Opwinding in 't Onnes-proces
TOM DE NEGERJONGEN
LEIDSCH DAGBLAD Derde Blad
Woensdag 4 April 1934
Het verhoor van rechercheur Van Cooten
GEMENGD NIEUWS.
en 1
ile
Men komt geen stap verder.
(Vervolg van gisteren).
Te ruim twee uur wordt de openbare zit
ting hervat en wordt het verhoor van ge
tuige van Cooten voortgezet. Getuige deelt
mede. dat op 29 April bericht binnenkwam,
dat Koning had gepoogd, in den Haag een
platina collier te beleenen. De Utrechtsche
recherche is naar Den Haae gegaan en
heeft daar Koning aangehouden. Op het
bureau in den Haag werd hij gefouilleerd
door getuige van Cooten. Deze vond toen
den blanco wissel van Onnes. Van Cooten
had den wissel niet teruggegeven, toen
Koning even later vertrok. Van Cooten
heeft den burgemeester van Breukelen op
gebeld en deze is meegegaan naar het huis
van Johanknegt. Het bleek toen. dat
Johaaknegt al een deel van het goed te
recht had gebracht.
Getuige: Ik heb den heer Onnes en van
der Dussen verweten, dat ze ons niet op de
hoogte hebben gehouden van de onderhan
delingen over het terug bezorgen van de
gestolen voorwerpen. Onnes antwoordde
toen: „Dat is nogal natuurlijk, de verzeke
ring heeft me gezegd, als je de politie van
de onderhandelingen op de hoogte stelt,
toemoeielijk je het werk van de verzekering
en loop je kans, dat er geen cent wordt
uitbetaald.
Dan ondervragen officier en president
getuige over het verhoor, dat hij zou heb
ben opgemaakt over Johanknegt. Getuige
ontkent met klem, dat de verklaringen van
Johanknegt of van der Dussen gedeeltelijk
gefantaseerd zijn.
Officier: Hebt U alles van Johanknegt
opgenomen?
Getuige: Natuurlijk, 't heele relaas. Als
je met Johanknegt begint, ben je nog niet
direct klaar en als de heeren Johanknegt
kennen, zullen ze zeggen: het is een won
der, dat hij dat verhoor in anderhalven
dag voor elkaar bracht.
Mr. de Gaay Fortman: Was het niet zoo,
dat mejuffrouw Nögerath de verklaringen
typte en Johanknegt dicteerde. Dien indruk
heb ik gekregen.
Getuige: Dat kan ik niet helpen, maar
ik dicteerde en juffrouw Nögerath typte.
President: Maar er is een verbaal van
het verhoor van den detective, dat voor
een deel is geschreven en voor een deel
getypt. Dat is ook geteekend. Dat maakt
toch een zeer vreemden indruk.
Getuige kan hiervan geen bevredigende
verklaring geven.
Bij het voortgezette getuigenverhoor
wijst Van Cooten er nog eens met nadruk
op, dat hij wel den indruk had, dat Johan
knegt fantaseerde, doch daarvoor kon hij
geen verantwoordelijkheid op zich nemen.
Wel had hij den officier van justitie ge
waarschuwd. De verhooren van Johanknegt
c.s. heeft v. Cooten eerst gefotografeerd en
toen heeft hij de origineelen aan den
rechter-commissaris gegeven.
Officier: Er is toch b.v. van het verhoor
van Reyenga nog een aanvulling gemaakt?
Dit aanvullend verhoor is niet door getuige
afgenomen maar de verklaring is schrifte
lijk afgegeven!
Officier: U nam dus een verhoor af. en
nam genoegen met een schriftelijke ver
klaring die werd overgelegd. Is dat wel
meer door u gedaan bij het onderzoek in
een of andere zaak?
Getuige: Ja dat gebeurt wel meer.
President: Maar dat kunt u toch geen
verhoor noemen?
Mr. Muller Massis: Het komt toch wel
voor. dat er door iemand In een ingewik
kelde zaak een schriftuur wordt overgelegd,
waarin hij vertelt, wat hij van de zaak
weet!
President: Dat kunt u geen verhoor
noemen.
Getuige Van Cooten geeft nu toe, dat
Johanknegt zijn verklaring heeft gedic
teerd. Maar eerst is hij door den recher
cheur gehoord. Datgene wat later door den
detective werd gedicteerd, was het resul
taat van het verhoor.
Mr. Muller Massis: U vertrouwde Johan
knegt toch nogal?
Getuige: Och. meneer, iaten we daar
maar over zwijgen.
Ook juffrouw Nögerath heeft haar tegen
verklaring op schrift gesteld, daarbij ge
assisteerd door Johanknegt!
Maar. voegt Van Cooten er bij. éérst heb
ik haar gehoord.
Verdachte Onnes: Hoe zit dat. Is dat
verhoor van die juffrouw Nögerath in stuk
ken en brokken gegaan, of was dat één
geheel?
Getuige: 't Was een doorloopend verhoor
maar het werd wel eens onderbroken.
President: Juffrouw N. verklaart heel
wat anders; zij zegt. dat er een heel ge-
noegelijke stemming heerschte en dat in
overleg de processen-verbaal zijn gemaakt.
Getuige: Juffrouw N. heeft haar verkla
ring zelf getypt.
Pres.: 't Is een heel andere stijl, het is
kennelijk van u. Weet u wel, dat Juffrouw
Nöggerath zegt, dat u niets hebt ge
vraagd?
Getuige (plechtig)Ik ontken dat perti
nent.
Pres.: Er komt een persoonsbeschrijving
van een man In voor, die onderhandelin
gen met Johanknegt zou hebben gevoerd.
Die persoonsbeschrijving is toch door u
gefantaseerd?
Getuige: Absoluut niet. Johanknegt en
juffrouw Nöggerath hebben dat verteld.
Pres.: Maar er zijn toch grapjes over ge
maakt. Hij moest immers een zwarte snor
en sproeten hebben?
Getuige: Daar weet ik niets van. Ik weet
alleen, dat Johanknegt den naam van dien
man onder geen beding wilde noemen.
Pres.: Is er bij 't opmaken van die ver
balen geen cognacje gedronken?
Getuige (met overtuiging): Ik drink
nooit sterken drankgeen druppel!
Officier: En de sherry dan?
Getuige windt zich op en roept uit
Johanknegt heeft maar één waar woord
gezegd, toen hij beweerde: ..de Utrechtsche
rechercheurs zijn keurige menschen".
.Niets heb ik in deze zaak gedronken",
aldus getuige, „geen champagne en oesters
zijn over mijn lippen gekomen."
De officier komt weer terug op de ver
klaringen van Reyenga (ex-assistent van
Johanknegt). Getuige verklaart, dat hij
wel meer verklaringen op schrift kreeg, in
welke zaken weet hij niet meer.
„Ik had de overtuiging, dat de verkla
ringen van die drie menschen, Johanknegt
juffrouw Nöggerath en Reyenga valsch
waren, maar we konden ze niet betrap
pen, maar als u alles wist, dan zou u de
verklaringen nog een succes noemen."
Pres. (verwonderd): Een succes?
Getuige: Ja, die verklaringen hoopten
we later te kunnen gebruiken. We zijn ook
naar den officier mr. Fablus te Utrecht
gegaan en hebben toen gezegd: „Watzegt
u van zoo'n verklaring. Over alles en nog
wat, maar over de daders lauw!"
Mr. Muller Massis komt weer terug op
de houding van den officier te Utrecht.
De getuige had graag gewild, dat de
officier Johanknegt zelf eens hoorde. Van
Cooten had de moeilijkheden met Johan
knegt den officier voorgelegd, later had
hij van dezen superieur geen aanmerkin
gen meer gekregen, in verband met deze
zaak.
President: Maar de goederen waren u
toch al vertoond vóór we ze in beslag
namen?
Getuige: Dat is een pertinente leugen.
President: Ja. u hebt er belang bij om
dat te verzwijgen, 't waren gesignaleerde
goederen!
Getuige: Niet ik. maar Johanknegt heeft
daar belang bij!
De president leest dan een verklaring
van Juffrouw Nöggerath voor.
Getuige: En toch ontken ik dat.
Officier: Ik vraag er acte van.
Getuige: t Was toch Johanknegt belang
't zoo voor te stellen, hij maakte zich
schuldig aan schuldheling. Nu verschuilt
hij er zich achter, dat ik een politie
man er van af wist. Ik ken hun bedoe
ling wel!
In den zomer 1932 is er herrie tusschen
ons en Johanknegt geweest. Wij wilden
onze hulp niet verleenen om hem in de
zaak Philips te laten werken. Wij wilden
hem in de Nljenrode-zaak door laten wer
ken. want dat schoot ons te weinig op.
Hij kwam met fantastische verhalen:
een gevonden spoor in Zandvoort en een
schakel tusschen den moord op 't Rokln
en de Nijenrode-zaak. 't Werd ons te fan
tastisch en we spoorden hem aan wat op
schieten. Hij beloofde 't ons, als we op
eerewoord verklaarden het goed niet in
beslag te zullen nemen.
Officier: Waarom hebt u indertijd geen
proces-verbaal opgemaakt van 't in beslag
nemen van den wissel, toen Koning door
u werd gefouilleerd? Waarom hebt u er
mr. Fabius niet over gesproken?
Getuige: 't Kon wel een waardeloos pa
piertje zijn geweest.
Officier (boos) tot getuige: U hebt voor
den rechter-commissaris verklaard, dat
meneer Onnes zoo boos was. omdat Johan
knegt steeds bij Onnes aandrong op ze
kerheid Inzake de herkenning van de foto
van het flaconnetje.
Getuige komt op zijn aanvankelijke ver
klaring terug, hij handhaaft onder eenige
reserves zijn verklaring bij den rechter
commissaris.
Getuige houdt met klem vol, dat het
flaconnetje zelf niet vertrouwd Is door
Johanknegt, wel wilde deze dit later
suggereeren.
Mr. Kappeyne: Is het mogelijk, dat
beide heeren een oogenblik apart zijn ge
weest en dat Johanknegt toen iets kan
hebben getoond?
Getuige: Neen er is in geen geval iets
anders vertoond dan een foto.
Getuige vertelt dan. dat Johanknegt bij
dat onderhoud in Louis Seize geen oogen
blik stil zat, hij liep naar de hal, ging
telefoneeren. draalde op z-n stoel heen en
weerkortom je kon er geen hoogte
van krijgen
Officier: En met zoo iemand zet u uw
onderzoek voort, u stelt hem nu als een
halven idioot voor.
Getuige: Heelemaal niet.
Officier: U hebt vier verschillende ver
klaringen over dit punt afgelegd: o.a. hebt
u gezegd bij den rechter-commissaris dat
ze zich een oogenblik hebben afgezonderd.
Hoe zit het nu eigenlijk? U staat onder
eede.
Getuige: Ze hebben zich niet afgezon
derd om Johanknegt gelegenheid te geven
het flaconnetje te toonen.
Mr. Kappeyne: Bij den rechter-com
missaris heeft getuige gezegd, dat ze zich
even hebben afgezonderd, maar niet lang
genoeg om serieus iets te toonen.
Het verhoor, dat reeds den heelen dag
duurt, is nu genaderd tot het terugvin
den van de tweede partij goederen. Hier
aan vooraf gaat een telefoongesprek tus
schen Johanknegt en Van Cooten.
Johanknegt had op 24 December 1932
opgebeld over den brand bij v. d. Lee in
de Lange Nieuwstraat (we hebben v. d.
Lee's verklaringen gehoord in een vorige
zitting; diens pakhuis, waarin verschil
lende verzekerde inboedels waren opge
borgen brandde af. Ook een hoeveelheid
verzekerde kostbaarheden van Koning
ging verloren).
Johanknegt vertelde in dat telefoonge
sprek, dat hij iemand wist, die wel een
„paar jaartjes op wilde knappen" en zeg
gen dat hij in opdracht van „Kaatje",
zoo noemde hij Koning, brand had ge
sticht in het pakhuis.
Rechercheur Van Cooten had naar aan
leiding van Johanknegts verhaal een on
derzoek ingesteld. De beide rechercheurs
kregen later een dringende uitnoodiglng
van Johanknegt in diens woning te ko
men, daar hij een „groote ontdekking" in
zake de brandstichting in Utrecht had
gedaan. Johanknegt toonde, onder veel
geheimzinnigheid, eenige draden gepre
pareerd katoen, die zeer vlug opbrand
den. Hij zou dat ..brandstichtersgaren"
hebben gekregen van „de schakel" tus
schen hem en Koning. Wie die schakel
was getuige wist toen nog niet, dat
dat Witbraad was wilde de detective
niet zeggen. Wel had hij gezegd „als jullie
boft, dan komt de schakel zoo direct nog
wel binnenwandelen. Maar de schakel liet
zich wachten. Vervolgens vertelt getuige,
dat hij pas te weten kwam wie de scha
kel was, toen hij een foto van Koning en
Witbraad in 't Leven zag.
En dan dacht ik nog, wat verknoei ik
ermee en wat win ik er mee als ik Koning
aanpak. Ik geeft toe. dat er in dit ge
deelte van de zaak niet geheel Juist door
mij is gehandeld, maar u weet,' dat er
door politie en Justitie nog heel andere
dingen worden getolereerd, als 't om na
sporing van strafbare feiten gaat.
President: Hoe was de verhouding Jo
hanknegtOnnes?
Getuige: Hij vond hem niet sympathiek
't was geen koek en ei. Meneer Onnes
vond dat de politie mans genoeg was om
de zaak op te lossen, maar hij heeft Jo
hanknegt nooit iets In den weg gelegd bij
zijn onderzoek.
President: Ja, maar Johanknegt had
dan ook opdracht van de verzekering?
Get. Van Cooten meent, dat de verhou
ding JohanknegtOnnes er niet beter op
was geworden nadat de detective Onnes
en diens vrouw zoo lang had laten wach
ten in Louls-Selze.
Officier: De woordenwisseling daar is
tamelijk heftig geweest. Ging dat over 't
laten zien van de foto?
Getuige: Neen, alléén over dat wach
ten; meneer Onnes vond Louis XVI geen
passende omgeving voor zijn vrouw.
Verdachte Onnes: Dat laten zien vau
die foto was niet zoo buitengewoon ur
gent, 't had desnoods den volgenden mor
gen kunnen gebeuren. Ik werd uit 't
Rembrandttheater weggeroepen en moest
ruim een uur wachten. Ik dacht dat het
buitengewoon belangrijk was en toen werd
me niets getoond dan een foto.
De president stelt de vraag of bij dit
bezoek niet ter sprake is gekomen hoe de
buit moest worden gevonden.
Dit is volgens getuige nooit besproken.
De president stelt hier tegenover, noe de
detective en zijn secretaresse dit onaf
hankelijk van elkaar hebben verklaard.
Getuige kan zich nauwelijks meer beheer-
schen, hij zegt ongeveer 't volgende: Op
3 Juni moest ik om 10 uur bij den rech
ter-commissaris komen. Om half drie za
ten Bleyenburg en ik nog met een rijks
veldwachter in de wachtkamer. Wij wis
ten, dat Johanknegt in verhoor was. De
deur gaat open wij zien Johanknegt
door juffrouw Nögerath ongeveer om
helsd; hij was zoogenaamd flauw geval
len; ze zijn vandaar naar de waterleiding
gegaan. Tegenover den veldwachter
gaat getuige voort heb ik mijn ver
wondering uitgesproken, dat deze getui
gen met elkaar contact hadden. „Och
man, zwijg daarover, dat gebeurt zoo dik
wijls", zou de veldwachter volgens getui
ge gezegd hebben. Getuige verwijst dan
naar een andere zaak. waarbij Johan
knegt ook eens is flauw gevallen, hij wil
daarmee aantoonen. dat de detective en
zijn secretaresse wel contact hebben
gehad.
Verdedigers en verdachte gaan op dit
punt in: zij vragen hiervan acte en een
hevige discussie volgt met den Officier, die
zich zeer verontwaardigd over den getuige
toont. Hij vraagt naar den naam van den
veldwachter.
Getuige zegt. dat men wel kan nagaan,
welke veldwachter dienst heeft gedaan.
Officier: Ik zal de juistheid van Uw
verklaring nagaan.
Een heftig incident ontstaat, als de Offi
cier precies wil weten hoe dat bij den
rechter-commissaris is gegaan.
Hij wenscht nauwkeurig te weten, uit
welke kamer die. en uit welke kamer die
persoon kwam. Hij gaat ervan uit, dat ge
tuige nauwkeurig het interieur van het
gebouw kent.
De officier windt zich meer en meer op,
hij wil bijzonderheden.
Rechter mr. De Gaay Fortman blijkt
zichtbaar over dit optreden geërgerd; hij
richt zich eerst tot den president, die niet
reageert. Verontwaardigd wendt hij zich
dan direct tot den officier, om zijn afkeu
ring over deze ondervraging te kennen te
geven.
Het gaat heftig en opgewonden toe. De
getuige schreeuwt als de officier eenige
bedenkingen tegen zijn verklaring laat
hooren en slaat met de vuist op het getul-
genhekje: „Ik Iaat me door u niet in een
hoek drukken meneer de officier!"
Het tooneel wordt nog verwarder, als de
president een opmerking tot getuige
President: „De waarheid ligt in ieder
geval niet dik op hetgeen u zegt."
De verdedigers contra den president.
Getuige is meer dan woedend. De ver
dedigers protesteeren tegen de woorden
van den president.
Mr. Muller Massis: „President, u zegt
dingen tegen den getuige op grond van
mededeelingen van op zijn minst genomen
zonderlinge individuen als Johanknegt.
President: Denkt u dat het een lolletje
is den heelen dag zoo'n verhoor te leiden?
Getuige (opgewonden)Zet me in arrest
en vraag het den autoriteiten. Ik heb nog
dienzelfden dag mijn superieuren in
Utrecht van het voorgevallene bij den
rechter-commissaris te Amsterdam in ken
nis gesteld.
Het tooneel is een en al opgewondenheid
en verwarring.
De president sluit deze opgewonden zit
ting tot Donderdagochtend a.s. Rechter
mr. De Gaay Fortman verdwijnt haastig
in de raadkamer, vóór het einde der zitting
reeds tot ieder is doorgedrongen.
Getuige Van Cooten wordt morgen ver
der gehoord.
AUTO IN DE LEIDSCHE VAART
GEREDEN.
De vier inzittenden gered.
Gisteravond omstreeks zes uur moest de
48-jarige J. van Servellen uit Aerdenhout,
die op den Leidschevaartweg te Haarlem
met zijn auto reed, plotseling uitwijken
voor een tot nu toe onbekend gebleven
motorrijder, die voor hem reed en die
zonder eenig teeken te geven, van rich
ting veranderde en omdraaide. Door dit
plotselinge uitwijken werd een uit tegen
overgestelde richting komende wielrijder
de 17-jarige R„ door de auto gegrepen. De
bestuurder raakte nu de macht over het
stuur kwijt, sloeg over den kop en kwam
in de Leidschevaart terecht. Omstanders
sprongen onmiddellijk te water en slaag
den er in de 4 inzittenden van den wagen
behalve de heer v. S. waren ook nog
diens vrouw, zoon en dochter in de auto
gezeten te redden, door het stuk slaan
van de ruiten. Zij kwamen allen met den
schrik vrij en konden per taxi naar huis
gaan. De wielrijder had ernstige verwon
dingen aan hoofd en beenen opgeloopen
en werd na eerst door den Ongevallen-
dienst verbonden te zijn, naar het St.
Ellsabethsgasthuis vervoerd. De politie
stelt een onderzoek in.
AAN DE GEVOLGEN OVERLEDEN.
Een der slachtoffers van het auto
ongeluk te Woerden, de heer A. P., is in
het R.-K. Ziekenhuis aldaar overleden,
zonder tot bewustzijn te zijn teruggekeerd.
BRANDEN.
Gistermiddag omstreeks drie uur ont
dekte men dat er een brand woedde op
een heideveld van de uitgestrekte bosch-
en heideterreinen, liggende tusschen
Haaksbergen en de Rekkensche Inrichting
bij Eibergen. behoorende aan den heer G.
J. van Heek uit Enschede. Hoewel men
aanvankelijk meende, dat de brand niet
zoo ernstig was en men direct begon met
het aanleggen van tegenvuren, bleek het
dat deze moeilijk te stuiten was en aan
gewakkerd door den Oostenwind zich
meer en meer uitbreidde. Boschwachters,
boeren en een aantal werkloozen deden
al het mogelijke om het vuur te stuiten
en legden tegenvuren aan. Omstreeks
negen uur kon men zeggen dat het vuur
bedwongen was. Naar schatting is onge
veer een oppervlakte van 100 H.A. bosch
en heide een prooi der vlammen geworden.
Gistermiddag is te Zaandijk brand
ontstaan in een huis, bewoond door de
wed. Krook, aan de Goeman Borgesius-
straat, door het ontploffen van gassen in
een kachel.
De bewoonster, die op het moment dat
de brarid uitbrak, zich op de zolderver
dieping bevond, had niets bemerkt,
Een bakker, die juist aankwam, waar
schuwde mevr. K„ zoodat zij zich nog
tijdig in veiligheid kon brengen.
De brandweer, die spoedig ter plaatse
verscheen, kon niet verhinderen, dat het
geheele pand uitbrandde.
De inboedel ging in de vlammen ver
loren.
In het villapark „Voordaan" te Utrecht,
ls tegen midddernacht brand uitgebroken
in de villa welke bewoond werd door de
familie Rademaker. De bewoners waren
den geheelen dag afwezig geweest en juist
toen zij thuiskwamen zagen zij tot hun
schrik dat de vlammen reeds uit het dak
sloegen. De brandweer die spoedig ter
plaatse was bestreed met drie stralen het
vuur en was den brand snel meester. De
villa brandde echter geheel uit. Niets kon
worden gered. Huis en inboedel waren
verzekerd.
Te Lutterade is brand ontstaan in een
schuur aan de Daalstraat, waardoor de
perceelen van Kusters, Hennekens. Wan-
ters en Roehops uitbrandde.
NOG JUIST GERED.
Gisterochtend vroeg is een personenauto
met vier jongelui uit Dokkum, twee jon
gens en twee meisjes, bij Quatre Bras
onder Hardegarijn in een sloot gereden.
De auto sloeg over den kop en bleef liggen
met de wielen naar boven. Op het hulp
geroep van de inzittenden verlieten eenige
omwonenden ijlings hun bed en spoedden
zich in nachtgewaad naar de plaats des
onheils. Door het inslaan van de ruiten
kon men de vier menschen uit hun nete
lige positie bevrijden. Een van hen, de
Jongeman W H. was bewusteloos, doch
werd bijgebracht. De auto ls gisterochtend
met een kraanwagen opgehaald. N.R Crt.
221. Hij moest er nu voortdurend aan
denken, dat de mannen niet zien mochten,
dat er aan zijn kwast een leeuw vast zat
Daarom ging hij op den staart zitten.
222. De leeuw had er echter niets mee
op, dat een zijner lichaamsdeelen, en nog
wel een waar hij erg trots op was. zoo werd
misbruikt. Hij rukte wat hij kon aan zijn
staart, en Tom dacht: „Het lijkt wel of ik
op een aardbeving zit". Hij probeerde zich
recht te houden, maar dat ging niet best,
en Pijl werd een beetje kriebelig van dien
dansenden jongen.
MET DEN ARM TUSSCHEN EEN MANGEL
Op de fabriek der N.V. Stoomweverij en
Chemische WasscheriJ van P. van Spaen-
donck en H. Bruijelle aan het Smidspad
Tilburg geraakte mevrouw Van Sp„ die
bij den machtnalen mangel stond, gisteren
met haar linkerarm tusschen dezen man
gel bekneld. De arm werd tot aan den
elleboog vrijwel verbrijzeld. Zij werd naar
het ziekenhuis overgebracht.
BUITENLANDSCH GEMENGD.
ZEPPELIN-DIENST EUROPA-BRAZILIE.
Een decreet van de Braziliaansche regee
ring geeft aan de „Zeppelin luchtschip
bouwmaatschappij" de bevoegdheid om
een geregelden zeppelin-dienst op te rich
ten tusschen Europa en Brazilië. Het
decreet verleent de maatschappij echter
geen monopolie.
BLOEDIGE INCIDENTEN IN MEXICO.
Tusschen de grensplaatsen Guadeloupe
en Montellion in Mexico bestaan reeds
sedert geruimen tijd oneenlgheden. welke
thans ontaard zijn in bloedige Incidenten.
■De inwoners van Montellion hebben een
gewapenden inval gedaan in Guadeloupe j
en dit dorp geheel verwoest, terwijl een
aanlal inwoners in gijzeling werd medege- j
voerd. Twintig inwoners van Guadeloupe
werden gedood.
De regeering heeft last gegeven de in de
bergen gevluchte bewoners van Montellion j
te achtervolgen.
o1
DE VULKAANUITBARSTING
OP IJSLAND.
Volgens een bericht van gisteravond uit
Reykjavik duurt de uitbarsting van den
vulkaan Skeidar Jokul met onverminderde
heftigheid voort. De rookzuil die uit den
vulkaan opstijgt, heeft een ongekende g
hoogte bereikt. De aschregens vallen over
geheel Oostland en het Oostelijk gedeelte i
van Noordland neer. De ontploffingen zijn 1
over het grootste deel van het eiland te I
hooren. Het centrum van de uitbarsting t
ligt in het midden van de Votna Jokul ten
Noorden van de Skeidar-rivier.
NIEUW-CALEDONIE DOOR STORM
ZWAAR GETEISTERD.
Op het Fransche ministerie van koloniën
is bericht ontvangen, dat Nieuw Caledonië
op 26 en 27 Maart door een hevigen
wervelstorm is geteisterd, waardoor veel
schade is aangericht. Talrijke regeer ings-
gebouwen en andere huizen zijn verwoest,
terwijl ook de plantages zeer geleden heb
ben. Een landingsbrug is weggeslagen en
14 lichters zijn gezonken. Acht personen
zijn verdronken.
FRANSCH MAR INEVLIEG TUIG
NEERGESTORT.
Bij Villeneuve-Le-Rol is een marine-
watervliegtuig in de Seine gestort. De
piloot en de mécanicien konden behouden
uit de overblijfselen geborgen worden.
Contre-admiraal Martin, die ais passagier
de vlucht had meegemaakt, vond bij den
val den dood.
SLECHT WEER IN DE VEREENIGDE
STATEN.
Uit St. Paul (Minnesota) wordt gemeld,
dat de staten Minnesota, Wisconsin en
Zuid Dakota door hevige regenvallen zijn
geteisterd. Een spoordijk bij Hudson
(Wisconsin) werd doorweekt, tengevolge ,j(
waarvan een goederentrein ontspoorde. Vl
Drie spoorwegbeambten werden gedood j;
Te Eau Claire, dat eveneens in Wisconsin n
ls gelegen, is een personenauto van een d
brug gereden. Twee personen zijn gedood, vs
vier gewond. De materieele schade moet
zeer groot zijn. ge
VS
———OM
BRAND IN BADENSCH PLAATSJE.
Het plaatsje Gommersdorf in Baden is
door een brand geteisterd. Tien schuren
en een woonhuis zijn een prooi der vlam
men geworden.
Fe
SNEEUW TE WEENEN.
Gisteren heeft te Weenen een sneeuw- ge
storm gewoed, nadat het de Paaschdagen ba
schitterend weer is geweest. De tempera-av
tuur is 15 graden gedaald. gr
ge
0 sp
BLIKSEM IN PELGRIMSSTOET. Wc
In de buurt van Salermo (Italië) heeft be
de bliksem een groep pelgrims getroffenwc
Twee personen waren op slag dood, twin-P®
tig werden gewond. Het zijn allen per-™
sonen die in de buurt wonen.
lo
Bij Aversa, niet ver van Napels, is een ne
autobus, waarin Spaansche pelgrim!m'
waren gezeten, in botsing gekomen met SP
een auto. De bestuurder van de wagen eoPr'
10 pelgrims werden gewond.
oCU
ds.
MOOI GEBAAR VAN MOESTAPHA lin
KEMAL PASJA.
sp:
Het gemeentebestuur van Instamboelme
dat zijn grooten eerbied wilde toonen aanmf
den president der republiek, Moestaphawa
Kemal Pasja, den stichter van het moder-ha
ne Turkije, heeft een crediet goedgekeurd Nic
van 15.000 pond, om nabij het ellanddie
Prinkipo een villa voor hem te doen bou-dei
wen. A.
Toen Kemal echter van dit plan hoordezai
drong hij er op aan, dat dit niet ten uit- f
voer zou worden gebracht en hij verzochlter
het gemeentebestuur, de 15.000 pond t«E.
verdeelen onder de liefdadigheidsinstel-I»2
lingen der stad. öe
vis
oaf
dai