De muiterij aan boord van de
„De Zeven Provinciën".
MIVEA
TOM DE NEGERJONGEN.
l-
LEIDSCH DAGBLAD - Vierde Blad
Dinsdag 17 April 1934
KUNST EN LETTEREN.
De Officieren voor den Zeekrijgsraad.
RADIO-PROGRAMMA.
wordt uitgegeven, de overheid zelf heeft
te controleeren.
De heer TOBÉ vindt treurig, dat uit
getrokken werkloozen. die ziek worden, als
armlastigen worden beschouwd. Kan dan
de steun niet via de organisaties gaan?
Dê heer WILBRINK sluit zich daarbij
aan.
De heer ELKERBOUT meent, dat er
altijd controle is bij uitgeven van over
heidsgeld. Die blijft toch ook bü uitkee-
ring via de organisaties?
Wethouder ROMIJN zegt. dat de alge-
meene belangen behartigd moeten wor
den, niet de belangen van categorieën. Uit
dit oogpunt moet de zaak bezien worden
en dan moet men zich z.i. accoord ver
klaren met het praeadvies van B. en W.
Een vergelijk met andere plaatsen gaat
niet op, gelet op de splitsing, die hier
sinds jaren bestaat, nl. splitsing tus-
schen bonafide en niet-bonafide georga-
niseerden, waarbij allen, die van den
Dienst van Sociale Zaken afvloeien, door
schuld of geen schuld, gaan naar M.H.
Uit buitengemeenten komen velen hier
heen met het oog op betere uitkeeringen,
waartegen een dam dient opgeworpen Te
kort georganiserden behooren evenmin bij
den Dienst van Soc Zaken, zoo besliste
de raad destijds terecht. Gehuwden tijdens
werkloosheid vragen vaak zelf steun bij
ME. daar Soc Zaken slechts kostwinners
steun geeft Zelfs gestraften zouden vol
gens de motie van Stralen terugkeeren
tot Soc. Zaken!
Spr. betwist dat de raad destijds de
«notie zou hebben aangenomen, doch er
is dan reden tot verheugenis te meer. dat
de zaak nog eens nader is bezien, als het
anders zou zijn. Eigen controle is boven
dien altijd beter dan controle door de
bonden.
Het verzoek van den heer Tobé wil spr
nog wel eens nader onder oogen zien, doch
de werkloozensteun geldt alleen voor va
lide werkloozen. Slechts zeer weinig zieken
zijn er bovendien onder de werkloozen en
dan meestal nog in het ziekehuis opge-
nomen, voor wie en hun families M.H.
vlot en vlug zorgt.
De heer VAN STRALEN is door den heer
van Tol zeer teleurgesteld, die terugkomt
op zijn vroegere houding.
Zelfs in plaatsen, waar alies via M.H.
gaat. vindt de steun plaats vla de orga
nisaties!
Spr. bedoelt ook niet de menschen
terug te brengen naar Soc. Zaken, doch
alleen ooi hun den steun van M.H. uit te
keeren via de organisaties met controle
daarvan. Daarom gaat het! Met het blij
ven van gestraften bij M.H. wil spr. zich
wel vereenigen.
Spr. verdedigt dan de organisaties en
haar werk tegen den wethouder. Veel
wordt daar gratis gedaan in het belang
der werkloozen met groote opofferingen.
Mevr. BRAGGAAR erkent, dat zieken bij
MH. goed worden behandeld, al is het
vaak voor betrokkenen onaangenaam
daarheen te worden verwezen. Voorts ver
dedigt zij nogmaals de motie van Stralen.
Meent de heer De Reede dat de organisa
ties geen verantwoordelijkheid kennen
voor gemeentegeld?
De heer ELKERBOUT zal na de verde
diging door den wethouder niet voor de
motie stemmen.
De heer DE REEDE heeft de organisaties
niets willen verwijten alleen is spr. voor
volkomen overheidscontrole
De heeT VOS ziet geen bezwaar tegen
de motie, waar zJ. alleen bedoeld wordt
de steunuitkeering van M. H te doen
plaats vinden via de organisaties.
De WETHOUDER zegt. dat de heer van
Stralen door zijn scheiding tusschen ge-
organiseerden en niet-georganlseerden
zelf de kwestie anders stelde. Afgezien van
de categorieën van gestraften, die bevoor
deeld zouden worden. ZJ. zou het werk
van MH. ook moeilijker worden in plaats
van gemakkelijke»- door den eisch van
meer controle.
De heer VAN STRALEN herhaalt, dat
het alleen gaat om de uitbetaling via de
organisaties, niet om terugbrengen naar
Soc. Zaken, hetgeen inderdaad onmogelijk
is. Op de controle der organisaties is geen
aanmerking te maken; deze geeft groote
besparing.
De motie v. Stralen wordt verworpen
met 2014 stemmen.
Voor de SD.AE. en de heer Vos, Tobé
en v. Weizen.
INTERPELLATIE v. ECK.
27o. Interpellatie van den heer van Eek
inzake de oproeping van sollicitanten naar
de betrekking van Directeur van den
Dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon.
De heer v ECK vraagt waarom a priori
een vrouw is uitgesloten, trots de verkla
ringen door voorzitter en den wethouder
destijds afgelegd, dat nog niet was beslist
hieromtrent. Z.i. staan mannen en vrou
wen gelijk en behoort dit ook zoo te zijn.
Met verwondering las spr. daarom den op
roep van alleen mannelijke gegadigden.
Spr. vraagt nadere inlichtingen.
Wethouder ROMIJN kan ook spreken
van verwondering, waar toch in de reorga
nisatiecommissie voor M.H. duidelijk de
voorkeur is gegeven aan een man. Dat is
toch in de fractie der SUAE, uitvoerig
behandeld? Wat heeft spr. aan een derge
lijke kwajongensachtige manier van be
handeling? Eerst goedkeuren en later aan
merking maken!
Bij de kwestie der benoeming kan de
raad zich altijd nog beraden.
De heer v. ECK moet nu van ergernis
spreken, gelet op deze verdediging. Duide
lijk is toch in den raad gebleken, hoe de
SD-A.P. hierover dacht, al mag de heer
Vallentgoed zijn handteekening hebben
gezet onder genoemd rapport. En de ver
klaring van den voorzitter dan? Deze
wordt eenvoudig terzijde gesteld. Dat de
raad nog vrij zou blijven, is te dwaas, ge
let op den gang van zaken. Epr. vraagt bo
vendien antwoord van het college, niet van
den wethouder. Is een verklaring van een
voorzitter niet meer te vertrouwen?
De VOORZITTER zegt. dat als hij een
mededeeling doet deze altijd is namens het
college.
Mevr. BRAGGAAR meent, dat de wet
houder zelf kwesties over M. H. oproept. Zij
herinnert aan haar pertinente verklaring
in den raad en de uitlating van den voor
zitter. In M. H. heeft zij geen nadere ver
klaring kunnen krijgen doch ook nu heeft
zij deze niet gehoord, hoewel haar deze
in den raad werd toegezegd door den wet
houder.
De vrouwen zijn gepasseerd, daaraan zal
niet meer te ontkomen zijn.
De heer VALLENTGOED erkent zich te
hebben uitgesproken voor een man, doch
a priori werd een vrouw niet uitgesloten
Zoo heeft de fractie zich in den raad ook
uitgelaten.
De VOORZITTER vraagt de wethouder
zijn uitlating kwajongensachtige manier
van handelen terug te nemen.
Wethouder ROMIJN wil daaraan wel
voldoen ,al blijft hij de wijze van doen der
S.D.A.P. afkeuren.
De heer WILBRINK kan begrijpen, dat
een oproep geplaatst is voor een man. waar
een bepaalde vrouw anders zou hebben
gesolliciteerd, (die de S.D.A.P ook niet wil)
en deze niet werd gewild. Zoo is deze
vrouw een echec bespaard. Beter ware ge
weest en nobeler van de S.D.A.P.-fractie
hier nu niet hiermee te komen.
De heer v. ECK verwijst er naar. hoe de
voorzitter-wethouder destijds zeide: een
vrouw is niet uitgesloten. Dat is toch dui
delijk. Bovendien is gezegd, dat de kwestie
van man of vrouw later zou worden beslist.
En nu de oproep! De reden van den heer
Wilbrink is niet voldoende. Desnoods was
in geheime zitting daarover te praten ge
weest.
De verdediging van den wethouder lijkt
op niets. Spr. is zeer teleurgesteld. Zoo wor
den de raadsleden als kwajongens behan
deld.
Een motie zal spr. niet indienen doch
zijn ergernis blijft.
De heer WILMER noemt de adverten
tie een fout na de verklaring door den
voorzitter, doch deze fout is gemaakt met
een goede bedoeling om onaangenaamhe
den te voorkomen.
Wethouder ROMIJN wil nooit erkennen
dat er een fout is gemaakt. Deze is z.i.
dan gevolg van de houding der S.D.A.P.
De heer v. ECK: Mevr. Braggaar sprak
toch namens de fractie.
De WETHOUDER: Dat bleek uit niets.
Mevr. BRAGGAAR zegt in M. H. duide
lijk te hebben gesproken namens de
fractie.
Hiermede wordt de interpellatie geslo
ten.
SCHOOLKINDERVOEDING.
Nu komen in behandeling beide voor
stellen inzake verhooging der subsidie aan
de Vereen, voor Schoolkindervoeding en
-kleeding.
Een voorstel van orde van den heer
Huurman deze voorstellen uit te stellen,
wordt verworpen met 2311 stemmen.
Mevr. BRAGGAAR wijst op de gevolgen
der subsidie-vermindering voor deze ver-
eeniging, die zij funest noemt, behalve
wellicht de lagere voedingsprijs waarover
nog niet te oordeelen is. Spr. noemt den
aftrek der volledige Inkomens der kinde
ren feitelijk een norm-verlaging, die
zwaar drukt. Zij geeft voorbeelden. Het
ergste is echter, dat de kinderen in plaats
van 6 dagen maar 3 dagen voedsel meer
krijgen en dat voor de armsten der ar
men. Daarin moet h.i. verandering komen
en vandaar haar voorstel.
Het voorstel Wilmer-Bergers-Wilbrink
bedoelt hetzelfde. Zij hebben destijds hun
stem niet begrepen bij de begrooting. doch
terugkomen op hun fout is te loven Dit
voorstel Is echter niet voldoende f. 5000
is te laag om het doel te bereiken, spr.
geeft daarvoor een berekening. Noodig is
ruim f. 7200, verhoogd met loon van bode
en werksters Het verschil door collecten
bijeen te krijgen, moet uitgesloten wor
den geacht. Men doe geen half werk, doch
volledig werk
De heer WILMER zegt bij de begrooting
reeds gevreesd te hebben voor rigoureuse
bezuiniging. Nu dit inderdaad is geble
ken. zijn voorstel, dat uitspreekt: een
maaltijd iederen dag van den schooltijd.
Aan dit besluit heeft de vereeniging al
tijd houvast. Blijkt de som van f. 5000 te
laag, dan zal de vereeniging opnieuw
moeten aankloppen, gezien het raadsbe
sluit. Deze weg lijkt spr. tactlscher, waar
de gemeente niet geheel eigen baas is.
Wethouder TEPE vraagt of hier sprake
is van rigoureuse maatregelen. Gelet op
het verleden zeker, doch spr. ontkent toch
dat er reden is voor de ingediende voor
stellen. Van ondervoeding zal geen sprake
zijn, zelfs volgens uitspraak van bevoeg
den. En de vergelijking met elders kan
Leiden nog glansrijk doorstaan, spr. geeft
voorbeelden.
Voor de uitdrukking rigoureus ziet spr.
daarom geen aanleiding. Met concrete be
wijzen kan spr. echter niet komen en spr.
en het college zouden gaarne anders wil
len, zoo de financiën niet nijpten. spr.
geeft cijfers over de steunultkeeringen,
die reeds met i'3 zijn overschreden gedu
rende deze maanden.
Sr. wil de vereeniging nog eens verwij
zen naar het art. initiatief, vooral ook.
waar toch gewacht zal moeten worden op
goedkeuring van Ged. Staten en op bezui
niging, b.v. door verstrekken van brood
met kaas gelijk b.v. in Utrecht.
Mevr. BRAGGAAR blijft de maatregelen
schrijnend en rigoureus noemen en hand
haaft haar voorstel.
De heer WILBRINK oordeelt in de ge
geven tijdsomstandigheden te moeten
stemmen voor het voorstel Wilmer.
De heer BERGERS verdedigt eveneens
dat voorstel.
De heer HUURMAN zal tegenstemmen,
daar Ged Staten z.i. toch goedkeuring
zullen weigeren.
Het voorstel-Braggaar wordt verworpen
met 2013 stemmen.
Voor de S.D.A.P. en de heeren Vos en
v. Weizen.
Het voorstel-Wilmer-Bergers-Wilbnnk
wordt aangenomen met 267 stemmen.
Voor de S.D.A.P. en de R.-K. en de
heeren De Reede, Vos, v. Rosmalen, v. d.
Reyden, v. Weizen, v. Eecke en Meynen.
Hierna 1 uur sluiting.
NIEUWE UITGAVEN.
„Caecilia en de Muziek".
Het Aprilnummer van het maandblad
„Caecilia en de Muziek", onder leiding van
Herman Rutters en Eduard Reeser, bevat
artikelen over Franz Schreker, ,,Kan mu
ziek logisch zijn?", „Belangrijke uitvoerin
gen" enz. Voor den muziekliefhebber be
vat dit nummer weer veel interessante
lectuur.
Het Centraal Bureau voor Zeereizen te
Rotterdam zendt ons een exemplaar van
haar uitgave. „Holland op Zee", waarin een
overzicht wordt gegeven van alle in 1934
georganiseerde cruises.
SOERABAJA. 16 April (Aneta) Bij
de voortzetting van de behandeling door
den Zeekrijgsraad van de zaak tegen 16
officieren van de ..De Zeven Provinciën"
blijkt uit de voorlezing van het verhoor
van den getuige, den onderofficier Van
Florestein. dat deze den luitenant ter zee
der eerste klasse Fels verlof vroeg de
onderofficieren van geweren te voorzien.
Hierop ontving hij het op zeer zenuw-
achtigen toon gegeven antwoord: „In
Gods naam. geen geweren." De luitenant
ter zee Van Boven verklaarde zich echter
onmiddellijk accoord Getuige ls van oor
deel dat een offensief tegen de muiters
gelijk zou hebben gestaan met zelfmoord,
daar blijkens de woerden van de offi
cieren deze „in de longroom zaten als
ratten in de val." Getuige memoreert zijn
optreden tegen de tot den aanval opdrin
gende muiters, waarbij getuige den In-
landsch stoker-olieman J. Hendrik onder
dreiging met een pistool toevoegde: „Terug
of ik schiet aan welke sommatie werd
voldaan.
De voorlezing van een andere onder
officiersverklaring memoreert het gebrek
aan leiding, uitgaande van den luitenant
ter zee der eerste klasse Fels- de drei
ging met een pistool door den luitenant
ter zee der derde klasse Baron dc Vos van
Steenwijk. die het hijschen van den val
reep belette. De naam van dezen getuige
blijkt te zijn Romer.
De voorlezing wordt voortgezet met die
van een verklaring van den getuige, den
sergeant-machinist Daniëls. waarin een
en ander wordt medegedeeld inzake de
gedragingen der officieren.
De luitenant ter zee der derde klasse.
Baron de Vos van Steenwijk, maakte een
wachtregeling op voor de onderofficieren.
De officier van den Marine Stoomvaart
Dienst, Beets, gat order tot schieten bij
het opdringen der muiters.
De plannen van den heer Van Boven
betroffen een uitval ten eerste bij ver
deeldheid onder de muiters, ten tweede
bij het verleenen van hulp van buiten enz.
Daarna wordt voorlezing gedaan van
een verklaring van den getuige, den ser
geant-machinist Merks. waarvan het eer
ste gedeelte niets bijzonders oplevert. Uit
het verhoor van Merks blijkt dat getuige
van meening was dat „het zaakje een
goed verloop had." Hij is van oordeel dat
het optreden van den heer Van Boven
kalm en zeer tactisch was. Getuige me
moreert ter typeering van den slechten
geest op de vloot een geval uit 1926 en
besluit: „Thans (n.l. ten tijde van het
verhoor) is het nog evenzoo".
Na mededeelingen betreffende de 'jon
gens afkomstig van de Kweekschool voor
Inlandsche Schepelingen, die, meer ont
wikkeld zijnde, zich laten voorstaan op het
feit dat zij Hollandsch leeren. enz., ein
digt de verklaring met het geven van
den indruk dat het Europeesch personeel
eerder gestraft is dan het Inlandsche.
Na de pauze volgt voorlezing van de ver
klaring van den getuige, den majoor
machinist Van de Wal, die zich ergerde
aan het slappe werken door het jonger
Inlandsch dekpersoneel, doch overigens
van meening was dat dc stemming aan
boord van de „De Zeven Provinciën" beter
was dan die aan boord van Mr. Ms. ,-Java"
in de jaren 19261928. In deze verklaring
wordt de hoogst opgewonden stemming
van den luitenant ter zee der eerste
klasse Fels gememoreerd. Getuige ontkop
pelde de stuurinrichting, die, zooals be
kend, later opnieuw werd ingekoppeld.
De volgende verklaring welke wordt
voorgelezen is die van den onderofficier
Insbrüeker Hierin wordt een uitroep van
onderofficieren bij het uitbreken der
muiterij gememoreerd, luidende: „G.v.d..
waar blijven de officieren." Voorts wordt
o.a. gememoreerd, het flink optreden van
den luit. ter zee der derde klasse Baron
De Vos van Steenwijk. De luitenant ter
zee der eerste klasse Fels was echter
totaal in de war, terwijl de andere offi
cieren het zaakje aankeken. Getuige, die
bij het begin van de muiterij drie uur aan
dek was, zag geen poging van de zijde
der officieren om de brug te bestormen.
Voorlezing van de verklaring van den
matroos-getuige Bekhoven bevestigt het
optreden van den luitenant ter zee der
derde klasse Baron de Vos van Steenwijk.
die met een pistool dreigde tegenover de
inlanders die de statie-trap heschen en
die onmiddellijk loslieten, uitroepend:
„Wij gaan naar Soerabaja", waarop Ba
ron de Vos van Steenwijk antwoordde:
,Daar komt niets van, alleen de officieren
commandeeren hier."
Hetzelfde wordt bevestigt door den ge
tuige den marinier Smit. die hieraan toe
voegt dat Baron de Vos van Steenwijk op
de borst van een inlander richtte. Later
liet hij het pistool zakken zeggend: „Ik
heb kassian met je". Zulks geschiedde in
het bijzijn van den beklaagde, den luite
nant ter zee der tweede klasse Dekker.
Een volgende verklaring bevestigt het
optreden van Baron de Vos van Steenwijk
en memoreert dat de heer Fels in de
richting van korporaal Boshartriep: „Wat
is er dan toch, wat is er dan toch", waarop
korporaal Boshart antwoordde: ..Ik ben
geen communist, waarom dit dan aan mij
te vragen." Getuige memoreert het varen
met een vlet naar den wal. Hij stelde voor
naar de „Aldebaran" te varen. De luite
nant ter zee der eerste klasse Fels hin
derde de roeiers in het vlet, waarop hij
naar achteren werd verwezen, waar hij
afwezig met een pistool speelde.
Getuige, kwartiermeester Kop bevestigt
dit er aan toevoegende dat de heer Fels
stuurde met een roeiriem, doch dermate
hinderlijk voor de roeiers, dat hij achter
is gaan zitten. Ook de houding van
Homsveld was verre van normaaL
De getuige, de matroos Kap, verhaalt
eveneens van het onhandig strijken van
de vlet. alsmede van den tocht naar de
„Aldebaran".
Bekl. Fels heeft, na terzake zijn raads
man te hebben geraadpleegd, geen be
zwaar tegen deze verklaringen.
Getuige Van der Vlis zegt in zijn ver
klaring dat de zenuwachtigheid van den
heer Fels niet opviel daar allen zenuw
achtig waren, uitgezonderd de luit. ter zee
der derde klasse Baron De Vos van Steen
wijk. Voorts wordt in deze verklaring de
tocht met de vlet bevestigd.
De urenlange voorlezing der op het
proces betrekking hebbende stukken gaat
monotoon en in een snel tempo door. De
voorlezing wekt door de overbekendheid
van de feiten geenerlei reactie van de zijde
der beklaagden. Intusschen stijgt de tem
peratuur, onder het gegolfd ijzeren dak.
hetgeen een opgewekt medeleven met het
gebeuren in de rechtszaal niet bevordert.
Het bij den aanvang aanwezige zestal be
langstellende officieren is dan ook allang
verdwenen.
De getuige-verklaringen dalen in be
langrijkheid af, zoowel wat betreft de
rang der getuigen als de Inhoud der ver
klaringen en een poging van een kor
poraal om een stilstaande fan opnieuw op
gang te brengen wekt meer belangstel
ling dan de voorlezing, welke uitsluitend
wordt onderbroken door de vraag van
den president aan den beklaagde den
luitenant ter zee der eerste klasse Fels
of hij bezwaren heeft, welke vraag steeds
met zachte stem dan wel hoofdschuddend
ontkennend wordt beantwoord. De ver
klaringen van getuigen liman. Porto-
Tatipikalawan en Mintje passeeren de
revue tot bij twaalven, wanneer een
tweede pauze wordt gehouden.
De vijfde groep muiters voor het
Hoog Militair Gerechtshof.
BATAVIA, 16 April (Aneta) Het
Hoog Militair Gerechtshof ving de be
rechting aan van de vijfde groep der
muiters. Gehoord werd de matroos der
eerste klasse J. W. Bom (die dc witte vlag
heesch nadat de bom viel). Deze ver
klaart: „Nog een stukje van den bom is
in mijn eigen lichaam." Beklaagde be
toogt uitvoerig te hebben getracht van de
zaak te maken wat er van te maken viel.
Daarna werden achtereenvolgens ge
hoord A. van Iterson, T. de Jonge. G. Pas
man- J. Snoey, J. Stern en L. J. Snijders,
allen matroos 1ste klasse. Allen verklaar
den slechts te hebben gehandeld om de
muiterij tegen te gaan en het werk gaande
te houden.
RECLAME.
8068
Pijnloos scheren
door voorafgaand
Inwrijven met
of NIVEA-OLIE
VOOR WOENSDAG 18 APRIL.
Hilversum, 302 M VARA-uitzcnding
8.00: Orgelspel Joh. Jong 3.30: Gra-
mofoonpl. 9.30: „Onze Keuken", door
P. J. Kers Jr. 10.00: Morgenwijding
VPRO 10.15: Voor Arb. in de Continu-
bedr.: De Notenkrakers o. 1. v. D. Wins,
Hetty Beck (declamatie) en mr. M. v. d.
Goes van Naters (causerie) 12.00:
VARA-kleinensemble o. 1. v. F. Bakels
2.00: Pauze 2.15: Knipcursus 3.00:
Voor de kinderen 6.30: Gramofoonpl.
6.00: VARA-orkest o. 1. v. H. de Groot
7.00: Causerie Esther de Boervan Rijk
7.20: De Flierefluiters o. 1. v. J. v. d.
Horst met medewerking van A. de Booy
(zang) 7.40: J. Bok spreekt over Post-
duivenvluchten 8.00: Herh. SO.S.-ber
Vaz Dias en VARA-Varia 8.15: VARA-
orkest o. 1. v. H de Groot 9.00: „Zwarte
slavernij en vrijheid", m. m. v. A. de Kom
(lezing) N de Kltjn (viool), R. Gradmann
(zang), J. Jong (piano), R. Niemann (de
clamatie) en gramofoonpl. 10.15: Vaz
Dias 10.20: Zang, Ruben Gradmann
10.30: C. Steyn (orgel) en D. Wins (piano)
11.00—12.00: Gramofoonpl.
Huizeu, 1875 M. NCRV-uitzending
8 00: Schriftlezing en meditatie 8.15
9.30Gramofoonpl. 10.30: Morgendiens:
o. 1. v. Ds. P. Boes 11.00: Concert \v.
Boeken (vlooi) en L v. Maanen (cello!
12.15Gramofoonpl. 12.30: Ensemble
v. d. Horst en gramofoonpl. 3.00: Chr,
Lectuur 3.303.45: Gramofoonpl.
4.00: Orgelspel R. Parker 5.00: Kinder
uur 6.00: Landbouwhalfuur 6.30:
Afgestaan 7.00: Ned. Chr. Persbureau
7.15: Gramofoonpl. 7.30: Envoy A.
van Vlaardingen: Scherven 8.00: Uit de
Doelenzaal. Rotterdam: Mannenkoor
„Concordia" o. 1. V. H. H. Tobé en het
Rott. Philh. Trio (flult-cello-piano)
9.15: Causerie over Beroepskeuze door
Prof. dr. H. B. Dorgelo 9.45: Vervolg
concert 10.35: Vaz Dias 10.4511.30:
Gramofoonplaten.
Daventry, 1500 M. 10.35: Morgen
wijding 10.50: Tijdsein, berichten
11.05: Lezing 12.20: Orgelspel Q. Mac
lean 1.05: Western Studio-orkest o. I.
v. Thomas, m. m. v. E. Griffin (sopraan)
2.20: Trocadero Cinema orkest o. 1. v
A. van Dam 3.20: Pianorecital E. Lusli
3.50Sted. orkest Bournemouth o. 1. v.
Sir Dan Godfrey 4 50: Gramofoonpl.
5.35: Kinderuur 6.20: Berichten 6.50:
Sonates van Corelll voor twee violen en
cembalo 7.10, 7.25, 7.50 en 3.20: Lezin
gen 8.35: B.B.C.-symphonie orkest o. 1
v. A. Boult, m. m. v. Lionel Tertis (viola)
In de pauze van 9.30—9.40: Berichten -
10.35: Lezing 10.50: Voordracht 10.55
—12.20: Jack Jackson en zijn orkest.
Parijs „Radio-Paris". 1648 M. 6.20 en
7.20: Gramofoonpl. 11.35: Goldy-orkes.
6.40: Gramofoonpl. 7.20: Operauit
zending: I. „Daphnis et Chloë", van Ravel
II. „L'Heure espagnole", van Ravel; m.
.ie prélude dominical", van Ropartz.
Kalundborg, 1261 M. 11.20—1.20:
Concert uit het Bellevue Strandhotel -
2 20: Gramofoonpl. 2.504.50: Omroep
orkest o. 1. v. Reesen 7.20: Herdenkings
programma 9.35: Radio-kamerorkest
onder leiding v. F. Mahler 10.2011.50'
Dansmuziek o. 1. v. R. Johansen.
Langenberg, 456 M. 5.25, 6.20 en 10.50
Gramofoonpl. 11.20: Concert door „Die
fröhlichen Fuenf" 12.20: Werag-kamer
orkest o. 1. V. Keiper 3.20: Concert uit
Frankfurt 4.40: Gramofoonpl. 6.20:
Weragorkest o. 1. v. Buschkötter 7.30:
„Unsere Saar, den Weg fret zur Verstan-
digung" 7.50: „Hört Rundfunk", pro-
paganda-avond 9.50: Dansmuziek uit
Muenchen 11.20—11.50: Gramofoonpl
Rome, 421 M. 8.00: Opera uitzending
Brussel, 322 en 484 M. 332 M.: 11.20:
Gramofoonmuziek 12.30: Max Alexys
en zijn orkest 4.20Dansmuziek 5.20
Gramofoonpl 5.50: Kamermuziek -
7.20: Zangvoordracht 8.20: Gramofoon
platen 8.35: Zie Daventry 9.4510.33
Idem 484 M.: 11.20: Max Alexyss or
kest 12.30: Gramofoonpl. 4.20: Ka
mermuziek 5.35: Omroeporkest m. ra.
v. zangsoliste en gramofoonpl. 7.20:
Symphonieconcert o. 1. v. Meulemans
9.30—10.20: Dansmuziek.
Deutschlandsender, 1571 M. 7.30.
Uit Frankfurt„Unsere Saar, den Weg fret
zur Verstandigung" 7.50: Zang door
dr C. Schlottmann, a. d. vleugel: E. Sicg-
mund 8.20: Concert uit Polen 9.20:
Berichten 9.50: Radlokwartlertjc
10.05: Weerbericht 10.2011.50: Avond
concert door het Omroeporkest.
GEM. RADIO-DISTRIBUTIEBEDRIJF EN
DE R. O. V. RADIO-CENTRALE.
Voor Woensdag 18 April.
lste ProgTamma: Hilversum van 8-24 u.
2de Programma: Huizen van 824 uur.
3de Programma. 8.05afl.: Luxem
burg 920—14.20: Langenberg 14.20
—15.20: Kalundborg 15.2017.20: Lan
genberg 17.20—18.20: Brussel VI -
18 20—19.22: Langenberg 19.22—22.20.
Warschau 22.20—afl.: Langenberg.
4de Programma: 11.1712.20: Brussel
VI. 12.20—17.35: Daventry 17.35—
afi.: Londen Reg.
De uitzending der R.O.V. geldt niet
voor het locale Leidsche programma: in
de plaats hiervan omvat programma 5
der R.O.V. den geheelen dag Daventry-
Wijziging voorbehouden.
IH.k-wneZén*
243. „Goeie hemel", riep Leeuwenhart
uit, „er moet hier een heele bende apen
zitten". Maar nauwelijks had hij dat ge
zegd, of hij hoorde een stem, die wel hoog
uit den boom leek te komen. „Zie zoo",
klonk het daarboven, „die zal voorloopig
wel niets meer doen". De mannen schrok
ken erg van die stem en sprongen allen
tegelijk overeind.
244. „Wie zit daar?" schreeuwde Pijl.
„want hij begreep best. dat de apen daar
niet aan het spreken waren. „Ben JIJ dat
soms Tom?" Maar Tom, die best in de
gaten had, dat Pijl boos was, hield zich
heel stil, Pijl luisterde, maar toen hU gee"
woord meer hoorde, klom hij den boom la
en was al ras in de takken verdwenen.