Onze Marine en het 3ezuinigings-rapport Idenburg. In de groote voorjaars schoonmaak kunt ge gerust Tink aan pakken. Al worden Uw handen daardoor ruw, rood of stuk, met PUROL maakt ga ze weer zaoht, mooi en gaaf. Vooral 's avonds inwrijven. [jaargang Or LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 14 Maart 1934 Derde Blad No. 22694 KUNST EN LETTEREN. ,rme-deskundige schrijft ons: ï»r de geheele marine met zorg s rapport Idenburg is verschenen. Ide bezuinigingseisch t.o.v. het het marine-budget in aan- eenomen was het voor een iedei k dat deze alleen bereikt zou worden door een algeheele om- en verandering der marine-orga- pe vrees waarmede men in de het. rapport tegemoet zag was dus gegrond. Deze vrees wordt nog liter wanneer men ziet, dat wel de commissie opdracht was gege- ening te houden met de taak dier cht, nl. in hoofdzaak „neutrali- dhaving", maar dat tevens bleek, neer de bezuiniging niet zonder g dezer taak kon worden ver- dit geen reden mocht zijn de te breken. Men zou dan een tie moeten ontwerpen welke vol- n de finantieele eischen, ook al daardoor het gevaar, dat de vloot -r aan haar taak zou kunnen vol- 1 velen onbegrijpelijk zijn geweest, vergelijking der door de commissie -ven bezulnigingsbedragen voor de wapenen, blijkt, dat voor de be- g op marine een veel grooter be- -rdt vastgesteld dan voor de legers erland en Nederlandsch-Indlë, nl. ioen op marine, tegenover 6.5 mil- beide legers. Is de reden van deze hoogst onge- deeling? Onwillekeurig zou men op te gezicht geneigd zijn, hierin te mindere waardeering van de taak marinewapen in de defensie. Wan en echter ziet, dat de regeering u,ds de taak, welke aan de marine werd, niet wenschte te veranderen, "kt, dat men hier naar een ander moet zoeken. De eenige verklaring Inziens, mede in verband met den van het rapport, dat de regeering verdeeling der 26 millioen totale Ing van oordeel was, dat alleen marine groote besparingen op sgr- ebied waren te verkrijgen dcor in. van een militiestelsel, ter vervan- n een groot gedeelte der vrijwilli- et leger hier te lande was bereids leest geschoeid, terwijl dit voor er in Indië blijkbaar onmogelijk werd. mmlssie Idenburg had dus öogen- "k de taak een bezuiniging te zoe- 13 millioen. Zooals echter uit het blijkt is dit bedrag in de practijk iangrtjk te laag, aangezien deze betrekking had op het bud- 1933, groot 37 millioen, welk bud- r verkregen werd door gedurende !e drie jaren bereids 17 millioen "igen door schepen uit de vaart en, brandstofverbruik te vermin- aaardoor het aantal duik. en vlieg. :rminderd werd, aanbouw te ver- ot stop te zetten, schepen, die in uis behoorden in Nederland op te met alle consequenties van dien, den duur niet te aanvaarden is onbevaren en ongeoefend per- Dat een en ander ook het moreel "schen van hoog tot laag niet ten twam behoeft geen betoog, bovengenoemde, bereids tusschen 1933 ingevoerde bezuinigingen, "i de aanbouw zoowel als de ge- eld der vloot op den duur zwaar getroffen, gaven de commissie dan nleiding te verklaren, dat het bud- s 1933 niet gebruikt mocht worden "angspunt voor de bezuiniging, aan- ®en uit moest gaan van de kosten vloot in normaal bedrijf ter sterkte e befensiegrondslagen en dat men r het budget van 1933 groot 37 alsnog moest vermeerderen met oen voor nieuwbouw en 2 millioen loitatiekosten, zijnde de bedragen ffl 1933 voor deze posten te weinig ongetrokken. resultaat hiervan was, dat de com- - zich tegenover de opdracht zag ge- Het 13 millioen te bezuinigen op "toen, maar om 13 plus 8 is 21 mil- op een bedrag van 37 plus 8 is 45 *n te vinden. moest dus trachten de kosten van Wch al minimaal kleine vloot nog ongeveer de helft te reduceeren. wacht om eiken defaitist en ont- °"r te doen watertanden. >,ï!Inailssie geeft in zijn rapport drie I.» f ,P aan> welke tot bezuiniging leiden, nl.: plMering der exploitatiekosten met der vlootsterkte, ™Mering der personeelsuitgaven met F der vlootsterkte en ^dering der vlootsterkte. KT./eeds werd betoogd, waren de Uttf i '€n van <le v'001 gedurende Jaf.en een dergelijk catastro fe S,*1™ teruggebracht, dat de com- [L'J "oorbaat verklaart op deze klim ?00te bezuinigingen te kun- Hen z°overre hier nog voorstel en gedaan, komen deze bij de per- jorganisatie nader ter sprake. dus ssie 'en na te gaan, of de door de ontworpen organisaties van personeel het behoud garan- ?9r» A "c" oliiuuu 5tiiu.il- d m fe Bevechtskracht der vloot in e j^de aan deze vloot tot nu toe &"?at van de studie der commis- 'zln» 'wee verschillende wijzen van 8 vaii plannen, beide met in- tmiiH.een 200 Sroot mogelijk con- er Het eerste plan is dat van weer dienend personeel en ,;r rooals dat tot nu toe practisch kstr ,rJe,weest; het tweede plan van ti .'Iele Indische Marine, naast vlon» ,ne' vr'iwel tot nul geredu- .1' dn. 'n Nederland. In het laatste iy "tactisch de beruchte „split- J'rlne, welke bereids zooveel ocroeri: •utt. ng heeft gebracht, nader Kul! Indische Marine zou nJ. t- speciaal outsiders de oplossing brengen voor d* finantieele moeilijkheden, waarin de Marine feitelijk al sinds jaren verkeert. Oppervlakkig beschouwd schijnt dit ook de oplossing. Het grootste gedeelte van de vloot is immers steeds in Indië. Maakte men daarvan eene Indische marine, dan zou een groot gedeelte van de onkosten wegvallen: zoo redeneerde men. De marine zelf heeft zich steeds krach tig tegen eene splitsing verzet. Men had hier in de practijk de overtuiging verkre gen. dat een voortdurend contact met het moederland zoowel voor personeel als voor materieel een absolute noodzaak, zelfs eene levensvoorwaarde was. Het is hier niet de plaats, de argumen taties der twee plannen volledig naast elkaar op te nemen, maar het zij voldoende hier te constateeren, dat het niemand na lezing der argumentaties moeilijk zal val len zijne keuze te doen. De beweegredenen uit het eerste plan zijn zoo kennelijk juist en die van het tweede betreffende de split sing, zoo absoluut onjuist en in tegen spraak met het eerste, dat eenige twijfel betreffende de keuze wel uitgesloten kan worden geacht. Als voorbeeld diene, dat plan I vermeldt: „Het Nederlandsch beroepspersonee! moet over en weer dienen. Het tropisch klimaat is op den duur te afmattend om er langen tijd onder ongunstige omstan digheden te blijven"Het over en weer dienen van het Nederlandsch beroepsper- soneel is eerste voorwaarde voor het be houd van bevaren, technisch geschoold en physiek krachtig personeel en daarmede eerste voorwaarde voor eene gevechts- waardige vloot". In plan 2 heeft men geen enkel tegenargument weten te plaatsen. Betreffende het materieel in plan I: „Een goede materieel-voorziening der vloot eischt een marmebedrijf van zekere om vang in Nederland. In plan 2: „Het marine- bedrijf (in Nederland) kan sterk worden ingekrompeneen op eenvoudige leest geschoeid aanschaffingsbureau zal de be stellingen hebben te plaatsende werf te Den Helder behoeft niet in stand te worden gehouden" Verder in plan 2: „Aan vlagvertoon be hoeft geene waarde te worden gehecht"... Onze vertegenwoordigers in het buitenland weten wel beter! Wanneer nu nog blijkt, dat eenige der verdere consequenties van plan 2 zouden zijn eene verdere vermindering van de sterkte met 5 onderzeebooten en dat de miliciens twee in plaats van één jaar in de tropen zouden moeten verblijven, zoo schijnt wel voldoende aangetoond, dat plan 2 in alle opzichten onaanvaardbaar blijkt en dit altijd zal blijven. Dit plan kan dus m.i. verder buiten beschouwing blij ven. Resteert dus tot nadere beschouwing plan I, door de commissie zoover doenlijk uitgewerkt. Uit dit plan blijkt duidelijk, dat men er naar gestreefd heeft het mini mum der „zeegaande vloot" nJ. het mi nimum in verband met de taak dezer vloot intact te houden. Blijft dus na te gaan, in hoeverre men hierin geslaagd is. In hoofdzaak wordt de „zeegaande vloot" be handeld, beschouwingen betreffende de bezuinigingen op het kleinere materieel „voor locale defensie" zouden te ver voe ren. Het zij genoeg hier te vermelden, dat ook hier de bezuinigingsresultaten „nave nant" zijn. Het resultaat van plan 1 is, dat de „zeegaande vloot" in totaal zou be staan uit: 3 kruisers (waarvan één onbemand in reserve), 8 jagers en 17 onderzeebooten, waarvan in Nederland: 1 kruiser, 2 jagers en 5 onderzeebooten en in Indië: 2 krui sers de reserve-kruiser), 6 jagers, 12 onderzeebooten Op het eerste gezicht, wekt het eenige verbazing, wanneer men ziet, hoe men op meesterlijke wijze deze miniatuur zee gaande vloot nog eens in een Neder landsch en een Indisch gedeelte splitste. De motieven zijn echter zeer belangrijk, namelijk o.a.: oefening van het in Nederland dienen de personeel op modern materieel, het geen tot nu toe alles te wenschen over liet; eene goedkoope wijze van aflossing van het over en weer dienende personeel; nautische ervaring op grootere zeerei zen, eventueel te combineeren met vlag vertoon; technisch onderhoud en reparatie der schepen gedurende hun verblijf in Neder land, beter dan dit in Indië mogelijk is. Tegenover deze zéér juiste motieven voor deze verdeeling der vloot staan ech ter zéér groote bezwaren in verband met de miniatuur grootte der in plan 1 ge projecteerde vloot en in verband met de eigenschappen van het moderne mate rieel. Het moderne materieel is nJ. tech nisch veel gevoeliger dan het oudere materieel, hetwelk tot gevolg heeft, dat dit materieel veel grootere stilligtijden voor onderhoud en reparatie noodig heeft, ook voor onvoorziene reparaties! Men behoeft trouwens bij het mate rieel vooral bij de kruisers maar eens een „pechschip" te hebben zie de Su matra en de fraaiste aflosschema's, welke men voor de schepen en hunne be manning opstelde, worden volkomen waardeloos! Bovendien heeft men in een dergelijk geval het risico, dat het ge deelte der vloot in Indië voor korten of langeren tijd nog minimaier wordt, dan dit reeds is Verder zal het steeds een zeer groot bezwaar blijven, dat de kleinste helft der voor Indië bestemde vloot in Nederland vertoeft. Zal men steeds de tijd hebben, deze schepen vooral de veel langza mere onderzeebooten in tijden van spanning tijdig in Indië te doen arrivee- ren? Zal de Regeerins steeds in staat zijn het oorlogsgevaar tlidig te onderkennen? Men zal toch moeilijk kunnen beweren, dat de helft der eenroiecteerde vloot, zij het dan ook de grootste helft, aan de gestelde taak ln Indië zal kunnen vol doen. Uit bovenstaande bliikt voldoende, dat plan 1 in dezen vorm absoluut onaanne melijk is! (Slot volgt) NATIONALE LIBERALE DEMONSTRATIE. TAL VAN SPREKERS TE AMSTERDAM. Te Amsterdam ls gisteravond in het uitverkocht Concertgebouw een nationale liberale demonstratie gehouden, waarin allereerst mr. D. Fock het woord heeft gevoerd. Hij sprak over „Nationaal be sef" en zette uiteen dat dit ministerie een crisis-ministerie is. Er zijn maatregelen noodig, die in andere omstandigheden niet noodig zijn. Spr. verheugt zich er in. dat er samen werking is van links en rechts. Van link- sche partij zijn we langzamerhand geko men tot de middenpartijen. We houden echter vast aan onze politieke beginselen. We willen de vrijheid en het gezag hand haven. Zonder dat laatste is de Staat niet bestaanbaar. Vrijheid is ook gebonden heid. In dit verband richtte spr. een waarschuwing tot de jeugd. De vrijheid, mogen we niet prijs geven voor een dic tatuur. Spr zette verder uiteen dat het parle mentaire stelsel niet zonder gebreken is. Men moet trachten, dat het liberalisme weer een vooraanstaand standpunt gaat innemen Amsterdam heeft bij de vorige verkiezingen een goed voorbeeld gegeven, Spr. wekte tenslotte op te strijden tegen de extremisten van links en rechts. Vervolgens sprak prof. mr. C. W. de Vries, hoogleeraar in het Staatsrecht aan de Handels Hoogeschool te Rotterdam, die sprak over: „het Beginsel". „Wat wilt ge", vroeg spreker, de hiërarchie of de vrijheid' De vrijheid staat een goed en soepel staatsbestuur niet in den weg. De liberale staat vertrouwt het hoogste gezag toe aan de Koningin. Dit gezag is als elk gezag gebonden in de gezagsuit oefening. Stir zette uiteen, dat de ko ninklijke macht tegen willekeur is be schermd. Tenslotte zeide snr. nog een woord over den Raad van State. De eco nomische en staatkundige Raad van State met adviseerende macht, uitge oefend door niet-belanghebbenden is in den liberalen staat thans dringend nood zakelijk. De Liberalie Staat kent vele nieuwe mogelijkheden, maar de hoofdzaak het beginsel van de staatkundige homogeni teit blijft gehandhaafd. De volgende spreker was dr. I. H. J. Vos, wethouder van Amsterdam. In zijn rede behandelde deze het liberalisme in dezen tiid. Sot. was van meening dat de achteruitgang van het liberalisme niet moet worden toegeschreven aan evenre dige vertegenwoordiging maar aan psy chologische factoren. Langzamerhand gaan wii aan den liive gevoelen wat het liberalisme is Het gaat er mee als met de gezondheid Zoolang men gezond is waar deert men haar niet. maar zoodra men haar mist. gaat men de gezondheid pas waardeeren. Deze oovatting begint langzamerhand weer door te dringen. Spr. zette uiteen, dat het liberalisme de oolossing kan brengen van de groote moeilijkheden, waarin de wereld thans verkeert. Wat het revolutionair gevaar van thans betreft, meênde dr. Vos dat men genist kan zijn. Het ministerie Collin heeft de macht achter zich. Meer dan 80.000 jonge man nen staan gereed om hun leven te geven, wanneer men het wagen durft te grij pen naar de macht. In den nood der tij den groeit de nationale eenheid. Na de pauze was het woord aan mr. W. C. Wendelaar, voorzitter van de Liberale Staatspartij „De Vrijheidsbond". Spr. wijdde eenige beschouwingen aan de gezagskwestie. In dezen tijd is het meer dan ooit noodig dat het gezag moet gelden. De soc. democraten hebben de laatste jaren het gezag ondergraven. Ook de communisten zijn bezig te trachten dat gezag te ondermijnen. Aan de soc. dem. partij dient onder het oog gebracht dat men van gezagsondermiining niet ge diend is Sor. komt er tegen oo dat de fascisten oamfletten verspreiden met verdachtmakingen die op geen enkelen grond berusten Als Mussert zegt dat hij voor het gezag is, dan bedoelt hij daar mede. dat hij voor zijn gezag is, voor het fascistische gezag. Spr. wekt op front te maken tegen al deze partijen. Tenslotte was het woord aan mr. G. A. Boon. lid van de Tweede Kamer, die sorak over het einde van de beschaving. Sor. onderscheidt drie cerioden: tot 1914. na 1918 en na 1929. Na 1929 is de mensch- heid teruggevallen in een economische en geesteliike crisis, die haar weerga niet kent. Er treft nu weer 'n geleidelijke aan passing plaats op een lager levenspeil en langzamerhand zal men tot betere toe standen komen Echter velen zijn in hun bestaan bedreigd. Zii zoeken naar ver andering. Hiervoor luisterden zij naar profeten die voor alles uitkomst weten. Het ziin lieden, die de maatstaf der be schaving hebben verloren. Spr. hooote dat men wakker zal worden om de be ginselen van bet liberalisme uit te dra gen. SDr. besloot met wel te bedenken dat de beschaving van ons land en van ons volk en vooral de toekomst van onze kinderen liggen ln eigen hand. NIEUWE MAASBRUG BIJ HEDEL. Er worden opmetingen verricht. Het „Huisgezin" bericht, dat de Rijks waterstaat opmetingen heeft verricht, voor 't maken van opritten voor 'n vaste verkeersbrug over de Maas bij Hedel. Vol gens het voorloopig plan zouden aan de Noordelijke zijde de opritten beginnen, ongeveer 200 Meter ten Noorden van den driesprong van den Rijksweg Utrecht-Den Bosch en den weg KerkdrielHedel. Aan de Brabantsche zijde van de Maas zou den de opritten van den weg Den Bosch— Hedel beginnen voor de in deze nabijheid gelegen uitspanning café Treurenburg en afsnijding van een gedeelte van het fort Crevecoeur vorderen. Door den Rijkswaterstaat werd mede gedeeld. dat met Defensie onderhandeld moet worden omtrent het verloop bij de Zuidelijke opritten, die het terrein van het fort Crevecoeur zouden moeten door kruisen. Het ligt in het voornemen van den Rijkswaterstaat om zoo spoedig mo gelijk met den bouw van de verkeersbrug over de Maas te beginnen. PRONVINCIALE STATEN VAN ZUID HOLLAND. Salarisregeling goedgekeurd. (Vervolg van gisteren). De heer Bolsius (Ged. Staten) meent, dat het vanzelf spreekt, dat er verschil lende desiderata overblijven. Veler critiek was gericht op de politiek der Rijksregee- ring en behoort dus in dit college niet thuis. Wat het behoefte-element betreft, wijst hij er op, dat dit ook is Ingevoerd ln het ambtenarenreglement. Het wordt nu slechts gecontinueerd. Principieel is deze zaak beslist. Het voor stel beoogt een algeheele aanpassing bij de Rijksregeling. De strijd, die bestond tusschen Ged. Staten en de regeering, had niet dien omvang, welken de heer De Kanter daaraan gaf. Het geschil ging eenvoudig over den datum van invoering. De besparing, die hier verkregen wordt, bedraagt 12 a 14%> van den salarispost. Het resultaat, dat bereikt is in het georga niseerd overleg, is voor Ged. Staten een belangrijk punt geweest. Men moet dit overleg zijn waarde geven, die het toe komt. Spr. verdedigt vervolgens eenige salaris- posten en betoogt, dat zooveel mogelijk is rekening gehouden met den bestaanden toestand. Door de overgangsbepalingen wordt het gemakkelijker gemaakt, zich aan te passen. Spr. dringt er op aan, de voor stellen als één geheel te beschouwen, die zonder wijziging worden aangenomen met het oog op de overeenstemming, bereikt in het georganiseerd overleg. De algemeene beschouwingen worden gesloten. Bij art. III verdedigt de heer J ter Laan (S.D.A.P.) een amendement met de strek king de door Ged. Staten voorgestelde versterking van het behoefte-element in de salarisregeling tegen te gaan. Het amendement wordt verworpen met 50 tegen 24 stemmen. Een amendement-Ter Laan om bij den standplaats-aftrek geen verschil te maken tusschen groepen van personeel wordt verworpen met 50 tegen 25 stemmen. De heer Schouten (AH.) zegt, dat hij zich niet kan vereenigen met art. XIV, volgens hetwelk de salarisregeling niet onmiddellijk zal doorwerken voor het overgroote deel der ambtenaren. Hij dient een amendement in om te bereiken, dat na drie jaar de salarisregeling vrijwel over de heele linie gaat doorwerken door een afloopende schaal toe te passen bij den toeslag, die gegeven wordt. De heer J. ter Laan bestrijdt dit amen dement op psvchologische gronden. De heer v. Walsum (C.H.) acht de rege ling van Ged. Staten beter dan het amen dement. De heer Bolsius (Ged. Staten) bestrijdt het amendement. Hij dringt er nogmaals op aan, het voorstel ongewijzigd aan te nemen. Over dit punt is in het georgani seerd overleg met moeite overeenstemming bereikt, De heer Schouten repliceert. De heer De Kanter (Lib.) verklaart, dat zijn fractie tegen het amendement zal stemmen omdat het de ambtenaren in een deprimeerenden toestand brengt. Het amendement wordt verworpen met 54 tegen 20 stemmen. De verordening in haar geheel wordt goedgekeurd met 54 tegen 26 stemmen. Tegen S.D.AP., C.P. en E.S.E,. De vergadering wordt gesloten DE BOEKBINDERSBOND JUBILEERT. Receptie in het Amstel-Hotel te Amsterdam. Gistermiddag hield de Ned. Bond van Boekbinderspatroons, ter gelegenheid van zijn 25-jarig jubileum, 'n receptie in een der zalen van het Amstelhotel te Amster dam. Te omstreeks half vier nam de heer P. Proost, namens de leden van den Bond. he t woord en bood den voorzitter een schrijfbureau aan, dat geheel zal worden gemaakt naar den wensch van den voor zitter. Voor het kantoor bood spr. een zon- neklok aan en tenslotte een oorkonde, die beide geschenken omschrijft. De heer A. G. de Flines sprak namens de jongere bondsleden eenige woorden van waardeering, en bood een prachtig uitge voerde caligTaphie aan. De voorzitter, de heer F. L. v. d. Bom, dankte in de eerste plaats de jongeren, bracht voorts dank aan de leden en ein digde zijn toespraak, met den wensch uit te spreken, dat de bond in dezelfde bezie ling moge voortgaan in het belang van de Ned. boekbinderij. Tenslotte sprak de heer F. v. d. Wal, namens de Arbeidersorganisatie. Daarna bleven de vele belangstellenden, waaronder verscheidene vertegenwoordi gers van boekdrukkersoroiisaties en der gelijke terwijl ook Oud-minister Posthuma even aanwezig was, nog geruimen tijd bijeen. Gistermorgen was op het bondskantoor den voorzitter, namens de leden, een ze tel aangeboden, waarin met goud de ini tialen van den bond zijn aangebracht. De heer J. Stokking hield daarbij een rede. HET CONFLICT IN HET MAATBEDRIJF GEËINDIGD. Het werk hervat. Gisteren werden vergaderingen gehou den van den Bond van Kleedermaker Pa troons en eveneens met uitgeslotenen en stakers van de samenwerkende Bonden in de kleeding-industrie. Overeenstem ming werd verkregen op den volgenden grondslag: In plaats van den oorspronkelljken eisch van den Werkgevers-Bond de loo- nen te verlagen met 12'/- pCt., werd over eengekomen, dat de uurloonen met 2 cent zullen worden verminderd, terwijl de vak bonden zich verplichten de "r'='skleeding bij de maatconfectiezaken af te wijzen. De uitsluiting en staking in het maat- bedrijf is hiermede geëindigd. Het werk ls heden hervat. DE POSTVLUCHTEN. De „Oehoe" (uitreis) is gisteren uit Dj ask vertrokken en te Jodhpur aange- komen. MARIE VAN EYSDEN—VINK 70 JAAR. Marie van Eysden-Vink. Heden wordt mevr. Marie van Eysden- Vink 70 jaar! 10 jaar is het reeds geleden dat zij het Tooneel vaarwel heeft gezegd, al is zij sindsdien nog wel eens een paar malen „teruggekeerd", o.a als Pieternel. Althans in haar geliefd Rotterdam. Nog ln vollen vorm, nog op 't toppunt van haar groote kunnen heeft zij destijds afscheid genomen, t Heeft haar moeite gekost, voor haar gold Immers volop: adieu, c'est mourir un peu. Maar zij heeft het offer gebracht voor een rustigen levensavond en daarin voelt zij zich thans gelukkig aan de zijde van haar echtge noot, den heer P. D. van Eysden, met wlen zij ln 1891 in het huwelijk trad. Een rustige levensavond had zij wel verdiend na al haar moeizaam streven in Plankenland, waar zij zich een grooten naam had veroverd als actrice doch te vens groote vriendschap had verworven. Zij was geworden een lieveling van het publiek. Ook in Lelden, waar de studen ten b.v, in 1904 bij haar zilveren jubileum de paarden van haar rijtuig spanden. Geestig dankte zij „de lieve diertjes". Ook heden zal het haar zeker niet aan belangstelling uit den uitgebreiden vrien denkring ontbreken. Haar tooneelloopbaan zullen wij thans niet nagaan. Slechts mogen even In ge dachten worden teruggeroepen haar cre aties: Madame Sans-Gène, Koningin Eli sabeth Marie Tervoorst ln Emants' Dom heidsmacht, de gravin ln „Het sprookje van den wolf", Kathe ln „Oud-Heidelberg", Caesarine in „Mijnheer Pirroen"! RECLAME. 7549 GEEN TERUGKEER VAN DEN VROEGEREN KEIZER NAAR DUITSCHLAND. In verband met de geruchten omtrent een gehouden familieraad op Huize Doorn waarvan wij gisteren melding maakten, bevestigt het „Handelsblad" dat inder daad gistermorgen aldaar een belangrijke familieraad is gehouden, waarbij aanwe zig zijn geweest de gewezen kroonprins, de prinsen Eitel Friedrich en August Wil helm. alsmede eenige Duitsche generaals, onder wie generaal Von Stülpnagel. Over het onderwerp, dat in dien familieraad besproken is, kon het blad echter geen nadere gegevens krijgen. Geruchten over een terugkeer van den Duitschen ex-keizer naar Duitschland zijn zonder eenigen grond. HANDELSBESPREKINGEN MET FRANKRIJK. Reuter meldt uit Parijs, dat de econo mische besprekingen, welke daar ter stede sinds eenigen tijd worden gevoerd tus schen Nederland en Frankrijk, een zeer gunstig verloop hebben, zoodat men zeer binnenkort een regeling van de kwesties van het handelsverkeer tusschen beide landen mag verwachten. In wel ingelichte kringen neemt men zelfs aan, dat een positief resultaat van de besprekingen reeds vandaag zou kun nen worden vastgelegd. STEUN AAN HET VEENBEDRIJF IN DRENTE. Op de departementen van Economische en Sociale Zaken ls op grond van de Landbouw-Crisiswet een plan ontworpen, dat ten doel heeft het veenbedrijf ln Drente op gang te helpen. De arbeiders, die thans in de werkverschaffing of de steunverleening zijn geplaatst, zullen dan voor een groot gedeelte weder in het veen bedrijf een plaats kunnen vinden, terwijl op het bedrag, dat thans aan weikeloos- heidskosten wordt uitgekeerd, nog iets wordt bespaard. De regeering heeft zich in beginsel mrt de gedachte van dit plan vereenlgd. Even wel zijn aan de uitvoering nog een twee tal bezwaren verbonden. Gepoogd wordt, deze moelijkheden thans op tc lossen. VERSPREIDE BERICHTEN. Benoemd is per 1 April a s. tot hoofd van de bacteriologische afdeeling van het centrale laboratorium voor de volksge zondheid en het rijks-serologische insti tuut dr. J. F. Hulk, hoofdofficier van ge zondheid le kl. der Kon. Marine, chef van het laboratorium te Den Helder, benoemd per 1 Maart j.l. tot hoofd van de chemi sche afdeeling van genoemde instellingen dr. J. F. G. Relth.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1934 | | pagina 9