Carnaval te Groningen - Rughy-wedstrijd te Wassenaar feuilleton. VEILIGE HAVENS Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad tn« mm (J A RN A V AL-YIERIN G IN GRONINGEN. Groep carnavalvierders in. hotel Frigge te SPELMOMENT UIT DEN WEDSTRIJD V.U.C*XERXES welke in een go-< Groningen bijeen. In het midden Prins Carnaval, die zijn onderdanen toespreekt. lijk spel (55) eindigde. De keeper van V.LJ.O. in actie. OUD-MINISTER POST'HUM.Y heeft weer geheel her steld het ziekenhuis verlaten. De heer Poathuma bij aan komst voor zijn woning in den1 Haag. filBMATOH VOOR JACHTHONDEN i de Kynologenolub „,De Hofstad''. Hubaty met drie prijswinnende Iersche setters. RAZZIA IN EEN „FIDEELE GEVANGENIS'Een onverwachte inspectie in de Wel fare- Island-gevangenis bij New York bracht aan het licht, dat er zonderlinge toestanden heerschten. Sommige gevangenen hadden in hun cel een radio-apparaat en alcohol-hou dende dranken. Ook kussens en wapens werden aangetroffen. «Sc1 WASSENAAR WERD EEN RUGBY-WERSTRIJD TUSSOHEX DE HAAGSCHE RUGBY-CLUB EX DE DEUTSCHE STU- DENTEX RUGBY-CLUB II GESPEELD. Spelmoment. DE GORDON HOOGLANDERS hebben hun trommels weer terug. Generaal sir Hamilton heeft ze uit Berlijn mee teruggebracht. De parade van den troep met de trommels t»e Alderahot. door BASIL KING (Uit het Engelsch). I Hèt fclentiid^ Ji°?n Au6hstus. Daar de aard- ogen «uiJaPg voorbij was, waren den i andere werkzaamheden 'tien ra 'i ^Tdappel rooien, doperwten, BastiL-?mkomniers Plukken, worte- »o.T> en bieten uit den grond zwaar£ urc'e werkkrachten deden nam S?, werk> waaraam hij echter neten' krachten hem dit 1 'kiUentfor, ïertrok bij al ln den vroe- t groent~„ p..e ktoote lastauto, beladen "te marwL 00r vader naar de to,tWerd gereden' vertrouTOliiln Werd de nieuwe vader ®uigroete ®fb]k en beminnelijk. Zijn fl^mIu^Mdle,droevig. maar |6®niimel|jk klonk, was van zich zelf tógef SthuiTav0?>Uv,ik 40011 ee11 53 Mets te aJten! Maar daar- te zal nooit-Ieianderen' zoolang zij er 5 zorgen da? worden. Ze zal nooit u'«t en vroer-i 1 er properder, ge- L^WhÏÏÏ!^ uitziet - 26 pr°- ids' dif?„L Probeert heit wél," Jongen te harer verdedi ging. Maar het eenige antwoord, dat hij er op kreeg, was een droevig lachje. Nu hem de plichten van een zoon waren opgelegd, spande hij zich in om te trach ten de verhouding Eusschem man en vrouw te verbeteren. Hij vertroetelde de moeder en vleide den vader. Hij had van die kleine genegenheids-listigheidjes, waar door hij, naar het hem toescheen, die twee menschen, die elkaar onverschillig waren, voor zich won. Het bewijs daarvan werd hem op een ochtend geleverd, toen hij en zijn vader weer naar de markt reden. „Jongen, ik begin me bezorgd over haar te maken. Ik geloof nooit, dat ze gezond is. Dikwijls is ze niet ziek geweest, maar, ver duiveld nog toe! ik geloof dat het nu tijd wordt er een dokter bij te halen, die haar de eene of andere medicijn voorschrijft." Deze zorgzaamheid al was zij ook in strijd met 'smans overige gedragingen verraadde een teederheid, waarover de jongen zich verheugde. Hij was er dus te blijder om, toen de vader een paar dagen later, weer op zoo'n tocht naar de markt, terloops zei: „Ik ben bij dien dokter geweest, en hij heeft me iets gegeven, dat hij noodig vindt dat ze inneemt. Hij denkt dat ze dam weer gauw zal zijn opgeknapt." „En hebt u haar de medicijn al gege ven?" vroeg hij belangstellend. „Neen, nog niet, want dat is juist het lastige van het geval. Ze is er gewoon niet toe te krijgen medicijn in te nemen. Ze moet het goedje slikken, zonder dat ze het weet. Eens, toen ze een versterkend mid del moest innemen, deed, ik het ongemerkt in haar thee, en ze is er prachtig door op gekikkerd." „En wat bent u nu van plan te doen?" „Wel, ik zou het weer op dezelfde manier willen doen, maar ze is zoo bang van me, dat ze altijd als een kat op de loer ligt. Heb je dat niet gemerkt? En daarom dacht ik aan het volgende: je weet, dat ze in den loop van den middag, terwijl wij buiten aan het werk zijn. altijd een kop thee voor zich zelf zet. Als jij dan onder het een of andere voorwendsel in de keu ken zou kunnen komen en een van deze poeders in den theepot doet" hij klopte op het pakje, dat in zijn vestzak zat dan zou ze er heelemaal geen erg in hebben. Ze zou het goedje slikken en genezen zijn." De jongen zweeg. „Of doe je het liever niet." „Och, dat zeg ik niet. Maar ik dacht bij me zelf „Wat dacht je bij je zelf?" „Wel, of het egenïijk wel eerlijk spel is, om iemand medicijn te laten slikken, zon der dat ze het weet." „Maar als het goed voor haar is?" „Mogen we dan menschen goed doen tegen hun wil?" „Wel natuurlijk. Hoe kom je er bij! Maar als je het liever niet doet De toon, waarop dit werd gezegd, kwet ste hem. „Och neen, ik wil t wel doen". „Zeg dan: ik zal 't doen, vader. Waarom noem je me eigenlijk nooit zoo? Ben je dan niet mijn zoon?" Het kostte hem moeite. „Goed, vader, ik zal 't doen'-. „Dan is 't in orde. Hier is een poeder". Hij nam er één uit 't pakje. „Laat er niets uit vallen. Vanmiddag ga je dus stilletjes naar de keuken in den regel gaat ze, na "de borden te hebben gewasschen, een oogenblikje op bed liggen en dan doe Je de poeder hl den kleinen, bruinen thee pot, dien ze altijd gebruikt. Daarna 't pa piertje in 't fornuis, waarin zeker vuur is, verbranden, zoodat ze niets verdachts vindt. Heb je alles goed begrepen?" Hij zei „ja", maar inwendig wou hij dat het baantje hem niet was opgedragen. HOOFDSTUK XIH. Als men den Jongen, die nu voor de wet Tom Qildmore heette, zou hebben ge vraagd, waarom hij er zoo'n tegenzin in had zijn moeder een poeder te geven, die haar goed zou doen, dan zou hij niet in staat zijn geweest dat te verklaren. Feite lijk moest hij het doen, want hij had het beloofd en hij had altijd de aansporingen van zijn onderwijzers om zijn woord ge stand te doen, ter harte genomen. Niet zijn woord houden scheen hem toe gelijk te staan met onteering van zich zelf. Daarbij kwam, dat de heele zaak was uitgedacht en geordonneerd door een boven hem geplaatste autoriteit Een kind zwicht altijd voor het gezag. Waaruit het gezag voortspruit, is een kwestie van min der belang. Maar het moet duidelijk spre ken .Het is voor een kind altijd een mid del om zich af te maken van de moei lijkheid om te rade te gaan met eigen oordeel. Bovendien voelt een Jongen van twaalf Jaar heel goed, dat dat eigen oordeel nog niet voldoende is ontwikkeld. De man, die hem voedsel, kleeren en onderdak ver schaft, heeft over hem te commandeeren. De geest van een kind is logisch, ordelie vend, en tot onderwerping en eerbied ge neigd. Een kind is, behalve als het getergd wordt, niet opstandig. Tom Quidmore was ook nu niet opstandig, zij 't dan ook, dat in dit geval zijn gevoel voor recht en on recht niet duidelijk tot hem sprak. Hij miste de noodlge gegeven. En die, waarover hij beschikte, feiten, die hij had gehoord en wat minder dikwijls was geschied gezien, lagen in moreelen zin buiten zijn bevattingsvermogen. Evenals de wetenschappelijk ontwikkelde mannen ln de grijze oudheid de wonderen aer elec- triciteit wel waarnamen en op schrift stelden, zonder echter verder te komen, zoo ontbrak hem het vermogen om gevolg trekking en te maken uit hetgeen hij met zijn oogen en ooren had waargenomen. Dat er een tijdstip kon aanbreken, waar op er in de huwelijkstrouw een breuk kon komen, was iets, dat nog nooit tot hem was doorgedrongen. Daarvan had hij nooit iets waargenomen, noch bij het echtpaar Tollivant, noch by de ouders van de jon gens, waarmee hij in Harfrey had omge gaan. Dat, wat in Harfrey voortdurend helder daglicht voor hem was geweest, werd in Bere een schemerduister, waarin zonderlinge gedaanten om hem heen spookten, die hem onthutsten en tamelijk bang maakten. .(Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1934 | | pagina 5