VEILIGE HAVENS Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad De kroning van den Keizer van Mandsjoekvoo. FEUILLETON. [keizer schrijdt aan het hoofd van ministers en andere hoogwaardigheidsbekleeders langs de militaire autoriteiten en de afgevaardigden uit verschillende deelen van het rijk. maakt, die ze maar aan zijn touwtje hoe ven te trekken om hem zijn armen en beenen te laten bewegen. Dat meisje is er een van dat soort." Tom bleef zwijgen. „Ik heb haar wel eens gezien. Een knap, klein ding. Maar dan moet je eens oplet ten hoe ze er over een paar jaar uit zal zien! Allemachtig nog toe, jochie, dan ziet ze er net zoo verlept uit als een van haar eigen linten na een harde regenbui. En toch is dat het soort, dat door de meeste jongens wordt nageloopen, net als een eekhoorn door een jongen hond." Tom schrok, want diezelfde beeldspraak had hij vroeger ook al vernomen. Het was alsof hij nog die lijzige, vermoeide stem die woorden op zachten toon hoorde uit spreken. Zonderling dat die beide mannen, die het leven kenden, omtrent vrouwen tot dezelfde conclusie waren gekomen! Quidmore had ze al even gevaarlijk ge vonden als Honeybun, en had hem toen even ernstig gewaarschuwd als Honeybun thans deed. Mevrouw Quidmore had er eens even knap uitgezien als Maisie nu, maar zooals Tom zich haar herinnerde Honeybun vervolgde, terwijl hij zijn tan den poetste: ,,'t Is makkelijk genoeg met een meisje betrekkingen aan te knoopen, maar verduveld moeilijk om je daarvan vrij te maken. Zoo'n meisje jaagt je in een hoek, waar je niets anders kunt doen dan een dwaasheid begaan en dan zal ze zeggen, dat ze een recht op je kan doen gelden. Er zijn heel wat verhalen in om loop omtrent vrouwen, die ten prooi zijn gevallen aan mannen ,maar op elke vrouw, die ik weet dat zoo'n lot heeft ondergaan, ken ik wel honderd mannen, die door vrou wen in het ongeluk zijn gestort. Als nu een meisje van achttien jaar een jongen, zoo als jij, er toe brengt om zijn geld uit te geven, dat hij voor zijn opvoeding heeft bewaard Toen ging de jongen met een plotselin- gen ruk overeind in bed zitten en gaf een harden klap op het laken. „Spreek geen kwaad van haar! Ik wensch het niet te hooren!" Met die eigenaardige, soepele manier van loopen, die Tom altijd deed denken aan iemand, die zonder eenige moeite eeS opengeschoven raam binnenwipte, ging Honeybun naar de kast, waar zijn nacht hemd lag. „Ik spreek geen kwaad van haar, jochie. Ik wou alleen maar zeggen, dat een meisje, die een jongen er toe krijgt dat te doen, toont wat ze is. En je hebt je geld toch uitgegeven om met haar uit te gaan, nietwaar?" Tom ging weer op zijn kussen liggen en Honeybun draaide toen het gas uit, waar na hij zich op zijn krakende bed wierp. „Je bent heelemaal vrij om te doen en te laten wat je wilt, hoor jochie," zei hij, zijn laken en dekens om zich heen stop pend. „Als je er morgen vandoor wilt ga je gang. Blijf hier niet uit vrees, dat ik je zal missen. Ik heb nooit iemand gemist, en ben ook niet van plan dat nu te gaan doen. Wat ik graag had gewild, is, dat je, na je studies volbracht te hebben, den knapsten jongeman over den kop zou springen ingeval mocht blijken, dat jij de baby van Whitelaw zou zijn." Tom was de heele geschiedenis van den baby van Whitelaw bijna vergeten. Honey bun had er na dien Zondagmiddag, toen hij er van had verteld, nooit meer over gerept. Maai- nu de herinnering weer bij hem werd gewekt, werd hij er kregelig door. en ging maar probeeren te slapen. Hij trachtte aan Maisie te denken, zich haar rose wangen en den lach in haar oogen voor den geest te halen, maar alles wat hij in zijn halfslaap zag, was het eigenaardige, exotische gezicht van Hil- dred Ansley. Het eenige wat Honeybun nog zei, voordat ook hij in slaap viel, was: „We gaan verhuizen." HOOFDSTUK XXVII. Maar ze verhuisden niet, en wel omdat Maisie het deed. Eerst twee dagen nadat zij was vertrokken, hoorde Tom het. Daar juffrouw Danker geen pension hield, maar kamers verhuurde, gebeurde het dikwijls dat hij haar dagen achtereen niet zag, zoodat hij van Maisie door haar tante niets kon te weten komen. Toen hij na zijn gesprek met Honeybun op Zondagavond, Maandag en Dinsdag op Maisie had gewacht, vond hij het vreemd, dat zij zich niet in de gang vertoonde, al bestond er ook geen reden om ongerust te zijn. Hij was van plan Honeybun te verla ten, een baantje te zoeken en onafhanke lijk te zijn. Als hij dan later zijn bezit op de spaarbank een beetje vergroot had, zou hij Maisie ten huwelijk vragen, in de hoop dat zij hem hebben wilde. Dan zou hij achttien, misschien negentien jaar zijn; nog wel wat jong om al te trouwen, maar onmogelijk was het niet. Uit gewoonte was hij die beide dagen toch maar naar school gegaan, en den Woensdag daarop werd hij verrast door een brief. Hij kende Maisie's handschrift niet, maar die brief moest van haar zijn, want het poststempel vermeldde Nashua. Voordat hij de enveloppe nog had open gescheurd, kreeg hij een gevoel als een voorafgaande waarschuwing van haar vlucht. Op Maandagochtend was zij telefonisch naar huis teruggeroepen, omdat haar stiefmoeder op sterven lag. Die was dan ook doodgegaan. Totdat haar vader her trouwde want ze dacht wel dat hij dat gauw zou doen zou ze moeten zorgen voor de vier broertjes en zusjes. Dat was alles. Op papier was Maisie laconiek. Sinds den dood van zijn moeder was er niets geweest, dat hem zoo had geschokt als deze ommekeer in zijn leven. De Tolll- vants hadden hem alleen wat harder in zijn oordeel en wat sceptischer gemaakt; zijn verblijf bij de Quldmores was voorbij gegaan als een sneeuw- of regenbui, bijna zonder eenig spoor na te laten. Honeybun had om redenen, die hij niet kon door gronden, nooit voldaan aan zijn behoefte aan liefde. Maar Maisie wist op natuur- lyke wijze te geven en te nemen. Wel was zij beperkt in haar opvattingen, ruw, soms wreed in haar wijze, waarop zij iets ge daan wilde krijgen, maar zij hield van hem. Hij had haar lief. Daar durfde hij nu wel rond voor uitkomen, want de leeg te, die haar weggaan had veroorzaakt, had een groot gat in zijn leven geslagen. Voor den nog ongevormden, geestelijk nog in zijn groei zijnden, warmbloed igen jonge ling was het iets vreeselijks niemand te hebben, waaraan hij zich met hart en ziel kon wijden. Hij ging aan zijn vurenhouten tafeltje zitten en schreef een brief, die overvloeide van hartstocht, en die zeker wel boven arme Mail's begrip zou rijn, £Wprdt vervofef). DE NIEUWE DIESELTBEINEN DEK NEDERLAND- SCHE SPOORWEGEN welk© op 15 Mei in. gebruik zullen worden genomen. Een der treinen tijdens een proefrit. De zeventigste verjaardag van mevrouw V. Eysden-Vink. De Haagsche burgemeester jhr. mr. dr. Bosch Ridder ran Rosenthal wenscht dc oude actrice geluk, op de receptie in Hotel Paulez. Naast mevr. v. Eysden haar echtgenoot. OR. KHALID SHELD RAKE een Engelsche onderdaan, is door de autoriteiten der Chinee- sche provincie Sin Kiang als koning gekozen. door BASIL KING (Uit het Engelsch). liet zich weer op zijn kussen voelde, dat hij zijn ultimatum en wachtte op antwoord. Maar borg heel bedaard zijn naai- - fej zwart doosje, en begon zijn TOr oen nacht te maken. Toen Tom van water tegen Honeybun's ™°rde, mompelde hij blnnens- "°oeie hemel, dat houd Ik niet weer uit!" 5®0uldelijk;en toon door den hand- -«esende, waarmee hij zijn gezicht Honeybun: „Denk je soms, Neen, hoor! Vanaf het oat een jongen een meisje in laat komen, is het donderen, zou ik zoo graag willen, dat raar eenigszins kunt, je oogen dicht, begroef zijn kussen en deed net alsof hij het haar doel is kwaad te iv,r 26 zÜn van nat-ure allemaal "at schijnt haar ingeboren te het niet helpen. Er zijn er niet tevreden zijn voordat ze ledepoppetje hebben ge- EEERE-WACHT VAN' CAVALERISTEN' bij [ironing van keizer Kang Teh van Mandsjoekwo te Hsinking. JFltli HEN DL - die dit jaar, evenals in 1930 e Petrus-rol in de Oberammergauer Passie- feilen zou spelen, is na korte ongesteldheid overleden. JAPANSCUE VROUW met „Europeesche'' oogen. De scheeve oogen zijn door operatief ingrijpen veranderd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1934 | | pagina 5