De mijnramp bij Serajewo - Duitsche
officieren te Nice
VEILIGE HAVENS
75,le Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
FEUILLETON.
to w,at verstandiger te worden."
te
Duitsche officieren inspecteeren Fransche troepen.
Duitsche officieren, die te Nice deelnemen aan de ruiterfeesten, bij het inspecteeren van een bataljon Alpenjagers.
DE MIJNRAMP BIJ SERAJEWO. Meer
dan honderd dooden zijn ge'borgen. De be
volking voor de mijn op nieuws wachtend.
Op zoek naar diamanten.
De Amerikaansche geograaf William la Varre ondernam met zijn vrouw en zijn schoonzuster een expeditie naar de wildernissen van Zuid-
Amerika, om in Essegibo diamanten te zoeken. Links het doorwaden van een rivier. Hechts mevr. la Varre en haar zuster op de door negers
geroeide woonboot.
HET 12WAKIG AMBTSJUBILEUM VAN BURGEMEESTER DE MONCHY VAN
ARNHEM. Brandweerlieden komen den burgemeester.gelukwenschen-
AARTSHERTOG ANTON EN HERTOGIN ILEANA lieten hun nieuwe slot Sonnberg inwijden.
Do burgerwacht op het feest. Het paar bij h et inspecteeren der burgerwacht-
CARLO PEDRAZZINI
die bij de auto-races te
Alessandria doodelijk
verongelukte.
door BASIL KING.
(Uit het Engelsch).
84)
„Dat zal ik. Ik ben zooeven bij den rec-
tor-magnlflcus en daarna bij den hoofd
commissaris van politie geweest."
..Wel, wel! En nu kom je voor beul spe
len, nietwaar?"
..Neen, er zal geen beul bij te pas komen,
belden hebben je gratie verleend op
mijn verzoek."
Toen kwamen de voeten van het bureau
at en werd de sigaar uit den mond geno
den. Tad boog zich in zijn stoel voorover,
gespannen en ongeloovig.
"Op jouw verzoek?"
Tom antwoordde kalm: „Ja, op mijn
verzoek. Ik heb met beiden gesproken. Ik
Sezegd, dat ik me verantwoordelijk
"J°r je zou stellen, dat je niet langer als
n gek zou doen en trachten een man
te zyn."
trek van ongeloovigheid op zijn ge-
mankte plaats voor booze verbazing,
„ui wie. voor den donder, gaf je daartoe
«et recht?"
eirw'eI?a"d' Ik deed het ult eigen bewe-
mnfi AJ®. iemand geholpen wordt, dan
srm« die bulp aanvaarden en niet
Tra iffen teSen dengeen, die ze hem bood.
kan bet jouw schelen of ik ver
standiger word of niet?"
•Jfigenlijk niets."
„Maar waarom bemoei je je er dan in
het hemelsnaam mee?"
„Omdat ik het nu eenmaal wensch te
doen. Een ander antwoord zal ik je niet
geven, noch een naderen uitleg. Het
eenige, dat je te doen hebt, is je gewon
nen te geven. Een geboren dwaas ben je
niet; je hebt alleen maar een dwaas van
je zelf gemaakt. Er zit nog te veel goeds in
je, om je tot de risee van iedereen van.de
hoogeschool te maken. Laat het hoofd niet
hangen! Wees een kerel! Na anderhalf
jaar voor gek te hebben gespeeld, dunkt
me, dat je nu toch wel moet gaan inzien,
dat je daarmee niets hebt bereikt."
Nooit in zijn leven had Tad Whitelaw
zóó ongenadig op zijn gezicht gekregen.
Maar daar was het Tom juist om te doen.
Alleen een duchtig pak ransel, hetzij met
woorden, hetzij op andere manier, zou
hem kunnen bevrijden van zijn eigen
dunk. Zijn laatdunkendheid had blijkbaar
al een klap gekregen, want in zijn toon
was reeds een zweem van zwakheid hoor
nat ik inzie of niet inzie, is mijn eigen
„O, volstrekt niet! Er bestaat iets, dat
men korpsgeest noemt. We kunnen geen
snertkerels in ons midden dulden, vooral
in dezen tijd niet."
Tad begon nog een toontje lager te zin
gen. „Ik ben niet de eenige snertvent.
Waarom pik je er juist mij uit?"
„Dat heb ik je al gezegd: omdat ik het
nu eenmaal wensch te doen. Je zou het
verstandigst doen je maar aan me gewon
nen te geven, want je kunt me toch niet
van je afschudden, evenmin als je je ge
weten tot zwijgen kunt brengen."
Tad sprong op. Zijn oogen biiksemden
weer van woede. „Ik mag vervloekt wor
den, voordat ik me aan je gewonnen geef!
„En ik mag vervloekt worden, als je het
niet doet. Als ik je door overreding niet
tot overtuiging kan brengen, zal ik het
doen op de manier, die ik eens op je heb
moeten toepassen. Ik zal je munv ranse
len. Ik zal niet gedogen, dat je een
schandvlek wordt."
„O, ha! Daar komt de aap uit de mouw!
Een schandvlek! Je praat, alsof je een lid
van de familie bent Dat is het, waarnaar
je streeft, daarop aas je, zoolang.
.Luister!" viel Tom hem krachtig in de
rede. .Laten we, wat die kwestie betreft,
elkaar eens en voorgoed begrijpen." Hij
nam met gefronste wenkbrauwen Tad van
het hoofd tot de voeten op. „Ik zou niet
eens willen behooren tot de familie, die
jou in de wereld heeft geschopt."
Tad schrok, en op geheel veranderden
toon zei hij: „Zoo, zoo! Zou je dat niet
willen! Maar wie zegt je, dat er niet een
tijd komt, dat je dat zult moeten?"
Tom legde vaderlijk een hand op Tad's
schouder. .Laten we geen onzin praten.
Beiden kennen we den bijnaam, dien ik in
Harvard heb. Maar wat kan ons dat sche
len. Je familie kan me niet gebruiken, en
ik heb haar heusch niet noodig. Althans
in dien zin heb ik ook jou niet noodig. Ik
zal het je maar eerlijk zeggen: ik heb iets
gevonden, waarvoor je bruikbaar bent. Dit
is de reden, waarom ik je niet loslaat.
Maar het heeft niets te maken met 1e
familiezaken."
Zij keken elkaar scherp aan; Tad was
een en al verbazing. „Jij mij voor iets
bruikbaar achten? Wel verplicht, hoor!
Maar laat ik je zeggen, dat ik jou.heele-
maal niet kan gebruiken. Vergeet dat
vooral niet."
STom trok ^jn hagd terug en gaf hes
een duwtje. „Houd dat maar gerust voor
je. Kletspraat brengt je niets verder. Ik
ben van plan iets van je te maken, waar
op je vader en moeder trotsch kun
nen zijn."
„Jij iets van mij maken?" kwam er op
een van woede bijna gillende toon uit
,-,Ja, een soldaat."
Het woord werkte plotseling kalmeerend
als een koude douche in sommige gevallen
van hysterie. Hij tikte tegen zijn voor
hoofd. „Zeg, ben je wel goed snik?"
„Misschien niet. Maar, wel of ik niet
goed snik, soldaat zul je moeten worden.
Lees je geen kranten? Heb je de men-
schen er niet over hooren spreken? Maar
man, als we twee of drie maanden verder
zijn zullen alle jongemannen van onzen
leeftijd achter een trom loopen."
„Och, kletspraat!"
„Heelemaal geen kletspraat. Begrijp Je
het dan zelf niet? Als ons land mee
doet.,.."
„Maar dat gebeurt niet!"
„Zoo? Dat moet je maar eens vragen
aan wien je wilt. Vraag het je eigen vader.
Als wij er in worden betrokken, zal hij een
van de gewichtigste mannen van Ame
rika en Europa worden. Jij bent zijn eenige
zoon. Je moet hem in de kaart spelen."
Tom keek aandachtig naar het ver
harde, verpierewaaide jonge gezicht, waar
op zich een zonderling ernstige trek ver
toonde. Tad knarsetandde en hield zijn
lippen stijf op elkaar. Tom zag zijn kans
schoon om voort te gaan.
„Er zullen in het heele land geen half
dozijn mannen zijn, die zullen kunnen
doen, waartoe je vader in staat is. Luister!
Ik ben eenigszins op de hoogte van het
bankwezen, heb het al jaren lang bestu
deerd. Als het tot eep oorlog komt, is het
tenslotte de bankier, die elke uitgave moet
goedkeuren. Zonder hem kunnen ze niets
doen, kan er geen leger, noch vloot, noch
internationale samenwerking bestaan. Je
zult het zien. Zoodra de oorlog is ver
klaard, ja, zelfs vóór dat tijdstip, zal de
president je vader bij zich roepen, om de
middelen om aan geld te komen, te be
spreken. Welnu, zou jij nu de man willen
zijn, die een spaak wil steken in het wiel
van 's lands voertuig? Je kunt het. Je doet
het zelfs al. Hoe meer je hem hindert, des
te moeilijker maak je hem zijn werk. Een
maal gesjeesd van de hoogeschool, wat
zeker over een paar dagen zou gebeurd
zijn, als ik niet opgetreden was, en ver
zocht had je onder mijn hoede te
stellen
Weer kwam Tad in opstand. „Onder je
hoede gesteld? Loop naai' den duivel met
je hoede!"
,3est maar het is de eenige conditie,
waaronder je op de hoogeschool kunt blij
ven. Als je die niet aanvaardt, zul je zien,
dat je vader het gelag moet betalen. Hij
zal voor een belangrijke, internationale
taak worden geplaatst, en die zal hij niet
kunnen volbrengen, omdat zijn gedachten
steeds bij jou zullen zijn. En je zult zien,
dat het heele land er de dupe van zal zijn
hoe weet ik niet, maar gebeuren zal
het. Spreekt dat niet tot je? Wat kan je er
bij winnen door van den balk de rotte plek
te zijn, die oorzaak is dat we hert heele
huis op ons hoofd krijgen? Iedereen weet,
dat je vader een zoon heeft verloren. Kun
je niet je best doen hem een zoon terug
te geven, waarover hij zich niet behoeft
te schamen?"
.(Wordt vervolgd), J