MaandagWaschdag! 75*= Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 5 Mei 1934 Derde Blad No. 22737 Buitenl. Weekoverzicht. BINNENLAND. Gd| tl. Iff- NOG steeds onzekerheden. Japan is steeds verder gegaan met te «tireertn in schijn! Tal van genist- tellende verklaringen zijn afgelegd maar quintessens van hetgeen zooveel stol 1 opwaaien, bleef. Niettemin zal Japan ,cn jiadeelige gevolgen ondervinden van Sn brutaliteit, wordt het zelfs niet terecht gewezen. Zoowel Amerika als Engeland [volstonden met een verklaring, waarmede genoegen wordt genomen met de latere japansche uitlatingen, die, wij herhalen Schijnbaar, de onrust-wekkende verklaring wmjnentarieeren op zg. bevredigende jze.... Vooral de Engelsche regeering :eft zich geducht ingespannen, om geen ikel geluid te doen hooren, dat ook maar top eenlge critiek zou kunnen lijken! Wederom is Japan als overwinnaar te roorschijn getreden. Het weet nu, dat de jetrokken mogendheden „bang" zijn en de Etlonalisten zullen daardoor, helaas, meer ïsten voet krijgen bij hun verder streven. uaals. geenszins hadden wij gewild een [ven dbldriest optreden als van Japan, xb wel, dat Japan op vlerkante wijze is medegedeeld, hoe over zijn optreden |rêrd gedacht. Integendeel is gehandeld piet dubbel gewatteerde handschoenen, met dwendlg gevolg, dat totaal geen indruk i zijn gemaakt. Japan weet thans, dat |iet ver, heel ver kan gaan, voordat er rertelijk beweging komt in de mogend- leden, die medezeggenschap oefenen in het [gerre Oosten en het zal tezijnertijd daar- i gebruik weten te maken, gelijk het d bij de inpalming van Mandsjoekwo en fcliji het reeds weer doende schijnt te zijn b Mongolië, mag men de berichten geloo- Eén, die daarover worden verspreid. I China moet zich wel in den steek gelaten Leden, zoo langzamerhand. iatusschen bewapent Amerika zich, zoo- - als het Londensche vlootverdrag maar sigszins toelaat welk verdrag vermoe- ijk volgend jaar niet zal worden ver- pd en maakt Engeland, van Singapore a zware vesting. De bewapeningswedloop lint daar reeds in vollen gang! !oe het in ons eigen werelddeel zal af- jen met de Ontwapening, blijft volko- Ltn in het duister gehuld. Ook de jongste tien van Suvich naar Londen en van falescu naar Parijs brachten in geen Biel opzicht eenige verademing, mag men 3 vel constateeren. Toch zal er deze Iets moeten gebeuren! Een stand- ïld van goud verdient degene, die Europa - uit de impasse, die hangt over dit i beheerschende vraagstuk. Dat door ctschland een soort ontwapenings-agent k benoemd, wordt opgevat als een teeken, Is! langzamerhand ook daar erkend wordt, 1st de boog wat te strak was gespannen, och eenig tastbaar bewijs ontbreekt. Er k bijkans geen land meer te noemen, of er laai momenteel weer een krachtige partij w: directe bewapening naast de ontwape- Het is wel ..verkeerd". En wie de nlng zal behalenWien de Men willen verderven, slaan zij met :dhetd. het geldt zeker voor de vraag- ien van oorlog en vrede! In Spanje is een kabinet Samper ge- id als een filiaal van het kabinet Ler- die liever eens op den achtergrond leef, al blijft hij feitelijk de lakens uit- leelen. Algemeen voorspelt men het nieuwe ninisterie geen lang leven, doch men ver- :eet aan te geven, in welke richting Spanje kh dan zal bewegen Naar rechts of naar inks, het is een gokje, al naar gelang door en van beide richtingen een aanslag zal lorden gepleegd op den staatsvorm, die al neer in het centrum van den politleken 'ld komt te staan. Oostenrijk heeft zijn nieuwe grondwet. Ssn )e regeering Dollfuss heeft 't romp-parle- mi tent nog eens doen bijeenkomen om alle "Noodverordeningen goed te keuren en te ens de nieuwe grondwet te sanctioneeren. Oostenrijk zal een sociale staat worden, an christelijken geest doordrongen, vrij an politieken strijd der partijen en klas- ui, opgebouwd op een corporatieve orde. 00 is vervuld, wat dr. Dollfuss als zijn cogram heeft verkondigd. Hij heeft met Mijn medewerkers een werk kunnen vol- toien, aan welks mogelijkheid een jaar deden nog sterk werd getwijfeld. Dollfuss sett op beslissende oogenblikken niet ge- »a!d. Dat was beslissend voor het slagen m een werk, dat Oostenrijk op een «uwe basis plaatst, die, volgens den kan ode:. een voorbeeld zal zijn als wereld- schouwing en in ethisch opzicht. Aldus heet het en Dollfuss zelf verklaar de o.a nog: -Het nieuwe Oostenrijk zal onder sterke «toritalre leiding staan. Terwijl het eigen sheer bij de standen, welke ook onmid dellijk aan de wetgeving zullen meewerken, «ri uitgebreid, is de openbare admini- itle, die zich steeds meer tot haar sou- eieine rechten moet beperken, aanmerke nd ingekrompen. De tijd der, dikwijls /lijk bijeengehouden coalitie-regeering definitief voorbij. Onder de autoritaire 'mg van den kanselier zullen voortaan enen met ondervinding op het gebied 1 het openbare economische leven, be- rie en vastberaden Oostenrijkers, het lot Ln ons vaderland besturen. De heele lei- inde macht van den staat ligt in de 'Men van de, door den Bondspresident ffloemde. regeering. De kanselier werkt ">rtaan, direct en indirect, mee bij de nneir.mg der verantwoordelijke mannen •de landen en districten. De regeering «e't alleen het wets-initiatief en in kri- tijden, naast den Bondspresident, een 1 geheel nieuwe vormen gekleed nood- feal. Bij de benoeming van den Bonds- i ident zelf doet het heele volk van Oos- :a-'iik mee door zijn gedelegeerden in de oudsvergadering. Uit de drie candidaten, door de Bondsvergadering worden ge- ,wordt door de burgemeesters der 'hoarijksche gemeenten, dus door die be- ifflskringen. welke de bevolking het dist staan, onder voorzitterschap van den Wgemeester der stad Weenen. door een '«htige staats-actie, misschien zelfs in o. "istoriscki gedenkwaardigen Dom van otephan, de nieuwe Bondspresident ge it* poten. fft! Is'* 1534 zal voor alle tijden een k'Jiv der Oostenrijksche geschiedenis looi H'i zal aan de he€le wereld, maar I ten aJn onze nakomelingen eenmaal too- I u, hoe een generatie van het Oosten- DE WIJZIGING VAN HET MOTOR- EN RIJWIEL REGLEMENT. geen verbetering van groote beteekenis. Mr. N. R. H. van Essen, juridisch advi seur der K.N.A.C., schrijft ons: Plotseling, na langen tijd van wachten komt een „nadere wijziging van het Motor- en Rijwielreglement in ons midden neergedaald. Staatsblad No. 125, 1934, een negentiental pagina's lang verkondigt ons het desbetreffende besluit. Het is een niet te miskennen feit, dat hierbij nuttige en noodige bepalingen in het leven zijn geroepen. Zoo is het juist gezien, dat niet slechts bestuurders van motorrijtuigen, doch ook alle andere weg gebruikers onder alle omstandigheden een teeken zullen moeten geven wanneer zij voornemens zijn van richting te ver anderen, welke verplichting de laatstge noemde categorie thans slechts is opge legd wanneer de veiligheid van het ver keer zulks vereischt, hetgeen niet alleen onzekere, doch tevens gevaarlijke toe standen in het leven roept. De gedachte aan een algemeene verkeerswet komt hier schuchter om den hoek gluren, om zich echter helaas oogenblikkelijk weer terug te trekken. Zoo geeft het reden tot tevredenheid, dat de wettigheid van het stoplicht offi cieel erkend is; verdient het groote toe juiching dat het verboden zal zijn signa len te geven anders dan wanneer de vei ligheid van het verkeer zulks zal vorderen, met welk voorschrift de mogelijkheid wordt geopend een reeds lang aangebon den strijd tegen overbodig rumoer te be slechten; zoo ook is een welkome bepaling dat het verboden zal zijn een portier van een auto te openen of geopend te laten wanneer daardoor de vrijheid en de vei ligheid van het verkeer worden belem merd of in gevaar gebracht. En aldus zijn er tal van verbeteringen aangebracht, die de lezer zonder twijfel zal hebben kunnen lezen in de reeds ge geven verslagen der aan te brengen wij zigingen. Maar behalve het euvel, dat op oud stramien werd voortgeborduurd, valt nog een ander op, te weten dat de nieuwe be palingen een belangrijke macht in han den gaan leggen van gemeentebesturen. Dit systeem komt ons onjuist voor. De Rijkswet behoort te regelen, de materie te beheerschen, en eenheid te scheppen, daarbij zoo weinig mogelijk overlatend aan den lageren wetgever. Wanneer wij thans lezen dat stopver boden, stationneerverboden, parkeerver boden en voorschriften betreffende te lang parkeeren, worden overgelaten aan gemeenteraden, dan ook moeten wij ern stig betwijfelen of dit systeem juist moet worden geacht. De autonomie van het gemeente-bestuur dat niet aan hooger in zicht is onderworpen, komt ons uiterst ge vaarlijk voor. En dit treft ons te meer wanneer wij constateeren. dat bij de on derhavige wijziging ook het zoogenaamde „inhaalverbod" niet alleen gesanction- neerd, doch eveneens in de macht van gemeentebesturen wordt gebracht. Waar onder vigeur van de huidige wet geving verschil van meening heerscht of een gemeentebestuur al dan niet bevoegd is een verordening in het leven te roepen, waarbij het den bestuurder van een mo torrijtuig verboden is op een bepaald weg gedeelte een ander motorrijtuig dat zich in dezelfde richting voortbeweegt in te halen de Hooge Raad der Nederlanden zal dit strijdpunt dezer dagen beslissen wordl thans den gemeenteraden de be voegdheid gegeven in het belang van de vrijheid en veiligheid van het verkeer, gelet op de breedte van den weg en de verkeersdrukte, die daar in het algemeen heerscht" naar eigen inzicht, autonoom, dergelijke uiterst gevaarlijke en mogelijk verkeerbelemmerende verbodsbepalingen te scheppen. Een angstig vermoeden rijst, dat dit inzicht niet juist is geweest. Kritiek, zult gij tegenwerpen, lezer, is gemakkelijk, en de kunst, ook die van goede wetten maken, niet gemakkelijk. Maar wij critiseeren omdat daardoor wel licht de mogelijkheid wordt geopend als nog verbeteringen tot stand te brengen. En wij denken daarbij aan een leemte, die op onheilspellende wijze de aandacht trekt. Artikel 5 is niet gewijzigd. D.w.z., dat voor het van rechts komend verkeer ten allen tijde onder alle omstandigheden den doorgang moet worden vrijgelaten. Hier thans wordt de kritiek ernstig. Het komt ons voor, gelet op de erva ringen der practijk en die der rijtechniek, dat wel geen enkele automobilist deze leemte niet ten zeerste zal betreuren. Wij leven in een tijd van snelverkeer op den grooten weg. De tijden, dat men geneigd was. een algemeen geldende maximum snelheid vast te stellen van 30 K.M. per uur. zijn voorbij. De machtige heirbanen zijn gebouwd om het snelverkeer gelegen heid te geven ongestoord te rijden op een wijze en met een snelheid, die het in staat stelt tijdig zijn doel te bereiken. Maar dan ook moet het dit ongestoord en veilig kunnen doen. Art 5 van het ongewijzigde Motor- en Riiwielreglement, is een hinderpaal en een dikwijls gevaar lijk struikelblok. Het is inderdaad geen novum, lezer, dit pleidooi voor de afschaf fing van dezen thans geldenden regel, die onder bepaalde, van de locale toestanden afhankelijke omstandigheden juist kan worden geacht, doch die ten aanzien der groote verkeerswegen zeer zeker behoort te worden opzijgezet, met dien verstande, zelfs, dat een bepaling in het leven be hoort te worden geroepen, dat een ieder, die zich van een secundairen weg begeeft op een hoofdweg, verboden is dit te doen indien de veiligheid van het verkeer daar door wordt in gevaar gebracht. Vele landen hebben de juistheid van rijksche volk onder de moeilijkste omstan digheden. in een tijd van onzegbaren geestelijken, politieken en economischen nood. aan het werk is getogen, om de fouten niet alleen van 15 jaar maar van 150 jaren geestelijke en politieke dwalingen goed te maken en op nieuwe wegen een nieuw huis te bouwen voor het kleine, maar vrije en onafhankelijke vaderland". Maar de werkelijkheid? Dood zijn de politieke partijen nog geenszins. Startaem- :berg is thans officieel vice-kanselier ge worden en de leider, die beslist! deze regeling aangevoeld als een nood zakelijke behoefte. Hier op zoodanige, daar op andere wijze geredigeerd, hebben de wettelijke bepalingen den gebruiker van den snelverkeersweg immers toch voor hem aangelegd, in de gelegenheid ge steld ongehinderd te rijden. Dat deze ge legenheid hier te lande thans niet is ge schapen moet wel betreurenswaardig ge noemd worden. De behandeling van de Waterstaatsbe- grooting ln de Eerste Kamer, thans onge veer een maand geleden, gaf ons alle reden te hopen op verbetering. Immers op de vragen van enkele leden, onder meer ook omtrent de wenschelijkheid van wijziging op dit punt, gaf de Minister ten antwoord, dat deze gereed lag. De teleurstelling, dat art. 5 onveranderd is blijven bestaan, is thans te grooter. Een bezwaar moet ons ten slotte nog van het hart. Tengevolge van de ongeluk kige redactie van het huidige art. 22 is het thans den automobilist veroorloofd zijn motorrijtuig zonder ontstoken lampen te laten staan, wanneer het door van bui ten komend licht voldoende zichtbaar is. Inderdaad een practische oplossing van een hinderlijke en nutteloos wettelijk wettelijk voorschrift. Waartoe immers dient het op hei-verlichte pleinen der groote steden den automobilist te nood zaken niettemin parkeerlampen te ont steken. Maar helaas, de wijziging zal den ouden toestand herstellen, althans aan de gemeenten overlaten een speciale bepaling in het leven te roepen, waarbij de moge lijkheid van het onverlicht laten staan wordt geschapen, hetgeen ons kortzichtig voorkomt. Zoo zal dus de wijziging van het Motor en Rijwielreglement naar onze meening geen verbetering van groote beteekenis geven. He principe, dat verouderd was. had gewijzigd dienen te worden, en de wetgever had zich niet moeten beperken tot het aanbrengen van veranderingen in en aanvullingen van de bestaande wet tekst, die weliswaar in vele opzichten nut tig effect zullen sorteeren, doch die het reglement, als één geheel lreschouwd, zeker niet op hooger peil brengen. REGELING VOOR DE HARING- VISSCHERIJ. Nadere bijzonderheden. Betreffende de door den Minister vast gestelde regelingen voor de haringvis- scherij 1934 kan medegedeeld worden, dat aan reederijen van twee of meer schepen in verband met het gereedmaken van de vergunningen tot uitvaart ter haringvis- scherij, is verzocht schriftelijk aan de stichting voor de Nederlandsche Haring- visschenj te berichten, welke schepen op 11 Mei. 5 of 26 Juni of op 10 Juli ter haringvisscherij zullen uitvaren. Wat het mede te nemen aantal netten betreft, wordt er aan herinnerd, dat de schepen, die op 11 Mei as. ter drijfnetharing- visseherij mogen 'vertrekken, mogen wor den uitgerust met een vleet, waarvan de totale boven speerreelengte de 6000 Eng. voet of 1824 M. niet te boven gaat. En schepen, welke op 26 Juni mogen vertrek ken, mogen worden uitgerust met 'n vleet, waarvan de totale boven speereelengte de 8000 Eng. voet of 2432 M. niet te boven gaat. Bij overtreding der wet stelt men zich bloot aan in beslagneming van schip en lading, onverminderd de op de over treding gestelde boete van f. 10.000. De regeling zal plaats hebben door de plaat selijke reedersvereeniging overgelegde uit- vaarttijd. De directie van de stichting vestigt er ten slotte de aandacht op, dat niet-georganiseerden in de stichting bo vengenoemde vergunning tot uitvaren niet ontvangen en derhalve van deelneming aan de drijfnetharingvisscherij voor 1934 zijn uitgesloten. VEREENIGING TOT STEUN. De vereeniging Tot Steun, heeft giste ren te Apeldoorn haar algemeene verga dering gehouden. Volgens het jaarverslag werd aan giften en legaten f. 24.000 ontvangen. De voorzitter herinnerde er aan dat deze vergadering een maand eerder dan gewoonlijk was belegd in verband met het 25-jarig bestaan van het doorgangshuis Nieuw Veldzicht, te Apeldoorn. Spr. herdacht de milddadigheid van ve len die in korten tijd zooveel geld had weten bijeen te brengen om Nieuw Veld zicht te stichten. Spreker huldigde den architect van dit gebouw den heer De Ba zel. Naar inzicht van spreker is Nieuw Veldzicht het mooiste van alle tehuizen van Tot Steun. Mr. H. J. Hiilsman (Amsterdam) werd als bestuurslid herkozen. Ds. F. G. H. van Iterzon (Nijmegen) deed als voorzitter der propagandacom- missie mededeelingen over de propagan da, waarbij ook ter sprake werd gebracht het oprichten van halve-stuiversvereeni- gingen. Besloten werd de volgende algemeene vergadering ook te Apeldoorn te houden. De afdeeling Arnhem bracht ter sprake dat het gewenscht was een algemeenen regel te treffen voor het te betalen kost geld voor de uitbestede pupillen der ver eeniging. Mevr. H. G. de JoodeSchaly lichtte dit namens de afdeeling toe. Hierover werden van verschillende zijden meeningen ken baar gemaakt. De voorzitter zegde toe, dat het bestuur hiermede rekening zal houden De afdeeling Den Haag vroeg hoe ge handeld moet worden met werklooze meerderjarigen. De heer H. van Hulst lichtte dit toe. Mr. Hiilsmann diende van antwoord. Hij verwees de afdeeling Den Haag naar de nazorg-subsidie der regeéring, die hier voor ook bestemd kan worden. Voorts op de verschillende instellingen die zich het lot van werkloozen willen aantrekken. Steun daarvan deelachtig te worden kan van velerlei omstandigheden afhangen. Spreker adviseerde ook zich in verbinding te stellen met de arbeidsbeurs. Een der afgevaardigden zeide zijr. jon gens steeds op te wekken tot aansluiting bij de vakbonden; als zij werkloos worden kunnen zij daarvan dan gedurende eeni- gen tijd ondersteuning krijgen. ,(N.R.Ot,ü De krakende zindelijkheid der Holland - sche huisvrouwen is in de gansche wereld bekend; niet zoozeer omdat de vrouwen elders tegengestelde neigingen vertoonen dan wel omdat haar Hollandsche sexe- genooten haar geaardheid zoo duidelijk ten toon spreiden. Wil men de tegenstelling juister formuleeren dan kan dat door te zeggen dat de Hollandsche vrouwen een open-"raam" politiek voeren en de an deren zich aanhangsters betoonen van de Monroe-leer, beide richtingen dan toege spitst op de huishouding Niet alleen op den wekelijkschen groote beurt-dag maar ook tijdens de voorjaars schoonmaak en de najaars-uithaal (of is het omgekeerd?) kan men in onze stad. zoo goed als in andere steden in ons kleine landje zich overtuigen van de inboedels van buurtbewoners; want alles staat dan in tuintjes of op baleons tentoongesteld, terwijl het beddegoed als gevelversiering dienst doet! Uit ae hoog opengeschoven ramen stuift het stof straatwaarts maar ook wel eens in tegenovergestelde richting huisvrouwen en gedienstigen hanteeren dan stofdoeken en stofzuigers, vloerzwabbers en zeilwrijvers dat het een lieve lust is; huis aan huis demonstreert men dan .,de" Hollandsche zindelijkheid, waarbij echter geheel uit het oog verloren wordt de meer logische opvatting der mannen: doe het eiken dag wat beter en eens in de week heel goed is niet noodig! Staat de Vrijdag dus in het teeken van de stofverplaatsing; de Maandag is de tweede wekelijksche hoogtijdag en is ge wijd aan de wasch. Heel vroeg in den morgen brengt de water-en-vuur-vrouw haar Watertonnetjes rond al zijn haar klantjes in den loop der jaren heel wat minder talrijk geworden moeder de vrouw aldus het tijdroovende waterkoken besparend. In ouderwetsche teilen en tob ben, maar vaak ook in moderne electrisch gedreven waschketels wordt dan het vuile schoon, en het schoone vuil; waarbij het echter velerlei soms niet weinig inge wikkelde bewerkingen moet ondergaan, welke haar culminatie-punt vinden in het ophangen in het zonnetje of in den wind beter nog het neerleggen op de reeds in de tijden onzer voormoederen gebruikte bleek. Dit is een werkje, dat met de uiter ste zorgvuldigheid dient te geschieden, want de geringste aanraking met een stof fig hek of het kleinste modderspatje zou het schoon weer tot vuil verlagen! Heeft men de beschikking over een plaatsje of een tuintje, dan is het vraagstuk „waar droog ik?" spoedig opgelost; moeilijker is dat voor diegenen, die niet tot de uitver korenen behooren. De Leidsche huisvrouw weet echter ook daar raad op, want als men dan in den middag langs onze grach ten wandelt, dan wemelt het er vaak van droogrekken en niet zelden doen brugleu ningen en spijlen als rekken dienst; maar ontbreekt ook deze gelegenheid en staat het zonnetje op den voorgevel, wel ze spant een touwtje langs het kozijn van een etage-raam en hangt daar de wasch lek ker te drogen; ze dient dan echter te zorgen voor uitstekende knijpers!! DE HEER KETELAAR 70 JAAR. De heer Th. M. Ketelaar. Het Tweede Kamerlid, de heer Th. M. Ketelaar, wonende te Amsterdam, zal morgen zijn zeventigsten verjaardag her denken. Er is een comité gevormd om hem op een nader te bepalen dag te hul digen. INVOERRECHT OP KORTEN TERMIJN. Volgens het afdeelingsonderzoek der Eerste Kamer hadden sommige leden tegen dit wetsontwerp ernstig bezwaar, omdat het al te groote bevoegdheden legt in handen van de regeering. Dit verkleint het recht van het parlement en in deze tijden moet men er zich voor hoeden in die richting te gaan. Deze leden achtten aanneming van het wetsontwerp om met spoed te kunnen in grijpen. niet noodig. Sommige leden hadden zeer groot be zwaar tegen het ontwerp wegens zijn sterk protectionnistisch karakter. Ook betwistten zij de noodzakelijkheid, dat de regeering met spoed moet kunnen in grijpen. Andere leden waren van meening, don der regeering de grootere macht, welke zij bij de onderhandelingen met andere Sta ten meent noodig te -hebben, niet mag worden onthouden. KORTER ARBEIDSTIJD BIJ AKU. Werk voor 250 personen meer. De directie van de Aku te Arnhem deelt aan het Hbld. mede, dat zij voornemens is een andere regeling van de werktijden in te Voeren in de fabriek te Arnhem. De nieuwe regeling zal aan ongeveer 250 nieuw aan te nemen personen werk kun nen verschaffen. De thans bestaande Zon- dagsarbeid wordt vrij belangrijk uitgebreid, doch voor meer dan de helft van het per soneel zal dit niet gelden. Voor de overigen is de Zondagsarbeid ge baseerd op een vierploegenstelsel, en ge tracht zal worden voor ieder kerkbezoek steeds mogelijk te maken. In elk geval brengt dit stelsel mee. dat er ook volledig vrije Zondagen zijn (vermoedelijk twee in elke maand) en dat de werktijd verkort wordt van 46 tot 42 uur 's weeks. De nieuwe regeling vloeit niet voort uit zucht tot rationalisatie. Het is de bittere noodzaak, die de bedrijfsleiding er toe gebracht heeft om plannen uit te werken, welke haar taak zeer verzwaren, maar die onvermijde lijk zijn om het bedrijf te kunnen hand haven. De Nederlandsche kunstzijde-in dustrie moet in den exportafzet coucur- reeren met landen als Engeland. Italië en vooral Japan, waar de kostprijs belangrijk lager is dan hier te lande en waar de Zondagsarbeid voor korteren of langoren tijd reeds is ingevoerd. KORTING SALARISSEN RECHTERLIJKE MACHT. Volgens het afdeelingsonderzoek der Eerste Kamer waren sommige leden van oordeel dat de salarissen der rechterlijke macht volstrekt niet te hoog zijn. Zij meenden, dat om geheel onafhankelijke rechters en magistraten te hebben men deze voldoende moet salarieeren, zoodat zij niet door geldzorgen worden belem merd. Andere leden waren zelfs van oordeel, dat de leden van de rechterlijke macht te laag worden bezoldigd. Zij meenden ech ter hun stem niet aan deze ontwerpen te moeten onthouden. VERSPREIDE BERICHTEN. Bij Kon. Besluit is aan Jhx. J. A. van Geen op zijn verzoek met ingang van 20 Mei 1934 eervol ontslag verleend als burge meester der gemeente Wijk bij Duurstede

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1934 | | pagina 9