'T WORDT LENTE!
ANDERS KWAM ZE NIET!
de correspondentie, dat geldt
»ele raadseljeugd.
Griffioen we hebben hier in
heusch ook veel slecht weer,
sneeuw, onweer.
Klauw dat zal wel weer mooi zijn
lalages, je bent zeker al gaan
nlman ja nietwaar er hadden
"ünderen aan mijn verjaardag
In de vacanties geef ik nooit
pis.
lersteegen dat hoop ik ook hoor,
lang voor de kinderkrant kan
en Saartje Lagendijk ja Za-
s het te slecht weer om je vader
i te helpen, dat was jammer,
[piet Vis maakt Bep zulke aar-
jen op de naaischool? voor wie
Jchortje?
de l'Ecluse ja ik werd erg be-
[eeg veel cadeaux en een kamer
len.
Dort was het een mooie film
[oen naar toe ging?
Rietje Vollenga naar dat je
jek te bed legt, prettig dat haar
dan flink voor haar en het
i kunnen zorgen.
ÏHenk Bousie .ia d^t was mijn
die op den Hoogen Rijndijk
Waarom vraag je dat zoo, maar
(.veer lang geleden. Hebben jul-
[lieve zachte poes.
(eneveld wel ja, vraag dan maar
|w postpapier op je verdaardag.
[Rückert wel neen, als iemand
■raadsels oplossen houdt, dan is
lom niet mee te doen.
[sier nog wel gefeliciteerd. Wat
1 je hond je ook een cadeautje
Iwas bij ons vroeger thuis ook
Ibboel heb je veel plezier gehad
Inge tante? Hoe grappig dat je
It moet spelen.
1 Berkel nebben jullie het druk
[et proefwerk en valt het nogal
lBoekestein zeker mogen jullie
lieën inzenden. Aardige strooierij
en Beppie Braxhoven wel ge-
J met den verjaardag, die er net
■dit leest, Van af 11 jaar behoor
1 grooteren. Ik kan er niets aan
I er eens brieven voor mij ver-
in de massa's die er voor mij
lorden.
fievaart stuur dan met je broer-
Izelfde enveloppe in.
len Hertog heb je je prijs al uit
er nog in bezig?
[van Wijk ja die naam herinner
|1 van vroeger toen ik in Leiden
fning ik ken je boek niet, ik ben
e het zóó mooi vindt. Zeker mag
i vriend samen inzenden.
Baart ben je nu al in je prijs
Ilezen? Ik heb zóóveel raadsels
wachten om geplaatst te wor-
i de Wit er vragen zóóvelen of
I raadsel wil plaatsen, het kan
|kt alles tegelijk.
m Niehof nu je hebt prettige en
Tadeautjes gehad dat zie ik wel
de Leeuw, dat is heerlijk als je
l zulke nuttige dingen leert te
■Cats heb je het boek al uit, je
(^ag het zeker ook wel lezen, dan
|er ook plezier van.
Voorzaat je anecdote is grap-
ik eens plaatsen,
de Graaf je schreef verleden
1 graag bij mij om een hoekje
jn en dat je erg zou lachen, want
Tl misschien niet zou kunnen vin-
J midden van zóóveel brieven en
[mi maar ik lig er niet onder be-
■%r.
hiit ik zal bewaren wat je stuur-
Ivoorloopig nu niets nieuws meer
*heb nog zooveel,
len Danie Stigter er doet nog
f.Stigter mee, is dat een neefje
pina en Beppie Groenhuizen de
|ml ik later eens plaatsen.
F en Jo Wassenaar allemaal wel
frd met Hannies verjaardag, het
fj» wordt nu al 3 jaar niet waar,
lVel al begrijpen dat ze jarig is
T11 cadeautjes krijgt.
Ma Dio de Graaf ik begrijp het
dat jullie verdriet hebt dat je
dood is; als men aan een goed
Mecht, is het heel naar om het
P missen.
rjan Vliet heel aardig dat jullie
viertjes gaat mee doen, maar
Op onzen wandkalender
Staat, dat de Lente komt.
Of Winters booze stem dan
Ook werk'lijk plots verstomt?
Het lijkt er heusch niet veel op!
Boos blaast de Winter nog,
Maar lang zal 't niet meer duren:
Dan komt het Voorjaar tóch!
Het lacht en kijkt eens vriend'lijk,
De Winterkoning vlucht,
Zijn hart zou anders smelten:
Zoo warm wordt nu de lucht!
Dag, Winter, 't is je tijd, hoor!
Nu is het Lente's beurt.
De Zon wil helpen, heeft al
Het wolkenkleed gescheurd.
Wat heeft de lieve Lente
Al lang daarop gewacht!
Zij strooit nu kwistig bloemen
En heel de Aarde lacht!
(Nadruk verboden).
CARLA HOOG.
Hans heeft de geheele vacantie bij zijn
oom en tante op de boerderij gelogeerd.
Verrukt over het heerlijke buitenleven,
dat hij als jongen uit de groote stad nog
nooit van zoo nabij heeft meegemaakt,
zit hij op den middag van zijn thuiskomst
opgetogen te vertellen, over wat er in het
boerenleven alzoo kijken komt!
„Ik heb een fijne vacantie gehad!" zegt
hij eindelijk tot besluit „en vooral met
Bert heb ik het uitstekend kunnen vin
den. hoor! Plezier dat we hebben gehad!
Verbeeld je, op een morgen, toen we voor
tante Lies naar de stad waren geweest,
gingen we over de hei terug en stel je
voor, daar komt me Bert op eens in prik
keldraad terecht! Een scheur in zijn jas!
En zijn beste nog wel! We durfden haast
niet naar huis!" Hans grinnikt nog eens
even bij de herinnering, dan gaat hij
voort: ,,'t viel gelukkig nog al mee! Tante
Marietje behoeft zeker nog niet de beurt
te hebben om er de brief bij te schrijven,
dat kan later.Heel aardig die vereeni-
gingen waar jullie naar toe gaan.
Tinie Deegenaars ik zal waarschuwen
als ik weer nieuwe raadsels wil hebben,
ik zal maar geen schreeuw geven, zooals
jij mij voorgesteld, want dat zou wel een
harde schreeuw moeten zijn, of ja het
zou intercommunaal door de telefoon
moeten zijn.
Voorloopig geen nieuwe raadsels sturen.
Hebben alle nieuwelingen nu goed be
grepen, dat zij welkom zijn, allen mogen
mij Tante noemen, van af 11 jaar behoort
men tot de grooteren. Wie iets bijzon
ders vraagt of verteld, krijgt antwoord in
de correspondentie.
Laten alle nieuwelingen maar zoeken
in de lange lijst van namen, dan weten
zij dat zij zijn opgenomen bij de raadsel
jeugd.
Allen hartelijk gegroet door
Mej. A. KOOPMANS VAN BOEKEREN.
Den Haag, Van Beuningenstraat 42.
Lies is een best mensch en ze heeft voor
de gelegenheid maar een oogje dicht ge
daan!"
„Wat beteekent dat, Moeder?" vraagt
Anneke verbaasd. Ze is nog maar een
dreumes van een jaar of vier en de laat
ste woorden van Hans begrijpt ze niet!
„Een oogje dicht doen?" herhaalt Moe
der, „wel vrouwtje, dat beteekent, dat je
dan niet boos gaat worden, ook al heb je
daar alle reden toe!" Ze knijpt Anneke
eens even in de wang en gaat dan voort:
„we zijn blij hè prul, dat Hans weer in
ons midden is!"
Anneke knikt! Ja, zij vooral heeft haar
„grooten broer" erg gemist!
Enkele dagen later staat ze, netjes aan
gekleed, om saampjes met Moeder en
Hans naar Oma's verjaardag te gaan!
„Speel nog maar een oogenblikje in den
tuin, kindje!" zegt Moeder, die nog even
het een en ander te verrichten heeft, „ik
roep je wel! Maar voorzichtlng met je
mooie jurkje, hoor!"
„Ja mammie!" belooft Anneke. Ze hup
pelt vroolijk weg! Geen vijf minuten zijn
er evenwel voorbij gegaan of uit de
gang klinkt een guitig stemmetje: „Mams,
Mammie, doe eens gauw een oogje dicht!"
„Wat is dat nu voor mals?" lacht Moe
der, „kom eens hier, Puck en vertel eens
waarom?" „Nee Mammie!" klinkt het heel
beslist achter de deur, „eerst doen! An
ders kom ik niet!" .Vooruit dan maar!"
zegt Moeder vroolijk, „kom maar binnen,
hoor! Ik heb het al gedaan!"
Dadelijk stapt Anneke de kamer in!
„Kijk eens, Mammie!" zegt ze met een
hoogroode kleur en toch wel een beetje
in spanning, hoe het afloopen zal „kijk
eens ik ben gevallen!" en ze wijst naar
een 'groote moddervlek, precies vóór in
haar jurk! Dan, in éen adem gaat ze
voort: „Maar Mams, U wordt niet boos
hè? U hebt nu immers ook één oogje
dicht gedaan? Net als tante Lies van Bert,
hè Mams?"
R. W.
(Nadruk verboden).