De radiorede van H.M. de Koningin. Het Stadhuisvraagstuk >n de Winkelstand ter plaatse. 75ste Jaargang ZATERDAG 31 MAART 1934 No. 22708 [ficieele Kennisgevingen. Dank aan het Nederlandsche Volk voor de betoonde toegenegenheid in moeilijke dagen. PORTRET WIJLEN H.M. KONINGIN EMMA. leer snelheid van handelen gewenscht. Het voornaamste Nieuws van heden. STADSNIEUWS. EIDSCH DAGBLAD DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN PRIJS DER ADVERTENTIENr 30 Pts. per regel voor advertentlën uit Lelden er, plaatsen waar agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor allé andere advertentien 35 Cts. per regel. Kleine advertentlën uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 Cts. bij een maximum aantal woorden van 30. Incasso volgens postrecht. Voor eventueel® opzending var. brieven 10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 6 dft. Bureau Noordelntfepleln Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54. PRIJS DEZER COURANTi] Voor Leiden per 3 maanden ƒ.2.35; per week ..v. f. 0.18 Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijgi, per week „Oirt Franco per post f. 2.35 4- portokosten. nummer bestaat uit ZES bladen EERSTE BLAD. [houw VAN WEGEN, LANEN ENZ. Irgemeester en Wethouders van Lei- I brengen ter algemeene kennis, dat leginnen op Maandag 9 April 1934, pitens het bepaalde bij artikel 17 der Edening van den 6en Juli 1899 (Ge nteblad No. 15), laatstelijk gewijzigd pe verordening van den 9 Juli 1928 beenteblad No. 22) op wegen, lanen, En enz. en wateringen en slooten, Ew zal worden gedreven over alle we- lanen, paden, straten, kaden, plei- I hofjes, stegen, sloppen of poorten langen, benevens de daarin gelegen kartoe behoorende bruggen en andere Jtwerken, voor zoover die bijzonder «dom zijn, en, zonder verhindering T of vanwege rechthebbenden, voor Eubliek verkeer open staan, alsmede I alle wateringen en slooten. en de h ter vervanging daarvan gemaakt, Eens de daartoe behoorende sluizen, Irs, buizen, toegangskokers en derge- I werken, voor zoover die bijzonder |dom zijn. A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Iden, 31 Maart 1934. 8704 HINDERWET. Egemeester en Wethouders van Lei- I brengen ter algemeene kennis, dat hen de beslissing op het verzoek la. J. M. v. d. Horst om vergunning pet oprichten van een verchroomin- en lakkerij in het perceel Rijn- khiekade No. 124, kad. bekend Sectie ]o. 4043; b. P. Verhoef om vergunning pet oprichten van een fabriek van 1 vleeschwaren in het perceel Boer- ptraat No. 9, hoek Kruisstraat, kad. pd Sectie B. Nis. 2668 en 2925, is ver- A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN. Burgemeester. VAN STRYEN, Secretaris. Iden, 31 Maart 1934. 8703 Hedenmiddag heeft H. M. de Koningin volgende rede gehouden voor de radio: „Mijn gedachten gaan naar u allen uit in deze droeve dagen en ik wensch u door dit gesprek door de Radio blijk te geven van Mijn innig medeleven in hetgeen voor u allen een droefenis bleek te zijn. Zij, Die voor ons allen een Moeder is geweest, is tot Gods Heerlijkheid inge gaan. Haar liefhebbend hart heeft ons allen omvat; Zij wist zich in te denken in de nooden en behoeften van geheel ons Volk, zoowel hier te lande als in de overzeesche gewesten. Zij heeft steeds alles gedaan, wat in Haar vermogen was om deze te verzachten en te lenigen; Zij verstond het ook blijde te zijn met de blijden en in hunne vreugde te deelen. Als Volk in gedachten samen te staan aan Haar sterfbed, doet een heel bijzon deren en hechten onderlingen band ont staan en verkondigt op bijzondere wijze ons aller saamhoorigheidsgevoel. Diep ontroerd dank Ik U daarvoor en voor Uwe liefde en trouw Haar gedurende Haar lang en zegenrijk leven betoond, voor het geluk en voor den zonneschijn, die gij daarin hebt gebracht, voor Uwe warme belangstelling en medeleven tijdens Haar ziekbed en voor de laatste woorden, zoo in bloemen als op andere wijze tot uiting gebracht. De ontroerende bewijzen van aanhanke lijkheid aan Haar baar en bij de teraarde bestelling van Haar stoffelijk overschot betoond, hebben Mij diep getroffen. Gij hebt daarmede de schoonste Kroon op Haar leven gezet. Innig dank Ik U, ook namens de Mijnen, voor Uw hartelijk medeleven en voor de ontelbare blijken van deelneming van U ontvangen. Bij allen weemoed, welke door het hart gaat van het Kind, dat Haar Moeder moest afstaan is het onvergetelijk heer lijk te ervaren de liefdevolle hand van God, Die alles zoo beschikt heeft. Zij heeft niet beseft, dat Haar krachten de hooge, sloopende koortsen niet zouden kunnen weerstaan. Zij is in de armen van Haar Heiland ingeslapen, zonder het nameloos lijden van afscheid nemen te hebben moeten onder gaan, Zich, ook in de laatste dagen van Maandag, Tweeden Paaschdag zal ons Blad niet verschijnen en zijn onze Bureaux den geheelen dag gesloten. de directie. Voor onze abonné's zijn nog eenige platen van wijlen H. M. de Koningin- Moeder beschikbaar ad f. 0.20 niet inge lijst, ad f. 1.45 ingelijst. Haar leven, omringd wetende van hen, die Haar het liefste waren. Thans, waar wij Haar moeten missen, zooals wij Haar steeds zoo gaarne bij ons en om ons zagen, blijft het belangrijkste, Zij en Haar liefde, ons omringen. Zij trachtte steeds een zegen te zijn voor ons allen Ik besluit met den wensch, dat deze zegen zich voor U en Mij moge uitstrekken tot ver over Hare groeve. Ik heb gezegd. Deze rede werd door de Koningin uit gesproken van Haar bank in de Groote Kerk, waarheen Zij zich omstreeks kwart voor één met klein gevolg begeven had. In de kerk waren verder uitsluitend aanwe zig de kerkeraad, kerkvoogden, notabelen en het college van Collectanten der Ncd Herv. Gemeente. Vóór het uitspreken van de rede door H.M. de Koningin werden op het orgel twee coupletten van het Wilhelmus ge speeld. Na het uitspreken der rede speelde het orgel een couplet van het Wien Neer- landsch Bloed. De overkomst van de radiorede is in Oost-Indië bijzonder goed geweest en volgens de eerste berichten uit Suriname en Curacao is de rede ook daar goed ont vangen. Pnteigening is een gemeentebelang, doch men blijve billijk en rechtvaardig tegenover de betrokken ingezetenen Jc meermalen bereikten ons klachten |c trage wijze waarop het Gemeente- ■r de belangen van de omwonende l-ers der stadhuisruïne inzake de jening van hun perceelen behartigt, [waren reeds bezig met terzake een ■°ck in te stellen, toen de heer de een ingezonden stuk de aandacht e op den gang van zaken bij de Jening van de huizen, behoorende tot ■saneeringsplan Bouwelouwesteeg Ijssteeg Itoelichtlng van hun bezwaren, ver- In diverse belanghebbenden ons in- pn de tusschen partijen gevoerde Tendentie, waarin ook wij, eerlijk ge- Jbet hebben kunnen constateeren, |t B. en W. heilige ernst is om de be- der desbetreffende winkeliers op N en vooral snel mogelijke wijze te |j?en. Zeker, wij waardeeren het, dat ernaar streven de te onteigenen i op voor de gemeente zoo voor- hogelijke wijze aan te koopen, maar In anderen kant mag toch de vraag P gesteld of het juist is de belangen |n groep ingezetenen zóózeer onder- T; te maken aan het algemeen ge- Ibelang, dat die categorie er weinig T dan gedupeerd door wordt, pkenmenschen in de omgeving ver eigenlijk sinds den noodlottigen Ivan 12 Februari 1929'in onzeker- "trent het voortbestaan hunner be- fet van 30 December 1932, waarbij «igening der perceelen, noodig voor |hv van een nieuw raadhuis en het Jben van de Koornbrugsteeg ten pnen nutte werd verklaard, was na *chten de eerste zichtbare stap in [c richting en deed de hoop op een le afdoening in de harten der dfti- |e winkeliers herleven, f üjk ironisch klinkt in dit verband Tmge van den burgemeester uit lituwjaarsrede op 31 Januari 1933, [hij zegt, dat de Kroon en de jGeneraal ons met dankbaar hcr- I spoed hielpen aan de noodige ont- "wet voor dit doel." De vraag rijst onwillekeurig of het niet mogelijk was geweest voor het gemeente bestuur om, in afwachting van de aanwij zing der te onteigenen perceelen in de Staatscourant, alvast de onderhandelin gen te openen, welke eventueel zouden kunnen leiden tot een minnelijke schik king Op 27 Maart 1933 verscheen het be trekkelijke Koninklijke besluit in de Staatscourant en toen op 5 April d. a. v. het gemeentebestuur nog niets van zich had laten hooren. riepen eenige belang hebbenden telegrafisch de bemiddeling in van den minister van binnenlandsche zaken, die zich daarop in verbinding stelde met het gemeentebestuur. Resultaten bleven echter uit,hetgeen ertoe leidde, dat bij telegrammen van 23 April en 12 Mei opnieuw bij den minister werd aangedrongen op opening der min nelijke onderhandelingen. Ken denke zich de positie van deze om wonende winkeliers eens goed in: alle sedert 5 jaar noodige in- of uitwendige verbouwingen blijven achterwege, omdat geen winkelier het rlsiyo van kostbare restauraties wil aanvaarden met het voor uitzicht, dat binnenkort zijn perceelen zullen worden gesloopt. Aan den anderen kant gaat de concurrentie voort met uit breiding te geven aan haar zaken en zich aan te passen aan de elschen van den tijd. Dit beteekent ongetwijfeld een gewel dige handicap in den onder de huidige omstandigheden toch reeds zoo moeilijken strijd om het bestaan. Eindelijk, bij schrijven van 19 Mei '33 deelt de minister mede, dat „volgens ver kregen inlichtingen van B. en W. van Leiden, de procedure betreffende de ont eigening zooveel mogelijk zal worden be spoedigd en dat mr. P. E. Briët, de rechts geleerde raadsman der gemeente, een aan bieding zal doen ter verkrijging langs minnelijken weg voor de gemeente van de in de onteigening begrepen perceelen." In Juni verschijnen de taxateurs, die de gemeente bij de bepaling van haar aan bod moeten advlseeren, teil tooneele en deelt mr. Briët aan belanghebbenden mede, dat het hierboven bedoelde bod begin October kan worden tegemoet ge zien. Op 19 Juli richt mr. Briët zich ander- maals tot belanghebbenden met het ver zoek of zij bereid zijn aan daartoe van gemeentewege aan te wijzen accountants inzage van hun boekhouding te verleenen. In verband met de urgentie wordt spoe dig antwoord verzocht. Vier dagen iater heeft mr. Briet, althans -jan een der win keliers, de gevraagde bereidverklaring in zijn bezit. De accountants verschijnen evenwel niet en op de in November ge stelde vraag van den betreffenden winke lier. wanneer nu eindelijk het aanbod der gemeente kan worden tegemoet gezien, deelt mr. Briët mede, dat op goede gron den verwacht mag worden, dat in Decem ber 1933 het aanbod zal worden gedaan. Er volgt opnieuw een periode van rust en dan verschijnen op zekeren dag twee accountants uit Den Haag, die beweren door B. en W. belast te zijn met het boek- onderzoek Eenige winkeliers, wien het bevreemdt, dat B. en W. hen daarvan niet in kennis hebben gesteld, weigeren inzake hunner boeken te verleenen, waarna, eenige dagen later, aan drie firma's, onder één adres, namens B. en W. door mr. Briët wordt medegedeeld, dat het be doelde onderzoek is opgedragen aan het accountantsbureau Moret en de Jong uit Den Haag. Inmiddels komt tevens het be richt. dat het aanbod der gemeente eerst in begin 1934 kan worden tegemoetgezien. Na de interpellatie van den heer Wil brink in de gemeenteraadszitting van December 1933, waarbij deze een lans breekt voor de omwonenden der Stad huisruïne en waarin hij weerklank vindt bij den geheelen raad, volgt dd. 3 Januari 1934 opnieuw een schrijven van mr. Briët aan de, zich zoo langzamerhand ernstig gedupeerd gevoelende winkeliers, waarin gevraagd wordt op welk bedrag aan totale schadeloosstelling zij meenen aan spraak te mogen maken. Sommige winke liers noemen een bedrag: anderen geven er den voorkeur aan het in uitzicht ge stelde aanbod van B. en W. af te wachten. Dit laatste komt begin Februari afvoor den een bedraagt het aanbod precies één zevende gedeelte van de door deze ge vraagde schadeloosstelling, verhoogd met f. 1voor bedrijfsschade of zooveel meer als noodig mocht blijken aan de hand van het alsnog in te stellen boekhoud-onder- zoek. Voor den tweede bedraagt dit aanbod ongeveer één vierde gedeelte van het be drag, dat door B. en W. blijkens hun uit lating in een onderhoud met den betrok kene dd. 5 October 1932 voor de onteige ning zijner perceelen was uitgetrokken. Een nadien ingesteld boekonderzoek doet mr. Briët namens B. en W. zijn eerste aanbod verdubbelen, hetgeen dus nog altijd 100» blijft beneden het bedrag dat daarvoor volgens B. en W. was uit getrokken. Ter verduidelijking moge nog dienen, dat deze laatste som f. 37.000 minder be droeg dan de in Januari j.l. door de be trokken firma gevraagde schadeloosstel ling. hetgeen, gezien de belangrijkheid van het object zeker geen onoverkome lijk bezwaar vormde voor de voortzetting der onderhandelingen naar een minne lijke schikking! De betrokken firmant gaf mr. Briët on omwonden als zijn meening te kennen, dat het namens B. en W. aangeboden be drag verre bleef beneden de door de ge meentelijke schatters, de heeren Fontein, Kraan en Godee, getaxeerde waarde en verzocht, waar hijzelf een uitvoerige spe cificatie gaf van de gevraagde koopsom, overlegging van het taxatie-rapport. Dit werd evenwel geweigerd. Toen naar de meening van den winke lier een minnelijke schikking toch niet kon worden bereikt, verzocht hij de ont eigeningsprocedure niet uit te stellen tot 21 September a.s., den dag, waarop de hulp der Rechtbank moet worden inge roepen, doch daarmede thans reeds een aanvang te maken. Hij redeneerde aldus: „wanneer mijn perceelen toch moeten worden onteigend, dan hoe eerder, hoe liever. Voor de gemeente blijft dit het zelfde, voor mij is elk verder uitstel on- gewenscht." De gemeente, vertegenwoordigd in mr. Briët, was evenwel ook hiertoe niet be reid: hij achtte zulks „om redenen van taktiek" niet gewenscht Tenslotte kregen wij nog een schrijven van het Gemeentebestuur onder oogen, waarvan zoowel de betrokken firma als ons de draagwijdte en het nut ontging. De N.V. Kleedingmagazijn „De Faam", kreeg n.l. dd 15 Maart j.l. schriftelijke aanzegging van het Gemeentebestuur, dat „in verband met den voorgenomen Stad huisbouw het terrein, waarop het houten noodgebouw aan de Vischmarkt is opge bouwd en dat door „De Faam" tegen een jaarlijkschen prijs van f 1000 is gehuurd, op 1 Juni a s. geheel moet zijn ontruimd". Iedereen, die weet of met vrij groote zekerheid kan zeggen in welk stadium de Leidsche Stadhuisplannen verkeeren, kan op zijn tien vingers nagaan, dat het Ge meentebestuur op dien datum de beschik king over dat gedeelte van het terrein nog niet noodig heeft. Wanneer een aan vang moet worden gemaakt met de grond werkzaamheden, bestaat daartoe volop de gelegenheid. Het transport van het daar toe benoodigde of af te voeren materiaal kan geschieden door de open ruimte naast het houten noodgebouw, welke des tijds daar op last van B. en W. met dit doel is aangebracht. En is er één stadgenoot, die, gelet op den gang van zaken bij de oplossing van het Stadhuisvraagstuk, nu werkelijk ge looft dat, laat ons zeggen, binnen eén jaar met den bouw worde begonnen' En is het dan te verwonde- dat de betrok ken winkeliers, die toch waarlijk niet om onteigening hunner perceelen hebben ver zocht, zich afvragen of hun belangen als Leidsche burgers door of namens het Ge meentebestuur wel op de beste wijze wor den behartigd? BINNENLAND Automatenwet ingediend; bijvulling tij dens winkelsluiting wordt verboden; over gangsperiode van twee jaar (4e Blad). Met dc veiligheidslaan van de K.N.A.C. zullen 21 steden worden bezocht Binnen land, 3e Blad). Benzinedamp-ontploffing te Nijmegen; één doode en twee gewonden (Gemengd, 3e Blad). Het Paaschcongres der S.D.A.P.; openings rede van den heer Oudegeest (Laatste Be richten, le Blad). De verdachte Onnes in de Onnes van Nijenrode-zaak niet in vrijheid gesteld (Rechtzaken, le Blad). Vrouw en kind te Den Haag door wurging gedood. (Laatste Berichten lo Blad). BUITENLAND. Rond de Ontwapening (Buiten! 2e Blad) Groot complot van opruiing en anti- militarisme ontdekt in Tsjeeho-Slowakyc (Buitenl. 2e Blad). Arrestaties inzake het Stavisky-schan- daal, (Buitenl. 2e Blad). Weer een aantal bekende Duitschcrs uit hun burgerrecht ontzet (Buitenl. 2e Blad). Prof. Philip Noel Baker over Azië, het centrum van den storm der 20e eeuw (3e Blad). VEILIG VERKEER. EEN NIEUW MIDDEL OM DE ROEKELOOZE JEUGD TEGEN ZICH ZELF TE BESCHERMEN. Er gaat h3«st geen dag voorbi3 fit men leest in de couranten van ongelukken, welke ontstaan zijn doordat jongens op auto's klimmen om mee te rijden. Dat het gevaar groot is bij het afspringen door een ander voertuig gegrepen te worden is helaas uit de droeve praktijk bekend. Ouders zullen niet nalaten hun kinderen hierop te wijzen en in de scho len wordt er lederen dag tegen gewaar schuwd. Toch ziet men dagelijks jonge lui aan een auto hangen. Ook de politie stond tot nog toe hier machteloos tegenover, daar de auto reeds in snelle vaart voorbij was eer het strafbare en roekelooze feit werd gecon stateerd. Reeds langen tijd Zon men op mid delen hiertegen een afdoende oplossing te vinden, welke nu eindelijk schijnt gevonden te zijn. Het is den heer Barzotty, een Rus sisch ingenieur gelukt om een soort revol ver te construeeren, welke in staat is de daders duidelijk kenbaar te merken. Het bestaat uit een stalen buis, welke is voor zien van een luchtkamer. Door een handle in te drukken wordt deze kamer volge- perst met lucht. Aan de voorzijde wordt het pistool geladen met een capsule, welke een hel witte vloeistof bevat. Passeert nu een auto waaraan jongens hangen en een agent constateert dit, dan wordt snel het pistool afgeschoten en de dader met een witte vlek gemerkt. Deze vloeistof laat zich zeer moeilijk verwij deren. zoodat de ouders bij thuiskomst van den dader de overtreding kunnen consta teeren. In Amsterdam heeft men reeds eenigen tijd hiermee geoefend en de resul taten waren werkelijk zeer goed te noemen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1934 | | pagina 1