De Bodegravensche
ddenstandsvereeniging jubileert!
Farrère's „La Bataille".
0* Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 25 Mei 1934
Vierde Blad
No. 22752
Feestavond in het vooruitzicht.
60-jarige Echtvereeniging te Katwijk a. Zee.
LAND- EN TUINBOUW.
VRAGENRUBRIEK.
o
Bakoven het bestuur van de Middens tandsvereenigtng tBodegraven, welke haar
teren jubileum zal herdenken. Zittend v. 1. n. r. de heeren J. H. v. d. vlist,
Ipeiin., J. E. Huchshom, voorzitter, en C. Groenendijk, secretaris. Staande v.l. n. r.
Is heeren B. Bekker, D. A. de Jongh, 2de voorzitter C. Kraai) en E. van Waveren.
Maandag a,s. hoopt de Vereeniging voor
Handeldrijvenden en Industrieelen
(Sddenstand te Bodegraven en Zwammer-
beter bekend als de Middenstands-
tieeniging, haar 25-jarig bestaan te
Beren. Het bestuur heeft een bescheiden,
kar toch vrij breed opgezette herden-
pgsavond voorbereid, waartoe de leden
hun dames zijn uitgenoodigd. Deze
kond zal besloten worden met een ge-
[tenschappelijk diner, terwijl voor muziek
i declamatie is gezorgd. Voorts is den
(den verzocht op den herdenkingsdag de
i uit te steken.
[inderdaad heeft men dan ook het recht
jt jubileum van deze vereeniging op fees
telijke wijze te vieren. De Middenstands-
teniging heeft in deze kwarteeuw niet
sen voor haar leden, maar voor heel
aven veel gedaan. Tot verschil-
e"belangrijke dingen is van haar het
datief uitgegaan, terwijl de opbloei van
li.rinkelstand, die toch ook voor de ge-
heele plaats van beteekenis mag worden
geacht, voor een belangrijk deel op haar
rekening komt.
De oprichting van deze belangrijke ver
eeniging geschiedde heel bescheiden. De
organisatie-gedachte zat er destijds bij
de Middenstanders nog weinig in. Toch
vatte men de koe bij de horens en een
voorloopig comité, bestaande uit de hee
ren D. A .de Jongh, F. Kouwenhoven, W.
Karssen en J, C. de Vet werd belast met
de voorbereiding van de oprichtingsver
gadering, Op 5 Mei 1909 werd onder lei
ding van den heer J. C. de Vet een open
bare vergadering gehouden, waarbij ge
sproken werd door den heer Fydely Dop
uit Amsterdam. 28 personen gaven zich op
als lid en na enkele weken was de veree
niging definitief opgericht. De heer De
Vet werd voorzitter; 2de voorzitter werd
de heer S, D. Boonzaaijer, secrtaris de heer
D. A. de Jongh, J. Baelde. penningmeester,
terwijl als 5de bestuurslid werd aange
wezen de heer W. Karssen. Drie dezer
eerste bestuursleden, n.l. de heeren De
Vet, De Jongh en Karssen zijn nog in
leven; de heer De Jongh is zelfs nog be
stuurslid der vereeniging en was dat al
die 25 jaar zonder onderbreking.
Na een jaar was het ledental sterk ge
groeid en bedroeg toen reeds 71. Het be
stuur werd uitgebreid met 2 R.-K. leden,
de heeren A. N. v. d. Harg en F. Kouwen
hoven. De leden werden niet alleen gevon
den in den engeren winkelierskring, zooals
thans grootendeels, maar omvatten den
geheelen kleinhandel, de kaashandel in
cluis. Dit veranderde echter spoedig.
Steeds meer werd de vereeniging een win-
kellersvereeniging en de anderen trokken
zich in eigen organisaties terug. Op dat
terrein echter heeft zij een groote acti
viteit aan den dag gelegd, misschien het
allermeest in de eerste jaren. In 1911 werd
de eerste groote winkelweek gehouden,
waaraan een étalagewedstrijd was ver
bonden. Verder gaf men boekhoudlessen,
had een eigen Incassobureau, dat al spoe
dig gevolgd werd door een goedwerkende
Coöperatieve Middenstandsbank. Deze
bank werd later overgenomen door de
Algemeene Centrale v. d. Midd. en is thans
met deze ondergebracht bij de Nederl.
Middenstandsbank, die in haar Raad van
Commissarissen nog steeds enkele der
oude bestuursleden van de Coöperatieve
Bank telt en groote activiteit heeft de
vereeniging ontwikkeld in de eerste dagen
der mobilisatie, toen het er op aankwam
door gemeenschappelijke steunactie die
zaken, die ten onder dreigden te gaan,
door den dienstplicht van den eigenaar,
op de been te houden Bij het 10-jarig be
staan in 1919 werd aan het gemeentebe
stuur een groote steenen vaas aangeboden,
ter plaatsing in het toen pas nieuwe Ju-
lianaplantsoen. Belangrijk werk werd ook
verricht bij de voorbereiding van de plan
nen tot uitbreiding van de markt. Na den
oorlog werden in samenwerking met de
intusschen opgerichte R.K. middenstands-
vereeniging „De Hanze", die wel wat leden
wegnam, maar waarmee de verhouding
toch steeds zeer prettig is geweest, nog
meerdere goedgeslaagde winkelweken ge
houden.
Het bestuur bestaat thans uit de heeren
J. E, Huchshorn, voorzitter, C. Groenen
dijk, secretaris, J. H. v, d. Vlist, penning
meester, C. Kraaij, B. Bekker, E. v. Wa
veren en D, A. de Jongh. Slechts 5 voor
zitters heeft de vereeniging in 25 jaar ge
had, n.l. de heeren J. C. de Vet, I. Hoo-
gendoorn, P. van Dam, W. Karssen en J. E.
Huchshorn.
De vereeniging is aangesloten bij den
Kon. Ned. Middenstandsbond, tegen welke
aansluiting echter juist den laatsten tijd
enkele bezwaren zijn gerezen. Het ledental
is thans grooter dan ooit en bedraagt 96.
Uitgezonderd de R.-K. winkeliers, zijn
thans vrijwel alle winkeliers van eenige
beteekenis lid der vereeniging, terwijl
daarnaast nog enkelen buiten den engeren
kring der winkeliers aangesloten zijn.
HET ECHTPAAR BARN HORN— VAN DER BOON.
Den 28sten Mei a.s. hopen Rein Barn-
horn, geb. 17 September 1846 en Willempje
van der Boon, geb. 8 Februari 1849, den
dag te herdenken, waarop zij vóór 60 jaar
in het huwelijk verbonden werden. Hoewel
reeds diep in de 80, zijn het oude krasse
luidjes, die nimmer ziek geweest zijn: een
groot voorrecht! Alleen de oude man is
sedert vele jaren doof. Zijn gansche leven
was hij landarbeider, welkzaam bij een
familie uit Wassenaar. Nog dikwijls stapt
de oude baas heen en terug naar het Was-
senaarsche Slag, waar hij bij de nabe
staanden van die familie visch en garna
len gaat brengen. De vrouw, wie men de
85 jaren niet zou aanzien, was jarenlang
werkster bij deze zelfde Wassenaarsche
familie. Reeds 10 a 12 jaren geleden moest
de bruidegom het landwerk opgeven.
Het huwelijk is kinderloos gebleven, zoo
dat niemand hun ouden dag, die in mate
rieel opzicht zeer moeilijk is, kan ver
lichten. Voor hen. die de oudjes op hun
huwelijksdag zouden willen verrassen, zij
vermeld, dat hun adres is: Kerksteeg 9,
te Katwijk aan Zee.
INVOERRECHTEN OP VLEESCH.
De Minister van Financiën brengt ter
kennis van belanghebbenden dat de com
missie van deskundigen voor de vaststelling
van de prijscourant op versch en gekoeld
vleesch in haar vergadering van 23 dezer
bedoelde prijscourant heeft vastgesteld als
volgt: rund- en kalfsvleesch. versch of
gekoeld, 100 k.g. f.55; paardevleesch, versch
of gekoeld, 100 k.g. f. 40.
Gedurende de maand Juni 1934 zal mits
dien het invoerrecht voor de hierboven be
doelde vleeschsoorten bedragen:
20 pet. van de aldus vastgestelde waarde
voor het rund- en kalfsvleesch, zijnde f. 11
per 100 k.g. bruto;
12'/. pet, van de waarde, voor het paar
devleesch vastgesteld, zijnde f. 5 per 100
k.g. bruto.
A. J., te L. Het nest opzoeken en be
gieten met kokend water is het eenige,
dat baat kan geven,
A. v. T„ te B. De grondeigenaar kan
vorderen, dat het gebouwde wordt wegge
nomen. Het afbreken moet dan geschieden
op kosten van dengene, die de werken ge
maakt heeft en deze laatste kan zelfs tot
vergoeding van kosten, schaden en inte
ressen worden veroordeeld. U zult in elk
geval moeten bewijzen, dat de grond in
derdaad uw eigendom is, hetgeen te be
twijfelen valt. aangezien er reeds een
ander huis stond.
BOTERNOTEERING 41 CENT.
De Leeuwarder boternoteering is vast
gesteld op 41 et. per k.g.
HET VERRE OOSTEN IN
NEUBABELSBERG.
Een onderhoud met Gustav Ucicky,
regisseur van „Vluchtelingen".
I De ÜFA-regisseur Gustav Ucicky is de
iel" van de film „Vluchtelingen". Ucicky
i e« regisseur, die in het nieuwe film-
meer dan een optische, een tech-
|ake aangelegenheid ziet. Hij is een man,
Jfe de gedachten van den dichter optisch
acoustisdh voor onze oogen toovert, en
zóó, dat het ideëele en dichterlijke niet
r het technische wordt verdreven, doch
ieel en al tot uitdrukking komt.
.Waarin onderscheidt zich de film van
a Menzel's roman „Vluchtelingen"? Zijn
ingrijpende veranderingen noodig ge
kst?"
[.Eigenlijk is alleen het tooneel der han-
j veranderd. Om dramatische redenen
■oben wij de handeling van het eenzame
Wrrogstation Puhai naar het goederen-
ötion der stad Charbin verplaatst. De
[sideling van den roman is nagenoeg
oeel dezelfde gebleven, de personen
"ffleens, alleen moet de geschiedenis in
ere mate uit het epische in het drama
tische „vertaald" worden. En deze taak
bood voor Menzel geen moeilijkheden. Het
aanbrengen van de noodige dramatische
spanning, is prima gelukt."
„Hebt U nu de regie met de werkelijke
geschiedenis samengekoppeld?"
„De film „Vluchtelingen" speelt in het
jaar 1928 gedurende den Ohineeschen
generaalsoorlog. Terwijl de bewoners met
hun boeltje vluchten, zoeken de door
Bolsjewisten vervolgde Wolga-Duitschers
op het goederenstation een laatste toe
vlucht. Nu ontwikkelt de handeling zidh
bijna precies volgens den roman."
„De mengeling van volkeren van het
Verre Oosten weer te geven, moet toch fil
misch een bijzonder dankbaar probleem
zijn geweest?"
„Zeker, en we hebben hierbij een geheel
nieuwen weg ingeslagen. We laten iedereen
zijn moedertaal spreken; de Russen dus
Russisch, de Franschen Fransch, de Engel-
schen Engelsch en de Ohineezen Chi-
neesch. Geen woord wordt vertaald, en
toch zullen de toeschouwers alles begrij
pen. Het zijn totaal nieuwe wegen, die wij
bij „Vluchtelingen" hebben ingeslagen."
Een der meesleepende scènes uit de film „Vluchtelingen."
„U Iaat dus echte Ohineezen in deze
film optreden?"
.natuurlijk! Het was niet makkelijk
echte Ohineezen te krijgen. In de laatste
jaren zijn tengevolge van de economische
crisis bijna allen geëmigreerd, en zoo zagen
wij ons gedwongen ze uit Rotterdam te
halen. Daar leven het oogenblik eenige
duizenden zonen van het Hemelsche Rijk.
Ach, U zult dat wel in de kranten gelezen
hebben
„Hoeveel Ohineezen hebt U nu voor uw
fiim noodig gehad, hoe werden zij onder
gebracht en hoe zijn ze als filmacteur
uitgevallen?"
„Ongeveer driehonderd Ohineezen, w.o.
ook vrouwen en kinderen, hebben wij
„geïmporteerd". Eerst waren zij erg wan
trouwend, Om hen onder te brengen had
de UFA uitgebreide voorbereidingen ge
troffen; zij moesten alles zooveel mogelijk
vinden als in hun vaderland. Een slaap
gelegenheid vonden zij in een Neubabels-
bergsch restaurant, waar alles reeds in
orde was gemaakt. Voor al het andere:
keuken, eetzalen, badgelegenlheden, etc.
werden bijzondere barakken opgericht op
de UFA-terreinen. Zeer interessant was
de keuken. Niet minder dan acht ketels
moesten worden gemaakt, in elk daarvan
werd de rijst op een aparte manier bereid.
Daarna werden de verschillende bereide
soorten rijst weer in één grooten ketel
gemengd, om daarna door de Chineezen
te worden genuttigd."
„Dan moeten de Ohineezen zich bij U
toch wel thuisgevoeld hebben!"
,3uitengewoon! Hun wantrouwen
verdween spoedig geheel. Vooral, toen zij
de voor de opnamen gebouwde stad Char
bin met haar Chineesche opschriften
zagen, schitterden hun oogen, en met
geestdrift ontcijferden zij de geheimzin
nige letterteekens."
„Ondervond U geen moeilijkheden, om
de Chineezen iets duidelijk te maken?"
„We hadden tolken tot onze beschik
king; interessant was het overigens, dat
ik bij de eerste bespreking met hen niet
minder dan zes tolken noodig had. Want
de Chineezen stamden natuurlijk uit ver
schillende provincies van China, en hun
dialecten waren zoodanig verschillend,
dait zij zich onder elkaar alleen in het
Nederlandsdh konden uitdrukken. Wat ik
bijzonder sympathiek vond, was de groote
geestdrift voor hun vaderland van al deze
Chineezen. Vóór zij zich voor de opnamen
bereid verklaarden, wilden zij weten, of
de inhoud van de film niet voor China
beleedigend was en de reputatie van hun
vaderland zouden schaden. Eerst toen ik
hen er op gewezen had, dat het opnemen
van „Vluchtelingen" met toestemming van
het CJhineesche gezantschap geschiedde
en dat de film pro-Chineeseh was, ver
klaarden zij zich tot medewerking bereid.
Een aardige gebeurtenis moet ik U nog
vertellen. Toen ik eens naar hun chef-kok
ging om een proefje te nemen van de rijst,
was hij overgelukkig en liet me niet eer
der weggaan, voordat ik hem verzekerd
had, dat ik 's avonds met den geheelen
opnamestaf bij hem zou komen eten. En
zoo waren we er dan werkelijk allemaal:
Hans Albers, Kathe von Nagy, Klöpfer,
de architecten, de operateurs, kortom, de
geheele opnamestaf ais gasten bij de Chi
neezen voor een op Chineesche wijze be
reid diner, en de zonen van het Hemelsche
Rijk waren blij als kinderen ons ook eens
te kunnen bedienen. Onze bijzondere lie
velingen waren overigens de werkelijk
alleraardigste Chineesche kinderen er
waren er ongeveer twintig die met een
waarlijk roerende vertrouwelijkheid tot
ons kwamen."
Een der belangrijkste Fransche films
wordt „La Bataille" genoemd, naar het
boek van Claude Fan-ére en die de groot
sten der Fransche filmkunst dragen, n.l.
Annabella en Charles Boyer.
Men kent Annabella uit meerdere films
van den laatsten tijd en met Charles Boyer
speelt zij hier onder leiding van den regis
seur Nicolas Favkas haar hoogste troeven
uit. De film toont ons den strijd van Japan
om de overheersching in het Vene Oos
ten; een slag die gewonnen wordt, maar
slachtoffers brengt tot het laatstWie
het talent van Annabella uit haar vorige
films speurde, mag veel van haar vertol
king als Mitsouko verwachten, evenals van
Charles Boyer, die o a. in tal van Fran
sche versies van Duitsche films, als „F. P.
antwortet nicht", „Ich und die Kaiserin",
„Der Kongress tanzt" en in verschillende
bekende Amerikaansche films zich een
bijzondere reputatie wist te verwerven-
Door zijn groote veelzijdigheid nu eens
is hij koning der onderwereld of moderne
held, dan weer de sentimenteele aanbid
der of de geraffineerde oostersche intri
gant, een veelzijdigheid waarin zijn kracht
ligt, werd hij wel eens de antipode van
zijn landgenoot Maurice Chevalier ge
noemd. Ditmaal trekt hij als Markies Yo-
risaka de aandacht: als „Dritte lm Bunde"
noemen wij John Loder als Herbert Fer-
gan. Men ziet hen hierboven in een der
scènes dezer merkwaardige film, die hier
deze week vertoond wordt.
„Denkt U. dat deze film vooruitzichten
zal hebben?"
„Als regisseur is het mij niet veroor
loofd een oordeel over een film. die onder
mijn leiding ontstaan is, te vellen: dit is
het werk voor de critici, die ik niet wil
beïnvloeden. Eén ding mag ik echter zeg
gen: zelden hebben wij een film met zoo
veel plezier gemaakt, als de film „Vluch
telingen". De wereld zal Hans Albers van
een totaal andere zijde leeren kennen.
Doch ik wil niet verder over de acteurs
spreken; zij hebben zich allen geestdriftig
van hun taak gekweten.
ELKE GIRL HEEFT EEN KANS OM
VOORUIT TE KOMEN.
Volgens Buddy DeSylva, de productie
leider van de „Fox'-musical „Bottoms Up",
zijn de „Chorus Girls" de sterren van de
toekomst.
„Vele jaren geleden, toen men pas begon
met revue- en operettefilms te maken," zei
DeSylva, „waren de „Chorus Girls" er al
leen, om aai} het geheel kleur, actie en
rhythme te geven. Nu men weer meer en
meer revuefilms gaat maken, moeten de
girls mooier en ontwikkelder zijn. Ze moe
ten betere figuren, tevens iets persoonlijks
en bovendien talent hebben, vooral, omdat
men de girls tegenwoordig meer indivi
dueel, dan als een geheel beschouwt. De
girls hebben tegenwoordig n.l. meestal
een klein rolletje te vervullen of eenige
zinnen te spreken en er worden bovendien
dikwijls „close ups" van hen gemaakt. Een
„girl" met talent en charme zal opvallen
en 100 7o meer kans hebben vooruit te
komen, dan zij vroeger gehad zou hebben,
toen zij een onbeduidend onderdeel was
van een grootsche revue-finale. Het is
geen geheim, dat Hollywood menige niet-
ontdekte ster herbergt en deze nieuwe
wending in de muzikale films zal onge
twijfeld aan veel meer meisjes een kans
geven, hun talent te toonen. Een meisje,
dat op straat of op het tooneel opvalt door
haar charme, kan op de film heel erg
tegenvallen, vertelde DeSylva, omdat de
camera altijd vergroot. Het verschil is
nogal opvallend, de doorslag „Chorus Girl"
op het tooneel weegt 120 pond. Zij moeten
sterk en volhardend zijn, ze moeten be
stand zijn tegen drie uur achtereen dansen
en dat gedurende de repetities acht of
tien keer per week kunnen volhouden. Een
120-ponder in een filmkoor zou er uitzien,
alsof zij hoog noodig op dieet moest. De
doorslag „Chorus Girl" bij de film weegt
echter 108 pond en de meesten zijn zelfs
dichter bij de honderd pond."
LILIAN HARVEY IN „365 NIGHTS IN
HOLLYWOOD".
Lilian Harvey's volgende Fox Film zal
zijn „365 Nights in Hollywood", naar epi
soden uit het boek van gelijkluldenden
naam James Starr.
De regie zal gevoerd werden door James
Tinling. terwijl de productieleiding zal be
rusten bil Sol Wurtzel. William Conselman
vervaardigt het scenario.