a
75,te Jaargang
MAANDAG 9 APRIL 1934
No. 22714
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
prijs der advertenties
prijs dezer courants;
STADSNIEUWS.
Het voornaamste Nieuws
van heden.
LEIDSCH
DAGBLAD
30 Cts. pér regel voor advertentlën uit Lelden en plaatsen
Waar agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle
andere advertentlën 35 Cts. per regel. Kleine advertentlën
uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 Cts.
bij een maximum aantal woorden van 30.
Incasso volgens postrecht. Voor eventueele opzending van
brieven 10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 5 Cts.
tam
Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postckëqucven Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54.
Voor Lelden per 3 maanden f. 2.35; per week f. 0.18
Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week „0.18
Franco per post f. 2.35 -p- portokosten.
Dit nummer bestaat uit VIER bladen
EERSTE BLAD.
PROF. DR. L. E. GOESTER. t
Ll
Wijlen Prof. Goester.
Na een kortstondige ongesteldheid is
hedenmorgen in den ouderdom van 61
jaar hier ter stede overleden prof. dr. L.
E. Goester, hoogleeraar in de pharmaco-
graphie, de galenische pharmacie en re
ceptuur aan de Leidsche Universiteit.
Leonard Emilius Goester werd 27 Juli
1872 te Montfoort geboren. Op slechts 17-
jarigen leeftijd legde hij met gunstig ge
volg het litterair mathematisch examen
af, waarna hij van 1891 tot 1895 studeer
de aan de Amsterdamsche Universiteit.
Nadat hij in laatstgenoemd jaar het apo
thekersdiploma had behaald en zich als
apotheker in de hoofdstad had gevestigd,
deed hij twee jaar later staatsexamen en
promoveerde in 1903 aan de Universiteit
te Amsterdam tot doctor in de artsenij-
bereidkunde op een proefschrift getiteld
„Eenige systematische anatomische on
derzoekingen over het geslacht Gompho-
carpus".
In 1899 was hij inmiddels benoemd tot
leeraar in de natuur- en scheikunde aan
het Staatsgymnasium te Pretoria. Hier
bleef hij slechts twee jaar, want in 1901
vestigde hij zich wederom als apotheker
te Weesp, teneinde te kunnen werken
aan de voorbereiding van zijn proef
schrift. In 1902 werd de heer Goester be
noemd tot inspecteur voor de Volksge
zondheid en in 1920 tot buitengewoon
Jioogleeraar aan de Leidsche Universi
teit, waar hij onderwijs gaf in de in den
aanhef dezes vermelde leerstof. Ongeveer
acht jaar geleden werd hij benoemd tot
gewoon hoogleeraar.
Zijn voornaamste publicaties zijn „Com
mentaar op de Warenwet" (1921), terwijl
vooral bekend is zijn „Leerboek der Phar-
macognosie" (1928), dat reeds een vijlden
druk beleefde. Ook verschenen van zijn
hand vele tijdschriftartikelen.
Prof. Goester was momenteel secretaris
van de faculteit der wis- en natuurkunde.
De begrafenis van het stoffelijk over
schot is bepaald op Vrijdag a.s. des mid
dags te 1 uur op de begraafplaats „Oud
Eik en Duinen" te Den Haag.
BELANGRIJKE INBRAAK.
Een buit van f. 700 a f. 800.
Zaterdagavond is ingebroken ten huize
van den heer L. Z., wonende aan den hoek
van de Johan van Oldenbarneveltstraat
en de Johan de Wittstraat. Deze inbraak
is geschied tijdens de afwezigheid van de
bewoners, 's avonds tusschen acht en eén
uur. Bij hun thuiskomst ontdekten zij, dat
alles overhoop was gehaaid en de dader(s),
die zich door overklimming van een muur
en door verbreking van het slot der keu
kendeur toegang wisten te verschaffen,
een groot aantal zilveren voorwerpen en
sieraden hadden meegenomen, ter waarde
van f. 700 f800. De chef der recherche
stelde een onderzoek in; van den dader(s)
heeft men tot nu toe geen spoor kunnen
ontdekken.
SANDERS' ZEEPFABRIEK.
In de Zaterdagmiddag alhier gehouden
algemeene vergadering van aandeelhou
ders der N.V. Stoom-Zeep-, Eau de Colog
ne- en Parfumerieënfabriek v.h. Sanders
en Co., Koninklijke Stoom-Zeepfabriek,
werd de balans en de winst- en verliesre
kening over het boekjaar 1933 goedge
keurd. Tot commissaris werd herkozen de
heer mr. E. F. W. Gugel te Oegstgeest,
terwijl gekozen werd de heer P. A. de
gooyer te Wassenaar,
ZUID-AFRIKAANSCHE
VACANTIECURSUS AAN DE
LEIDSCHE UNIVERSITEIT.
OPENINGSREDE VAN PROF. MR.
J. C. VAN OVEN.
Het volledige programma der voorddachten
en excursies.
Diep' doordrongen van de groote waarde
die er in het bijzonder in dezen tijd ge
legen is in het bewaren van nauwe be
trekkingen tusschen de Nederlandsche en
Zuid-Alrikaansche rechtsgeleerden heeft
de faculteit der Rechtsgeleerdheid aan de
Rijksuniversiteit alhier een vacantiecur-
sus georganiseerd voor Zuid-Afrikaansche
studenten in de rechten.
Deze cursus is vanmorgen in het Klein-
Auditorium aangevangen. Dat voor dezen
cursus groote belangstelling bestaat, wordt
in de eerste plaats bewezen door het aan
tal deelnemers, dat zich heeft opgegeven,
namelijk ongeveer zestig, waarvan er on
geveer twintig afkomstig zijn uit Zuid-
Afrika. Bovendien blijkt deze belangstel
ling uit de te Leiden vanuit Zuid-Afrika
ontvangen brieven, den cursus betreffend
en ten slotte uit de autoriteiten, die bij de
officieele opening vanmorgen aanwezig
waren. Hiervan noemen wijdr. H. D. van
Boekhuizen gezant van de Unie van Zuid-
Afrika, prof. dr. G. A. van Poelje, directeur
generaal van het Onderwijs van het De
partement van Onderwijs namens den
Minister en de Nederlandsche Regeering,
mr. A. van de Sande Bakhuyzen president,
curator, mr. P. J. Idenburg secretaris van
curatoren, prof. dr. B. D. Eerdmans
namens den Senaat der Universiteit, prof.
dr. W. van der Woude secretaris van den
academischen Senaat, Prof. mr. J. C. van
Oven decaan, benevens veschillende
hoogleeraren van de Juridische faculteit,
het bestuur van de juridische faculteit der
Leidsche Studenten, prof. dr. J. W. Pont
voorzitter, jhr. dr. P. J. van Winter secre
taris van de Nederlandsche Zuid-Afri-
kaansche Vereentgtng, prof. dr. W. de
Sitter voorzitter van de afdeeling Leiden
dezer Vereeniging, afgevaardigden van
het bestuur van het Ned. Bureau voor
buiteniandsche Stud.-Betrekkingen enz.
Nadadt allen de voor hen bestemde zetels
hadden ingenomen, opende de decaan
van de faculteit der Rechtsgeleerdhei prof
mr. J. C. van Oven den cursus met een
rede.
Hieraan is het volgende ontleend:
Een vacantië-cursus schijnt een contra
dictio in adjecto. Vacantie beduidt het
ontbreken van werk en een cursus is
juist het tegenovergestelde; werk voor hem
die spreekt en die luistert. Waarom nu
maakt de instelling die door dezen zon
derlingen term wordt gedekt in den laat-
sten tijd zooveel opgangv Mij dunkt, omdat
een student en een professor van volledige
afwezigheid van werk niet gediend zijn en
dat zij beiden het welkom heeten, als zij
afwisseling van den gewonen arbeid kun
nen vinden in ander werk. En dan: dat
vacantie-werk is vrijwillig, niet verplicht.
Ook is het niet geheel en al werk, want
bij den vacantiecursus behoort ontspan
ning, veel ontspanning, dus tóch vacantie,
en vaak inderdaad meer vacantie dan
cursus. En zoo hebben thans ook wij, die
deze week organiseerden, gepoogd het
nuttige en het aangename te vereenigen,
zullen voordrachten geven die, hopen wij,
nuttig zullen zijn voor onze gasten en
voor onze eigen studenten en daarnaast
willen wij onzen gasten onze stad en ons
land laten zien voorzoover dat in korten
tijd mogelijk is.
Maar waarom nu juist een vacantie
cursus voor Zuid-Afrikaansche juristen?
Toen ik jong was ging er door ons land
een golf van geestdrift en bewondering
voor de „zusternatie der Boeren"; hun
worsteling om vrijheid werd door ons
meegeleefd als door geen ander volk, het
Transvaalsche volkslied werd overal ge
zongen en Zuid-Afrikaansch spreken werd
mode. Ten gevolge van de latere gebeur
tenissen verdween wat er aan overdreven
dweperij in deze gevoelens mag geweest
zijn, maar gebleven is een zeer warme
deelneming in de lotswisselingen der be
volking van Zuid-Afrika. En nu meenen
wij dat de omstandigheid dat een groot
deel dier bevolking ons van nabij verwant
is. een taal spreekt die zich evenals de
onze uit die onzer vaderen ontwikkeld
heeft, zeden, gewoonten, gevoelens kent,
die met de onze sterk overeenstemmen.
dat om die reden onzerzijds alles gedaan
moet worden om de banden met dit volk
hecht te houden. Kortom wij willen de
cultureele eenheid van ons volk met dat
van Zuid-Afrika door dezen cursus helpen
bevorderen.
Dit motiveert het organiseeren van een
Zuid-Afrlkaanschen vacantiecursus, maar
nog niet van een juridischen cursus. Waar
om juist juridisch? Velen uwer kennen de
reden: het Zuid-Afrikaansche recht is in
zijn fundament Nederlandsch, dat is Ro-
meinsch-Nederlandsch recht. Onze voor
vaderen brachten aan die verre kusten niet
alleen hun taai, maar ook hun recht, dat
was een complex van Romeinsch en in-
heemsch Nederlandsch recht, gewoonlijk
„Roomsch-Hollandsch recht" genoemd en
bewerkt in een schier onafzienbare reeks
van deels in het Latijn deels in het Ne
derlandsch geschreven wetenschappelijke
geschriften. Zooals aan hun taal, hielden
de Zuid-Afrikaansche Nederlanders ook
aan hun recht vast. Zeker bleef dit niet
onveranderd de rechtspraak die daarginds
gelijk in Engeland erkend vormende kracht
heeft, wijzigde veel; er werden tal v. nieuwe
wetten gemaakt; oud recht stierf af, kort
om er had ontwikkeling plaats, die in
de laatste jaren sterk onder Britschen in
vloed staat, maar het resultaat is niette
min dat de basis van het Zuidafrikaansch
recht vooral dan van het privaatrecht
nog immer Roomsch-Hollandsch is,
juist zooals het in Holland gebleven is tot
aan het begin der negentiende eeuw toe.
Want anders dan wij deden, maakte het
Zuidafrikaansche volk zich geen burgerlijk
wetboek en zoo komt het. dat nog immer
niet alleen het Corpus Juris, maar ook
onze groote juristen praktisch als autori
teit ingeroepen worden voor de Zuidafri
kaansche rechters: Huig de Groot, Byn-
kershoek, Voet, Huber, Van Leeuwen en
nog vele anderen, de Zuidafrikaansche ju
rist behoort met hen min of meer ver
trouwd te zijn. moet zijn weg in hun
dikke folianten kunnen vinden. Welnu,
hij leert dit, gelijk vanzelf spreekt, aan
zijn eigen universiteiten, kan het ook in
Engeland leeren. maar toch moet het voor
hem een groote charme hebben om ook
kennis te maken met het land waarin dat
recht ontstond, de stad waarin die schrij
vers grootendeels gewerkt hebben, de
universiteit die het centrum van hun
werkzaamheid is geweest, de hoogleeraren
die onderwijs geven en de studenten die
studeeren in de taal die met het Zuid
afrikaansch zoo verwant is. Daarom is
deze vacantie-cursus op touw gezet en in
dien geest is het programma der voor
drachten ontworpen.
Zoo zal onze hoogleeraar voor Oud-
Nederlandsch recht, prof. De Blécourt u
onderhouden over de wijze waarop het
Nederlandsche recht der republiek der
Vereenigde Nederlanden zich gevormd
heeft, voorts over den inhoud van dat
recht en over de opneming daarvan in
Zuid-Afrika. Hij zal dit doen van zijn
standpunt uit en dus vooral het licht laten
vallen op datgene wat in dat recht niet
van Romeinschrechtelijken oorsprong is.
Mij zal de taak te beurt vallen om U in
groote trekken te schilderen op welke wijze
van de zestiende eeuw af in dit land het
Romeinsche recht is bestudeerd, welke
stroomingen in die studie te onderkennen
vallen en hoe de ontwikkeling leidde naar
de codificatie.
Prof. Meijers zal spreken over het voor
u, bewoners van Zuid-Afrika, zoo gewich
tige Engelsche contractenrecht en dit
vergelijken met het Nederlandsche, zoodat
u die twee zoo verschillende systemen, het
Angel-Saksische en het uit Romeinsch en
West-Europeesch recht ontsproten Neder
landsche, helder voor oogen zullen staan.
Prof. Cleveringa zal die vergelijking voort
zetten ten aanzien van het recht van ver
voer, jhr. dr. De Winter zal u onderhouden
over de economische betrekkingen tus
schen Nederland en Zuid-Afrika Prof.
Idema zal bij onze gasten pogen belang
stelling te wekken voor problemen van
recht in Nederlandsch Oost-Indië, proble
men, die vanzelf vergelijking opdringen
met die welke gij kent, omdat zoowel ten
uwent als in onze Oost een blanke bevol
king naast een gekleurde gevestigd is, en
eindelijk zal prof. Huizinga alles in al-
gemeener sfeer brengen door een rede over
het ontstaan van den Nederlandschen
Staat.
Wij hopen, gasten uit Zuid-Afrika, dat
dit alles uw belangstelling zal wekken en
u de overtuiging zal schenken, of uw
overtuiging bevestigen, dat er voor den
Zuid-Afrikaanschen jurist in Nederland,
in Leiden, iets te leeren valt. Verschei-
denen uwer kennen wij hier reeds als onze
leerlingen, want gelukkig is de band tus
schen juridisch Zuid-Afrika en onze uni
versiteit reeds lang geleden gelegd. Onze
studieregeling kent immers de studie in
het Zuid-Afrikaansche recht en menigeen
uwer landgenooten mocht reeds den doc
toralen graad aan onze of aan een andere
Nederlandsche universiteit verwerven. Een
bijzondere regeling bij Koninklijk Besluit
vastgesteld, vergemakkelijkt thans voor
de Zuid-Afrikaansche juristen deze „na-
studie" in Nederland; aan Zuid-Afrikaan
sche diploma's zijn vrijstellingen verbon
den van vakken der candidaats- en doc
toraal examens in het Zuid-Afrikaansche
recht en de praktijk bewijst, dat wie in
uw land afgestudeerd is, hier binnen rede
lijken tijd examen kan doen en promo-
veeren. Dat dit in den vervolge nog meer
zal geschieden dan thans, hopen wij door
dezen cursus mede te bevorderen. Het
blijft voor onze faculteit een reden tot
spijt, dat het Zuid-Afrikaansche recht hier
niet meer gedoceerd wordt; 't zal u bekend
zijn dat dit tusschen de jaren 1905 en 1912
anders is geweest toen uw landgenoot
Melville de Villiers hier in functie was.
Zijn stoel bleef na zijn heengaan onbezet,
ondanks aller goeden wil om daarin wij
ziging te brengen. Intusschen, er worden
nog steeds pogingen in deze richting ge
daan, en wij blijven hopen ,dat als er
betere tijden komen in deze wereld, het
huidige Zuid'-Afrikaansche recht aan deze
universiteit weer gedoceerd zal worden.
Mij rest thans nog allen dank te bren
gen die aan het slagen van onzen cursus
moeite geven of gegeven hebben en die
deze opening door hun tegenwoordigheid
opluisteren.
Dank bracht spr. ook voor den sterken
steun van het Herman Costerfonds, dat
het ons door zijn royale vrijgevigheid,
mogelijk maakte den cursus te verwezen
lijken. Aan zijn bestuur komt niet gerin
ge dank toe en daarnaast noem ik de Z.-
Afrikaansche vereeniging en haar afdee-
lingen in Amsterdam en Den Haag, waar
van wij onwaardeerbare hulp mochten
ontvangen.
En hiermee, mag ik deze eerste taak
voor afgedaan beschouwen. Ik open dan
den juridischen vacantie-cursus yoor Z.-
Afrikaansche studenten en spreek den
wensch uit dat wij nuttig en prettig zul
len samenwerken en dat uit die samen
werking een versterking van den band
tusschen juridisch Zuid-Afrika en Neder-
land'zal ontstaan.
Terwijl de geheele morgen aan de
openingsplechtigheid was besteed, werd
vanmiddag met de eigenlijke colleges een
aanvang gemaakt.
Dinsdagmiddag zijn de deelnemers de
gasten van de afdeeling 's Gravenhage
van de Nederlandsch Zuid-Afrikaansche
Vereeniging. Er zal een rondrit door den
Haag worden gemaakt na afloop waarvan
de deelnemers zullen worden ontvangen
door dr. H. D. van Broekhuizen, gezant j
van de Unie van Zuid-Afrika. Na deze
ontvangst biedt de afdeeling Den Haag der
Nederlandsch Zuid-Afrikaansche Vereeni
ging een maaltijd aan.
Woensdagavond zijn de Zuid-Afrikaan
sche deelnemers de gasten van het Colle
gium van het Leidsche Studenten Corps
op sociëteit Minerva.
Donderdagmiddag begeven de deelne
mers zich naar Amsterdam; het gemeente
bestuur van de hoofdstad biedt een rond
vaart door de havens en grachten aan, na
afloop waarvan zij zich aan een gemeen-
schappelijken maaltijd vereenigen, aange
boden door de afdeeling Amsterdam van
de Ned. Zuid-Afrikaansche Vereeniging.
's Avonds zijn zij de gasten van de Suid-
Afrikaanse Studente-Vereeniging in
Amsterdam in hare localiteitehAfrikaner
huis. Vondelstraat 60.
Vrijdag is gereserveerd voor een tocht
naar de bloembollenvelden. Alkmaar en
de Zuiderzeewerken, welke tocht grooten
deels wordt aangeboden door curatoren
der Leidsche Universiteit.
Zaterdagmiddags heeft de sluitingsbij
eenkomst plaats. Mr. P. J. Idenburg secre
taris van curatoren houdt daarbij een
voordracht over: Universiteiten, studie en
studentenleven, waarna prof. mr. J. C. van
Oven den vacantiecursus zal sluiten.
-o
INSTITUUT VOOR ARBEIDERS
ONTWIKKELING.
Filmochtend „Storm op den Mont-BIanc".
Voor den gistermorgen gehouden film
ochtend van het I. v. A.O. in het Trianon-
theater was wederom groote belangstel
ling. Ditmaal ging de film van dr. Arnold
Franck „Storm op den Mont-BIanc".
Alvorens tot het eigenlijke programma
werd overgegaan, wees de afdeelings-voor-
zitter, de heer Van Woudenberg, op de
beteekenis van het Natuurvriendenwerk,
dat voor het komende zomerseizoen weer
tal van excursies omvat van uiteenloo
penden aard Tevens liet spr. uitkomen,
dat door middel van de z.g. Natuurvrien-
denhuizen ook voor bescheiden beurzen 't
nemen van vacantie op de mooist denk
bare plekken in binnen- en buitenland
mogelijk gemaakt is. De projectie van een
aantal lichtbeelden van deze huizen, als
ook van de omgeving dier „steunpunten"
liet daaromtrent geen twijfel bestaan.
Na een uitstekend voorprogramma
draaide de hoofdfilm, welke in het bizon
der voor liefhebbers van natuurschoon en
beoefenaars van de bergsport zeer aan
trekkelijk bleek te zijn.
Majestueus troont de hoogste berg van
Europa, de Mont Blanc, tusschen de dichte
wolken en in deze grenzelooze eenzaam
heid doet de observator zijn dagelijksche
waarnemingen, storm en koude trotsee-
rend. Op zekeren dag onderneemt een
vriend van den observator het koene
waagstuk, om met een vliegtuig een tocht
te ondernemen naar den bergtop. Een
professor in de astronomie en zijn dochter
vergezellen den vliegenier. Zij landen wel
iswaar veilig op den berg, doch tijdens een
oriënteeringstocht verongelukt de hoog
leeraar.
Als het voorjaar in het land komt en
de tijd aanbreekt, dat de observator afge
last zal worden, ziet deze zich echter ge
noodzaakt, in zijn isolement te blijven,
aangezien doorgestane ontberingen hem
den moeilijken en gevaarvollen terugtocht
naar het dal onmogelijk maken. Vreese-
lijke sneeuwstormen geeselen den bergtop
en de hut van den observator wordt ont
zettend gehavend. Met bevroren handen
doet hij bovenmenschelijke pogingen om
in de bewoonde wereld terug te komen,
doch gevaarlijke gletscherspleten beletten
dit ten eenenmale.
Wanhopig seint hij S.O.S.-signalen uit,
die beneden worden opgevangen. Een red
dingscolonne wordt uitgezonden, doch
moet onverrichterzake terugkeeren. De
eenige mogelijkheid tot redding is 't vlieg
tuig en een moedig vliegenier onderneemt
den gevaarlijken tocht.
Het toestel wordt als een bal in den
storm heen en weer geworpen, doch ein
delijk gelukt het den bestuurder, zijn doel
te bereiken.
De totaal uitgeputte waarnemer van
den Mont Blanc is van een wissen dood
gered en de behouden terugkomst wordt
door de vrienden op vroolijke wijze ge
vierd.
De film geeft een uitstekend beeld van
de moeilijkheden, verbonden aan een ver
blijf in het gebied van de eewiige sneeuw.
HANDELSREGISTER
KAMER VAN KOOPHANDEL.
Wijzigingen: N.V. Gebrs. van Zonneveld's
Bloembollenkweekerij en Handel, Wasbee-
kerlaan 9, Sassenheim. Vestiging bijkan
toor: 69, Elisabeth Avenue, Hempstead,
L.I.N.Y.
Naamlooze Vennootschap G. F. W. Hern-
green's Fijnhouthandel, Steekterweg 39,
Alphen a. d. Rijn. Opheffing filiaal: Brou
wersgracht 242, Amsterdam, dd. 1 April j.l.
BINNENLAND.
De Leidsche hoogleeraar L. E. Goester is
overleden. (Stadsnieuws, le Blad).
Vacantiecursus voor Zuid-Afrikaansche
studenten aan de Leidsche Universiteit,
(Stadsnieuws, le Blad).
De Nieuwe Kerk te Delft is in totaal door
50.000 personen bezocht. (Binnenland;
3e Blad).
Gewijzigde voorschriften voor den Bur-
gerl. Stand; een wetsontwerp ingediend.
(Binnenland, 3e Blad).
Een groot aantal branden. (Gemengd,
3e Blad).
BUITENLAND.
Rondom de Ontwapening. (Buitenl.,
en Tel., le Blad).
Overleden is de Duitsche generaal von
Einem. (Buitenl., le Blad).
De actie der Fransche ambtenaren tegen
dè bezuiniging. (Buitenl., le Blad).
Insull wordt door Turkije uitgeleverd.
(Buitenl., le Blad).
Bijzonderheden over de ramp in Noor
wegen. (Buitenl. Gemengd, 3e Blad).
In Britsch-Indië is een pont omgeslagen.
50 slachtoffers. (Tel., le Blad).
DE ONTEIGENING VAN DE
VISCHMARKT.
Naar wij vernemen zullen B. en W. in
de eerstvolgende gemeenteraadszitting van
16 dezer den raad de bekrachtiging vragen
van den voorloopigen aankoop van een
perceel aan de Vischmarkt voor ruim
f. 60.000.—.
BOND VAN LEIDSCHE HARMONIE- EN
FANFARE-VEREENIGINGEN.
Algemeene Besturen-vergadering.
Dezer dagen hield de Bond van Leidsche
Harmonie- en Fanfare-vereenigingen zijn
jaarvergadering in Café Royal, Doezastr.
Te ongeveer kwart vóór negenen opende de
voorzatter, de heer van der Schee deze ver
gadering en riep allen op deze eerste ver
gadering in 1934 een hartelijk welkom
toe. Spr. wenschte de vereenigingen een
alleszins voorspoedig 1934 toe en hoopte
dat ook de samenwerking van de ver
eenigingen in dit jaar weer van vriend-
schappelijken aard zou mogen zajn opdat
de Bond zou blijven groeien en bloeien.
De notulen van de laatste vergadering
werden onveranderd goedgekeurd. Het
jaarverslag van den secretaris werd onder
dankzegging goedgekeurd. Wij lezen erin,
dat de in het Plantsoen gegeven concer
ten zeer veel belangstelling blijven trek
ken. De gemeente verstrekte een toelage
van f. 40.per concert, hetgeen neer
kwam op een subsidie van f. 800.
In 1933 was het bestuur samengesteld
als volgt: D. van der Schee, voorzitter;
A. C. van der Woerd, Vice-voorzitter; Joh.
Brouwer, le seer.; J. Dragt, 2de secr.; J.
van Weizen, le penningm.: D. Cornet. 2e
penningm.: N. de Neef, Bibliothecaris; H.
van der Leek, later vervangen door den
heer A. Sira, Commissaris; G. Yspelder,
Commissaris; F. A. van Hees. Commissaris.
De verstandhouding onder de vereenigin
gen was ook in het afgeloopen jaar steeds
goed te noemen.
Ook het jaarverslag van den penning
meester werd onder dankzegging aange
nomen. Nadat de kascommissie 1933 ver
slag had uitgebracht werd de penning
meester voor het gehouden beheer gede
chargeerd De voorzitter was aan de beurt
van aftreden en werd voor twee jaar her
kozen. In de kascommissie 1934 werden
benoemd de heeren Hartevelt, Hooyer en
Wakka.
De bespreking van het eerste Lustrum
van den Bond in 1935 deed nogal wat stof
opwaaien zoodat geen besluit genomen kon
worden. Alleen werd vastgesteld dat, hoe
dan ook, het Lustrum gevierd zal worden.
Nadat de voorzitter de bij de rondvraag
gestelde vragen tot ieders genoegen had
beantwoord, sloot hij te ongeveer kwart
over elf deze zeer geanimeerde vergadering
AANRIJDING.
Zaterdagmiddag vond tegen vier uur een
aanrijding plaats aan den Rijnsburger-
weg tegenover den Warmonderweg tus
schen een auto, bestuurd door J. G. L. en
een motorrijwiel, bestuurd door me). J. T.,
huisvrouw van v. d. K. met als duorijder
de 28-jarige Duischer P. K.
De auto werd aan de linkerachterzijde,
het motorrijwiel van voren ernstig bescha
digd. Mej. J. T. en P. K. liepen diverse
verwondingen op en moesten door den
E.H.D. naar het Academisch Ziekenhuis
vervoerd worden. De oorzaak dei aanrij
ding ligt aan een defect aan de remmen
van het motorrijwiel.