Opwinding in 't Onnes-proces TOM DE NEGERJONGEN LEIDSCH DAGBLAD Derde Blad Woensdag 4 April 1934 Het verhoor van rechercheur Van Cooten GEMENGD NIEUWS. en 1 ile Men komt geen stap verder. (Vervolg van gisteren). Te ruim twee uur wordt de openbare zit ting hervat en wordt het verhoor van ge tuige van Cooten voortgezet. Getuige deelt mede. dat op 29 April bericht binnenkwam, dat Koning had gepoogd, in den Haag een platina collier te beleenen. De Utrechtsche recherche is naar Den Haae gegaan en heeft daar Koning aangehouden. Op het bureau in den Haag werd hij gefouilleerd door getuige van Cooten. Deze vond toen den blanco wissel van Onnes. Van Cooten had den wissel niet teruggegeven, toen Koning even later vertrok. Van Cooten heeft den burgemeester van Breukelen op gebeld en deze is meegegaan naar het huis van Johanknegt. Het bleek toen. dat Johaaknegt al een deel van het goed te recht had gebracht. Getuige: Ik heb den heer Onnes en van der Dussen verweten, dat ze ons niet op de hoogte hebben gehouden van de onderhan delingen over het terug bezorgen van de gestolen voorwerpen. Onnes antwoordde toen: „Dat is nogal natuurlijk, de verzeke ring heeft me gezegd, als je de politie van de onderhandelingen op de hoogte stelt, toemoeielijk je het werk van de verzekering en loop je kans, dat er geen cent wordt uitbetaald. Dan ondervragen officier en president getuige over het verhoor, dat hij zou heb ben opgemaakt over Johanknegt. Getuige ontkent met klem, dat de verklaringen van Johanknegt of van der Dussen gedeeltelijk gefantaseerd zijn. Officier: Hebt U alles van Johanknegt opgenomen? Getuige: Natuurlijk, 't heele relaas. Als je met Johanknegt begint, ben je nog niet direct klaar en als de heeren Johanknegt kennen, zullen ze zeggen: het is een won der, dat hij dat verhoor in anderhalven dag voor elkaar bracht. Mr. de Gaay Fortman: Was het niet zoo, dat mejuffrouw Nögerath de verklaringen typte en Johanknegt dicteerde. Dien indruk heb ik gekregen. Getuige: Dat kan ik niet helpen, maar ik dicteerde en juffrouw Nögerath typte. President: Maar er is een verbaal van het verhoor van den detective, dat voor een deel is geschreven en voor een deel getypt. Dat is ook geteekend. Dat maakt toch een zeer vreemden indruk. Getuige kan hiervan geen bevredigende verklaring geven. Bij het voortgezette getuigenverhoor wijst Van Cooten er nog eens met nadruk op, dat hij wel den indruk had, dat Johan knegt fantaseerde, doch daarvoor kon hij geen verantwoordelijkheid op zich nemen. Wel had hij den officier van justitie ge waarschuwd. De verhooren van Johanknegt c.s. heeft v. Cooten eerst gefotografeerd en toen heeft hij de origineelen aan den rechter-commissaris gegeven. Officier: Er is toch b.v. van het verhoor van Reyenga nog een aanvulling gemaakt? Dit aanvullend verhoor is niet door getuige afgenomen maar de verklaring is schrifte lijk afgegeven! Officier: U nam dus een verhoor af. en nam genoegen met een schriftelijke ver klaring die werd overgelegd. Is dat wel meer door u gedaan bij het onderzoek in een of andere zaak? Getuige: Ja dat gebeurt wel meer. President: Maar dat kunt u toch geen verhoor noemen? Mr. Muller Massis: Het komt toch wel voor. dat er door iemand In een ingewik kelde zaak een schriftuur wordt overgelegd, waarin hij vertelt, wat hij van de zaak weet! President: Dat kunt u geen verhoor noemen. Getuige Van Cooten geeft nu toe, dat Johanknegt zijn verklaring heeft gedic teerd. Maar eerst is hij door den recher cheur gehoord. Datgene wat later door den detective werd gedicteerd, was het resul taat van het verhoor. Mr. Muller Massis: U vertrouwde Johan knegt toch nogal? Getuige: Och. meneer, iaten we daar maar over zwijgen. Ook juffrouw Nögerath heeft haar tegen verklaring op schrift gesteld, daarbij ge assisteerd door Johanknegt! Maar. voegt Van Cooten er bij. éérst heb ik haar gehoord. Verdachte Onnes: Hoe zit dat. Is dat verhoor van die juffrouw Nögerath in stuk ken en brokken gegaan, of was dat één geheel? Getuige: 't Was een doorloopend verhoor maar het werd wel eens onderbroken. President: Juffrouw N. verklaart heel wat anders; zij zegt. dat er een heel ge- noegelijke stemming heerschte en dat in overleg de processen-verbaal zijn gemaakt. Getuige: Juffrouw N. heeft haar verkla ring zelf getypt. Pres.: 't Is een heel andere stijl, het is kennelijk van u. Weet u wel, dat Juffrouw Nöggerath zegt, dat u niets hebt ge vraagd? Getuige (plechtig)Ik ontken dat perti nent. Pres.: Er komt een persoonsbeschrijving van een man In voor, die onderhandelin gen met Johanknegt zou hebben gevoerd. Die persoonsbeschrijving is toch door u gefantaseerd? Getuige: Absoluut niet. Johanknegt en juffrouw Nöggerath hebben dat verteld. Pres.: Maar er zijn toch grapjes over ge maakt. Hij moest immers een zwarte snor en sproeten hebben? Getuige: Daar weet ik niets van. Ik weet alleen, dat Johanknegt den naam van dien man onder geen beding wilde noemen. Pres.: Is er bij 't opmaken van die ver balen geen cognacje gedronken? Getuige (met overtuiging): Ik drink nooit sterken drankgeen druppel! Officier: En de sherry dan? Getuige windt zich op en roept uit Johanknegt heeft maar één waar woord gezegd, toen hij beweerde: ..de Utrechtsche rechercheurs zijn keurige menschen". .Niets heb ik in deze zaak gedronken", aldus getuige, „geen champagne en oesters zijn over mijn lippen gekomen." De officier komt weer terug op de ver klaringen van Reyenga (ex-assistent van Johanknegt). Getuige verklaart, dat hij wel meer verklaringen op schrift kreeg, in welke zaken weet hij niet meer. „Ik had de overtuiging, dat de verkla ringen van die drie menschen, Johanknegt juffrouw Nöggerath en Reyenga valsch waren, maar we konden ze niet betrap pen, maar als u alles wist, dan zou u de verklaringen nog een succes noemen." Pres. (verwonderd): Een succes? Getuige: Ja, die verklaringen hoopten we later te kunnen gebruiken. We zijn ook naar den officier mr. Fablus te Utrecht gegaan en hebben toen gezegd: „Watzegt u van zoo'n verklaring. Over alles en nog wat, maar over de daders lauw!" Mr. Muller Massis komt weer terug op de houding van den officier te Utrecht. De getuige had graag gewild, dat de officier Johanknegt zelf eens hoorde. Van Cooten had de moeilijkheden met Johan knegt den officier voorgelegd, later had hij van dezen superieur geen aanmerkin gen meer gekregen, in verband met deze zaak. President: Maar de goederen waren u toch al vertoond vóór we ze in beslag namen? Getuige: Dat is een pertinente leugen. President: Ja. u hebt er belang bij om dat te verzwijgen, 't waren gesignaleerde goederen! Getuige: Niet ik. maar Johanknegt heeft daar belang bij! De president leest dan een verklaring van Juffrouw Nöggerath voor. Getuige: En toch ontken ik dat. Officier: Ik vraag er acte van. Getuige: t Was toch Johanknegt belang 't zoo voor te stellen, hij maakte zich schuldig aan schuldheling. Nu verschuilt hij er zich achter, dat ik een politie man er van af wist. Ik ken hun bedoe ling wel! In den zomer 1932 is er herrie tusschen ons en Johanknegt geweest. Wij wilden onze hulp niet verleenen om hem in de zaak Philips te laten werken. Wij wilden hem in de Nljenrode-zaak door laten wer ken. want dat schoot ons te weinig op. Hij kwam met fantastische verhalen: een gevonden spoor in Zandvoort en een schakel tusschen den moord op 't Rokln en de Nijenrode-zaak. 't Werd ons te fan tastisch en we spoorden hem aan wat op schieten. Hij beloofde 't ons, als we op eerewoord verklaarden het goed niet in beslag te zullen nemen. Officier: Waarom hebt u indertijd geen proces-verbaal opgemaakt van 't in beslag nemen van den wissel, toen Koning door u werd gefouilleerd? Waarom hebt u er mr. Fabius niet over gesproken? Getuige: 't Kon wel een waardeloos pa piertje zijn geweest. Officier (boos) tot getuige: U hebt voor den rechter-commissaris verklaard, dat meneer Onnes zoo boos was. omdat Johan knegt steeds bij Onnes aandrong op ze kerheid Inzake de herkenning van de foto van het flaconnetje. Getuige komt op zijn aanvankelijke ver klaring terug, hij handhaaft onder eenige reserves zijn verklaring bij den rechter commissaris. Getuige houdt met klem vol, dat het flaconnetje zelf niet vertrouwd Is door Johanknegt, wel wilde deze dit later suggereeren. Mr. Kappeyne: Is het mogelijk, dat beide heeren een oogenblik apart zijn ge weest en dat Johanknegt toen iets kan hebben getoond? Getuige: Neen er is in geen geval iets anders vertoond dan een foto. Getuige vertelt dan. dat Johanknegt bij dat onderhoud in Louis Seize geen oogen blik stil zat, hij liep naar de hal, ging telefoneeren. draalde op z-n stoel heen en weerkortom je kon er geen hoogte van krijgen Officier: En met zoo iemand zet u uw onderzoek voort, u stelt hem nu als een halven idioot voor. Getuige: Heelemaal niet. Officier: U hebt vier verschillende ver klaringen over dit punt afgelegd: o.a. hebt u gezegd bij den rechter-commissaris dat ze zich een oogenblik hebben afgezonderd. Hoe zit het nu eigenlijk? U staat onder eede. Getuige: Ze hebben zich niet afgezon derd om Johanknegt gelegenheid te geven het flaconnetje te toonen. Mr. Kappeyne: Bij den rechter-com missaris heeft getuige gezegd, dat ze zich even hebben afgezonderd, maar niet lang genoeg om serieus iets te toonen. Het verhoor, dat reeds den heelen dag duurt, is nu genaderd tot het terugvin den van de tweede partij goederen. Hier aan vooraf gaat een telefoongesprek tus schen Johanknegt en Van Cooten. Johanknegt had op 24 December 1932 opgebeld over den brand bij v. d. Lee in de Lange Nieuwstraat (we hebben v. d. Lee's verklaringen gehoord in een vorige zitting; diens pakhuis, waarin verschil lende verzekerde inboedels waren opge borgen brandde af. Ook een hoeveelheid verzekerde kostbaarheden van Koning ging verloren). Johanknegt vertelde in dat telefoonge sprek, dat hij iemand wist, die wel een „paar jaartjes op wilde knappen" en zeg gen dat hij in opdracht van „Kaatje", zoo noemde hij Koning, brand had ge sticht in het pakhuis. Rechercheur Van Cooten had naar aan leiding van Johanknegts verhaal een on derzoek ingesteld. De beide rechercheurs kregen later een dringende uitnoodiglng van Johanknegt in diens woning te ko men, daar hij een „groote ontdekking" in zake de brandstichting in Utrecht had gedaan. Johanknegt toonde, onder veel geheimzinnigheid, eenige draden gepre pareerd katoen, die zeer vlug opbrand den. Hij zou dat ..brandstichtersgaren" hebben gekregen van „de schakel" tus schen hem en Koning. Wie die schakel was getuige wist toen nog niet, dat dat Witbraad was wilde de detective niet zeggen. Wel had hij gezegd „als jullie boft, dan komt de schakel zoo direct nog wel binnenwandelen. Maar de schakel liet zich wachten. Vervolgens vertelt getuige, dat hij pas te weten kwam wie de scha kel was, toen hij een foto van Koning en Witbraad in 't Leven zag. En dan dacht ik nog, wat verknoei ik ermee en wat win ik er mee als ik Koning aanpak. Ik geeft toe. dat er in dit ge deelte van de zaak niet geheel Juist door mij is gehandeld, maar u weet,' dat er door politie en Justitie nog heel andere dingen worden getolereerd, als 't om na sporing van strafbare feiten gaat. President: Hoe was de verhouding Jo hanknegtOnnes? Getuige: Hij vond hem niet sympathiek 't was geen koek en ei. Meneer Onnes vond dat de politie mans genoeg was om de zaak op te lossen, maar hij heeft Jo hanknegt nooit iets In den weg gelegd bij zijn onderzoek. President: Ja, maar Johanknegt had dan ook opdracht van de verzekering? Get. Van Cooten meent, dat de verhou ding JohanknegtOnnes er niet beter op was geworden nadat de detective Onnes en diens vrouw zoo lang had laten wach ten in Louls-Selze. Officier: De woordenwisseling daar is tamelijk heftig geweest. Ging dat over 't laten zien van de foto? Getuige: Neen, alléén over dat wach ten; meneer Onnes vond Louis XVI geen passende omgeving voor zijn vrouw. Verdachte Onnes: Dat laten zien vau die foto was niet zoo buitengewoon ur gent, 't had desnoods den volgenden mor gen kunnen gebeuren. Ik werd uit 't Rembrandttheater weggeroepen en moest ruim een uur wachten. Ik dacht dat het buitengewoon belangrijk was en toen werd me niets getoond dan een foto. De president stelt de vraag of bij dit bezoek niet ter sprake is gekomen hoe de buit moest worden gevonden. Dit is volgens getuige nooit besproken. De president stelt hier tegenover, noe de detective en zijn secretaresse dit onaf hankelijk van elkaar hebben verklaard. Getuige kan zich nauwelijks meer beheer- schen, hij zegt ongeveer 't volgende: Op 3 Juni moest ik om 10 uur bij den rech ter-commissaris komen. Om half drie za ten Bleyenburg en ik nog met een rijks veldwachter in de wachtkamer. Wij wis ten, dat Johanknegt in verhoor was. De deur gaat open wij zien Johanknegt door juffrouw Nögerath ongeveer om helsd; hij was zoogenaamd flauw geval len; ze zijn vandaar naar de waterleiding gegaan. Tegenover den veldwachter gaat getuige voort heb ik mijn ver wondering uitgesproken, dat deze getui gen met elkaar contact hadden. „Och man, zwijg daarover, dat gebeurt zoo dik wijls", zou de veldwachter volgens getui ge gezegd hebben. Getuige verwijst dan naar een andere zaak. waarbij Johan knegt ook eens is flauw gevallen, hij wil daarmee aantoonen. dat de detective en zijn secretaresse wel contact hebben gehad. Verdedigers en verdachte gaan op dit punt in: zij vragen hiervan acte en een hevige discussie volgt met den Officier, die zich zeer verontwaardigd over den getuige toont. Hij vraagt naar den naam van den veldwachter. Getuige zegt. dat men wel kan nagaan, welke veldwachter dienst heeft gedaan. Officier: Ik zal de juistheid van Uw verklaring nagaan. Een heftig incident ontstaat, als de Offi cier precies wil weten hoe dat bij den rechter-commissaris is gegaan. Hij wenscht nauwkeurig te weten, uit welke kamer die. en uit welke kamer die persoon kwam. Hij gaat ervan uit, dat ge tuige nauwkeurig het interieur van het gebouw kent. De officier windt zich meer en meer op, hij wil bijzonderheden. Rechter mr. De Gaay Fortman blijkt zichtbaar over dit optreden geërgerd; hij richt zich eerst tot den president, die niet reageert. Verontwaardigd wendt hij zich dan direct tot den officier, om zijn afkeu ring over deze ondervraging te kennen te geven. Het gaat heftig en opgewonden toe. De getuige schreeuwt als de officier eenige bedenkingen tegen zijn verklaring laat hooren en slaat met de vuist op het getul- genhekje: „Ik Iaat me door u niet in een hoek drukken meneer de officier!" Het tooneel wordt nog verwarder, als de president een opmerking tot getuige President: „De waarheid ligt in ieder geval niet dik op hetgeen u zegt." De verdedigers contra den president. Getuige is meer dan woedend. De ver dedigers protesteeren tegen de woorden van den president. Mr. Muller Massis: „President, u zegt dingen tegen den getuige op grond van mededeelingen van op zijn minst genomen zonderlinge individuen als Johanknegt. President: Denkt u dat het een lolletje is den heelen dag zoo'n verhoor te leiden? Getuige (opgewonden)Zet me in arrest en vraag het den autoriteiten. Ik heb nog dienzelfden dag mijn superieuren in Utrecht van het voorgevallene bij den rechter-commissaris te Amsterdam in ken nis gesteld. Het tooneel is een en al opgewondenheid en verwarring. De president sluit deze opgewonden zit ting tot Donderdagochtend a.s. Rechter mr. De Gaay Fortman verdwijnt haastig in de raadkamer, vóór het einde der zitting reeds tot ieder is doorgedrongen. Getuige Van Cooten wordt morgen ver der gehoord. AUTO IN DE LEIDSCHE VAART GEREDEN. De vier inzittenden gered. Gisteravond omstreeks zes uur moest de 48-jarige J. van Servellen uit Aerdenhout, die op den Leidschevaartweg te Haarlem met zijn auto reed, plotseling uitwijken voor een tot nu toe onbekend gebleven motorrijder, die voor hem reed en die zonder eenig teeken te geven, van rich ting veranderde en omdraaide. Door dit plotselinge uitwijken werd een uit tegen overgestelde richting komende wielrijder de 17-jarige R„ door de auto gegrepen. De bestuurder raakte nu de macht over het stuur kwijt, sloeg over den kop en kwam in de Leidschevaart terecht. Omstanders sprongen onmiddellijk te water en slaag den er in de 4 inzittenden van den wagen behalve de heer v. S. waren ook nog diens vrouw, zoon en dochter in de auto gezeten te redden, door het stuk slaan van de ruiten. Zij kwamen allen met den schrik vrij en konden per taxi naar huis gaan. De wielrijder had ernstige verwon dingen aan hoofd en beenen opgeloopen en werd na eerst door den Ongevallen- dienst verbonden te zijn, naar het St. Ellsabethsgasthuis vervoerd. De politie stelt een onderzoek in. AAN DE GEVOLGEN OVERLEDEN. Een der slachtoffers van het auto ongeluk te Woerden, de heer A. P., is in het R.-K. Ziekenhuis aldaar overleden, zonder tot bewustzijn te zijn teruggekeerd. BRANDEN. Gistermiddag omstreeks drie uur ont dekte men dat er een brand woedde op een heideveld van de uitgestrekte bosch- en heideterreinen, liggende tusschen Haaksbergen en de Rekkensche Inrichting bij Eibergen. behoorende aan den heer G. J. van Heek uit Enschede. Hoewel men aanvankelijk meende, dat de brand niet zoo ernstig was en men direct begon met het aanleggen van tegenvuren, bleek het dat deze moeilijk te stuiten was en aan gewakkerd door den Oostenwind zich meer en meer uitbreidde. Boschwachters, boeren en een aantal werkloozen deden al het mogelijke om het vuur te stuiten en legden tegenvuren aan. Omstreeks negen uur kon men zeggen dat het vuur bedwongen was. Naar schatting is onge veer een oppervlakte van 100 H.A. bosch en heide een prooi der vlammen geworden. Gistermiddag is te Zaandijk brand ontstaan in een huis, bewoond door de wed. Krook, aan de Goeman Borgesius- straat, door het ontploffen van gassen in een kachel. De bewoonster, die op het moment dat de brarid uitbrak, zich op de zolderver dieping bevond, had niets bemerkt, Een bakker, die juist aankwam, waar schuwde mevr. K„ zoodat zij zich nog tijdig in veiligheid kon brengen. De brandweer, die spoedig ter plaatse verscheen, kon niet verhinderen, dat het geheele pand uitbrandde. De inboedel ging in de vlammen ver loren. In het villapark „Voordaan" te Utrecht, ls tegen midddernacht brand uitgebroken in de villa welke bewoond werd door de familie Rademaker. De bewoners waren den geheelen dag afwezig geweest en juist toen zij thuiskwamen zagen zij tot hun schrik dat de vlammen reeds uit het dak sloegen. De brandweer die spoedig ter plaatse was bestreed met drie stralen het vuur en was den brand snel meester. De villa brandde echter geheel uit. Niets kon worden gered. Huis en inboedel waren verzekerd. Te Lutterade is brand ontstaan in een schuur aan de Daalstraat, waardoor de perceelen van Kusters, Hennekens. Wan- ters en Roehops uitbrandde. NOG JUIST GERED. Gisterochtend vroeg is een personenauto met vier jongelui uit Dokkum, twee jon gens en twee meisjes, bij Quatre Bras onder Hardegarijn in een sloot gereden. De auto sloeg over den kop en bleef liggen met de wielen naar boven. Op het hulp geroep van de inzittenden verlieten eenige omwonenden ijlings hun bed en spoedden zich in nachtgewaad naar de plaats des onheils. Door het inslaan van de ruiten kon men de vier menschen uit hun nete lige positie bevrijden. Een van hen, de Jongeman W H. was bewusteloos, doch werd bijgebracht. De auto ls gisterochtend met een kraanwagen opgehaald. N.R Crt. 221. Hij moest er nu voortdurend aan denken, dat de mannen niet zien mochten, dat er aan zijn kwast een leeuw vast zat Daarom ging hij op den staart zitten. 222. De leeuw had er echter niets mee op, dat een zijner lichaamsdeelen, en nog wel een waar hij erg trots op was. zoo werd misbruikt. Hij rukte wat hij kon aan zijn staart, en Tom dacht: „Het lijkt wel of ik op een aardbeving zit". Hij probeerde zich recht te houden, maar dat ging niet best, en Pijl werd een beetje kriebelig van dien dansenden jongen. MET DEN ARM TUSSCHEN EEN MANGEL Op de fabriek der N.V. Stoomweverij en Chemische WasscheriJ van P. van Spaen- donck en H. Bruijelle aan het Smidspad Tilburg geraakte mevrouw Van Sp„ die bij den machtnalen mangel stond, gisteren met haar linkerarm tusschen dezen man gel bekneld. De arm werd tot aan den elleboog vrijwel verbrijzeld. Zij werd naar het ziekenhuis overgebracht. BUITENLANDSCH GEMENGD. ZEPPELIN-DIENST EUROPA-BRAZILIE. Een decreet van de Braziliaansche regee ring geeft aan de „Zeppelin luchtschip bouwmaatschappij" de bevoegdheid om een geregelden zeppelin-dienst op te rich ten tusschen Europa en Brazilië. Het decreet verleent de maatschappij echter geen monopolie. BLOEDIGE INCIDENTEN IN MEXICO. Tusschen de grensplaatsen Guadeloupe en Montellion in Mexico bestaan reeds sedert geruimen tijd oneenlgheden. welke thans ontaard zijn in bloedige Incidenten. ■De inwoners van Montellion hebben een gewapenden inval gedaan in Guadeloupe j en dit dorp geheel verwoest, terwijl een aanlal inwoners in gijzeling werd medege- j voerd. Twintig inwoners van Guadeloupe werden gedood. De regeering heeft last gegeven de in de bergen gevluchte bewoners van Montellion j te achtervolgen. o1 DE VULKAANUITBARSTING OP IJSLAND. Volgens een bericht van gisteravond uit Reykjavik duurt de uitbarsting van den vulkaan Skeidar Jokul met onverminderde heftigheid voort. De rookzuil die uit den vulkaan opstijgt, heeft een ongekende g hoogte bereikt. De aschregens vallen over geheel Oostland en het Oostelijk gedeelte i van Noordland neer. De ontploffingen zijn 1 over het grootste deel van het eiland te I hooren. Het centrum van de uitbarsting t ligt in het midden van de Votna Jokul ten Noorden van de Skeidar-rivier. NIEUW-CALEDONIE DOOR STORM ZWAAR GETEISTERD. Op het Fransche ministerie van koloniën is bericht ontvangen, dat Nieuw Caledonië op 26 en 27 Maart door een hevigen wervelstorm is geteisterd, waardoor veel schade is aangericht. Talrijke regeer ings- gebouwen en andere huizen zijn verwoest, terwijl ook de plantages zeer geleden heb ben. Een landingsbrug is weggeslagen en 14 lichters zijn gezonken. Acht personen zijn verdronken. FRANSCH MAR INEVLIEG TUIG NEERGESTORT. Bij Villeneuve-Le-Rol is een marine- watervliegtuig in de Seine gestort. De piloot en de mécanicien konden behouden uit de overblijfselen geborgen worden. Contre-admiraal Martin, die ais passagier de vlucht had meegemaakt, vond bij den val den dood. SLECHT WEER IN DE VEREENIGDE STATEN. Uit St. Paul (Minnesota) wordt gemeld, dat de staten Minnesota, Wisconsin en Zuid Dakota door hevige regenvallen zijn geteisterd. Een spoordijk bij Hudson (Wisconsin) werd doorweekt, tengevolge ,j( waarvan een goederentrein ontspoorde. Vl Drie spoorwegbeambten werden gedood j; Te Eau Claire, dat eveneens in Wisconsin n ls gelegen, is een personenauto van een d brug gereden. Twee personen zijn gedood, vs vier gewond. De materieele schade moet zeer groot zijn. ge VS ———OM BRAND IN BADENSCH PLAATSJE. Het plaatsje Gommersdorf in Baden is door een brand geteisterd. Tien schuren en een woonhuis zijn een prooi der vlam men geworden. Fe SNEEUW TE WEENEN. Gisteren heeft te Weenen een sneeuw- ge storm gewoed, nadat het de Paaschdagen ba schitterend weer is geweest. De tempera-av tuur is 15 graden gedaald. gr ge 0 sp BLIKSEM IN PELGRIMSSTOET. Wc In de buurt van Salermo (Italië) heeft be de bliksem een groep pelgrims getroffenwc Twee personen waren op slag dood, twin-P® tig werden gewond. Het zijn allen per-™ sonen die in de buurt wonen. lo Bij Aversa, niet ver van Napels, is een ne autobus, waarin Spaansche pelgrim!m' waren gezeten, in botsing gekomen met SP een auto. De bestuurder van de wagen eoPr' 10 pelgrims werden gewond. oCU ds. MOOI GEBAAR VAN MOESTAPHA lin KEMAL PASJA. sp: Het gemeentebestuur van Instamboelme dat zijn grooten eerbied wilde toonen aanmf den president der republiek, Moestaphawa Kemal Pasja, den stichter van het moder-ha ne Turkije, heeft een crediet goedgekeurd Nic van 15.000 pond, om nabij het ellanddie Prinkipo een villa voor hem te doen bou-dei wen. A. Toen Kemal echter van dit plan hoordezai drong hij er op aan, dat dit niet ten uit- f voer zou worden gebracht en hij verzochlter het gemeentebestuur, de 15.000 pond t«E. verdeelen onder de liefdadigheidsinstel-I»2 lingen der stad. öe vis oaf dai

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1934 | | pagina 10