Verdwijnende molen - Druk werk in het bloembollenland
VEILIGE HAVENS
FEUILLETON.
Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
In het bloembollenland.
door BASIL KING
(Uit het Rn gelach).
59)
voelde zich in ruime kamers niet meer
S» «en stumper; tegen mooie dingen stond
"J niet meer alsof hij aan den grond was
Hij was zóó beleefd jegens Pil-
dat deze hem met gelijke munt te-
""oetaalde, en hem al een paar maal met
mijnheer" had aangesproken. De tooneel-
peien, waarheen Guy hem meenam,
m^n veel bij tot zijn ontwikkeling; de
*™jaek, die zij samen hoorden, opende een
leven nleuw verschiet voor zijn gevoels
lij ontdekte dat Guy, wat men noemt,
«uzikaal was. Hij speelde lang niet slecht
ïr*n°. wist het een en ander af van de
rif^eke meesters, de romantische school
van de moderne componisten. Achter
"f studeerkamer van mijnheer Ansley was
H" muziekkamer. en als de jongens geen
fjdere bezigheden hadden speelde Guy
vm voor, en gaf een uitlegging van het-
Gm? tÜ -^Peelde, terwijl Tom toeluisterde,
j./. hield van uitleggen, want hij kon
Sonoor 2yn meer(ierheid toonen. En
'om leerde graag. Het verschil tusschen
rt en Beethoven te leeren kennen,
een heele stap voorwaarts. Te weten
Komen wie en wat Wagner en Debussy,
a voor hem geheimzinnige nafflen hij
dikwijls in de courant had gelezen, eigen
lijk waren, was een openbaring voor hem.
Zoo ging de winter met studie, sport en
amusementen voorbij; Tom's leven had
zich verruimd. Maai' zijn voornaamste zorg
was, dat Maisie zich steeds ongelukkiger
ging voelen. De verzoeken, die zij tot hem
richtte om toch de studie over boord te
gooien, chauffeur te worden en haar te
trouwen, werden steeds dringender.
Hij had ingezien, dat zijn engagement
met Maisie nog al een dwaasheid was. Als
Honeybun het zou zijn te weten gekomen,
of de Ansleysmaar hij hoopte het ge
heim te houden totdat hij zich een positie
in de maatschappij had verworven. Had
hij eenmaal een inkomen, waarvan hij
een vrouw kon onderhouden, dan zouden
zijn misstap en de onaangename gevolgen
daarvan uitsluitend hem zelf aangaan.
Zooals het leven zich aan hem vertoonde,
viel het hem gemakkelijk moeilijkheden
met opgewektheid onder de oogen te zien.
Inmiddels was het Mei geworden, en door
te blijven vasthouden aan den vijfden
Maart als zijn evrjaardag. was hij nu een
paar maanden ouder dan achttien. Op een
Zaterdagochtend, toen er geen school was,
waren hij en Guy nog wat op het dak van
het huis der Ansley's gebleven, na aan de
radio-antenne bezig te zij» geweest. Over
de rivier heen kijkende in de richting van
Cambridge, waar een groote toren de lig
ging in Harvard aangaf, hielden zij bespie
gelingen over den gewichtigen stap, dien
zij in October zouden doen.
Pitcher's oude hoofd verscheen door den
koekoek om mijnheer Guy te zeggen dat
mevrouw hem verzocht aan de lunch te
komen.
„Waar is moeder?"
„In de eetkamer."
„Vooruit Tom. Ik zal om twee uur met
de auto op je wachten. Kom je niet te
laat?"
Tom zei op tijd present te zullen zijn,
volgde Pilcher door den koekoek en langs
alle trappen. Hij was blij de voordeur uit
te komen zonder mevrouw Ansley te ont
moeten, en mevrouw Ansley was even bhj
hem niet te hebben gezien, want met de
lunch op tafel zou het lastig zijn hem te
laten gaan zonder hem te vragen daaraan
deel te nemen, terwijl er anderzijds eigen
lijk geen sprake van kon zijn hem daartoe
uit te noodigen. Het zou anders net iets
voor Guy zijn om
En toen deed Guy wat net iets voor hem
zou zijn. „Moeder," riep hij, blazende de
benedenste trap afkomend, „waarom kan
Tom niet bij ons blijven lunchen? Hij moet
hier om twee uur toch weer zijn, want dan
gaan we samen met de auto er op uit."
Tom deed zijn best den knop van de
voordeur om te draaien. „Ik kan heusch
niet, Guy," fluisterde hij terug, met kracht
zijn hoofd schuddend. „Ik moet er van
door."
Eigenlijk vluchtte hij, want met me
vrouw Ansley aan tafel te zitten en door
Pilcher te worden bediend, zou op het ge
bied van goede manieren eischen aan hem
stellen, waaraan hij niet zou weten te
voldoen.
„Moeder, houd hem vast!" hield Guy
aan „Hij kan best blijven."
Schoorvoetend verscheen mevrouw Ans
ley in de vestibule. Aangenomen dat Guy
haar ergernis zou kunnen opwekken, deed
hij dit nu. „Maar Guy, als Whitelaw zegt
dat hij weg moet
„Hij moet niet weg, is het wel Tom? Hij
gaat gewoon hier of daar wat eten."
Toen Guy dit zei, kon zij zich niet lan
ger met goed fatsoen doof houden. „Ja, in
dat geval als Whitelaw wil blijven
„Heusch niet mevrouw, ik kan niet," zei
Tom gehaast. „Ik moet eh
Maar Guy, die inmiddels beneden was
gekomen, pakte hem bij den arm „Kom
toch binnen! Ons zal het niet hinderen.
Moeder is net zoo democratisch als Hil-
dred en ik."
MevrouwAnsley moest wel zwichten;
daar was niets aan te doen. En Tom ook,
want hij vond het gemakkelijker zich er
maar in te schikken dan zich te verzetten.
Aangezien er slechts voor drie personen
was gedekt, waarvan één plaats bestemd
was voor mijnheer Ansley, ingeval hij met
de lunch thuis kwam, dekte Pilcher nog
voor een viferden.
„Wil je hier gaan zitten, Whitelaw?"
„Moede-, noem hem toch Tom. Hij is
hier in de stad toch geen chauffeur."
Indien iemand anders dan Guy haar in
dezen toestand had geplaatst, dan zou me
vrouw Ansley het noodig hebben geacht
de kamer uit te zeilen. Maar nu trachtte
zij zich naar haar zoon te schikken en
haar waardigheid, die haar tot nu toe ver
boden had met een knecht aan tafel te
zitten, te redden.
„Mijns inziens is het volstrekt geen
schande om chauffeur te zijn. Ik zou de
laatste zijn om zoo iets te beweren, omdat
ik zoo afhankelijk ben van chauffeurs.
Bovendien weet ik natuurlijk heel goed,
dat sommige jongelui, die in onze ho-
telvereeniging bedienden, studenten waren
zonder van plan te zijn altijd kellnerin te
blijven Toen zei ze schalks: „Maar demo
cratisch ben ik niet, mijnheer Whitelaw,
dat weet Guy best. Maar hij plaagt me
graag een beetje. Hij weet heel goed, dat
heele democratie een mislukking
vind. Er is geen grooter dwaalbegrip ge-
weest dan de opvatting dat alle menschen
als gelijken zijn geboren. Wat de vrijheid
betreft, die laat me onverschillig, maar ik
heb nooit beweerd, dat iedere Jan, Piet of
Tom mijn gelijke is, en dat zal ik ook
nooit doen
„U bedoelt toch dezen Tom niet,
moeder?"
„Guy, Guy! Is hij nu geen plaaggeest,
mijnheer Whitelaw? Maar wel ben ik er
voor, dat aan iedereen dezelfde levenskan
sen worden gegeven. Dat beginsel vind ik
juist de glorie van ons land. Velen van
onze groote mannen zijn uit de laagste
volksklasse voortgekomen. En als wij er
iets toe kunnen bijdragen om zulke men
schen vooruit te helpen Ja, van Guy is
dat een gedachte, die hem nooit loslaat. Is
het een gebrek, welnu, dan is het een goed
gebrek Ik vind altijd dat het beter is zich
in die richting te vergissen, dan te zien,
dat iemand anders op dat gebied iets
goeds tot stand brengt, zonder dat je er
zelf aandeel in hebt gehad, terwijl hulp
bieden heel goed mogelijk zou zijn geweest
Dat is een heel gewone vleeschpasteiwij
lunchen altijd erg eenvoudig, omdat mijn
heer Ansley niet altijd thuiskomt en bo
vendien het diner hoofdmaaltijd is."
.(Wordt vervolgd), j
ZITTEND LOOPEN een nieuwe
uitvinding van, den Amerikaan
Walter Nilsson uit Los Angeles.
WEE1I EEN MOLEN die verdwijnen gaat,
n.l. de groote korenmolen te Heerenveen.
De kap is er reeds geheel afgehaald.
BEELD VAN ROODKAPJE MET DEN WOLF
gemaakt door de beeldhouwster mej.
Rueter en geplaatst in het Jan van Galen
plantsoen te Amsterdam.
TIJDENS DE VLDOTMANOEUVltES in den Atlantischen Oceaan hebben
de Britsche oorlogsschepen met zwaar weer te kampen gehad. Schade aan
den kruiser „Hood",
MRS. ROOSEVELT bezoekt de koloniën. De echtgenoote van den Ameri.*
kaanschen president op het eiland Saint Croix, waar zij de suikerriet*
plantages bezichtigde.
JAPANSCHE POPPEN (opiumschuivers) bestemd voor de groote
poppententoonstelling, welke in de residentie gehouden zal worden.
De crocussen komen weer te voorschijn. De tuinders zijn druk bezig het onkruid te wieden, waarde01* 'de velden
een mooier aanzien bieden.