De gebeurtenissen te Parijs - Bouw Waalbrug bij Nijmegen veilige havens feuilleton. Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad Daarvan heeft hij geen slag. Hij had zijn oude baantje van hoedenleverancier niet moeten vaarwel zeggen. Dat was hij, toen we trouwden, en verdiende een hoop geld daarmee." De familiegeschiedenis interesseerde den jongen, want zij verklaarde hem veel, wat hij nog niet begreep. Hij vernam nu dat Martin Quilmore's gezondheid was ge knakt en dat de dokter hem als eenig middel om er weer bovenop te komen, had voorgeschreven zooveel mogelijk in de buitenlucht te zijn. Dit middel zou hij nooit hebben kunnen toepassen, ware het niet, dat er een oom was overleden, die hem vijftienduizend dollar naliet." „Genoeg om fatsoenlijk van te leven," klaagde de vrouw, „maar het was hem niet uit zijn hoofd te praten, dat hij een goede tuinder zou worden, hij, die geen knolraap van een schop kon derscheiden. Toen kocht hij hals overkop deze tuinen, van alles ver af gelegen, en maakte van mij een sloof, die bijna niet anders meer kan dan borden wasschen. Maar ook dat zou Ik hebben verdragen, als hij maar van me was blijven houden, wat volgens zijn bij het huwelijk afgelegde beloften zijn plicht was, maar „Stil nou maar, ik zal van u houden, hoor moeder," zei de jongen hartelijk. ..Zoolang ik hier ben, zult u niet behoeven te hullen, omdat er niemand is, die van u houdt." De opgewekter blik, die in haar oogen was gekomen, vormde een mengeling van ongeloovigheid en vreugde. „Mijn lieve jongen, dat moet je vooral niet zeggen, als je het niet meent. Je moet niet van me houden, alleen omdat ik mijn best doe een moeder voor je te zijn en om dat ik je kleeren onderhoud." „Maar moeder, ik wil van u houden en ik doe het ook!" Zij keken elkaar aan, zij met het snij- vormpje, en hij met het glas in de hand. Wat hl] zag, was niet een zwakke, slon zige vrouw, maar iemand, die hem noodlg had. Sinds den avond, waarop zijn ,,moe- P1 binnenste noemde hij haar nog altijd zoo door de bewaakster in de vrouwengevangenis, die hem als het Noodlot yjas verschenen, werd weggeleid, had nooit meer iemand hem noodlg ge had. In de vijf tusschengelegen jaren had hij minder geleden door onvriendelijke be jegening dan door het feit, dat de harten der menschen voor hem gesloten waren gebleven. Hier was een hart dat hem noo dlg had, evenals wederkeerlg met hem zelf het geval was. Wat voor soort van hart dat was, deed er niet toe. Maar als er een soortverschil te maken was, dan zou het zijn, dat hij hier duidelijk een smeekbede van haar arme hart hoorde, aan hetwelk hij de schatten, die in zijn eigen boezem lagen, zou kunnen schenken. „Let u maar eens op, moeder! Ik zal water voor u aandragen, houtjes om het vuur aan te maken voor u hakken, 's mor gens voordat u op bent het vuur aanleg gen, de koe melken en nog allerlei andére dingen voor u doen." (Wordt vervolgd)., J De straatgevechten te Parijs. Demonstranten trachten het verkeer te ontwrichten. Zij vallen een autobus aan en gooien ladders onder de wielen. niet hoorde naderen, en voordat zij het wist, had hij zijn arm om haar heen ge slagen en gaf haar een stevigen zoen, die klonk als een klok. Zij draalde zich lang zaam om, met het deksel in haar hand. Het was, alsof een nieuw leven haar door trilde, waardoor zij opgewekter keek en de bleeke kleur uit haar gezicht verdween. „Ondeugende jongen, die je bent! Wat kom je hier don?" „Water drinken," antwoordde hij. En dit was de waarheid, want het was zijn bedoe ling dit te doen, zoodra hij de poeder in den theepot had gedaan. „Ik dacht dat u een dutje deed." „Ik ben op bed gaan liggen, maar er was iets dat me deed opstaan." Nieuwsgierig vroeg hij: „Iets? Wat dan?" „Wel, ik kon den slaap niet vatten. En toen schoot me te binnen, dat het al zoo lang geleden is, dat ik die zilver-koekjes voor hem maakte, waarop hij zoo dol is." Dat vond hij een prachtigen naam. „Bakt u die nu?" „Ja." en naar de tafel teruggaande, vervolgde zij„Je krijgt er 'n stuk of wat bij Je avondeten, alsals je moeder tegen me zegt." „Maar dat doe ik Immers!" „Ja," antwoordde zij met een verlegen glimlachje, „als ik het je vraag. Maar ik wou dat je het altijd deedt, en dat het je makkelijk afging." „In orde, hoor! Ik zal het doen.... moeder." Terwijl hij stond te drinken twee gla zen water achter elkaar begon zij de haar zoo dierbare herinneringen op te halen, waarin nog maar weinige menschen belang stelden. Zij was in Wilmington, in den staat Delaware, geboren, en Martin ook. Zijn vader werkte in die stad in een buskruitfabriek. Door een ontploffing was Martin, toen hij nog een jongen was, ge deeltelijk verlamd. Niet dat hij daarbij lichamelijk letsel kreeg, neen, alleen maar een zenuwschok. Hij was heel teer en had als kind last van toevallen. Ik vind dat zijn scheef getrokken gezicht hem iets ge distingeerds geeft. Jij ook niet?" Toen de jongen zei, dat hij dat niet wist, vervolgde zij op klagelijken toon, ter wijl zij het deeg in hartvormige koekjes sneed, haar verhaal. „Ik was toen een heel mooi meisje, en zoo'n nuf, dat ik mijn moeder in het huls- houden bijna met niets hielp, en zelfs niet met het kleinste pakje over straat wou gaan. En toen Martin en ik getrouwd wa ren, liet hij mij de eerste twee jaren een dienstbode houden, die al het werk deed. Het eenige, dat hij van me verlangde, was, dat ik er goed zou blijven uitzien en me netjes en naar de mode kleeden, en nu. Terwijl ze even ophield met hartjes ma ken, om een snik te onderdrukken, vond de jongen, dat het tijd werd de zitting op te heffen. „Ik geloof, dat het nu tijd wordt dat ik weer aan mijn werk ga, moeder. Al die wortelen „Toe, wacht nog eventjes. Hij kan je best nog een paar minuten missen. Trouwens, wat je ook doet of niet doet, hij gaat toch failliet. De tuinderij brengt geen geld op. door BASIL KING (Uit het Engelsch). trPkatting van het feuilleton van gis- eQens bisplaatsing. hnnerde hij zich wat hij daar doen. HIJ ging langzamer e<wi I0™16 of de poeder, die zijn c„, "vu zou doen, nog in zijn vestzak het sliep, lag het huls ton. Hij sloop naar de ^ohd bij het geopende raam ,eeK te rollen op een tafel. Zij loome manier, zooals zij deed. Zij hield het hoofd beetje op zij en haar ge- Jerraadden dat eigenaar- n entoitT0 1 togen het leven, dat zou ki,„^°°rtl ^ob in een vloed van wa. ulten- onrÏÏ 'PP11 bij haar zag en zijn .,sluipend^4 zioh. Om het huis die binnpó hii baar de voordeur, ltkselvsa v. 1"" -Zij lichtte juist a bet fornuis, zoodat ze hem De onlusten te Parijs. 'door de 'demonstranten in brand gestoken autobus op 'de Place de la Concorde De brandweer tracht het vuur te blusschen. DE K 14 EN D'E K 15 zijn uit Nieuwe- diep naar Ned.-Indië vertrokken. Het vertrek van den onderzeeër K 15. EEN DER PEILERS van de nieuwe Waalbrug bij Nijmegen is gereed gekomen. De aannemers MISS KEI/TON die het pijprooken voor dames te Hollywood in de mode hebben de vlag er op gezet. gebracht heeft. Dc dramatische gebeurtenissen te Parijs. Demonstranten vernielen een kranten-kiosk.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1934 | | pagina 5