a 75,te Jaargang MAANDAG 9 APRIL 1934 No. 22714 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN prijs der advertenties prijs dezer courants; STADSNIEUWS. Het voornaamste Nieuws van heden. LEIDSCH DAGBLAD 30 Cts. pér regel voor advertentlën uit Lelden en plaatsen Waar agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere advertentlën 35 Cts. per regel. Kleine advertentlën uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 Cts. bij een maximum aantal woorden van 30. Incasso volgens postrecht. Voor eventueele opzending van brieven 10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 5 Cts. tam Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postckëqucven Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54. Voor Lelden per 3 maanden f. 2.35; per week f. 0.18 Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week „0.18 Franco per post f. 2.35 -p- portokosten. Dit nummer bestaat uit VIER bladen EERSTE BLAD. PROF. DR. L. E. GOESTER. t Ll Wijlen Prof. Goester. Na een kortstondige ongesteldheid is hedenmorgen in den ouderdom van 61 jaar hier ter stede overleden prof. dr. L. E. Goester, hoogleeraar in de pharmaco- graphie, de galenische pharmacie en re ceptuur aan de Leidsche Universiteit. Leonard Emilius Goester werd 27 Juli 1872 te Montfoort geboren. Op slechts 17- jarigen leeftijd legde hij met gunstig ge volg het litterair mathematisch examen af, waarna hij van 1891 tot 1895 studeer de aan de Amsterdamsche Universiteit. Nadat hij in laatstgenoemd jaar het apo thekersdiploma had behaald en zich als apotheker in de hoofdstad had gevestigd, deed hij twee jaar later staatsexamen en promoveerde in 1903 aan de Universiteit te Amsterdam tot doctor in de artsenij- bereidkunde op een proefschrift getiteld „Eenige systematische anatomische on derzoekingen over het geslacht Gompho- carpus". In 1899 was hij inmiddels benoemd tot leeraar in de natuur- en scheikunde aan het Staatsgymnasium te Pretoria. Hier bleef hij slechts twee jaar, want in 1901 vestigde hij zich wederom als apotheker te Weesp, teneinde te kunnen werken aan de voorbereiding van zijn proef schrift. In 1902 werd de heer Goester be noemd tot inspecteur voor de Volksge zondheid en in 1920 tot buitengewoon Jioogleeraar aan de Leidsche Universi teit, waar hij onderwijs gaf in de in den aanhef dezes vermelde leerstof. Ongeveer acht jaar geleden werd hij benoemd tot gewoon hoogleeraar. Zijn voornaamste publicaties zijn „Com mentaar op de Warenwet" (1921), terwijl vooral bekend is zijn „Leerboek der Phar- macognosie" (1928), dat reeds een vijlden druk beleefde. Ook verschenen van zijn hand vele tijdschriftartikelen. Prof. Goester was momenteel secretaris van de faculteit der wis- en natuurkunde. De begrafenis van het stoffelijk over schot is bepaald op Vrijdag a.s. des mid dags te 1 uur op de begraafplaats „Oud Eik en Duinen" te Den Haag. BELANGRIJKE INBRAAK. Een buit van f. 700 a f. 800. Zaterdagavond is ingebroken ten huize van den heer L. Z., wonende aan den hoek van de Johan van Oldenbarneveltstraat en de Johan de Wittstraat. Deze inbraak is geschied tijdens de afwezigheid van de bewoners, 's avonds tusschen acht en eén uur. Bij hun thuiskomst ontdekten zij, dat alles overhoop was gehaaid en de dader(s), die zich door overklimming van een muur en door verbreking van het slot der keu kendeur toegang wisten te verschaffen, een groot aantal zilveren voorwerpen en sieraden hadden meegenomen, ter waarde van f. 700 f800. De chef der recherche stelde een onderzoek in; van den dader(s) heeft men tot nu toe geen spoor kunnen ontdekken. SANDERS' ZEEPFABRIEK. In de Zaterdagmiddag alhier gehouden algemeene vergadering van aandeelhou ders der N.V. Stoom-Zeep-, Eau de Colog ne- en Parfumerieënfabriek v.h. Sanders en Co., Koninklijke Stoom-Zeepfabriek, werd de balans en de winst- en verliesre kening over het boekjaar 1933 goedge keurd. Tot commissaris werd herkozen de heer mr. E. F. W. Gugel te Oegstgeest, terwijl gekozen werd de heer P. A. de gooyer te Wassenaar, ZUID-AFRIKAANSCHE VACANTIECURSUS AAN DE LEIDSCHE UNIVERSITEIT. OPENINGSREDE VAN PROF. MR. J. C. VAN OVEN. Het volledige programma der voorddachten en excursies. Diep' doordrongen van de groote waarde die er in het bijzonder in dezen tijd ge legen is in het bewaren van nauwe be trekkingen tusschen de Nederlandsche en Zuid-Alrikaansche rechtsgeleerden heeft de faculteit der Rechtsgeleerdheid aan de Rijksuniversiteit alhier een vacantiecur- sus georganiseerd voor Zuid-Afrikaansche studenten in de rechten. Deze cursus is vanmorgen in het Klein- Auditorium aangevangen. Dat voor dezen cursus groote belangstelling bestaat, wordt in de eerste plaats bewezen door het aan tal deelnemers, dat zich heeft opgegeven, namelijk ongeveer zestig, waarvan er on geveer twintig afkomstig zijn uit Zuid- Afrika. Bovendien blijkt deze belangstel ling uit de te Leiden vanuit Zuid-Afrika ontvangen brieven, den cursus betreffend en ten slotte uit de autoriteiten, die bij de officieele opening vanmorgen aanwezig waren. Hiervan noemen wijdr. H. D. van Boekhuizen gezant van de Unie van Zuid- Afrika, prof. dr. G. A. van Poelje, directeur generaal van het Onderwijs van het De partement van Onderwijs namens den Minister en de Nederlandsche Regeering, mr. A. van de Sande Bakhuyzen president, curator, mr. P. J. Idenburg secretaris van curatoren, prof. dr. B. D. Eerdmans namens den Senaat der Universiteit, prof. dr. W. van der Woude secretaris van den academischen Senaat, Prof. mr. J. C. van Oven decaan, benevens veschillende hoogleeraren van de Juridische faculteit, het bestuur van de juridische faculteit der Leidsche Studenten, prof. dr. J. W. Pont voorzitter, jhr. dr. P. J. van Winter secre taris van de Nederlandsche Zuid-Afri- kaansche Vereentgtng, prof. dr. W. de Sitter voorzitter van de afdeeling Leiden dezer Vereeniging, afgevaardigden van het bestuur van het Ned. Bureau voor buiteniandsche Stud.-Betrekkingen enz. Nadadt allen de voor hen bestemde zetels hadden ingenomen, opende de decaan van de faculteit der Rechtsgeleerdhei prof mr. J. C. van Oven den cursus met een rede. Hieraan is het volgende ontleend: Een vacantië-cursus schijnt een contra dictio in adjecto. Vacantie beduidt het ontbreken van werk en een cursus is juist het tegenovergestelde; werk voor hem die spreekt en die luistert. Waarom nu maakt de instelling die door dezen zon derlingen term wordt gedekt in den laat- sten tijd zooveel opgangv Mij dunkt, omdat een student en een professor van volledige afwezigheid van werk niet gediend zijn en dat zij beiden het welkom heeten, als zij afwisseling van den gewonen arbeid kun nen vinden in ander werk. En dan: dat vacantie-werk is vrijwillig, niet verplicht. Ook is het niet geheel en al werk, want bij den vacantiecursus behoort ontspan ning, veel ontspanning, dus tóch vacantie, en vaak inderdaad meer vacantie dan cursus. En zoo hebben thans ook wij, die deze week organiseerden, gepoogd het nuttige en het aangename te vereenigen, zullen voordrachten geven die, hopen wij, nuttig zullen zijn voor onze gasten en voor onze eigen studenten en daarnaast willen wij onzen gasten onze stad en ons land laten zien voorzoover dat in korten tijd mogelijk is. Maar waarom nu juist een vacantie cursus voor Zuid-Afrikaansche juristen? Toen ik jong was ging er door ons land een golf van geestdrift en bewondering voor de „zusternatie der Boeren"; hun worsteling om vrijheid werd door ons meegeleefd als door geen ander volk, het Transvaalsche volkslied werd overal ge zongen en Zuid-Afrikaansch spreken werd mode. Ten gevolge van de latere gebeur tenissen verdween wat er aan overdreven dweperij in deze gevoelens mag geweest zijn, maar gebleven is een zeer warme deelneming in de lotswisselingen der be volking van Zuid-Afrika. En nu meenen wij dat de omstandigheid dat een groot deel dier bevolking ons van nabij verwant is. een taal spreekt die zich evenals de onze uit die onzer vaderen ontwikkeld heeft, zeden, gewoonten, gevoelens kent, die met de onze sterk overeenstemmen. dat om die reden onzerzijds alles gedaan moet worden om de banden met dit volk hecht te houden. Kortom wij willen de cultureele eenheid van ons volk met dat van Zuid-Afrika door dezen cursus helpen bevorderen. Dit motiveert het organiseeren van een Zuid-Afrlkaanschen vacantiecursus, maar nog niet van een juridischen cursus. Waar om juist juridisch? Velen uwer kennen de reden: het Zuid-Afrikaansche recht is in zijn fundament Nederlandsch, dat is Ro- meinsch-Nederlandsch recht. Onze voor vaderen brachten aan die verre kusten niet alleen hun taai, maar ook hun recht, dat was een complex van Romeinsch en in- heemsch Nederlandsch recht, gewoonlijk „Roomsch-Hollandsch recht" genoemd en bewerkt in een schier onafzienbare reeks van deels in het Latijn deels in het Ne derlandsch geschreven wetenschappelijke geschriften. Zooals aan hun taal, hielden de Zuid-Afrikaansche Nederlanders ook aan hun recht vast. Zeker bleef dit niet onveranderd de rechtspraak die daarginds gelijk in Engeland erkend vormende kracht heeft, wijzigde veel; er werden tal v. nieuwe wetten gemaakt; oud recht stierf af, kort om er had ontwikkeling plaats, die in de laatste jaren sterk onder Britschen in vloed staat, maar het resultaat is niette min dat de basis van het Zuidafrikaansch recht vooral dan van het privaatrecht nog immer Roomsch-Hollandsch is, juist zooals het in Holland gebleven is tot aan het begin der negentiende eeuw toe. Want anders dan wij deden, maakte het Zuidafrikaansche volk zich geen burgerlijk wetboek en zoo komt het. dat nog immer niet alleen het Corpus Juris, maar ook onze groote juristen praktisch als autori teit ingeroepen worden voor de Zuidafri kaansche rechters: Huig de Groot, Byn- kershoek, Voet, Huber, Van Leeuwen en nog vele anderen, de Zuidafrikaansche ju rist behoort met hen min of meer ver trouwd te zijn. moet zijn weg in hun dikke folianten kunnen vinden. Welnu, hij leert dit, gelijk vanzelf spreekt, aan zijn eigen universiteiten, kan het ook in Engeland leeren. maar toch moet het voor hem een groote charme hebben om ook kennis te maken met het land waarin dat recht ontstond, de stad waarin die schrij vers grootendeels gewerkt hebben, de universiteit die het centrum van hun werkzaamheid is geweest, de hoogleeraren die onderwijs geven en de studenten die studeeren in de taal die met het Zuid afrikaansch zoo verwant is. Daarom is deze vacantie-cursus op touw gezet en in dien geest is het programma der voor drachten ontworpen. Zoo zal onze hoogleeraar voor Oud- Nederlandsch recht, prof. De Blécourt u onderhouden over de wijze waarop het Nederlandsche recht der republiek der Vereenigde Nederlanden zich gevormd heeft, voorts over den inhoud van dat recht en over de opneming daarvan in Zuid-Afrika. Hij zal dit doen van zijn standpunt uit en dus vooral het licht laten vallen op datgene wat in dat recht niet van Romeinschrechtelijken oorsprong is. Mij zal de taak te beurt vallen om U in groote trekken te schilderen op welke wijze van de zestiende eeuw af in dit land het Romeinsche recht is bestudeerd, welke stroomingen in die studie te onderkennen vallen en hoe de ontwikkeling leidde naar de codificatie. Prof. Meijers zal spreken over het voor u, bewoners van Zuid-Afrika, zoo gewich tige Engelsche contractenrecht en dit vergelijken met het Nederlandsche, zoodat u die twee zoo verschillende systemen, het Angel-Saksische en het uit Romeinsch en West-Europeesch recht ontsproten Neder landsche, helder voor oogen zullen staan. Prof. Cleveringa zal die vergelijking voort zetten ten aanzien van het recht van ver voer, jhr. dr. De Winter zal u onderhouden over de economische betrekkingen tus schen Nederland en Zuid-Afrika Prof. Idema zal bij onze gasten pogen belang stelling te wekken voor problemen van recht in Nederlandsch Oost-Indië, proble men, die vanzelf vergelijking opdringen met die welke gij kent, omdat zoowel ten uwent als in onze Oost een blanke bevol king naast een gekleurde gevestigd is, en eindelijk zal prof. Huizinga alles in al- gemeener sfeer brengen door een rede over het ontstaan van den Nederlandschen Staat. Wij hopen, gasten uit Zuid-Afrika, dat dit alles uw belangstelling zal wekken en u de overtuiging zal schenken, of uw overtuiging bevestigen, dat er voor den Zuid-Afrikaanschen jurist in Nederland, in Leiden, iets te leeren valt. Verschei- denen uwer kennen wij hier reeds als onze leerlingen, want gelukkig is de band tus schen juridisch Zuid-Afrika en onze uni versiteit reeds lang geleden gelegd. Onze studieregeling kent immers de studie in het Zuid-Afrikaansche recht en menigeen uwer landgenooten mocht reeds den doc toralen graad aan onze of aan een andere Nederlandsche universiteit verwerven. Een bijzondere regeling bij Koninklijk Besluit vastgesteld, vergemakkelijkt thans voor de Zuid-Afrikaansche juristen deze „na- studie" in Nederland; aan Zuid-Afrikaan sche diploma's zijn vrijstellingen verbon den van vakken der candidaats- en doc toraal examens in het Zuid-Afrikaansche recht en de praktijk bewijst, dat wie in uw land afgestudeerd is, hier binnen rede lijken tijd examen kan doen en promo- veeren. Dat dit in den vervolge nog meer zal geschieden dan thans, hopen wij door dezen cursus mede te bevorderen. Het blijft voor onze faculteit een reden tot spijt, dat het Zuid-Afrikaansche recht hier niet meer gedoceerd wordt; 't zal u bekend zijn dat dit tusschen de jaren 1905 en 1912 anders is geweest toen uw landgenoot Melville de Villiers hier in functie was. Zijn stoel bleef na zijn heengaan onbezet, ondanks aller goeden wil om daarin wij ziging te brengen. Intusschen, er worden nog steeds pogingen in deze richting ge daan, en wij blijven hopen ,dat als er betere tijden komen in deze wereld, het huidige Zuid'-Afrikaansche recht aan deze universiteit weer gedoceerd zal worden. Mij rest thans nog allen dank te bren gen die aan het slagen van onzen cursus moeite geven of gegeven hebben en die deze opening door hun tegenwoordigheid opluisteren. Dank bracht spr. ook voor den sterken steun van het Herman Costerfonds, dat het ons door zijn royale vrijgevigheid, mogelijk maakte den cursus te verwezen lijken. Aan zijn bestuur komt niet gerin ge dank toe en daarnaast noem ik de Z.- Afrikaansche vereeniging en haar afdee- lingen in Amsterdam en Den Haag, waar van wij onwaardeerbare hulp mochten ontvangen. En hiermee, mag ik deze eerste taak voor afgedaan beschouwen. Ik open dan den juridischen vacantie-cursus yoor Z.- Afrikaansche studenten en spreek den wensch uit dat wij nuttig en prettig zul len samenwerken en dat uit die samen werking een versterking van den band tusschen juridisch Zuid-Afrika en Neder- land'zal ontstaan. Terwijl de geheele morgen aan de openingsplechtigheid was besteed, werd vanmiddag met de eigenlijke colleges een aanvang gemaakt. Dinsdagmiddag zijn de deelnemers de gasten van de afdeeling 's Gravenhage van de Nederlandsch Zuid-Afrikaansche Vereeniging. Er zal een rondrit door den Haag worden gemaakt na afloop waarvan de deelnemers zullen worden ontvangen door dr. H. D. van Broekhuizen, gezant j van de Unie van Zuid-Afrika. Na deze ontvangst biedt de afdeeling Den Haag der Nederlandsch Zuid-Afrikaansche Vereeni ging een maaltijd aan. Woensdagavond zijn de Zuid-Afrikaan sche deelnemers de gasten van het Colle gium van het Leidsche Studenten Corps op sociëteit Minerva. Donderdagmiddag begeven de deelne mers zich naar Amsterdam; het gemeente bestuur van de hoofdstad biedt een rond vaart door de havens en grachten aan, na afloop waarvan zij zich aan een gemeen- schappelijken maaltijd vereenigen, aange boden door de afdeeling Amsterdam van de Ned. Zuid-Afrikaansche Vereeniging. 's Avonds zijn zij de gasten van de Suid- Afrikaanse Studente-Vereeniging in Amsterdam in hare localiteitehAfrikaner huis. Vondelstraat 60. Vrijdag is gereserveerd voor een tocht naar de bloembollenvelden. Alkmaar en de Zuiderzeewerken, welke tocht grooten deels wordt aangeboden door curatoren der Leidsche Universiteit. Zaterdagmiddags heeft de sluitingsbij eenkomst plaats. Mr. P. J. Idenburg secre taris van curatoren houdt daarbij een voordracht over: Universiteiten, studie en studentenleven, waarna prof. mr. J. C. van Oven den vacantiecursus zal sluiten. -o INSTITUUT VOOR ARBEIDERS ONTWIKKELING. Filmochtend „Storm op den Mont-BIanc". Voor den gistermorgen gehouden film ochtend van het I. v. A.O. in het Trianon- theater was wederom groote belangstel ling. Ditmaal ging de film van dr. Arnold Franck „Storm op den Mont-BIanc". Alvorens tot het eigenlijke programma werd overgegaan, wees de afdeelings-voor- zitter, de heer Van Woudenberg, op de beteekenis van het Natuurvriendenwerk, dat voor het komende zomerseizoen weer tal van excursies omvat van uiteenloo penden aard Tevens liet spr. uitkomen, dat door middel van de z.g. Natuurvrien- denhuizen ook voor bescheiden beurzen 't nemen van vacantie op de mooist denk bare plekken in binnen- en buitenland mogelijk gemaakt is. De projectie van een aantal lichtbeelden van deze huizen, als ook van de omgeving dier „steunpunten" liet daaromtrent geen twijfel bestaan. Na een uitstekend voorprogramma draaide de hoofdfilm, welke in het bizon der voor liefhebbers van natuurschoon en beoefenaars van de bergsport zeer aan trekkelijk bleek te zijn. Majestueus troont de hoogste berg van Europa, de Mont Blanc, tusschen de dichte wolken en in deze grenzelooze eenzaam heid doet de observator zijn dagelijksche waarnemingen, storm en koude trotsee- rend. Op zekeren dag onderneemt een vriend van den observator het koene waagstuk, om met een vliegtuig een tocht te ondernemen naar den bergtop. Een professor in de astronomie en zijn dochter vergezellen den vliegenier. Zij landen wel iswaar veilig op den berg, doch tijdens een oriënteeringstocht verongelukt de hoog leeraar. Als het voorjaar in het land komt en de tijd aanbreekt, dat de observator afge last zal worden, ziet deze zich echter ge noodzaakt, in zijn isolement te blijven, aangezien doorgestane ontberingen hem den moeilijken en gevaarvollen terugtocht naar het dal onmogelijk maken. Vreese- lijke sneeuwstormen geeselen den bergtop en de hut van den observator wordt ont zettend gehavend. Met bevroren handen doet hij bovenmenschelijke pogingen om in de bewoonde wereld terug te komen, doch gevaarlijke gletscherspleten beletten dit ten eenenmale. Wanhopig seint hij S.O.S.-signalen uit, die beneden worden opgevangen. Een red dingscolonne wordt uitgezonden, doch moet onverrichterzake terugkeeren. De eenige mogelijkheid tot redding is 't vlieg tuig en een moedig vliegenier onderneemt den gevaarlijken tocht. Het toestel wordt als een bal in den storm heen en weer geworpen, doch ein delijk gelukt het den bestuurder, zijn doel te bereiken. De totaal uitgeputte waarnemer van den Mont Blanc is van een wissen dood gered en de behouden terugkomst wordt door de vrienden op vroolijke wijze ge vierd. De film geeft een uitstekend beeld van de moeilijkheden, verbonden aan een ver blijf in het gebied van de eewiige sneeuw. HANDELSREGISTER KAMER VAN KOOPHANDEL. Wijzigingen: N.V. Gebrs. van Zonneveld's Bloembollenkweekerij en Handel, Wasbee- kerlaan 9, Sassenheim. Vestiging bijkan toor: 69, Elisabeth Avenue, Hempstead, L.I.N.Y. Naamlooze Vennootschap G. F. W. Hern- green's Fijnhouthandel, Steekterweg 39, Alphen a. d. Rijn. Opheffing filiaal: Brou wersgracht 242, Amsterdam, dd. 1 April j.l. BINNENLAND. De Leidsche hoogleeraar L. E. Goester is overleden. (Stadsnieuws, le Blad). Vacantiecursus voor Zuid-Afrikaansche studenten aan de Leidsche Universiteit, (Stadsnieuws, le Blad). De Nieuwe Kerk te Delft is in totaal door 50.000 personen bezocht. (Binnenland; 3e Blad). Gewijzigde voorschriften voor den Bur- gerl. Stand; een wetsontwerp ingediend. (Binnenland, 3e Blad). Een groot aantal branden. (Gemengd, 3e Blad). BUITENLAND. Rondom de Ontwapening. (Buitenl., en Tel., le Blad). Overleden is de Duitsche generaal von Einem. (Buitenl., le Blad). De actie der Fransche ambtenaren tegen dè bezuiniging. (Buitenl., le Blad). Insull wordt door Turkije uitgeleverd. (Buitenl., le Blad). Bijzonderheden over de ramp in Noor wegen. (Buitenl. Gemengd, 3e Blad). In Britsch-Indië is een pont omgeslagen. 50 slachtoffers. (Tel., le Blad). DE ONTEIGENING VAN DE VISCHMARKT. Naar wij vernemen zullen B. en W. in de eerstvolgende gemeenteraadszitting van 16 dezer den raad de bekrachtiging vragen van den voorloopigen aankoop van een perceel aan de Vischmarkt voor ruim f. 60.000.—. BOND VAN LEIDSCHE HARMONIE- EN FANFARE-VEREENIGINGEN. Algemeene Besturen-vergadering. Dezer dagen hield de Bond van Leidsche Harmonie- en Fanfare-vereenigingen zijn jaarvergadering in Café Royal, Doezastr. Te ongeveer kwart vóór negenen opende de voorzatter, de heer van der Schee deze ver gadering en riep allen op deze eerste ver gadering in 1934 een hartelijk welkom toe. Spr. wenschte de vereenigingen een alleszins voorspoedig 1934 toe en hoopte dat ook de samenwerking van de ver eenigingen in dit jaar weer van vriend- schappelijken aard zou mogen zajn opdat de Bond zou blijven groeien en bloeien. De notulen van de laatste vergadering werden onveranderd goedgekeurd. Het jaarverslag van den secretaris werd onder dankzegging goedgekeurd. Wij lezen erin, dat de in het Plantsoen gegeven concer ten zeer veel belangstelling blijven trek ken. De gemeente verstrekte een toelage van f. 40.per concert, hetgeen neer kwam op een subsidie van f. 800. In 1933 was het bestuur samengesteld als volgt: D. van der Schee, voorzitter; A. C. van der Woerd, Vice-voorzitter; Joh. Brouwer, le seer.; J. Dragt, 2de secr.; J. van Weizen, le penningm.: D. Cornet. 2e penningm.: N. de Neef, Bibliothecaris; H. van der Leek, later vervangen door den heer A. Sira, Commissaris; G. Yspelder, Commissaris; F. A. van Hees. Commissaris. De verstandhouding onder de vereenigin gen was ook in het afgeloopen jaar steeds goed te noemen. Ook het jaarverslag van den penning meester werd onder dankzegging aange nomen. Nadat de kascommissie 1933 ver slag had uitgebracht werd de penning meester voor het gehouden beheer gede chargeerd De voorzitter was aan de beurt van aftreden en werd voor twee jaar her kozen. In de kascommissie 1934 werden benoemd de heeren Hartevelt, Hooyer en Wakka. De bespreking van het eerste Lustrum van den Bond in 1935 deed nogal wat stof opwaaien zoodat geen besluit genomen kon worden. Alleen werd vastgesteld dat, hoe dan ook, het Lustrum gevierd zal worden. Nadat de voorzitter de bij de rondvraag gestelde vragen tot ieders genoegen had beantwoord, sloot hij te ongeveer kwart over elf deze zeer geanimeerde vergadering AANRIJDING. Zaterdagmiddag vond tegen vier uur een aanrijding plaats aan den Rijnsburger- weg tegenover den Warmonderweg tus schen een auto, bestuurd door J. G. L. en een motorrijwiel, bestuurd door me). J. T., huisvrouw van v. d. K. met als duorijder de 28-jarige Duischer P. K. De auto werd aan de linkerachterzijde, het motorrijwiel van voren ernstig bescha digd. Mej. J. T. en P. K. liepen diverse verwondingen op en moesten door den E.H.D. naar het Academisch Ziekenhuis vervoerd worden. De oorzaak dei aanrij ding ligt aan een defect aan de remmen van het motorrijwiel.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1934 | | pagina 1