De plechtige Troonsbestijging van Koning Leopold III van België. De beëediging in 't Parlement. jaargang VRIJDAG 23 FEBRUARI 1934 No. 22678 STADSNIEUWS. nver. „Ondersteuning zij ons doel", Het voornaamste Nieuws van heden. EIDSCH DAGBLAD DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN PRIJS DER ADVERTENTIENa per regel voor advertentien uit Lelden en plaatsen agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle o advertentiën 35 Cts. per regel. Kleine Advertentiën tend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 Cts. n maximum aantal woorden van 30. 2 volgens postrecht. Voor eventueele opzending van n 10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 5 Cts. Bureau Noordeindsplein Telefoonnummer» voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54. PRIJS DEZER COURANTjj Voor Leiden per J maanden 1.2.35; per weefc I.0.1S Bulten Lelden, waar agenten gevestigd zijn, per week „0.11 Franco per post f. 2.35 portokosten. mer bestaat uit VIER bladen ERSTE BLAD. raad VAN ARBEID. hlkking van den minister van en, zijn de hierna te noemen I met ingang van 1 Maart voor J van drie jaren aangewezen als ir-lid, plaatsvervangend werk- Tvan den Raad van Arbeid alhier: p Boot Sr., Oegstgeest; plv. lid: iiink Jr., Leiden; 2. lid: ir. F. H. Leiden, plv. lid: H. W, Tieleman n en tot arbeiders-leden, resp. angend arbeiders-leden: 1. lid: Stralen, Leiden; plv. lid: J. Alt, lid: F. Eikerbout, Leiden, plv. H. Grotenhuis, Oegstgeest. ZANGVEREENIGING ANG ZIJ ONZE LEUS". ganda-avond in „Prediker". Zangvereeniging „Zang zij onze -teur de heer Teljeur, heeft gis- d in Gebouw Prediker een pro- angavond gegeven, welke door aantal belangstellenden werd ld. [het groote als kleine koor werk- peze uitvoering mede. Verschil- Ijes werden door het kinderkoor pdig succes uitgevoerd. De klep- h van Frank had vooral veel bij— iegenbede van Cath. van Rennes en waardig slot van een avond, Eang zij onze leus" het schoone kunst weer bij vernieuwing naar Kt gebracht. t groote koor heeft wederom be- 'gelegd van haar kunnen. „Het Édel op de thuisreis" voldeed ons keest. the medewerking verleende mej. Ba. pemend voorzitter, de heer Van b, heette bij den aanvang allen welkom, deed mededeeling dat de fitter, ds. Punselie verhinderd fkte op zich aan te sluiten bij het (en wij nog, dat de begeleiding was van mej. Verwer. die zich feldige wijze van haar lang niet |ke taak kweet. onze leus" heeft dezen avond ving bewezen haar plaats in de ristelijke zangvereenigingen in eere in te nemen. ORANJE-GARDE. stuur der onlangs opgerichte urde heeft zich als volgt gefor- IC. Wulffraat, voorzitter, W. Boer norzitter, J. Overduin Jzn„ ie se- pej. A. Noort, 2e secretaris, mej. i ie penn., J. van Gent, comm. [A. van Biemen, alg. adj. terwijl Groot Enzernk als adviseur zal Nauwelijks zijn de indrukken van de aangrijpende bepafenisplechtigheid van gisteren eenigszins bezonken, of een nieuwe plechtigheid eischt de belangstel ling te Brussel voor zich op. Nog treurt men over het verlies van den beminden Koning Albert of reeds moet zijn opvolger in zijn ambt bevestigd worden. En de droefenis om den vader neemt niet weg, dat in het Belgische volk een gevoel van vreugde leeft om het feit, dat men ervan overtuigd is, in den nieuwen troonopvolger een vorst te zullen krijgen, die zijn Vader waardig is, die vele karaktertrekken met zijn Vader gemeen heeft en die reeds thans als Kroonprins, evenals zijn gemalin en zijn kinderen, de liefde van het Belgi sche volk heeft gewonnen, zoodat men met vertrouwen de regeering in zijn han den legt. Dit gevoel van toegenegenheid is heden wel op duidelijke wijze tot uiting geko men. Weliswaar geldt in dit geval, nu het een zoozeer geliefd vorst als Koning Al- bert en een zoo tragische dood betreft, niet in zijn volle beteekenis het oude „Le Roi est mort, vive le Roi", maar niette min is vandaag en morgen de rouw, die het Belgische Hof tot in Augustus zullen houden, opgeheven. Zij over de begrafenisplechtigheid nog vermeld, dat tegen het protocol in, dat de koninginnen Elisabeth en Ast-rid in de Gudule-hoofdkerk den plechtigen lijk dienst hebben bijgewoond. Dit omdat het de uitdrukkelijke wil van Hare Majesteit was, hier een laatste maal by het stoffelijk overschot van den ko ning te komen bidden. Met de twee koninginnen bevonden zich daar ook o.a. de hertogin de Vendóme, prinses Josephine von Hohenzollern, zus ter van den koning, prinses Clementine en prinses Martha van Noorwegen. De vorstelijke personen hadden plaats genomen in een der donkere zij-kapellen, die in hoefijzervorm het hoofd-altaar om geven. Van daaruit konden de beide koninginnen en de prinsessen de plechtig heden volgen, zonder zelf door de in de kerk aanwezige personen gezien te worden. Eenigen tijd na afloop van de plechtig heden zijn zij even onopgemerkt vertrok ken ais zij gekomen waren. De komst van de Koninklijke Familie. Wederom bood de hoofdstad vanmorgen een levendige aanblik. De drukte was ech ter niet zoo groot als gisteren, want velen zijn uit verschillende deelen van het land gekomen slechts ter bijwoning van de be grafenisplechtigheden en zijn, evenals het grootste gedeelte van de tallooze oudstrij ders, die gisteren hier waren, gisteravond en in den namiddag weer vertrokken. Niettemin was de drukte in de stad groot, want de nieuwe Koning legde, evenais zijn Vader op 23 December 1909, een groot deel van den weg naar het Parlement door de binnenstad af. Reeds vanmorgen te 8 uur gaf een salvo van het 40-jarlg bestaan van de Ziekenver. „Ondersteuning zij ons ^wt het bestuur morgen in de Stadszaal een feestavond. - Hierboven iubileerende vereeniging (v.ln.r.): Zittend:- C. J. Fransen. 2e Hendriks le secretaris, S. P. Strijk, le voorzitter. H A. Weeber, le ,r J J. Mulder, 2e voorzitter. Staande: H. Slegtenhorst, 3e commissaris, commissaris N. v. d Klugt 2e penningm., G. Verver, le commissaris. van 101 kanonschoten te kennen, dat de nieuwe Koning zijn intrede in de hoofd stad zou doen. Korten tijd later begonnen verschillende hooggeplaatste autoriteiten, voornamelijk hooge militairen en alle le den van den Generalen Staf, zich bij het Kasteel Belle Vue, waar de Koning ver toefde, terwijl Koningin Astrid den nacht in het Paleis te Brussel had doorgebracht ter vermijding van de lange rijtoer van i Laeken naar Brussel in verband met haar toestand. Want het is in België reeds een publiek geheim, dat in het gezin van den jongen Koning binnenkort een blijde ge beurtenis tegemoet kan worden gezien. Te kwart over negen verscheen Leopold, begeleid door eenige officieren van zijn gevolg, voor den ingang van het Kasteel. Alvorens zijn paard te bestijgen onder hield hij zich met den Brusselschen burge meester Max, die met een deputatie van leden van het gemeentebestuur van Brus sel aanwezig was teneinde den Koning welkom te heeten. Hierna besteeg de Ko- ning zijn paard en gevolgd door de offi- j eieren van den Generalen Staf begon hij zijn tocht naar Brussel. Een corps cavai- 1 lerie sloot den stoet. Toen de Koning het groote hek van het park uitreed, kondig de een nieuw salvo van 101 kanonschoten aan, dat de Koning vertrokken was. Wederom verdrong zich een groote me nigte achter de afzetting, die ditmaal voornamelijk gevormd werd door de te Brussel in garnizoen .liggende troepen van verschillende wapens. Voorbij het Jules de Troozplein over de brug van het kanaal gaat het rechtsaf, langs den Antwerpschen Steenweg en de Rue de Laken naar het centrum van de stad. Vooral op de Place Brouckère is de drukte groot. Evenals langs de meeste andere gedeelten van de route is geen raam onbezet en hebben vele toeschouwers ook een plaatsje op de da ken gevonden. Door de Rue Fossé-aux- Loups, de Place de la Monnaie, de Rue Cardinal Mercier. de Hofberg en de Place Royale komt de" stoet, via de Rue Royale, i in de Wetstraat, waar de menigte achter de afzetting al buitengewoon groot is om de aankomst der vorsten te zien. Want ook Koningin Astrid en de Koningin-Weduwe Elisabeth komen Begeleid door een afdeeling cavallarie arriveerden de beide koninginnen kort voor Leopold per rijtuig, via de Rue Royale en de Wetstraat, voor het Parle mentsgebouw, waar de eerewacht is be trekken door soldaten van het 8e Linie regiment. Aan den ingang worden zij begroet door een commissie van ont vangst, bestaande uit de Senatoren Dierckx, D'Ursel, Matagne en Pater Rut ten. Langs den linkerkant van de zaal, voorbij de leden van den Senaat, werden de beide Koninginnen naar de voor hen bestemde troonzetels geleid. Even later kondigde tromgeroffel de komst van den Koning aan. De wacht brengt hem het eere-saluut, waarna hij het Parlementsgebouw binnen treedt, begroet door een tweede commissie van ontvangst, bestaande uit de senatoren Armand Husmans, lngenbleeck, Segers, Van Overbergh, Berryer, Wauquez, Vinck en Volckaert. De Koning wordt langs den rechterkant van de zaal, voorbij de leden van de Kamer, naar zijn plaats geleid, waar hij een kort woord met de Koningin wisselt alvorens plaats te nemen. De zittingzaal van de Kamer heeft verschillende veranderingen moeten on dergaan voor deze plechtigheid, ten einde allen genoodigden, waaronder be halve alle leden van het kabinet, den Staatsraad, Senaat en Kamer, vele bui- tenlandsche vertegenwoordigers, de leden van het corps diplomatique, de hooge geestelijkheid en vertegenwoordigers der hooge rechterlijke colleges, alsmede vele andere autoriteiten, plaats te kunnen bieden. De banken van het Presidium zijn weggeruimd teneinde de troonzetels en de zetels der koninklijke gasten te kunnen plaatsen. Ook de volgorde der overige banken is gewijzigd om plaats te kunnen bieden aan alle genoodigden. De zaal is versierd met de Belgische nationale kleuren en boven de troon van den Koning hangt het koninklijke schild. De rugleuning van des Konings troon zetel draagt met gouden letters het devies van het Belgische Koninklijke Huis en van het Belgische wapen: „L'Union fait la Force". De meeste staatshoofden of hun ver tegenwoordigers, hebben ter zijde van de troonzetels plaats genomen. Ook Prins Hendrik en zijn gevolg zijn aanwezig. Als Leopold heeft plaats genomen, nemen ook de aanwezigen, die zich reeds van hun zetels hadden verheven, toen het gejuich der menigte buiten het parle mentsgebouw de aankomst van den nieu wen yorst had aangekondigd, weer plaats. Leopold ni en Astrid. De eedsaflegging. Tegenover minister-president De Broc- queville legt de jonge koning dan in het Fransch en vervolgens in duidelijk, zuiver uitgesproken Nederlandsch, met krachtige stem de volgende eed af: „Ik zweer de grondwet en de wetten van het Belgische volk te zullen naleven, de nationale onafhankelijkheid en de on schendbaarheid van het grondgebied te zullen handhaven". Een groot enthousiasme maakte zich van de in het tot de laatste plaats bezette parlementsgebouw aanwezige afgevaar digden en delegaties meester. Het hoera geroep werd overstemd door het „Leve de Konmg". De troonrede. Koning Leopold III aanvaardde het koningschap met het uitspreken van een troonrede, waarin hij verklaarde, zich volkomen bewust te zijn van de verant woordelijkheden, die hem zijn opgelegd, verantwoordelijkheden, welke hij aan vaardt, treurende om den tragischen dood van zijn diep beminden vader, en die een verbintenis vormen tusschen de vorst en de natie, als een verdrag van wederzijdsch vertrouwen. „Ik erken de zware plichten, aan dezen eed verbonden, te vervullen op dezelfde wijze als mijn drie voorgangers dit hebben gedaan". De jonge koning verklaarde de traditie van het Belgische vorstenhuis, zich te stellen in dienst van de natie, voort te zullen zetten. Het was een van de dage lij ksche zorgen van zijn vader en de eer van zyn leven de plichten na te komen, die voortvloeien uit de samenwerking met zijn volk. Leopold III betuigde vervolgens aan de natie zijn diepe erkentelijkheid voor de algemeene vereering en hulde, die zij aan den betreurden Koning, zijn vader, heeft gebracht, en voor het dieoe medeleven met de eindelooze droefheid van zijn ge liefde moeder. Uit het buitenland bereikten ons tallooze rouwbewijzen. Namens mijn land dank ik van ganscher harte al degenen, die aan ons gedacht hebben, in de eerste plaats de vorsten en staatshoofden, die door hun persoonlijke aanwezigheid of door hun hoog geplaatste vertegenwoordigers deel neming hebben betuigd in onze nationale rouw. In het bijzonder trof ons bij de uitvaart de afvaardiging van de dappere leden van de weermacht van Frankrijk en Groot- Brittannië, die onze herinnering heeft gewekt aan de wapenbroederschap uit de onvergetelijke dagen van roem en smart. De gestorven Koning had zijn wapenbroe ders vaderlijk lief en ik zelf heb onder hem geleefd en ik hoop, dezelfde harte lijkheid. genegenheid en warmte te vinden. Na gewezen te hebben op de beproevin gen, die het Belgische volk gedurende honderd jaar heeft doorstaan, wees hij op de noodzakelijkheid van aanpassing bij de huidige tijdsomstandigheden. Hij ver klaarde overtuigd te zijn van de noodzake lijkheid van de bevestiging van den maat- schappelijken vrede en dat alles moet wor den gedaan tot verwezenlijking van den vdede, de bevrediging van aller belangen en de verzoening van aller harten. Bijzon der zwaar is in den crisistijd de taak van de regeering geworden. Wij beleven op internationaal gebied, de rampen van den BINNENLAND. Het sociale beleid der regeering; memorie van antwoord aan de Eerste Kamer. (Bin nenland, 3e Blad.) Ons parlementair overzicht. (2e Blad.) De muiterij op de „De Zeven Provinciën; tegen commandant Eikenboom is één jaar gevangenisstraf geëischt; de verdediger bepleit vrijspraak. (3e Blad.) De zaak-Onnes van Nijenrode; Onnes contra Koning. (Rechtzaken, 3e Blad.) Overleden is de musicus Willem Kes. (Kunst, 3e Blad.) BUITENLAND. De eedsaflegging door koning Leopold III van België, (le Blad.) Het bezoek van Eden aan Berlijn be ëindigd. (Buitenland, 4e Blad.) Suvisch te Boedapest. Voorstellen tot een entente tusschen Italië, Oostenrijk en Hongarije. (Buitenland, 4e Blad.) Politieke moord in Nicaragua. Ook gene raal Sandino gedood. (BuitenL, 4e Blad.), De Fransche begrooting door de Kamer goedgekeurd. De regeering mag per decreet bezuinigen. (Buitenl. 4e Blad). economischen oorlog. Dienaangaande heeft de overleden vorst bij meer dan één gelegenheid het dreigende gevaar gezien en uiting gegeven aan zijn angst. Met alle macht wil ik mijn steun verleenen aan elke poging om arbeid, handel en nijver heid doelmatig te dienen en den toestand te verbeteren, die zoo zwaar den midden stand en de arbeiders treft. Vervolgens herinnerde Leopold m eraan dat hij zich gedurende de laatste jaren hoofdzakelijk heeft toegelegd op de bestu deering van het koloniale vraagstuk en hij wees op de groote beteekenis daarvan voor het land. Hij bracht hulde aan het geniale inzicht van den vorst, die den Congo tot ontwikkeling heeft gebracht, welke bijge dragen heeft tot de grootheid van het va derland. Hieraan zal hij zijn aandacht wijden. De geestelijke en zedelijke krachten be vorderen de ontwikkeling van een volk. De groote geestdrift, die herhaaldelijk tot uiting gekomen is voor de stichting van een Nationaal Fonds voor Wetenschappe lijk Onderzoek is het gevolg van 't schoone initiatief van mijn vader. Hij zal op dit punt de voetsporen van zijn vader volgen- Het behoud van de nationale onafhan-» kelijkheid en de onschendbaarheid van het grondgebied is onafscheidelijk verbon den aan de eenheid van de natie. De een dracht en de saamhoorigheid, die op deze dagen tot uiting zijn gekomen, moeten voortduren. Ons land zal niet nalaten mede te werken aan het bevestigen van den vrede, die door toenadering tusschen alle volkeren gehandhaafd en bevestigd moet worden. Wij zullen alle offers moeten aanvaarden voor de verdediging van onze vrijheid en onze goederen. Aan deze taak zal hij zich wijden en de Koningin denkt hierover als hij. Onze kinderen zullen wij in denzelfden geest opvoeden. Koning Leopold III besloot zijn rede met het uitspreken van den vurigen wensch, dat de goddellijke Voorzienigheid mogen medewerken aan den voorspoed, de grootheid en het geluk van het vader land. De rede van den Koning werd herhaalde malen door applaus en gejuich onderbro ken en toen hij sprak over de Koningin, brak een langdurig „Leve de Koningin" los. Bij het uitspreken van de rede in den Franschen tekst werd uit de zaal, toen de Koning zeide zich in dienst te stellen van „La Patrie", geroepen: „et le peuple." Het vertrek uit 't Parlement Het vorstenpaar verlaat het parlements gebouw, gevolgd door de Koningin-We duwe Elisabeth, hun beide kinderen en de aanwezige buitsnlandsche vertegenwoor digers. Onder hen bevinden zich o.a. Ko ning Boris van Bulgarije, Prins Umberto, Prins Hendrik, Prins Karei van Denemar ken en Prins Chila van Siam. Dan volgen de Minister, de leden van den Staatsraad, het corps diplomatique en de leden van Kamer of Senaat. Als het jonge vorstenpaar op de trappen voor het parlementsgebouw verschijnt, breekt de menigte in een ontzaglijk gejubel uit, dat minutenlang aanhoudt. De muziek zet zwaar'en langzaam de „Brabanconne" in en onbeweeglijk ziet Koning Leopold III op de menigte neer. Dan komen de rij tuigen voorrijden en stappen de vorsten en hun gevolg in. Als het rijtuig met Koning Leopold en Koningin Astrid zich in beweging zet, klinkt heel in de verte het eerste schot van een nieuw salvo van 101 kanonscho ten waaruit blijkt, dat de plechtigheid vol trokken is. De Koninklijke stoet heeft niet den kortsten weg naar het paleis genomen. Hoewel morgen de officieele rijtoer door de stad zal worden gemaakt, maakt de stoet ook heden een grooten omweg om het paleis te bereiken. Tusschen cordons van militairen door rijdt de stoet door de Rue de la Loi naar de Rue Royale, waar bij de Place du Congrès halt wordt ge«

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1934 | | pagina 1