Gematigd optimisme over Indië. „DE TWEE WEEZEN' „DE JANTJES' 75ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 7 April 1934 Vijfde Blad No. 22713 11 1 (H Buitenl. Weekoverzicht. MEMORIE VAN ANTWOORD AAN DE EERSTE KAMER UITGAVEN DALEN TOT 300 MILLIOEN. Aan de Memorie van Antwoord aan de Eerste Kamer inzake de begrooting voor Koloniën wordt het volgende ontleend: Gaarne sluit de minister zich aan bij den door verscheidene leden aan den land voogd gebrachten lo£ voor de wijze waar op hij het gezag handhaaft. Inderdaad zijn er eenige aanwijzingen, die een gematigd optimisme ten aanzien van de inkomsten wettigen. De minister zou nochtans niet zoo ver durven gaan om het bereiken van den grondslag van 1. 300 millioen reeds in een nabijzijnd ver schiet te plaatsen. Anders staat het met de terugbrenging van de uitgaven tot dat peil. Te dien aanzien is hij meer hoopvol gestemd. Wanneer de door hem in uit zicht gestelde conversie van alle 5 pet. en 4'/: pet. leeningen een evengroot succes mocht ontmoeten als die van de dollar- leeningen, daarnaast de door de Indische regeering bekend gemaakte plannen tot verdere bezuiniging op den Staatsdienst verwezenlijkt zullen worden en voorts een billijker verdeeling van de vlootkosten tusschen de Indische en de Rijksbegroo- tingen tot stand mocht komen, evenals een gewijzigde regeling van de financie ring der Indische pensioenen overeenkom stig de voorstellen van de daarvoor inge stelde commissie, zal een uitgavencijfer van f. 300 millioen ongeveer zijn bereikt. Voor het verleenen van financieele hulp door het moederland, anders dan in den vorm van financiering van de Indische tekorten en garantie van leeningen, als ook door een redelijk te achten verhoo ging van het aandeel van Nederland in de defensielasten, ziet de minister voor het oogenblik geen aanleiding. Toen hij in de Tweede Kamer een waarschuwend woord deed hooren over het gevolg van de autonomie van Neder- landsch-Indië, dat zijns inziens onvermij delijk verbonden zou zijn aan de overne ming van een deel der Indische schuld door het moederland, had hij daarbij het oog op het feit. dat een dergelijke schen king uiteraard verplichtingen schept, waardoor de aan de Indische organen ge laten bewegingsvrijheid in de behartiging van de inwendige aangelegenheden van het overzeesch gewest weieens in het ge drang zou kunnen komen. Een vergelijking van hetgeen in 1905 geschiedde, toen Ne derland de kolonie te hulp schoot door kwijtschelding van een kasschuld van 40 millioen, gaat ten deze niet geheel op, daar Indië destijds nog geen financieele zelfstandigheid bezat. Ook de minister deelt de conclusie van de commissie-Bruins, dat de invoering van een algemeen stelsel van wederzijdsche preferenties tusschen de beide gebieds- deelen moet worden ontraden. Inderdaad moet bovendien worden gerekend met de omstandigheid, dat Nederlandsch-Indië voor een belangrijk deel naar andere lan den dan naar Nederland exporteert. On getwijfeld kan door middel van contin- genteeringen en daarmede verband hou dende maatregelen zoowel in Nederl.-ïn- dlë als in Nederland een en ander worden gedaan om de handelsbetrekkingen tus schen die gebiedsdeelen te bevorderen. Ten behoeve van Nederlandsch-Indië is dezer dagen een vrij belangrijke concessie van Frankrijk verworven. Speciaal ten be hoeve van de vergrooting van den export van Nederlandsch-Indië zijn thans onder handelingen gaande met Duitschland en zullen dergelijke onderhandelingen bin nenkort ook met Italië en Japan aanvan gen; voorts wordt mede op de Indische belangen gelet bij de loopende onderhan delingen met Tsjecho-Slowakije en bij de aanstaande met Spanje te voeren bespre kingen. De mogelijkheid tot vergrooting van het afzetgebied in Ned.-Indië van de Neder- landsche tuinbouw- en zuivelproducten is naar het oordeel van den minister be perkt. Hij zal echter niet nalaten aan de Indische regeering te verzoeken de maat regelen in overweging te nemen, die door zijn ambtgenoot van economische zaken wenschelijk mochten worden geacht om den afzet van genoemde producten in Ned.-Indië te bevorderen. Met betrekking tot de bij de Indische regeering in overweging zijnde mogelijk heid om achterstallige belasting door mid del van vrijwillige arbeidspraestatie aan te zuiveren, valt de volle nadruk op het woord vrijwillig, zoodat in dit verband een terugkeer van de heerendiensten, zij het in verkapten vorm, niet is te duchten. De op ruimen voet door den fiscus gege- DUITSCHE EN FRANSCHE MOEILIJKHEDEN! Hetgeen wij reeds geruimen tijd geleden als waarschijnlijk profeteerden, begint thans werkelijkheid te worden: trots het concordaat, gesloten tusschen Duitschland en het Vaticaan. staan het Derde Rijk en 't Roomsch-Katholicisme scherper tegen over elkaar dan ooit te voren en bedriegen de voorteekenen niet, dan staan we aan den vooravond van een regelrechten „Kul- turkampf"! Steeds feller treedt men in het Duit- sche rijk op tegen de R.-K. jeugdbewe ging. Het nationaal-socialisme, blijkbaar volkomen overtuigd van de waarheid van het welbekende: „wie de jeugd heeft, heeft de toekomst", wil op het terrein der jeugd- educatie, op welk gebied ook van geen deelen weten, eischt alles alleen voor zich- zelve op. Maar dat het R.-K. daarmede geen genoegen wil nemen en inzake kerkelijke aangelegenheden baas wil blijven, het is volkomen begrijpelijk. Van daar de felle botsing Was men er totdusver in geslaagd dezen strijd, die er feitelijk van den beginne af aan is geweest, te camoufleeren, deze is ven buitengewone ontheffingen op de landrente duiden er reeds op, dat bij de heffing dier belasting niet te scherp wordt opgetreden. Erkentelijk voor de bezorgdheid in het voorloopig verslag tot uitdrukking ge bracht met betrekking tot het vervoer middel, waarvan de minister bij zijn voor genomen reis naar Indië gebruik denkt te maken, is hij intusschen van oordeel, dat de daaraan verbonden gevaren wor den overschat en dat zij in elk geval niet behooren te weerhouden van het maken eener reis, die op andere wijze, met het oog op den daarmee gemoeiden tijd, an ders niet gemaakt zou kunnen worden. Voor een vruchtbare samenspreklng ls het ten zeerste gewenscht, dat deze ge houden wordt ter plaatse, waar ook de raadslieden van den gouverneur-generaal aan het overleg kunnen deelnemen; dit voordeel zou gemist worden bij overkomst van den landvoogd naar Nederland. Dat bij de besprekingen tusschen land voogd en minister rekening zal worden gehouden met de „teere" verhouding tus schen het bewind te 'sGravenhage en dat te Buitenzorg, mag bij twee niet al te onverstandige menschen wel als postulaat worden aanvaard. De vraag, hoe Nieuw-Guinea op doel treffende wijze tot ontwikkeling kan wor den gebracht, heeft de aandacht van de Indische regeering, die ten deze gaarne samenwerkt met op dit gebied werkzame corporaties. nu naar.buiten getreden in volle openlijk heid en zelfs schroomt de hoogste R.-K. prelaat, de Paus in eigen persoon, niet langer om uiting te geven aan zijn ver ontwaardiging. Tevens verklaarde hij echter, dat Rome niet zal buigen en zijn rechten onaangetast zal handhaven, zijn geestelijke volgelingen schragend en steunend, zooveel als in de macht der curie ligt. Anderzijds denkt het nationaal-socia lisme niet aan opgeven, zooals ook blijkt uit het feit, dat de R.-K. pers geheel over bodig is genoemd in een rechterlijke be slissingDit schijnt de „Gleichschal- tung" der R.-K. pers in te zullen luiden! Dat de strijd zwaar en ernstig zal zijn, ieder, die weet, hoezeer een „Kulturkampf" meestal aanleiding geeft tot de heftigste verbittering en onverzoenlijksten haat, is daarvan overtuigd. Moeilijke tijden gaat het Derde Rijk en ook de R.-K. Kerk in Duitschland tege moet, waartegen de altijd nog voortdu rende strijd in de Duitsche Evangelische Kerk nog gunstig afsteekt. Hitier zelf laat zich ln de kerk-materie niet uit of slechts zeer vaag. Op buiten- landsch terrein laat hij echter niet af zijn geluid te doen hooren en blijft hij propa- geeren de idee van onderhandelingen man tegenover man. Frankrijk is totdusver doof daarvoor gebleven en het laat zich niet aanzien, dat het gauw anders zal worden. Temeer niet, waar Duitschland het ver trouwen, dat het zich in het buitenland langzamerhand had weten te veroveren, opnieuw verloren ziet gaan als gevolg van de tegenstrijdigheid tusschen de ge sproken woorden en de daden, die zijn waar te nemen. Zelfs in Engeland wint de strooming, die Duitschland op het gebied der bewapening niet vertrouwt, terrein, hetgeen de nog hangende Fransch-Engelsche veiligheids besprekingen ten goede komt. Of besprekingen als Hitier bedoelt, ln de gegeven omstandigheden zelfs Europa ten goede zouden komen, is zeer de vraag. Laat ons eens aannemen, dat Doumergue en Hitier samen aan de groene tafel zou den plaats nemen. Gelooft men inderdaad, dat de vele moeilijkheden dan tot een op lossing zouden kunnen worden gebracht, speciaal gelet op de diverse verhoudingen? Wij voor ons meenen momenteel de ver schillen tusschen Frankrijk en Duitsch land nog te groot dan dat een regelrechte bespreking de directe oplossing zou kun nen brengen. En zou dan de mislukking niet al te zeer in het oog springen, met alle gevolgen, daaraan verbonden?Nu kan men nog rekken, in afwachting of de tijd geen wending ten goede kan brengen. Een bespreking van man tot man komt pas dan in aanmerking, wanneer er redelijke kans bestaat op een vergelijk! En, helaas, nog is het niet zoover, nog lang niet Reden tot bezorgdheid in het buitenland tegenover het Derde Rijk is ook de finan cieele toestand in Duitschland, die, zacht gesproken, precair is te noemen. De uit voer blijft bij voortduring inschrompelen; dientengevolge wordt de handelsbalans steeds passieverReeds doen ernstige geruchten de ronde over een nieuwe in flatie, speciaal tegen de buitenlandsche schuldeischers gericht! Maar hoe het zij, de Duitsche financiën worden op zwaren proef gesteld, terwijl de regeering inzake werkloosheidbestrijding etc. groote be loften heeft te volbrengen, die groote sommen eischen. Een schrale troost voor het Hitler- Duitschland is slechts, dat Frankrijk in wendig eveneens voor de grootste moeilijk heden staat. Het Stavisky-schandaal is nog nimmer tot een oplossing gebracht en dat verontrust de publieke opinie danig. Men voelt maar al te zeer. dat groote machten achter dit schandaal moeten zitten, waardoor toch slechts te verklaren is, dat de moeizaamste pogingen der justitie, om klaarheid te scheppen, tot dusver schipbreuk leden. Tot in de hoogste kringen moeten die geheime krachten in vloed oefenenIs het te verbazen, dat het algemeen wantrouwen stijgt, dat nie mand bijkans meer weet. wie wel en wie niet te vertrouwen is? Het ondergraaft het gansche Fransche politieke leven. Voor Frankrijk is het te wenschen, dat er spoedig de zoozeer begeerde opheldering kome in deze meer dan onverkwikkelijke geschiedenis, die het Panama-schandaal naar de kroon gaat steken. Hoe groot het wantrouwen is, blijkt wel uit de aanhoudende geruchten over be wapening van politieke partijen.... En alsof dit nog niet genoeg zorg is voor de regeering-Doumergue, dreigen de noodzakelijke bezuinigings-maatregelen eveneens met nog niet te schatten moei lijkheden. Bezuinigen is op zichzelf al een ondankbaaar werk, daar tal van „heilige huisjes" dan niet onaangetast kunnen blijven. Een der voornaamste van die huisjes is ongetwijfeld het loon der staats ambtenaren en daaraan wordt nu ook ge knabbeld. Van 510 pCt. zullen de loonen van deze categorie een offer moeten bren gen aan het vaderland Scherp is het verzet daartegen uit de kringen der betrokkenen, hoewel zij wei nig sympathie vinden onder de burgerij. Misschien kan deze laatste factor bij han dig manoeuvreeren der regeering nog veel onheil afwenden en zal daarom van ern stige stakingen, die den staat zwaar zou den schokken, worden afgezien. Geheel zonder demonstraties zal het echter wel niet afloopen. Steunt, bij gelijken prijs en kwaliteit, De Nederlandsche Industrie. Hiermede dient gij Uw land En bestrijdt gij de werkloosheid. MET DE FILMCAMERA IN HET JOEGOSLAVISCHE DIERENPARADIJS. Wanneer wij in den winter van elk jaar op zoek naar een nieuw land voor onze jaarlijksche cultuurfilm-expedities zijn, zoo vertelt dr. Ullrich Schulz .leider der Joegoslavië-expeditie der Ufa dan is voor ons altijd een van de belangrijkste vragen: Is daar gelegenheid een reeks in teressante dierenfilms te vervaardigen! Het wordt namelijk dat moeten wij be kennen steeds moeilijker nog gebieden in Europa te ontdekken, die in 'n nieuwe omgeving ons de mogelijkheid tot een camera-jacht op zeldzame dieren bieden. Met niet al te veel hoop ondernam ik in Februari van het vorige jaar een tocht, die verscheidene weken duurde, door Joe goslavië. Wij waren gewend, dat op den Balkan in het algemeen, in weerwil van de daar geldende jachtwetten, elk dier vogelvrij ls, en dat iedere boer en visscher kan schieten en visschen, wanneer hij maar wil. Uit de zoölogische- en jachtlite- ratuur was mij bekend, dat in bepaalde gebieden der Donau-monarchle zoowel voor gemzen als ook voor zeldzame ver tegenwoordigers der vogelwereld ware pa radijzen aanwezig zijn. Helaas is het ook waar, dat al te schietlustige hertogen met hun jachtgasten het aantal dieren tot een minimum verminderd hadden. Hoe zag het er nu in het land der Ser- ven, Kroaten en Slovenen uit? Ik moet eerlijk bekennen, dat wij in elk opzicht aangenaam verrast waren. In de aller eerste plaats is dit aan koning Alexander van Joegoslavië te danken, die de belang rijkste dierenparadijzen tot koninklijke jachtgebieden liet verklaren en dank zij zijn bekwame hofjachtdirectie in Belgrado, gebieden die aan gevaren blootgesteld zijn, als heiligdommen laat beschermen. Aan de buitengewone vriendelijkheid van >,,De Twee Weezen": wie kent dat drama niet? Het is verfilmd door Mecrtce Tour- neur met niet minder dan üa beroemde Yvette Guilbert in de rol van vrouw Frochard. De twee weezen zijn Kosine Deréan (Louise) en Renée Saint Cyr (Henriëtte), die men hierboven vereenigd ziet. Velen zullen ongetwijfeld deze week hun hart willen ophalen aan de roman tiek van dit drama, dat op het tooneel steeds zoo'n groot succes behaalde. dezen monarch voor ons, was het ook te danken, dat wij zonder groote moeilijk heden toestemming kregen in de mooiste koninklijke jachtgebieden met onze film camera te jagen. We waren met z'n zessen en daar wij voor 't eerst een geluids apparaat bij ons hadden, bestond onze bagage uit niet minder dan 58 kisten, totaal 3800 K.G. wegende. Allereerst gingen we naar het vogel- gebied van Obedska Bara, het koninklijk jachtgebied aan de Save, ongeveer 100 K.M. ten Zuid-Westen van Belgrado, waar sinds jaren op bevel van hoogerhand geen schot meer is gevallen. Ons opname-gebied ontpopte zich als een ongeveer 15 K.M. lang en 500 M. breed moerasgebied, dat door zijn lossenbodem en een schier on doordringbaar, vele meters hoog struik gewas het naderen van de nesten onmo gelijk maakte. Vanaf het land was geen blik in de vogelkolonie te werpen, daar dit gebied van Joegoslavië een eenig uitge strekte vlakte vormt. Door de tegemoet komende houding van het ministerie van oorlog konden wij vanuit het naburige militaire vliegterrein Zemun een vlucht ondernemen, waarbij mijn cameraman Kurt Stanke goed gelukte luchtopnamen van Belgrado, van de Save en van het vogelparadijs kon maken. Nadat wij zoo uit de lucht hadden gezien, hoe wij het beste bij de hoofdkolonie konden komen, was het zaak allereerst over een afstand van verscheidene honderden meters met zaag en bijl onder water de hooge plan ten af te snijden, om een smalle vaargeul tot aan de nesten te verkrijgen. Om de tele-camera met de beide operateurs Mahla en Suchner en den geluidsmixer Braun met zijn zes zware geluidskoffers zoo dicht mogelijk bij onze dierlijke „ster ren" te kunnen brengen, werd een ponton bestaande uit verscheidene booten met twee verdiepingen gemaakt. In de boven ste namen de cameramannen plaats, ter wijl het „geluid" zich met de beletage tevreden moest stellen. Beide waren na tuurlijk met riet bedekt, om de filmmen- schen aan het oog der vogels te onttrek ken. Om drie uur 's morgens werd het licht, we moesten dus weken achtereen om twee uur opstaan, opdat wij allen vóór het ontwaken der vogelwereld in de opname ponton waren. Het werd pas om na achten 's avonds donker. Om de broe dende vo£els niet voor altijd te verjagen, mochten wij tot 9 uur wachten en eerst dan zoo zachtjes mogelijk in de vaargeul naar onze hut terugvaren. Dat wij ons in de uren na het beëindigen van de op namen niet verveelden, daarvoor zorgden de steeklustige malaria-muggen, die dag op dag met een luid gezoem op ons aan vielen. Nadat wij zoo verscheidene weken hadden doorgebracht, hadden de opera teurs Mahla en Suchner een eenige serie natuuropnamen in beeld en geluld van het leven van een der mooiste en wel schuwste vogels der kolonie, van de lepelgans en andere gevederde moerasbewoners. Met den buit voor een nieuwe vogelfilm kon den wij tevreden zijn. Nog ontbraken echter de opnamen van gemzen en steen bokken, waaraan de Ufa-directie te Ber lijn zoo'n waarde hechtte. Wie ooit toch ten in het gebergte heeft ondernomen, zal weten, dat gemzen en steenbokken, deze klimkunstenaars. het schuwste wild zijn, dat Europa bezit. Interessante vogelopna men bij het nest zijn al moeilijk, de vogel is echter toch tenminste door zijn eieren of jongen in het nest aan een bepaalde plaats gebonden. Zelfs wanneer door een onvoorzichtigheid der filmmenschen de vogel het camerawerk bemerkt, kan men hem door bijzondere voorzichtigheid in yele gevallen weer terug lokken, daar de De verfilming van „De Jantjes", het be kende volksstuk van Herman Bouber, heeft reeds in vele plaatsen van ons land de aandaoht getrokken: nu is ook onze stad aan de beurt. Na het overwinnen van tal van moeilijkheden is de verfilming van deze eerste groote amusementsfilm tot stand gekomen: men zal benieuwd zijn naar het resultaat. De drie Amsterdamsche jongens Dries, Manus en Toon zijn goede vrienden ge worden van de velen, die dit stuk van het tooneel kennen: Willy Castello, Johan Kaart Jr. en Jan van Ees hrengen deBe figuren op het filmdoek. Nog meer be kende namen treffen wij hier aan: Fientje de la Mar is Jans, Marie van Westerhoven vertolkt de rol van Moeder Betje, Susie Klein zien wij als Blonde Greet, Joan Remmelts is Leendert. Dan zijn er nog „Na Druppel" (Henriëtte Davids) en „De Mop" (Sylvain Poons)bijnamen, die eveneens een vertrouwden klank hebben. Hierboven het welkom te Amsterdam van de Jantjes in de versierde kroeg van Tante Piet. liefde voor de jongen bijzonder sterk ont wikkeld is. Ook het wild heeft bepaalde plaatsen, die bij het beklimmen 's morgens en bij het afdalen der bergen 's avonds altijd gepasseerd worden. Overkomt den cameraman echter het ongeluk door de dieren bemerkt te worden, dan is het in dit gebied voor altijd uit. Gemzen en steenbokken zijn immers niet, zooals de vogel aan een bepaalde plaats gebonden, ze „verhuizen" eenvoudig. Daarom is het geen de cameramannen Mahla en Suchner in de Karawanken in Slovenië en in het koninklijke jachtgebied der Diva Grabo- vica in Herzegowina op de filmjacht op gemzen en steenbokken hebben bereikt, niet genoeg te waardeeren. Niet alleen de jager en dierenvriend, doch ook de bios coop-bezoekers der geheele wereld zullen plezier hebben van deze eenige opnamen. Slechts weinigen zullen weliswaar ver moeden, welke ontberingen en gevaren moesten worden getrotseerd, om den bios coopbezoeker gedurende tien minuten het Alpenwild in de vrije natuur voor oogen te brengen, zooals zelfs de jager het slechts zelden ziet. SNELLE REPORTAGE. De grootste gebeurtenis in de Austra lische krantenwereld, die alle reportage records sloeg, was wel, het op het witte doek brengen van de „Melburne Cup- rennen". Het negatief werd van Melburne naar Sidney gevlogen door Sir Charles Kingsford Smith, werd ontwikkeld en binnen de zes uur. nadat de rennen ge houden werden draaide het Fox-Nieuws reeds in alle groote theaters in Sydney. Per luchtpost werden de afdrukken naar Brisbane gezonden en den volgenden middag draaiden zeventig theaters in Nieuw Zuid-Wales dit speciale Australi sch Fox Movietone Nieuws van de Mel bourne Cup. Een succes zonder weerga. Kingsford Smith was voor dit doel speciaal geëngageerd door Fox Movietone Nieuws en vloog den afstand Melbourne Sydney, vijfhonderdnegentig mijl in drie uur en vijf en veertig minuten in zijn toestel „Miss Southern Cross", waar mede hij zijn record vestigde van Enge land naar Australië. 0

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1934 | | pagina 17