MaandagWaschdag!
75*= Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 5 Mei 1934
Derde Blad
No. 22737
Buitenl. Weekoverzicht.
BINNENLAND.
Gd|
tl.
Iff-
NOG steeds onzekerheden.
Japan is steeds verder gegaan met te
«tireertn in schijn! Tal van genist-
tellende verklaringen zijn afgelegd maar
quintessens van hetgeen zooveel stol
1 opwaaien, bleef. Niettemin zal Japan
,cn jiadeelige gevolgen ondervinden van
Sn brutaliteit, wordt het zelfs niet terecht
gewezen. Zoowel Amerika als Engeland
[volstonden met een verklaring, waarmede
genoegen wordt genomen met de latere
japansche uitlatingen, die, wij herhalen
Schijnbaar, de onrust-wekkende verklaring
wmjnentarieeren op zg. bevredigende
jze.... Vooral de Engelsche regeering
:eft zich geducht ingespannen, om geen
ikel geluid te doen hooren, dat ook maar
top eenlge critiek zou kunnen lijken!
Wederom is Japan als overwinnaar te
roorschijn getreden. Het weet nu, dat de
jetrokken mogendheden „bang" zijn en de
Etlonalisten zullen daardoor, helaas, meer
ïsten voet krijgen bij hun verder streven.
uaals. geenszins hadden wij gewild een
[ven dbldriest optreden als van Japan,
xb wel, dat Japan op vlerkante wijze
is medegedeeld, hoe over zijn optreden
|rêrd gedacht. Integendeel is gehandeld
piet dubbel gewatteerde handschoenen, met
dwendlg gevolg, dat totaal geen indruk
i zijn gemaakt. Japan weet thans, dat
|iet ver, heel ver kan gaan, voordat er
rertelijk beweging komt in de mogend-
leden, die medezeggenschap oefenen in het
[gerre Oosten en het zal tezijnertijd daar-
i gebruik weten te maken, gelijk het
d bij de inpalming van Mandsjoekwo en
fcliji het reeds weer doende schijnt te zijn
b Mongolië, mag men de berichten geloo-
Eén, die daarover worden verspreid.
I China moet zich wel in den steek gelaten
Leden, zoo langzamerhand.
iatusschen bewapent Amerika zich, zoo-
- als het Londensche vlootverdrag maar
sigszins toelaat welk verdrag vermoe-
ijk volgend jaar niet zal worden ver-
pd en maakt Engeland, van Singapore
a zware vesting. De bewapeningswedloop
lint daar reeds in vollen gang!
!oe het in ons eigen werelddeel zal af-
jen met de Ontwapening, blijft volko-
Ltn in het duister gehuld. Ook de jongste
tien van Suvich naar Londen en van
falescu naar Parijs brachten in geen
Biel opzicht eenige verademing, mag men
3 vel constateeren. Toch zal er deze
Iets moeten gebeuren! Een stand-
ïld van goud verdient degene, die Europa
- uit de impasse, die hangt over dit
i beheerschende vraagstuk. Dat door
ctschland een soort ontwapenings-agent
k benoemd, wordt opgevat als een teeken,
Is! langzamerhand ook daar erkend wordt,
1st de boog wat te strak was gespannen,
och eenig tastbaar bewijs ontbreekt. Er
k bijkans geen land meer te noemen, of er
laai momenteel weer een krachtige partij
w: directe bewapening naast de ontwape-
Het is wel ..verkeerd". En wie de
nlng zal behalenWien de
Men willen verderven, slaan zij met
:dhetd. het geldt zeker voor de vraag-
ien van oorlog en vrede!
In Spanje is een kabinet Samper ge-
id als een filiaal van het kabinet Ler-
die liever eens op den achtergrond
leef, al blijft hij feitelijk de lakens uit-
leelen. Algemeen voorspelt men het nieuwe
ninisterie geen lang leven, doch men ver-
:eet aan te geven, in welke richting Spanje
kh dan zal bewegen Naar rechts of naar
inks, het is een gokje, al naar gelang door
en van beide richtingen een aanslag zal
lorden gepleegd op den staatsvorm, die al
neer in het centrum van den politleken
'ld komt te staan.
Oostenrijk heeft zijn nieuwe grondwet.
Ssn )e regeering Dollfuss heeft 't romp-parle-
mi tent nog eens doen bijeenkomen om alle
"Noodverordeningen goed te keuren en te
ens de nieuwe grondwet te sanctioneeren.
Oostenrijk zal een sociale staat worden,
an christelijken geest doordrongen, vrij
an politieken strijd der partijen en klas-
ui, opgebouwd op een corporatieve orde.
00 is vervuld, wat dr. Dollfuss als zijn
cogram heeft verkondigd. Hij heeft met
Mijn medewerkers een werk kunnen vol-
toien, aan welks mogelijkheid een jaar
deden nog sterk werd getwijfeld. Dollfuss
sett op beslissende oogenblikken niet ge-
»a!d. Dat was beslissend voor het slagen
m een werk, dat Oostenrijk op een
«uwe basis plaatst, die, volgens den kan
ode:. een voorbeeld zal zijn als wereld-
schouwing en in ethisch opzicht.
Aldus heet het en Dollfuss zelf verklaar
de o.a nog:
-Het nieuwe Oostenrijk zal onder sterke
«toritalre leiding staan. Terwijl het eigen
sheer bij de standen, welke ook onmid
dellijk aan de wetgeving zullen meewerken,
«ri uitgebreid, is de openbare admini-
itle, die zich steeds meer tot haar sou-
eieine rechten moet beperken, aanmerke
nd ingekrompen. De tijd der, dikwijls
/lijk bijeengehouden coalitie-regeering
definitief voorbij. Onder de autoritaire
'mg van den kanselier zullen voortaan
enen met ondervinding op het gebied
1 het openbare economische leven, be-
rie en vastberaden Oostenrijkers, het lot
Ln ons vaderland besturen. De heele lei-
inde macht van den staat ligt in de
'Men van de, door den Bondspresident
ffloemde. regeering. De kanselier werkt
">rtaan, direct en indirect, mee bij de
nneir.mg der verantwoordelijke mannen
•de landen en districten. De regeering
«e't alleen het wets-initiatief en in kri-
tijden, naast den Bondspresident, een
1 geheel nieuwe vormen gekleed nood-
feal. Bij de benoeming van den Bonds-
i ident zelf doet het heele volk van Oos-
:a-'iik mee door zijn gedelegeerden in de
oudsvergadering. Uit de drie candidaten,
door de Bondsvergadering worden ge-
,wordt door de burgemeesters der
'hoarijksche gemeenten, dus door die be-
ifflskringen. welke de bevolking het
dist staan, onder voorzitterschap van den
Wgemeester der stad Weenen. door een
'«htige staats-actie, misschien zelfs in
o. "istoriscki gedenkwaardigen Dom van
otephan, de nieuwe Bondspresident ge
it*
poten.
fft! Is'* 1534 zal voor alle tijden een
k'Jiv der Oostenrijksche geschiedenis
looi H'i zal aan de he€le wereld, maar
I ten aJn onze nakomelingen eenmaal too-
I u, hoe een generatie van het Oosten-
DE WIJZIGING VAN HET
MOTOR- EN RIJWIEL
REGLEMENT.
geen verbetering van groote
beteekenis.
Mr. N. R. H. van Essen, juridisch advi
seur der K.N.A.C., schrijft ons:
Plotseling, na langen tijd van wachten
komt een „nadere wijziging van het
Motor- en Rijwielreglement in ons midden
neergedaald. Staatsblad No. 125, 1934, een
negentiental pagina's lang verkondigt ons
het desbetreffende besluit.
Het is een niet te miskennen feit, dat
hierbij nuttige en noodige bepalingen in
het leven zijn geroepen. Zoo is het juist
gezien, dat niet slechts bestuurders van
motorrijtuigen, doch ook alle andere weg
gebruikers onder alle omstandigheden
een teeken zullen moeten geven wanneer
zij voornemens zijn van richting te ver
anderen, welke verplichting de laatstge
noemde categorie thans slechts is opge
legd wanneer de veiligheid van het ver
keer zulks vereischt, hetgeen niet alleen
onzekere, doch tevens gevaarlijke toe
standen in het leven roept. De gedachte
aan een algemeene verkeerswet komt hier
schuchter om den hoek gluren, om zich
echter helaas oogenblikkelijk weer terug
te trekken.
Zoo geeft het reden tot tevredenheid,
dat de wettigheid van het stoplicht offi
cieel erkend is; verdient het groote toe
juiching dat het verboden zal zijn signa
len te geven anders dan wanneer de vei
ligheid van het verkeer zulks zal vorderen,
met welk voorschrift de mogelijkheid
wordt geopend een reeds lang aangebon
den strijd tegen overbodig rumoer te be
slechten; zoo ook is een welkome bepaling
dat het verboden zal zijn een portier van
een auto te openen of geopend te laten
wanneer daardoor de vrijheid en de vei
ligheid van het verkeer worden belem
merd of in gevaar gebracht.
En aldus zijn er tal van verbeteringen
aangebracht, die de lezer zonder twijfel
zal hebben kunnen lezen in de reeds ge
geven verslagen der aan te brengen wij
zigingen.
Maar behalve het euvel, dat op oud
stramien werd voortgeborduurd, valt nog
een ander op, te weten dat de nieuwe be
palingen een belangrijke macht in han
den gaan leggen van gemeentebesturen.
Dit systeem komt ons onjuist voor. De
Rijkswet behoort te regelen, de materie te
beheerschen, en eenheid te scheppen,
daarbij zoo weinig mogelijk overlatend
aan den lageren wetgever.
Wanneer wij thans lezen dat stopver
boden, stationneerverboden, parkeerver
boden en voorschriften betreffende te
lang parkeeren, worden overgelaten aan
gemeenteraden, dan ook moeten wij ern
stig betwijfelen of dit systeem juist moet
worden geacht. De autonomie van het
gemeente-bestuur dat niet aan hooger in
zicht is onderworpen, komt ons uiterst ge
vaarlijk voor. En dit treft ons te meer
wanneer wij constateeren. dat bij de on
derhavige wijziging ook het zoogenaamde
„inhaalverbod" niet alleen gesanction-
neerd, doch eveneens in de macht van
gemeentebesturen wordt gebracht.
Waar onder vigeur van de huidige wet
geving verschil van meening heerscht of
een gemeentebestuur al dan niet bevoegd
is een verordening in het leven te roepen,
waarbij het den bestuurder van een mo
torrijtuig verboden is op een bepaald weg
gedeelte een ander motorrijtuig dat zich
in dezelfde richting voortbeweegt in te
halen de Hooge Raad der Nederlanden
zal dit strijdpunt dezer dagen beslissen
wordl thans den gemeenteraden de be
voegdheid gegeven in het belang van
de vrijheid en veiligheid van het verkeer,
gelet op de breedte van den weg en de
verkeersdrukte, die daar in het algemeen
heerscht" naar eigen inzicht, autonoom,
dergelijke uiterst gevaarlijke en mogelijk
verkeerbelemmerende verbodsbepalingen
te scheppen. Een angstig vermoeden rijst,
dat dit inzicht niet juist is geweest.
Kritiek, zult gij tegenwerpen, lezer, is
gemakkelijk, en de kunst, ook die van
goede wetten maken, niet gemakkelijk.
Maar wij critiseeren omdat daardoor wel
licht de mogelijkheid wordt geopend als
nog verbeteringen tot stand te brengen.
En wij denken daarbij aan een leemte, die
op onheilspellende wijze de aandacht
trekt.
Artikel 5 is niet gewijzigd. D.w.z., dat
voor het van rechts komend verkeer ten
allen tijde onder alle omstandigheden den
doorgang moet worden vrijgelaten.
Hier thans wordt de kritiek ernstig.
Het komt ons voor, gelet op de erva
ringen der practijk en die der rijtechniek,
dat wel geen enkele automobilist deze
leemte niet ten zeerste zal betreuren. Wij
leven in een tijd van snelverkeer op den
grooten weg. De tijden, dat men geneigd
was. een algemeen geldende maximum
snelheid vast te stellen van 30 K.M. per
uur. zijn voorbij. De machtige heirbanen
zijn gebouwd om het snelverkeer gelegen
heid te geven ongestoord te rijden op een
wijze en met een snelheid, die het in staat
stelt tijdig zijn doel te bereiken.
Maar dan ook moet het dit ongestoord
en veilig kunnen doen. Art 5 van het
ongewijzigde Motor- en Riiwielreglement,
is een hinderpaal en een dikwijls gevaar
lijk struikelblok. Het is inderdaad geen
novum, lezer, dit pleidooi voor de afschaf
fing van dezen thans geldenden regel, die
onder bepaalde, van de locale toestanden
afhankelijke omstandigheden juist kan
worden geacht, doch die ten aanzien der
groote verkeerswegen zeer zeker behoort
te worden opzijgezet, met dien verstande,
zelfs, dat een bepaling in het leven be
hoort te worden geroepen, dat een ieder,
die zich van een secundairen weg begeeft
op een hoofdweg, verboden is dit te doen
indien de veiligheid van het verkeer daar
door wordt in gevaar gebracht.
Vele landen hebben de juistheid van
rijksche volk onder de moeilijkste omstan
digheden. in een tijd van onzegbaren
geestelijken, politieken en economischen
nood. aan het werk is getogen, om de
fouten niet alleen van 15 jaar maar van
150 jaren geestelijke en politieke dwalingen
goed te maken en op nieuwe wegen een
nieuw huis te bouwen voor het kleine,
maar vrije en onafhankelijke vaderland".
Maar de werkelijkheid? Dood zijn de
politieke partijen nog geenszins. Startaem-
:berg is thans officieel vice-kanselier ge
worden en de leider, die beslist!
deze regeling aangevoeld als een nood
zakelijke behoefte. Hier op zoodanige,
daar op andere wijze geredigeerd, hebben
de wettelijke bepalingen den gebruiker
van den snelverkeersweg immers toch
voor hem aangelegd, in de gelegenheid ge
steld ongehinderd te rijden. Dat deze ge
legenheid hier te lande thans niet is ge
schapen moet wel betreurenswaardig ge
noemd worden.
De behandeling van de Waterstaatsbe-
grooting ln de Eerste Kamer, thans onge
veer een maand geleden, gaf ons alle reden
te hopen op verbetering. Immers op de
vragen van enkele leden, onder meer ook
omtrent de wenschelijkheid van wijziging
op dit punt, gaf de Minister ten antwoord,
dat deze gereed lag. De teleurstelling, dat
art. 5 onveranderd is blijven bestaan, is
thans te grooter.
Een bezwaar moet ons ten slotte nog
van het hart. Tengevolge van de ongeluk
kige redactie van het huidige art. 22 is
het thans den automobilist veroorloofd
zijn motorrijtuig zonder ontstoken lampen
te laten staan, wanneer het door van bui
ten komend licht voldoende zichtbaar is.
Inderdaad een practische oplossing van
een hinderlijke en nutteloos wettelijk
wettelijk voorschrift. Waartoe immers
dient het op hei-verlichte pleinen der
groote steden den automobilist te nood
zaken niettemin parkeerlampen te ont
steken. Maar helaas, de wijziging zal den
ouden toestand herstellen, althans aan de
gemeenten overlaten een speciale bepaling
in het leven te roepen, waarbij de moge
lijkheid van het onverlicht laten staan
wordt geschapen, hetgeen ons kortzichtig
voorkomt.
Zoo zal dus de wijziging van het Motor
en Rijwielreglement naar onze meening
geen verbetering van groote beteekenis
geven. He principe, dat verouderd was.
had gewijzigd dienen te worden, en de
wetgever had zich niet moeten beperken
tot het aanbrengen van veranderingen in
en aanvullingen van de bestaande wet
tekst, die weliswaar in vele opzichten nut
tig effect zullen sorteeren, doch die het
reglement, als één geheel lreschouwd,
zeker niet op hooger peil brengen.
REGELING VOOR DE HARING-
VISSCHERIJ.
Nadere bijzonderheden.
Betreffende de door den Minister vast
gestelde regelingen voor de haringvis-
scherij 1934 kan medegedeeld worden, dat
aan reederijen van twee of meer schepen
in verband met het gereedmaken van de
vergunningen tot uitvaart ter haringvis-
scherij, is verzocht schriftelijk aan de
stichting voor de Nederlandsche Haring-
visschenj te berichten, welke schepen op
11 Mei. 5 of 26 Juni of op 10 Juli ter
haringvisscherij zullen uitvaren. Wat het
mede te nemen aantal netten betreft,
wordt er aan herinnerd, dat de schepen,
die op 11 Mei as. ter drijfnetharing-
visseherij mogen 'vertrekken, mogen wor
den uitgerust met een vleet, waarvan de
totale boven speerreelengte de 6000 Eng.
voet of 1824 M. niet te boven gaat. En
schepen, welke op 26 Juni mogen vertrek
ken, mogen worden uitgerust met 'n vleet,
waarvan de totale boven speereelengte de
8000 Eng. voet of 2432 M. niet te boven
gaat. Bij overtreding der wet stelt men
zich bloot aan in beslagneming van schip
en lading, onverminderd de op de over
treding gestelde boete van f. 10.000. De
regeling zal plaats hebben door de plaat
selijke reedersvereeniging overgelegde uit-
vaarttijd. De directie van de stichting
vestigt er ten slotte de aandacht op, dat
niet-georganiseerden in de stichting bo
vengenoemde vergunning tot uitvaren niet
ontvangen en derhalve van deelneming
aan de drijfnetharingvisscherij voor 1934
zijn uitgesloten.
VEREENIGING TOT STEUN.
De vereeniging Tot Steun, heeft giste
ren te Apeldoorn haar algemeene verga
dering gehouden.
Volgens het jaarverslag werd aan giften
en legaten f. 24.000 ontvangen.
De voorzitter herinnerde er aan dat
deze vergadering een maand eerder dan
gewoonlijk was belegd in verband met het
25-jarig bestaan van het doorgangshuis
Nieuw Veldzicht, te Apeldoorn.
Spr. herdacht de milddadigheid van ve
len die in korten tijd zooveel geld had
weten bijeen te brengen om Nieuw Veld
zicht te stichten. Spreker huldigde den
architect van dit gebouw den heer De Ba
zel. Naar inzicht van spreker is Nieuw
Veldzicht het mooiste van alle tehuizen
van Tot Steun.
Mr. H. J. Hiilsman (Amsterdam) werd
als bestuurslid herkozen.
Ds. F. G. H. van Iterzon (Nijmegen)
deed als voorzitter der propagandacom-
missie mededeelingen over de propagan
da, waarbij ook ter sprake werd gebracht
het oprichten van halve-stuiversvereeni-
gingen.
Besloten werd de volgende algemeene
vergadering ook te Apeldoorn te houden.
De afdeeling Arnhem bracht ter sprake
dat het gewenscht was een algemeenen
regel te treffen voor het te betalen kost
geld voor de uitbestede pupillen der ver
eeniging.
Mevr. H. G. de JoodeSchaly lichtte dit
namens de afdeeling toe. Hierover werden
van verschillende zijden meeningen ken
baar gemaakt. De voorzitter zegde toe, dat
het bestuur hiermede rekening zal houden
De afdeeling Den Haag vroeg hoe ge
handeld moet worden met werklooze
meerderjarigen. De heer H. van Hulst
lichtte dit toe.
Mr. Hiilsmann diende van antwoord. Hij
verwees de afdeeling Den Haag naar de
nazorg-subsidie der regeéring, die hier
voor ook bestemd kan worden. Voorts op
de verschillende instellingen die zich het
lot van werkloozen willen aantrekken.
Steun daarvan deelachtig te worden kan
van velerlei omstandigheden afhangen.
Spreker adviseerde ook zich in verbinding
te stellen met de arbeidsbeurs.
Een der afgevaardigden zeide zijr. jon
gens steeds op te wekken tot aansluiting
bij de vakbonden; als zij werkloos worden
kunnen zij daarvan dan gedurende eeni-
gen tijd ondersteuning krijgen.
,(N.R.Ot,ü
De krakende zindelijkheid der Holland -
sche huisvrouwen is in de gansche wereld
bekend; niet zoozeer omdat de vrouwen
elders tegengestelde neigingen vertoonen
dan wel omdat haar Hollandsche sexe-
genooten haar geaardheid zoo duidelijk ten
toon spreiden. Wil men de tegenstelling
juister formuleeren dan kan dat door te
zeggen dat de Hollandsche vrouwen een
open-"raam" politiek voeren en de an
deren zich aanhangsters betoonen van de
Monroe-leer, beide richtingen dan toege
spitst op de huishouding
Niet alleen op den wekelijkschen groote
beurt-dag maar ook tijdens de voorjaars
schoonmaak en de najaars-uithaal (of is
het omgekeerd?) kan men in onze stad. zoo
goed als in andere steden in ons kleine
landje zich overtuigen van de inboedels
van buurtbewoners; want alles staat dan
in tuintjes of op baleons tentoongesteld,
terwijl het beddegoed als gevelversiering
dienst doet! Uit ae hoog opengeschoven
ramen stuift het stof straatwaarts
maar ook wel eens in tegenovergestelde
richting huisvrouwen en gedienstigen
hanteeren dan stofdoeken en stofzuigers,
vloerzwabbers en zeilwrijvers dat het een
lieve lust is; huis aan huis demonstreert
men dan .,de" Hollandsche zindelijkheid,
waarbij echter geheel uit het oog verloren
wordt de meer logische opvatting der
mannen: doe het eiken dag wat beter en
eens in de week heel goed is niet noodig!
Staat de Vrijdag dus in het teeken van
de stofverplaatsing; de Maandag is de
tweede wekelijksche hoogtijdag en is ge
wijd aan de wasch. Heel vroeg in den
morgen brengt de water-en-vuur-vrouw
haar Watertonnetjes rond al zijn haar
klantjes in den loop der jaren heel wat
minder talrijk geworden moeder de
vrouw aldus het tijdroovende waterkoken
besparend. In ouderwetsche teilen en tob
ben, maar vaak ook in moderne electrisch
gedreven waschketels wordt dan het vuile
schoon, en het schoone vuil; waarbij het
echter velerlei soms niet weinig inge
wikkelde bewerkingen moet ondergaan,
welke haar culminatie-punt vinden in het
ophangen in het zonnetje of in den wind
beter nog het neerleggen op de reeds
in de tijden onzer voormoederen gebruikte
bleek. Dit is een werkje, dat met de uiter
ste zorgvuldigheid dient te geschieden,
want de geringste aanraking met een stof
fig hek of het kleinste modderspatje zou
het schoon weer tot vuil verlagen! Heeft
men de beschikking over een plaatsje of
een tuintje, dan is het vraagstuk „waar
droog ik?" spoedig opgelost; moeilijker is
dat voor diegenen, die niet tot de uitver
korenen behooren. De Leidsche huisvrouw
weet echter ook daar raad op, want als
men dan in den middag langs onze grach
ten wandelt, dan wemelt het er vaak van
droogrekken en niet zelden doen brugleu
ningen en spijlen als rekken dienst; maar
ontbreekt ook deze gelegenheid en staat
het zonnetje op den voorgevel, wel ze spant
een touwtje langs het kozijn van een
etage-raam en hangt daar de wasch lek
ker te drogen; ze dient dan echter te
zorgen voor uitstekende knijpers!!
DE HEER KETELAAR 70 JAAR.
De heer Th. M. Ketelaar.
Het Tweede Kamerlid, de heer Th. M.
Ketelaar, wonende te Amsterdam, zal
morgen zijn zeventigsten verjaardag her
denken. Er is een comité gevormd om
hem op een nader te bepalen dag te hul
digen.
INVOERRECHT OP KORTEN TERMIJN.
Volgens het afdeelingsonderzoek der
Eerste Kamer hadden sommige leden
tegen dit wetsontwerp ernstig bezwaar,
omdat het al te groote bevoegdheden legt
in handen van de regeering. Dit verkleint
het recht van het parlement en in deze
tijden moet men er zich voor hoeden in
die richting te gaan.
Deze leden achtten aanneming van het
wetsontwerp om met spoed te kunnen in
grijpen. niet noodig.
Sommige leden hadden zeer groot be
zwaar tegen het ontwerp wegens zijn
sterk protectionnistisch karakter. Ook
betwistten zij de noodzakelijkheid, dat de
regeering met spoed moet kunnen in
grijpen.
Andere leden waren van meening, don
der regeering de grootere macht, welke zij
bij de onderhandelingen met andere Sta
ten meent noodig te -hebben, niet mag
worden onthouden.
KORTER ARBEIDSTIJD BIJ AKU.
Werk voor 250 personen meer.
De directie van de Aku te Arnhem deelt
aan het Hbld. mede, dat zij voornemens is
een andere regeling van de werktijden in
te Voeren in de fabriek te Arnhem. De
nieuwe regeling zal aan ongeveer 250
nieuw aan te nemen personen werk kun
nen verschaffen. De thans bestaande Zon-
dagsarbeid wordt vrij belangrijk uitgebreid,
doch voor meer dan de helft van het per
soneel zal dit niet gelden.
Voor de overigen is de Zondagsarbeid ge
baseerd op een vierploegenstelsel, en ge
tracht zal worden voor ieder kerkbezoek
steeds mogelijk te maken. In elk geval
brengt dit stelsel mee. dat er ook volledig
vrije Zondagen zijn (vermoedelijk twee in
elke maand) en dat de werktijd verkort
wordt van 46 tot 42 uur 's weeks. De nieuwe
regeling vloeit niet voort uit zucht tot
rationalisatie. Het is de bittere noodzaak,
die de bedrijfsleiding er toe gebracht heeft
om plannen uit te werken, welke haar
taak zeer verzwaren, maar die onvermijde
lijk zijn om het bedrijf te kunnen hand
haven. De Nederlandsche kunstzijde-in
dustrie moet in den exportafzet coucur-
reeren met landen als Engeland. Italië en
vooral Japan, waar de kostprijs belangrijk
lager is dan hier te lande en waar de
Zondagsarbeid voor korteren of langoren
tijd reeds is ingevoerd.
KORTING SALARISSEN RECHTERLIJKE
MACHT.
Volgens het afdeelingsonderzoek der
Eerste Kamer waren sommige leden van
oordeel dat de salarissen der rechterlijke
macht volstrekt niet te hoog zijn. Zij
meenden, dat om geheel onafhankelijke
rechters en magistraten te hebben men
deze voldoende moet salarieeren, zoodat
zij niet door geldzorgen worden belem
merd.
Andere leden waren zelfs van oordeel,
dat de leden van de rechterlijke macht te
laag worden bezoldigd. Zij meenden ech
ter hun stem niet aan deze ontwerpen te
moeten onthouden.
VERSPREIDE BERICHTEN.
Bij Kon. Besluit is aan Jhx. J. A. van
Geen op zijn verzoek met ingang van 20
Mei 1934 eervol ontslag verleend als burge
meester der gemeente Wijk bij Duurstede