Dè Man van de straat. 75ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 7 Aprü 1934 Derde Blad No. 22713 BINNENLAND. RECHTZAKEN. Burgerlijke Stand v. Leiden Steunt met Uw gaven het Leidsch Crisis-Comité. CHRISTELIJK HISTORISCHE UNIE. DE ALGEMEENE VERGADERING TE UTRECHT. Mr, Schokking adviseerend lid van verdienste. ÏVervolg van gisteren). De woorden ter nagedachtenis van HM. de Koningin-Moeder in de gisteren reeds vermelde rede van j'hr. De Geer ter ver gadering der Ohr, Hist. Unie, werden staande aangehoord, terwijl de rede ver schillende malen met applaus werd onder broken. Na afloop werd op voorstel van het hoodtbestuur een telegram gezonden aan H.M. de Koningin van den volgenden in houd: (De Chrlstelljk-Historische Unie in al- gemeene vergadering te Utrecht bijeen, (betuigt Uwe Majesteit haar eerbiedige (buide en wenscht Uwe Majesteit in deze dagen Gods bijzondere nabijheid toe. De vergadering stemde met dit telegram in. door het spontaan zingen van twee cou pletten van het Wilhelmus. Vervolgens nam minister Slotemaker de Bruine het woord, die zijn waardeering uit sprak voor de rede van den voorzitter en zijn meening te kennen gaf over de begin selen. die ook overheidspersonen hebben te volgen. De aanwezigen zongen na deze woorden den minister toe: Dat 's Heeren zegen op U daal. De secretaris deelde mede dat er in de zaal aan afgevaardigden en belangstellen den ruim 600 menschen aanwezig waren. Na enkele huishoudelijke mededeelingen kwamen de voorstellen van het Hoofdbe stuur aan de orde tot wijziging der statu ten. deze werden behandeld samen met de voorstellen van organisatorischen aard, die door de afdeelingen der Unie waren inge zonden. Na enkele discussies werden deze aange nomen. Nadat op voorstel van het hoofdbestuur de heer mr. dr, J. Schokking wegens bui tengewone verdienste jegens de Unie tot adviseerend lid van het hoofdbestuur en van het Dagelijksch Bestuur was benoemd werd in de middagzitting voortgegaan met voorstellen van organisatorischen aard. (Hierondert vallen voorstellen over de ver- eenigbaarheid van lid der Staten-Generaal met het lidmaatschap van het hoofdbe stuur of dagelijksch bestuur. Zoowel het hoofdbestuur zelf als ook enkele afdeelin gen hebben een oordeel hierover uitgespro ken en waarbij tot uiting werd gebracht dat eenerzijds de partij niet mag bestuurd worden vanuit de Staten-Generaal noch dat de Kamerleden hun instructies alleen van de partijleiding mogen ontvangen Het resultaat van de verschillende be sprekingen was dat er door den voorzitter een concessie werd gedaan, zoodat er bij de verkiezingen rekening mee wordt gehou den dat ten hoogste drie leden van de Tweede Kamer zitting hebben in het dage lijksch bestuur Tijdens de discussie over het benoemen van een propagandaleider en over het voe ren van doelmatige en geregelde propagan da, hield mr. Schokking een improvisatie, die de beste propagandarede was. Waar blijven onze jongeren, die met kranten en propaganda-matëriaal op den weg andere menschen trachten te bereiken, riep spre ker de vergadering toe. Intusschen werd de uitslag bekend ge maakt van de bestuursverkiezing. Mej. mr. C. F. Katz, de heeren W. F. C. van den (Broek en J. ter Haar werden als leden van het hoofdbestuur herkozen, terwijl in de vacaturen ontstaan door het aftreden van prof. dr. J. R Slotemaker de Bruine en het overlijden van mr. N. G. Veldhoen, als leden werden gekozen jhr, mr. D. J. de Geer en prof. dr. T. L. Haitjema te Gro ningen De voorzitter heeft nog eenige woorden van waardeering gewijd aan de nagedach tenis van dr. Veldhoen. De afdeeling Workum stelde voor. dat de Unie trachtte te bevorderen, dat door werkloozen In werkverschaffing méér pro ductieve arbeid wordt verricht; dat de leeftijd (ouderdomsgrens) van de te werk gestelden wordt verlaagd, zoodat ouderen alleen steuntrekken en jongeren ook vrij gezellen, aan de werkverschaffing kunnen deelnemen; dat de daarvoor in aanmerking komende personen zoo min mogelijk steun genieten, doch steeds arbeid verrichten, tegen een nader vast te stellen uur-, dag- of stukloon, gedurende een dusdanig aan tal uren of dagen per week, dat het bedrag dat thans als ..steun" wordt gegeven even tueel méér wordt verdiend; dat tenslotte de aan den landbouw en den veeteelt ge geven steun zóó worde gewijzigd of uitge breid dat iedere landbouwer of veehouder wordt verplicht, per vast te stellen aantal H.A. land. één of meer arbeiders te werk te stellen. De heer Terpstra uit Leeuwarden lichtte vervolgens een voorstel-Leeuwarden toe, om gezien het feit. dat het probleem .Kerk en Staat" aan actualiteit wint, deze kwes tie in een gereorganiseerde commissie aan de orde te stellen welke commissie op de eerstvolgende Algemeene Vergadering haar laDoort uitbrenge. Mr. Schokking verdedigde het werk van de commissie en achtte reorganisatie niet direct noodig, wanneer de fouten niet aan wijsbaar zijn. Na stemming werd besloten, dat de oude commissie een rapport dien aangaande zal uitbrengen. Het, voorstel Naaldwijk dat, gezien de actie, welke ook in ons land uitgaat van de Nationaal-Sociaüstische Beweging, het hoofdbestuur een vaste lijn aangeve voor het toekomstbeleid, gaf geen aanleiding tot stemming daar het Unieprogram deze lijnen voldoende aangeeft. Een voorstel om de opheffing van het bankgeheim te bevorderen werd van eenige zijden toegelicht. Daar het reeds laat in den namiddag was en vel» afgevaardigden naar huis moesten was de belangstelling sterk vermindei d De voorzitter deed vcc-rlezlng van mede deelingen van minister Oud naar aanlei ding van het bankgeheim ia de Eerste Kamer gedaan, en stelde voor dit belang rijk onderwerp tot een volgende vergade ring uit te stellen. De heer Snoeck Henke- mans gaf namens het hoofdbestuur de verzekering, dat alle moeite gedaan zal worden om een gelegenheid aan te grijpen om de moeilijkheid van het bankgeheim op te lossen. Daar er nog maax vijf-en-zeventig men schen aanwezig waren (van de 600) trok ken de overige afdeelingen hun voorstellen verder in. waarna de vergadering met dankzegging werd gesloten. WIJZIGING VAN INVOERRECHTEN OP KORTEN TERMIJN. Voorloopig verslag Tweede Kamer. De vaste commissie uit de Tweede Kamer voor overleg met de regeering om trent vraagstukken en maatregelen, be trekking hebbende op aangelegenheden van handelspolitieken aard, in wier han den dit wetsontwerp is gesteld, acht dit wetsontwerp er een van zeer verre strekking. Bij de aanvaarding daarvan verkrijgt- de regeering naast de vele be voegdheden, welke haar In den laatsten tijd zijn verleend, ook op tariefgebied buitengewoon groote macht. Tegen het verleenen van bevoegdheid om bij de Staten-Generaal aanhangige voorstellen betreffende tariefsherziening reeds in werking te doen treden alsof zij al tot wet waren verheven, welke be voegdheid moet dienen om een dergelijke benadeelmg van de staatskas te voorkomen heeft de commissie, hoewel zij de daar tegen bestaande bedenkingen geenszins onderschat, geen overwegende bezwaren. Tegen art. 2 bestaan bij sommige leden zeer ernstige bezwaren. Aanvaarding van art. 2 zal aan de xegeering de bevoegdheid geven, ook om andere dan fiscale redenen invoerrechten in te stellen, af te schaffen, te verhoogen of te verlagen zonder dat voorstellen daartoe bij de Staten-Generaal aanhangig gemaakt zijn. Dit artikel, aldus de hier aan het woord zijnde leden, geeft feitelijk aan de regeering een blanco volmacht. Nog belangrijker achtten deze leden de bezwaren tegen het hanteeren van het tarief van invoerrechten ter bereiking van handelspolitieke voordeelen op zichzelf. De regeering wenscht deze machtiging voor tweeërlei gebruik, nl. om de tarieven te kunnen bezigen als onderhandelings- object en als middel om een Nederland- schen tak van bedrijf in het leven te houden, wanneer deze door onverwachte buitenlandsche maatregelen anders ten gronde zou gaan. Wat het eerste betreft, betoogden deze leden, dat „vechttarieven" een uiterst gevaarlijk middel zijn in den economlschen strijd; zulke tarieven ver oorzaken een voortdurende onrust en zij hebben doorgaans een tweesnijdende werking. Het voorgestelde art. 2 van het wets ontwerp brengt ons geheel in de sfeer der actieve handelspolitiek; naar het oor deel dezer leden staat te vreezen, dat de gevolgen daarvan voor een klein land als het onze allerminst gunstig zullen zijn. Wat betreft het steunen van bedrijfs takken, welke door onverwachte buiten landsche maatregelen te gronde dreigen te gaan. door middel van het heffen van verhoogde invoerrechten, werd opge merkt, dat aan dergelijke heffingen bij wijze van steunmaatregelen veel grootere bezwaren verbonden zijn dan aan contin- genteeringen. De laatste zijn, zoo meenden de hier aan het woord zijnde leden, tame lijk soepel en verdedigbaar als maat regel tegen deloyale dumping. Voor invoer rechten als steunmaatregel geldt dit niet; deze verergeren bovendien de instabiliteit In het economische leven in bedenkelijke mate. Overigens zagen deze leden niet in, dat contingenteering voor het beoogde doel niet afdoende resultaat zou kunnen opleveren. In de derde plaats werd gewezen op de bezwaren, welke voor nijverheid en han del verbonden zijn aan plotselinge veran deringen in het tarief van invoerrechten. Andere leden deelden de aangevoerde bezwaren niet. VLAGGEN DOOR GEMEENTE BESTUREN. Verklaring van minister De Wilde. Op de vragen van den heer Kortenhorst betreffende het standpunt der Regeering ten opzichte van gemeentebesturen, welke het vlaggen bij feestelijke gelegenheden achterwege laten, luidende: I. Heeft de minister kennis genomen van een bericht in de dagbladen, dat bij gele genheid van de inhuldiging van den bur gemeester der gemeente Idaarderadeel de Nederlandsche vlag, nadat deze éérst van het Gemeentehuis te Grauw was uitge stoken, weder werd ingehaald, omdat de Gemeenteraad, welke in meerderheid socialistisch is .besloten zou hebben het vertoonen der Nederlandsche vlag van de openbare gemeentegebouwen bij feeste lijke gelegenheden achterwege te laten? n. Zou de minister, indien dat bericht waarheid bevat, willen mededeelen, welk standpunt de Regeering tegenover ge meentebesturen, die dergelijke, voor het nationaal gevoel grievende besluiten nemen en deze tot uitvoering brengen, inneemt, en wat de Regeering tegen her haling ervan denkt te doen? heeft minis ter de Wilde als volgt geantwoord: I. Deze vraag wordt bevestigend beant woord. Daarbij worde aangeteekend, dat het voorstel om niet te vlaggen in de gemeente Idaarderadeel, in 1931 aangeno men, niet is uitgegaan van de soc.-dem. Raadsleden, zooals de vraag kan doen ver moeden, doch vair een andere partij, die tot het voorstel overging om te voorkomen, dat men zou besluiten, op den lsten Mei van gemeentewege te vlaggen. II. De Regeering meent, dat dergelijke besluiten, vooral in tijden, waarin gezags- handhaving een eerste eisch moet worden genoemd, zijn te beschouwen als aantas ting van de Rijkseenheid, waarvan de nationale vlag een symbool is, en dus on toelaatbaar zijn. Dit brengt mede, dat zoo noodig van het schorsings- en Vernieti gingsrecht dient te worden gebruik ge maakt. 4| DE CONTINGENTEERING VAN VEEKOEKEN. Aan. het voorloopig verslag der Tweede Kamer over het wetsontwerp tot rege ling van den invoer van veekoeken wordt ontleend Verscheidene leden gaven te kennen, dat Zij, hoewel zij geen bezwaar hadden tegen het verleenen van steun aan de olie industrie, beperking van den invoer van veekoeken daartoe een onjuist middel achtten. Ten einde zooveel mogelijk aan ver schillende bezwaren tegemoet te komen, werd aan de hand gedaan, den invoer van veekoeken te monopoliseeren. De Neder landsche olie-industrie zou dan kunnen worden gesteund door de heffing van een monopoliewinst bij den invoer. Men heeft dan de ontwikkeling van de prijzen der veekoeken geheel in de hand, terwijl de opbrengst der heffing in het Landbouw crisisfonds zou kunnen worden gestort en zoodoende ten goede zou komen aan dfe- genen, die de lasten daarvoor moeten om brengen. Een monopolie-orgaah zou de koeken kunnen koopen waar het wil, ter wijl de gewenschte invoerbeperking moge lijk blijft. Heffing van .monopoliewinst zou bovendien het min of meer verbroken evenwicht tusschen veekoeken en andere, reeds thans met een dergelijke heffing belaste veevoeder-artikelen herstellen. Verscheidene andere leden betuigden hun instemming met het wetsontwerp. Tegenover den aandrang om de contin genteering te vervangen door monopoli seering en heffing van monopolie-winst werd aangevoerd, dat een dergelijke hef fing indien de regeering de Nederlandsche olie-industrie daardoor afdoende zou wil len behoeden tegen den abnormalen in voer uit landen, welke door regeerings- steun in staat gesteld worden tegen zeer lagen prijs veekoeken te leveren, ten minste f. 3,50 a f. 4,00 per 100 K.G. zou moeten bedragen. Dat zou echter practisch op een verbod van invoer neerkomen, waarmede de vee houders ongetwijfeld niet gediend zouden worden. Bovendien zou door een zoo danige heffing de export van onze olie in ernstige moeilijkheden gebracht worden, terwijl het streven juist op een vergrooting van onzen olie-export gericht moet zijn. Vloeide een dergelijke heffing ten slotte in het Landbouwcrisisfonds, dan zou daar door. naar het oordeel der hier aan het woord zijnde leden, het gevaar ontstaan, dat de verbruikers van veekoeken gesti muleerd zouden worden om speciaal het buitenlandsch product te koopen. Ook daarom achtten zij contingenteering het juiste middel. REORGANISATIE IN DEN GOEDEREN DIENST BIJ DE NED. SPOORWEGEN. Naar wil vernemen zal 15 Mei a.s. bij de Ned. Spoorwegen een groote reorgani satie in den goederendienst plaats hebben. De goederentreinen zullen vervallen en in de plaats daarvan komen „Groepen- treinen". Deze nieuwe „Groepentreinen" zullen met dezelfde snelheid als de gewone per sonentreinen vervoerd frorden, terwijl bij vertraging de snelheid nog belangrijk ver hoogd zal worden. Daar de treinen geheel op iuchtdrukrem (kunze knorrem) vervoerd zullen worden, zal slechts één man, de hoofdconducteur, op deze treinen dienst doen. GUNSTIG JAARVERSLAG VAN DE A.V.K.O. Van het Jaarverslag van de A.V.R.O. over 1933, samengesteld door den heer W. Vogt, directeur van het omroepbedrijf, werd ons een vóór-afdruk verstrekt. Er wordt in geconstateerd, dat de A V.R.O., niettegenstaande de ongunstige tijdsomstandigheden, in grooten bloei ver keert. Het totaal aantal leden is belangrijk gestegen; het is n.l. van 174.682 in 1932 ge komen op 200.258, alzoo een vermeerdering van ruim 25.000. Verleden jaar bedroeg de vermeerdering t.o.v. 1931 rond 22.000 leden. De luistervinken contribueerden in 1933 een bedrag van f. 752.060,55, dat is onge veer 4°/o meer dan in 1932. De oorzaken van de geringe stijging in het totaalcijfer der jaar-contributies aldus het verslag liggen in een daling van de gemiddelde bijdrage per hoofd der leden. De ..Radio Bode" had op 1 Januari 1934 een oplaag van 260.000 exemplaren per week. De baten, die de exploitatie van de „Radio Bode" in 1933 afwierp, stegen tot een record-bedrag. Niet minder dan f. 690.000 kwam aan de kas van het Om roepbedrijf ten goede. Het geraamde bedrijfs-overschot voor 1933, n.l. 200.000 gulden, werd daardoor werkelijk f. 532.500. Voor 1934 worden de perspectieven niet ongunstig genoemd. De luistervinken stortten in de eerste drie maanden van 1934 reeds f. 350.000 aan contributie. Toch wordt het bedrijfsoverschot voor dit jaar voorzichtigheidshalf geraamd op f 200.000. Waarbij met zorg wordt gedacht aan de gevolgen van een eventueele radiobelas ting, die de Regeering heet te overwegen. De beschikbare direct mobiliseerbare middelen beliepen op 31 December 1933 een bedrag, groot f. 2.031.485.29 (vorig jaar f. 1.707.281,96). Aan de Omroepprogramma's werd ten koste gelegd een som van f. 659.460,27. 200 Personen bevinden zich in vasten dienst van de A.V.R.O. De „Radio Bode" als zelfstandige exploi tatie, verleende aan den omroep een sub sidie, groot f. 288.378,45. De ontwerp-begrooting voor 1934, die aan de algemeene ledenvergadering op 28 Juli a.s. in Arnhem zal worden aangebo den. sluit in inkomsten en uitgaven met een bedrag van f. 1.120.000. VERSPREIDE BERICHTEN. Bij Kon. Besluit is aan H. J. van Nouhuys, op zijn verzoek met ingang van 15 Mei eervol ontslag verleend uit zijne betrekking van notaris te Zierikzee. Zoo er één functie een teeken van dezen tijd is, dan is dat die van verkeersagent. Het moderne snelverkeer heeft in zijn alles meesleependen stroom het noodig ge maakt binnen de steden zijn uitbundigheid aan banden te leggen en den opzichter is de fraaie naam van verkeersagent toebe deeld. Hij is zonder eenigen twijfel dè man van de straat. Een simpele handbeweging en trams, personen- en vrachtauto's, voet gangers en wielrijders, kortom alles wat medespeelt in het spel van dezen haastigen tijd, stopt. De een doet het gewillig, de an der mopperend; maar wie een poging waagt te ontkomen aan het bevel wordt onvermijdelijk teruggestuurd en ziet zijn verzet vaak bestraft met een proces-ver- baal Hij is een strenge heerscher de ver keersagent; maar een hulp in nood tevens. Hoe vaak stelt hij zich niet in dienst van ouden van dagen, hulpbehoevenden en kinderen als deze uit vrees voor den on- ophoudelijken stroom van auto's en fietsen op hoeken van straten samenscholen en den moed missen over te steken? Dan krijgt de meer en meer verdrongen voetganger enkele oogenblikken de oude heerschappij over straat en plein terug en wacht het geheele verkeer op hèm. Van Oost naar West en van Zuid tot Noord moet hij zich wenden en keeren ais het windhaantje op een kerk om zich be hoorlijk van zijn taak te kwijten. Niet al leen de nederige moderne auto maar ook het verheven Fordje van weleer, dat zuch tend en proestend somtijds zijn plaats in de verkeersfile tracht, te bewaren, is onder geschikt aan zijn wil. De touring-car en de lilliput-auto, de vrachtauto en de handwagen, alle stoppen als de agent het teeken daartoe geeft en rijden door als de weg vrij is gegeven. Natuurlijk staat hij aan critiek bloot en dat deze als de rij der wachtenden wat groot is geworden, lang niet malsch is be hoeft geen betoog. Auto-claxon's en fiets bellen komen dan in werking en den be schermer der veiligheid wordt vaak niet direct het zachtste toegewenscht! Bij der gelijke gebeurtenissen pleegt „Nurks" het niet onder stoelen of banken te schuiven, dat het vroeger toch ook goed ging zon der verkeersagent, maar hij vergeet, dat het bloed dat toen in den verkeersader klopte een traag voortkruipende, stroope- rige massa was vergeleken bij het brui sende bloed van thans en hij zou het u kwalijk nemen als ge meendet te moeten opmerken, dat hij, bij een eventueel onge luk de eerste 'zou zijn, die het der over heid kwalijk zou duiden, dat er geen toe zicht was De taak van den verkeersagent was bij zijn eerste optreden ondankbaar. Maar ook hier is de tijd heelmeester geweest en met uitzondering van „Nurks" zijn allen thans eenstemmig van oordeel, dat hij een on misbare schakel is geworden in den heden- daagschen beveiligingsketen, welke onze samenleving omvat. Wellicht beleven wij in Leiden ook eens den tijd, dat men deze agenten zooals thans in Londen het geval is eens per jaar cadeautjes brengt Als een strekdam in de rivier staat hij in het verkeer. Alles gaat voorbij nu eens in langzaam dan weer in snel tempo maar wat er ook gebeure hij moet blijven staan, eenzaam op zijn houten eilandje in de oceaan van het verkeer; eenzaam als de lichtschipbe waker voor de zeemonden. Velerlei men schen passeeren hem, hij ziet ze allen en ziet er geen, ze gaan hem voorbij als het rivierwater 'n brughoofd, een enkel oogen- blik wachten ze op hem, vormen dan weer een nieuwe rij en stroomen verder en verder. HAAGSCHE RECHTBANK. In hooger beroep stond terecht F. C. K„ uit Stompwljk, die door den Kantonrech ter te Den Haag was veroordeeld tot f. 10 boete wegens overtreding der visscherij- wet. De officier vroeg bevestiging van het vonnis. Uitspraak 19 April. Vervolgens stond terecht W. v. R., kaas handelaar uit Leiden, die bij vonnis van den Kantonrechter te Den Haag, was ver oordeeld tot f. 30 sub. 10 dagen hechtenis en 4 dagen principieele hechtenis wegens overtreding der warenwet. Bij verdachte was kaas aangetroffen welke verschijn selen vertoonde van bederf. De officier vroeg vernietiging van het vonnis, alleen wat de principieele straf betrof. Spr. verzoekt dat alleen de geld boete zou gehandhaafd blijven. Vonnis 19 April. HAAGSCHE POLITIERECHTER. De officier van Justitie eischte tegen C. S. de J. uit Lisse wegens oplichting een geldboete van f. 40 sub. 20 dagen hech tenis. Overeenkomstig den eisch werd verd. veroordeeld. In de verdachtenbank nam plaats de 24-jarige M. J. P. uit Voorburg. Verdach te was bij dagvaarding ten laste gelegd mishandeling van zijn aanstaanden schoonvader den heer J. uit Voorschoten. Verdachte kon zich er niets van herin neren. daar hij onder den invloed van sterken drank verkeerde. De officier eischte een geldboete van f. 40 subs. 40 dagen hechtenis. Overeen komstig den eisch veroordeelde de Politie rechter verdachte. Voortgezet werd de zaak tegen den 18 jarigen C. Sch. den B. uit Lisse, die op 1 Dec. j.l. terecht heeft gestaan wegens diefstal van een taschje van een dame die op den Gooweg te Noordwijk liep te wandelen. Verdachte beweerde dit gedaan te heb ben op aandrang van een vriend van hem GEBOREN: Wilhelmus, Z, van M. Overdijk en E. van Steenbergen Johanna Hendrika, D. van N. v. Es en J. H. v. Berkesteijn Gerardus Antonius Cornells, Z. van G. A. C. Hoppe- zak en S. G. M. Roeters Jan. Z. van J. G. Schreuders en L. Vonk Theunis Hen- dricus Franciscus, Z. van H. Schokker en A. M. Startman Cornells Paulus, Z. van C. P. v. d. Meeberg en M. J. J. Witte Jacobus Johannes, Z. van H. W. Aarsman en W. A. Dikker Maarten Arie, Z. van M. v. d. Zwan en C. Guijt Cornelia Johanna,, D. van C. H. Klein en C. J. Doove Jozef Johannes Cimibertus, Z. van A. I. Castelein en S. E. Sloots Rosina Helena, D. v. A. Wendt en J. M. Sasburg Jo hanna Maria, D. van A. Wendt en J. M. Sasburg. o OVERLEDEN. J. de Romijn, M. 76 j. G. Boverhof, M. 47 j. B. Broers, M. 58 j. W. de Bruin—Beurze, Vr. 68 j. C. K. Schellin- gerhout—v. d. Hoeve, Vr. 62 j. De officier van Justitie had tegen verd. geëischt op 1 Dec. j.l. 6 maanden gevan genisstraf onvoorwaardelijk. Er was een reclasseeringsrapport inge wonnen. De officier van Justitie wilde nu zijn eisch eenigszins wijzigen en vroeg nu 6 maanden gev.straf waarvan 4 maanden voorwaardelijk met 3 jaar proeftijd en onder bijzondere voorn"»» >'<>en en 2 maan den onvoorwaardelijk. De Politierechter veroordeelde verd. tot 6 maanden gev.straf voorwaardelijk met 3 jaar proeftijd en onder bijzondere voorwaarden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1934 | | pagina 9