieder die om te
bereiken wat hij verkreeg, iets moest op
geven wat bem dierbaar was.
Nu dit punt, de afschaffing van de bui-
gings-n, met zooveel hartstocht besproken
wordt, wil ik wel eens zeggen wat daar
omtrent mijn ervaring is. Dit moge zijn
nut hebben voor een bepaalde groep van
de bestrijders: de schrijvers in vers en
proza.
ZU zeggen dat die n zulk een groote
waarde heeft als styi-middel, dat zy als
vloeiende verbindingsletter de volzin wel-
luidender maakt. Ik was vroeger ook van
die meening. Wie myn geschriften van
twintig, dertig jaar geleden leest, zal zien
dat ik er rijkeiyk gebruik van maakte.
Daarna ben ik begonnen haar weg te laten,
zooals vroegere schrijvers van 't vloeiende
„hetzelve, eene, mijnen" afstand hadden
gedaan. Ik ondervond er geen nadeel van.
Niet in het proza, dat ik nu nader aan het
dadelijk spreken brengen kon. Ook niet in
het vers. dat dichter kon worden, minder
klanklooze silben te verwerken kreeg en
veelvuldiger de klinkers kon laten samen
vloeien. Toch ben ik niet fanatiscli te werk
gegaan. Ik heb mij een paar ]aar de tyd
gegund om al de „gevolgen" die het weg
laten voor mijn stijl had te beproeven, en,
als die weglating mij schadelijk bleek, erop
terug te komen. Als mijn medeschrijvers
die nu zoo hevig voor het vasthouden aan
de n opkomen, eens een soortgeiyke proef
namen, zouden zij waardevolle ervaringen
opdoen. Zij zouden zien dat onze taal met
haar eindeloos aantal van klanklooze en-
uitgangen. geen behoefte heeft aan dit op
zettelijk vasthouden, en dat wij blij mogen
zyn er een voorraad van kwijt te raken.
De buigings-n moge door linguïsten om
haar functioneele waarde bemind worden,
de spraakmakende gemeente heeft er mee
afgerekend en voor de schrijvers werd zij
een cliché.
Er Is met verschillende middelen
1 getracht de waarde van het getrof-
i fen Compromis te verkleinen De Commis-
j sie, zei men, was in de hoogste mate een-
zydig. Ik kan dit niet toegeven- zy be
vatte drie besliste aanhangers van de
spelling Kollewijn. Maar bij de ondertee
kenaars van het voorstel zy'n behalve
de twee andere Commissieleden ook
minister Marchant en prof. van Poelje
Bij beiden bestond stellig veeleer het
voornemen de Vereenvoudigers te bewe
gen tot toegeven, dan dat. zij hun eischen
i zouden hebben aangemoedigd. Het gevolg
is dan ook geweest dat, hoewel zy op be-
langrijke punten, gewetenshalve, zich ver
plicht hebben gevoeld vol te houden,
groote concessies door hen zijn gedaan.
Het is waar dat men nu die concessies
weer als een wapen tegen hen wendt. Het
compromis hjdt aan innerhjke tegen
spraak. Het bevat meer uitzonderingen
dan by spellingregels wenschelijk is. Zeker,
maar daarom juist is het een Compromis
en daaruit juist bhjkt dat de Vereenvou
digers het niet voor het zeggen hebben
gehad.
Een zeer slechte aanval wordt op het
voorstel gedaan door hen. die trachten
het te doen uitstellen, die trachten het
ongedaan te maken, die trachten regee-
rings-colleges, wetenschappeiyke lichamen,
het parlement zelfs erin te betrekken. Met
het doel om tot een beter compromis te
geraken? Neen, uitsluitend met het doel
om te zorgen dat alles by het oude blijft.
Een scherp aandringer op deze taktiek
is het „lid van den Hoogen Raad" Prof.
Mr. B. M. Taverne. In een artikel van het
Algem. Handelsblad (Woensdag 16 Mei,
Abi.) treedt deze schrijver op als de woord
voerder van „tienduizenden ordeiyke bur
gers" die op dit oogenblik ïyden aan „een
gevoel van onbehaaghjkheid". Even verder
zyn het niet de ordelijke, maar de „recht
geaarde burgers" die hy vertegenwoordigt.
Van de spelling-vraag weet hy niets, hy
wil er „voor dit oogenblik" ook niet over
spreken. Hy wil nu enkel „betoogen, dat
wat nu wordt voorgesteld, niet moet wor
den aanvaard". Waarom niet? Wel, omdat
hyzelf en met hem de tienduizenden orde-
ïyke, rechtgeaarde burgers, die nu tot
„meerderheid" en ten slotte tot „het volk"
gepromoveerd worden, er niet van we
ten wil. De Minister moet de „volkswil"
raadplegen. Hoe? De Regeering roepe de
Kamers byeen. De Volksvertegenwoordiger
zal weten.... Wat? Wat de heer Taverne
eigeniyk niet weet of hem wel gevraagd
kan worden. Want, onmiddeiyk nadat hij
deze Kamer-uitsDraak de „ideale methode
genoemd heeft, begint hy te aarzelen. „Of
dit practlsch mogelyk is? Ik weet het niet.
Ik hoop het." Maar als dit dan niet prac-
tisch mogelijk is. dan maar wat anders.
„Alle gemeenteraden, Kamers van Koop
handel, rechterlyke colleges, senaten van
hoogescholen en universiteiten, studenten
verenigingen, j ournalistenvereenigingen,
enz." Ja, waarde heer. zoo kunt u door
gaan. U kunt er de Vakvereenigingen, de
Kerkbesturen en de Boerenbonden gerust
nog wel by noemen. Is dit van de heer
Taverne te veel gevergd of meent men dat
ik nu den draak met hem steek? Ik zal
er my wel voor wachten, en het hoeft ook
niet. Want om zelf ten slotte geen enkele
categorie buiten beschouwing te laten,
eindigt hy„Voor een referendum zou ook
wat te zeggen zyn. Maar dit Instituut
kennen wij nu eenmaal niet."
Ik zou deze jurist willen vragen of hy
wel eens van een Compromis gehoord
heeft?
Zooeven zei Ik dat hy eindigde, maar
dat is zoo niet: hy komt nog met eenlge
bezwaren, het wetten-materiaal betref
fende, en roept dan zegevierend uit: „Al
deze bezwaren zyn niet besproken en niet
overdacht."
Ik kan de heer Taverne verzekeren dat
er by zyn bezwaren geen enkel is dat niet
in de Commissie ter sprake gekomen en
overdacht is. Hy schynt van de gedachte
uit te gaan dat hier een hoopje onorde-
lyke, slechtgeaarde lieden nu maar eens
iets samengeflanst hebben, zich verkneu
kelend in het voorzitterschap van een
overmoedige en bovendien domme Minister
die te hunnen behoeve het brave Neder
land wel eens zou „overrompelen".
Ik heb het zoo niet ingezien. De spel
ling-kwestie is gedurende veertig jaar door
menschen van talent en geweten naar alle
zyden doordacht en besproken. Meer dan
eens is een poging gedaan om tot over
eenstemming te geraken. Geen van die
pogingen gelukte Eindelyk is er nu een
Compromis Een Compromis, by het op
stellen waarvan men het voordeel had
van de ervaringen van vroeger jaren. Een
Compromis, getroffen op een tydstip dat
de drang naar eenmaking in allerlei af-
deelingen van het maatschappelyk leven
zich gelden deed. Een Compromis waarin
de Regeering van het land evenveel aan
deel had als Onderwys, Letterkunde en
Wetenschap. Wie dit bestrijden wil moet
het weten. Hij doe het dan met kennis
van zaken en met de lust een betere over
eenstemming te vinden dan de getroffene.
Maar wie het doet moet wel bedenken
dat men een Compromis makkelijker
breekt dan maakt, en dat verwerping van
de nu voorgeslagen Orde tot noodzakelijk
gevolg zal hebben dat de Wanorde grooter
wordt dan ooit.
ALBERT VERWEY.
Noordwyk a. Zee, 24 Mei 1934.
BINNENLAND.
Ons parlementair overzicht. (3e Blad).
Het verkeersfonds; zullen uitkeeringen
aan gemeenten gedaan worden, niet be
stemd voor het verkeer? (Binnenland, 3e
Blad).
De roeiwedstrijden van Hollandia.
(Sport, 4e en le Blad).
BUITENLAND.
Rede van Barthou in de Fransche Ka
mer. (Buitenl., le Blad).
Diverse besprekingen te Parys. Een ver
klaring van Henderson. (Buitenl. en Tel.,
le Blad).
Het standrecht in Oostenryk uitgebreid,
(Buitenl., le Blad).
Moeilijkheden in Roemenië. (Buitenl.,
le Blad).
nlng van hèm en nu zal zyn drijvend
zwempak goede diensten gaan bewyzen.
Hij wint den wedstrijd, maar hóe: met
allerlei trucs en handigheidjes weet hy
al zwemmend, voortgetrokken door een
groote visch en loopend over den zee
bodem de prys te behalen, doch zyn
mooiste trophee is wel de lieftallige doch
ter van zyn gastheer!
„De dryvende zwembroek" is een aar
dige klucht, in een snel tempo en een
voortdurende climax opgenomen, vol grap
pige wendingen en met guitig spel van
Joe E. Brown, een komiek zonder weerga
en met een onbetaalbaar gezicht.
„De Spookexpresse" is een spannende
spoorwegfilm, die zyn goede kwaliteiten
weer op een ander gebied heeft. Men ga
zich er zelf van overtuigen 1
voor de pauze de komische film ..De Co-
hens en Kellys in moeilijkheden", waarin
de hoofdrol'en worden vervuld door George
Sydney en Charlie Murray. Met hun grap
pen weten zy het publiek van het begin
tot het eind te boeien. Na de pauze reprise
van de film „Acht meisjes in een boot",
waarvan het frissche spel van de meisjes
der roeivereeniging „Seeschwalben" zeer de
aandacht trekt. Wy zullen u den Inhoud
niet vertellen, daar dit de spanning zou
wegnemen, maar raden u aan deze belang
rijke film zelf te gaan zien. Zy is een gang
naar dit theater alleszins waard.
Trianon-theater Een zeer voorname
en sobere film, werkelijk een evenement
in dit filmseizoen, is „La Bataille", naar
den bekenden roman van Claude Farrère;
het waardige verhaal van een zeeslag, die
door de Japanners wordt gewonnen. Maar
men moet niet vragen, welke slachtoffers
hierby vallen. Niet zoozeer in den stryd
met kanonnen en andere wapenen
want deze maakt maar een zeer klein deel
van deze geschiedenis uit doch in het
leven van graaf Yorisaka, gravin Mitsou-
ko en den Engelschen marine-comman
dant, die als neutraal attaché den sla;
meemaakt.
Het gaat er den Japanschen officie:
slechts om. achter de geheimen der Engel-
sche krygsmethodes te komen en daartoe
zet hy de liefde van zyn echtgenoote op
het spel; in zyn hart de sluwe Japanner,
voor wie de oude traditie alles Is en deze
ook in de binnenkamer eert, neemt hij
uiterlyk alle moderne Europeesche zeden
in acht. dwingt ook zyn vrouw daartoe,
om zoodoende intrigeerend het vertrou
wen van den Engelschman te winnen. Men
begrijpt, dat deze houding tot conflicten
leiden moet; de vriendschap tusschen Mit„
souko en commandant Fergan leidt tot
liefde tusschen deze beide, waardoor Yori-
saka's levensgeluk wordt verwoest. De
oorlog wordt gewonnen, Fergan sterft op
het veld van eer aan zyn verwondingen.
Yorisaka, die uit liefde voor zyn vader
land, zooveel heeft opgeofferd, pleegt ten
slotte hara-kiri, met al het daaraan ver
bonden ceremonieel
Oogenschynlyk een wat sensationeel,
banaal verhaal, maar ge moet het edele
spel der beide hoofdfiguren Charles Boyer
en Annabella zien! Welk een nobele en
strenge vertolking! De vrome hooghartige
Oosterling, heer en gebieder over zyn
vrouw, is zeldzaam indrukwekkend gety
peerd met zyn smartelijken mond en
zware oogleden, beminnelijk en onder
danig wanneer het den Westerling betreft,
nimmer hem toonend zyn anderen aard.
Daarnaast Annabella, die met de grootste
ntelligentie de rol van Japansch kind-
Touwtje speelt. Een voortreffelyk ge
laagde karakteristiek van deze moeiiykr
ipgave. Een Oostersche creatie van twee
Westerlingen, die superieur genoemd mag
worden. i
Op minder hoog niveau John Loder als
Engelsch zee-officier en in een byrol In-
kijinoff, die mdertyd in Poedifkin's „Storm
over Azië" zulk een enormen indruk
maakte Een zeldzame film wordt hier
gebracht, die de geweldige vooruitgang
der Fransche filmindustrie duidelyk toont.
Nicolas Farkas heeft hiermee als regisseur
zich onder de allergrootsten weten te
plaatsen
Vóór de pauze een sensationeele film
uit de Parysche crimineele wereld „Vij
anden der Wet", waarin géén meter zon
der spanning is en de beeldschoone Mar-
celle Chantal de centrale figuur is. Een
programma dus, dat een uitzonderlyke
positie inneemt.
Casino-Theater. „De dryvende zwem
broek" is een zwempak van een zooda
nige samenstelling, dat de zwemmer er
onmogelyk in zal kunnen zinken, en een
uitvinding van de kantoorbediende Joe
Holt. Tot zyn ongeluk heeft een bekende
zwemkampioen een gelyke naam als hy.
En wanneer de zwemkampioen Joe Holt
ingehaald moet worden, valt dit tegen
wil en dank, den kantoorbediende Joe
Holt ten deel, die zich van alle huldebe
toon wil bevryden, doch zelfs de kans
niet krygt te vertellen, dat hy geen kam
pioen is en niet eens zwemmen kan en
waterschuw is. By den wedstryd ver-
wacht een ieder natuurlyk een overwin- j
Geslaagd is voor het examen apo
thekers-assistente mej. A. H. Carrière
(Den Haag).
Geslaagd is voor het Ryksexamen. af
genomen door het Hoofdbestuur der Pos
teryen en Telegrafie te Den Haag, de heer
C. Christiaanse alhier, leerling van de
Radio-cursus v. d. Bos. Roepnaam voor
zijn zendstation is PAOPCM.
By beschikking van den minister van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen is
tlidelyk opnieuw benoemd tot conservator
by de heelkunde aan de Ryksuniversiteit
alhier dr. H. Wamsteker.
Met ingang van Vrijdag 1 Juni a.s.
wordt de opzichter-machinist der Neder-
landsche spoorwegen de heer L. Hoogen-
donk in gelyke functie overgeplaatst van
het station alhier naar Utrecht Centraal
station.
GEBOREN:
Cornelis, z. van J. Holswilder en G. van
Houten Susanna Catharina, d. van W.
M. de Leen en C. Kriek Hendrina, d.
van J. Ruwaard en H. Kerkman Elisa
beth Neeltje, d. van J. H. Knol en J, Nygh
Cornelis, z. van J. Kuiken en J. S.
Oldenburg Hubertus, z. van B. v. d.
IJssel en J. F. G Sluis Christina Jose-
phina, d. van J. Meyers en C. J. G. Abra
hams Catharina, d. van A. H. J. She-
rings en A Sierat Johanna Petronella
Wilhelmina, d. van A. H. J. Slierings en
A. Sierat.
ONDERTROUWD.
J. F. van Meurs, 24 jaar en W. M. v. d.
Burg, jd. 23 jaar L. W. M. Gaijkema,
jm. 27 jaar en J. W. G. Mulder, jd. 25 jaar
M. J. v d. Reek. jm. 27 jaar en M. Kulj-
venheven, jd 26 jaar.
OVERLEDEN.
M Chr. Pieters, man, 56 jaar F. J. A.
Woltjes, man, 31 jaar.
IJMUIDEN, 26 Mei.
Tarbot per kilo f. 1.00—G.75. griet per
kist van 50 kilo f. 30—13, tongen per kilo
f. 1.100.65, middelschol per kist van 50
kilo f. 30, zetschol f27, kleine schol f25
f. 4.50, schar f7 50—5, tongschar f. 31—25,
roggen- per 20 stuks f. 16, pieterman en
poontjes f. 7 70—5.60, middel schelvisch
f. 14.5013.50, kleinmiddel schelv. f. 129,
kleine schelv. f. 10—6, kabeljauw per kist
van 125 kilo f. 3716, gullen per kist van
50 kilo f. 10.505.00, lengen p. stuk f. 0.90-
f0.40, heilbot per kilo f. 0.75, wyting per
kist van 50 kilo f. 3,30, koolvisch per stuk
f. 0.18, makreel per kist van 50 kilo
f. 8.50-6.70.
Aangekomen 1 stoomtrawler: IJM 48
met f. 3825 en 6 loggers: KW 49 met f.565,
KW 78 met f. 1344, KW 124 met f, 1015,
KW 95 met f. 954. KW 36 met f. 497 en
Kw 3 met 1127 besomming.