De Oxford-Cambridge'bootrace - Stille Omgang te Amsterdam
S%i
VEILIGE HAVENS
W Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
isgpP:
FEUILLETON.
schappij gaf hem. vond hij, recht op een
zekere beleefdheid, die maar weinigen
de moeite waard achtten aan den dag te
leggen
Behalve over dit, was er niets waarover
hij had te klagen. Hij verdiende goed geld,
ook door de fooien, die hij zich niet
schaamde aan te nemen, want hij deed
veel voor de menschen, die hij reed, zon
der dat dit door loon werd vergoed. Hij
merkte, dat er menschen waren, die alleen
door hun fooien hem konden toonen, dat
ze zijn extra diensten waardeerden.
Met het bedienend personeel in huls
stond hij op goeden voet, in het bijzonder
met de dienstertjes, zes meisjes, die, even
als hij zelf, hun studiekoten verdienden.
Zij namen hem op gemoedelijke wijze in t
ootje; één noemde hem Hercules, een
andere Karei den Grooten, wegens zijn
lengte, een derde weer Siegfried. Als er
's avonds niets voor hem te doen was en
de meisjes in de eetzaal met haar werk
klaar waren, nam hij ze voor een tochtje
ln de auto mee.. Aan Honeybun schreef hij,
dat hij door de zuivere lucht, de voeding
en het prettige leven nog nooit te voren
in zoo'n goede conditie was geweest als nu.
Honeybun vormde zijn eenige zorg, maar
een zorg, die hem alleen maar nu en dan
kwelde.
„Met beide handen aannemen, Jongen!"
was zijn antwoord geweest, toen Tom hem
vertelde, welk voorstel mijnheer Ansley
hem had gedaan. „Met tachtig dollar
's maands gedurende den heelen zomer,
en den kost vrij, kun je zeker tweehonderd
dollar op zij leggen".
.(Wordt vervolgdj,
gaan zitten. Men had hem niet gegroet
toen hij de kamer binnenkwam, en van
zijn „goeden avond, mijnheer" was geen
notitie genomen. Mijnheer Ansley had hem
Whitelaw genoemd, waartegen niets was
in te brengen, maar dat mevrouw het ook
had gedaan, was van meer beteekenis. Dit
was zeker de manier, waarop rijke men
schen hun bedienden behandelden.
Hij moest eens goed met zich zelf te rade
gaan, wat hij eigenlijk wel had verwacht.
Volstrekt geen behandeling op voet van
gelijkheid. Natuurlijk niet! Hij had geen
bezwaar knecht te worden, want hij had
het loon noodig. Maar wel tegen.ja,
wat was het eigenlijk? Dat hij moest blij
ven staan, dat hij niet gegroet was, kon
hem niet schelen. Het was de combinatie
van aanmatigingen, die alle samensmolten
tot één groote aanmatiging, die hem deed
voelen, dat hij in het wezen der zaak hun
mindere was. Daar zij dat begrip zoo vol
komen waren toegedaan, kon het niet
anders of het moest blijken ook uit de
wijze, waarop zij tot hem spraken.
Hij had den leeftijd bereikt, die meestal
een paar jaren vóór het twintigste levens
jaar komt, waarop Recht en Onrecht be
grippen worden, die verwarrend en veront
rustend werken. Hoewel niet langer in
staat om Recht en Onrecht op andersmans
gezag te aanvaarden, beschikte hij niet
over een eigen maatstaf, dien hij kon aan
leggen. Hij begon allerlei kerken te bezoe
ken, maar daar hoorde hij slechts, dat die
vraagstukken al lang waren opgelost en
dat de antwoorden op die vragen in be
paalde formules waren vastgelegd.
Maar toch was er iets, waarin hij belang
was gaan stellen. De gedeelten van de
evangeliën, die hij van het altaar, den
lezenaar of den kansel hoorde voorlezen,
maakten zijn nieuwsgierigheid gaande.
Sommige gedeelten, die hij bij de Tolli-
vants als klein kind al had geleerd, waren
hem bekend. Maar die waren onsamen
hangend geweest, zonder inleiding, zonder
geregelde volgorde. Hij was verbaasd te
merken hoe weinig hij wist van de belang
rijkste figuur in de geschiedenis.
Op zijn weg huiswaarts kwam hij een
winkel voorbij, waar bijbels werden ver
kocht. Hij besloot een goedkoop Nieuw
Testament te koopen, en de winkelier
raadde hem aan een nieuwe vertaling te
nemen. Dien avond, toen hij met zijn werk
klaar was, sloeg hij het boekje open op een
bladzijde van het Evangelie van Lukas. Hij
begon bij het begin daarvan en las met
gretigheid, verrukking en verbazing; het
maakte hem kalmer.
Tot laat in den avond zat hij maar
steeds te denken, tot hij plotseling een
klap op de tafel gaf en overeind sprong.
„Ik wil het niet kwalijk nemen .'t Zijn op
hun manier beste menschen. Ze bedoelen
er niets onvriendelijks mee. 't Is alleen
maar dat ze denken zooals alle andere
menschen van hun soort. Onder elkaar
zijn ze beleefd; ze weten alleen niet hoe
ver ze hun beleefdheid naar beneden kun
nen uitstrekken. Ze zijn ze zijn klein
zielig. Ik wil ruim van opvatting zijn
zooals Hij."
HOOFDSTUK XXVIII.
Dit besluit hielp hem door den zomer
heen. Het was een prettige zomer, maar
toch een moeilijke, want het was de eerste
maal, dat hij werk verrichtte, waarvan de
hoofdzaak lag in het tevreden stellen van
menschen. Bij zijn marktwerk was het
werk zelf de hoofdzaak, en werd beoordeeld
naar hetgeen hij presteerde. Zijn werk bij
de hotelclub bracht hem voortdurend in
aanraking met dames en heeren, tegen
over wie het zijn plicht was ook uiterlijk
extra eerbiedig te zijn. Vlug opende hij het
portier voor hen, als zij in of uit de auto
stapten; hij bracht zijn hand naar de klep
van zijn pet, als men hem Iets opdroeg.
Zijn manier van doen en de menschen
aanspreken vormden een onderdeel van
zijn geschiktheid als chauffeur.
Hiertegen had hij geen bezwaar. Alleen
vond hij het vreemd dat, terwijl van hem
geëischt werd beleefd te zijn jegens ande
ren, blijkbaar bijna niemand het noodig
achtte beleefd jegens hem te zijn. Enkelen
maakten een gunstige uitzondering en zei
den „alsjeblieft" en „dank je", zooals zij
dat onder elkaar ook deden. Zij comman
deerden niet, maar verzochten. Anderen
daarentegen verzochten nooit. Als hun
spijsvertering of zenuwen in de war waren,
achtten zij zich gerechtigd hem een stom
merik te noemen, of als het dames waren,
kinderachtig te vitten. Maar hoe onredelijk
soms ook behandeld, hij moest zich aan
wennen dit te verontschuldigen en net te
doen of hij ongelijk had, al was hij ook
van het tegendeel overtuigd. Hoewel hij
nooit had gehoord van het Engelsche be
ginsel, dat men desgewenscht jegens zijn
gelijken onbeleefd mag zijn, maar nooit
Jegens menschen van lageren stand dan
die, waartoe men zelf behoort, voelde hij
Instinctmatig de juistheid van dat begin
sel. 2UJn bescheiden plaats in de maat
LINKS: TOEN GISTERAVOND DE ItAülO DE MEDEDEELING BRACHT, DAT DE TOESTAND VAN DE
KONINGIN-MOEDER VERERGERD WAS, BEGAVEN VELEN ZICH NAAR HET PALEIS AAN HET LANGE
VOORHOUT, WAAR MEN IN ANGSTIGE SPANNING WACHTTE OP NADERE BERICHTEN. RECHTS:
PRINSES JULIANA ZONDAGMIDDAG HET PALEIS VAN DE KONINGIN-MOEDER VERLATEND.
BTLé DER ARBEIDERS voor dr. Philips en zijn
Itgenoote te Eindhoven ter gelegenheid van den 60sten
verjaardag van dr. Philips.
STILLE OMGANG TE AMSTERDAM.
Volendammers in den stoet.
AJAX WON VAN HERACLES MET O-I.
Spelmoment voor het Herades-doel
flLTU MORTALE van een kleine personenauto nabij
Utrecht. Wat er overbleef van het wagentje.
Cambridge wint van Oxford in recordtijd.
De 86e bootraee tusschen Oxford en Cambridge. Cambridge heeft een voorsprong van ruim twee
lengten bij Hammersmith bridge.
door BASIL KING
(Uit het Engelsch).
zeilde de kamer uit met een waar-
i KI van een dame uit den tijd, toen er
I mnoUnes werden gedragen, en Tom
öet akelige gevoel van iemand, die
^matigend had gedragen. Half en
verwachtende de kamer te zullen
^uitgestuurd, wendde hij zich naar
*r Ansley, die echter heel gewoon
•am op de chauffeursbetrekking.
he Tom in waar hij les kon krijgen
iauIfeeren, en dat de kosten daar-
- rekening zouden worden gesteld
'e nieuwe maatschappij, evenals dit
waan worden met de kosten van
lBr«t B van het costuum. dat Tom
F Ou draBen .Toen mijnheer Ansley
lajpht weer opnam, begreep hij dat
lÉjtynoud ten einde was. Met een on-
uitgesproken „Goeden avond,
K T waarop hij geen antwoord
(j.^JAaide hij zich om en ging de
kleurde stemde hem tot ernstig
j n, hoofdzakelijk wat hem zelf be-
markeerde zijn positie meer dan
aMen had hem geen hand ge-
men had hem niet verzocht te