ndië in crisistijd.
kunst en letteren^
brieven uit berlijn.
Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 9 Februari 1934
Derde Blad No. 22661
;EN BESCHOUWING VAN DR. COUJN
Ui Buitenl. Weekoverzicht.
PFAFF-ADLER
C. F. MEERPOEL
Steunt met Uw gaven
het Leidsch Crisis-Comité
O
VERDERE SALARIS-VERLAGING NIET NOODIG
kschenen is de Memorie van Ant-
i op het Voorloopig Verslag van de
iOting van Nederlandsch-Indië voor
Uenstjaar 1934 (Goedkeuring van de
Jten van den Gouverneur-Generaal
Nederlandsch-Indië tot vaststelling
onderscheidene afdeelingen. Vast-
nc van onderdeelen van de afdee-
I n, III XI.
Kinisters inzicht aldus de Memo-
wordt zeker niet geleid door de ver
hting ..dat de tegenwoordige verhou-
n blijvend zijn." Dit toch zou een
miskenning zjjn van de meer of
ingrijpende veranderingen op eeo-
ich financieel en monetair gebied,
i nog bijna dagelijks in de wereld
heen voltrekken, en van den in-
i daarvan op de eigen landshuishou-
Ongetwijfeld zal de wereldstructuur
J weer in een zekeren evenwichtstoe-
Bd komen, maar de verhoudingen, die
«normaal zullen heeten, zullen hoogst-
pschijnlijk weinig gelijkenis vertoo-
ïmet die, waarop het leven der volke-
i het algemeen en de Indische huis-
ling in het bijzonder zich in de jaren,
it aan de crisis voorafgaande hadden
fcteld. Dat zulke „normale toestanden"
ten afzienbaren tijd zullen terugkee-
Tverwachten ook blijkbaar deze leden
L waar zij erkenden, dat de Regeering
[cht de huishouding van Indië op een
r plan instelt.
Minister acht de opvatting onbe-
lelijk, dat de eisch van een begroo-
die ook in de schuldaflossing voor-
Ionredelijk en onuitvoerbaar zoumoe-
I worden geacht. Het behoeft nauwe-
I opgemerkt dat daarbij allerminst de
ling voorzit dit einddoel binnen een
e jaar te bereiken. Met een niet ge-
schuldaflossing kan echter alleen
jen genomen worden, wanneer het
litzicht geopend wordt, dat na een
en overgangstijd, noodig voor het
lig doorwerken van de daarvoor ge-
i maatregelen, de gewone dienst we-
i ruimte laat tot een reëele afbeta-
|van 's Lands schulden.
Minister wijst er voores op. dat in
11910 en 1915 de lasten van rente
sing en pensioenen zich bewegen
ihen f. 19.5 en f. 26.5 millioen, tegen-
tians f. 170 millioen, d.w.z. 8 pCt.
Iie vroeger beschikbare tegen 36 pCt.
falie thans verkregen wordende mid-
B, die voor den buitengewonen dienst
fonder begrepen.
uineer men zich voorts realiseert, dat
jeheele dienst, buiten de schuldver-
■tingen en de pensioenen in 1929 nog
1.750 millioen vergde en irr-1934 ver
dijk niet meer dan f. 390 millioen
:agen. dan is er zeker alle reden om
ijfelen aan den ernstigen wil der
ae regeering om zoo spoedig moge-
i komen tot een sluitende begroo-
:n haar den lof niet te onthouden,
bp zij met hetgeen tot dusver reeds
die richting werd bereikt aanspraak
i maken.
Ter verkrijging van de voor 1935 voor
tanen vermindering van de zuivere ge-
pe uitgaven met f25 miliicen, heeft de
Tetie Begrootingscommissie na overleg
i de betrokken Departementshoofden
I uitgebreid schema van meer of min-
f ingrijpende maatregelen bij de Regee-
voorgebracht, waarna onlangs door
directeur van Financiën een over
s''aan den Volksraad werd gegeven,
«halve deze maatregelen wordt nog
"wogen een inkrimping van het aantal
[en van den Raad van Indië en van het
pie van Gedelegeerden, vermindering
h de zittingsgelden en schadeloosstellm-
1 van de leden van den Volksraad en de
delegeerden, benevens een verdere ver-
png van de personeel uitgaven voor de
pemeene Secretarie, de Algemeene Re-
rikamer en het Commissariaat voor
usche Zaken en andere bezuinigingen
niet principieelen aard.
en en ander zal kunnen leiden tot een
luniging ran rond 21.3 millioen, welk
-.j tot 24 millioen stijgt, wanneer zou
praen overgegaan tot tijdelijke stopzet-
tl van d€ ditkeeringen aan de militaire
■m Ün~ en tveezenfondsen.
Jr., ?.on dienaangaande in de huidige
psiandigheden uiteraard geen absolute
perheid is te geven, hoopt, de Minister,
*1 h6n vardere verlaging van het salaris
ei oeneden dat der nieuwe regeling voor
tnans in dienst zijnde ambtenaren niet
■od'? zal zijn.
aet betrekking tot de na de herziening
der salarisregelingen ter hand te nemen
wijziging van de pensioenregelingen kan
worden verklaard, dat bij die gelegenheid
ook een punt van overweging zal uitma
ken de vraag of de leeftijdsgrens, waarop
door Europeesche ambtenaren het pen
sioen wordt bereikt, niet dient te worden
verhoogd, terwijl stellig ook naar verla
ging der maxima behoort te worden ge
streefd.
Het heeft naar het gevoelen van den
Mjinister geen nut de uit de conversie
der Nederlandsch-Indische dollarleenin-
gen voortvloeiende rentebesparing in een
amortisatiefonds in te brengen, zoolang
de begrooting niet in evenwicht is.
Tegenover het denkbeeld om- door rui
mere afwenteling van de Regeeringstaak
op lagere organen tot bezuiniging te
komen, staat de Minister in beginsel
sympathiek. De vraag verdient zelfs over
weging of niet hoofdzakelijk slechts langs
dezen weg de versobering zal zijn te be
reiken, die als een wezenlijke voorwaarde
voor de gezondmaking van 's Lands bud
get moet worden beschouwd.
Geenszins kan de Minister dan ook de
meening onderschrijven, dat een dus
danige taakafwenteling slechts een ver
schuiving van moeilijkheden zou zijn.
De Minister is derhalve van meening,
dat op den ingeslagen weg moet worden
voortgegaan en hij vertrouwt, dat de
werkzaamheid van de door den Gouver
neur-generaal ingestelde „Overdrachts
commissie". die tot taak heeft uitge
werkte voorstellen in te dienen omtrent
verdere cvc-rdracht van de Staatstaak op
de lagere gemeenschappen, waaronder te
begrijpen het betrekken van de locale
Overheidsorganen in de uitoefening der
centrale Overheidsbemoeiingen, tot dien
voortgang in belangrijke mate zal bij
drager..
Ook naar de meening van den Minister
moet, mede uit een oogpunt van vermin
dering van de salaris- en pensioenlasten
gestreefd worden naar voortgaande ver
vanging van het Europeesch element in
den Indischen Staatsdienst door uit het
land zelf gerecruteerde krachten: de In
dische regeering is in die richting bij
voortduring werkzaam. De Nedevlandsche
leiding moet echter als onmisbaar wor
den beschouwd.
Aan de bezwaren van de in de motie
van Helsdingen e s. bedoelde belasting
heffing hier te lande van de zoogenaam
de Indische gemengde bedrijven, kan
slechts door een wijziging van de wet op
de dividend- en tantième-belasting wor
den tegemoet gekomen. Deze aangelegen
heid is bij den Minister van Financiën in
studie.
Aan den drang tot het he'fen van een
uitvoerrecht op aardolie en op Deli-tabak
en tot het betrekken van de rechtsper
sonen in de vermogensbelasting kan de
Regeering geen gevolg geven.
Het is inderdaad van groote beteeke-
nis dat de voedselvoorziening in Neder
landsch-Indië juist in dezen tijd over het
algemeen voldoende blijft. Zonder zeer
bijzondere tegenslagen behoeft ook niet
voor een voedseltekort te worden ge
vreesd. Op de vraag of de Regeering kan
verklaren, dat zij de rijstsituatie thans
beheerscht, kan bevestigend worden ge
antwoord.
Het werkloosheidsprobleem m Indie
heeft de voortdurende aandacht der Re
geering. Het aantal ingeschrevenen bij de
arbeidsbeurzen bedroeg per ultimo Sep
tember j.l. 15571, waaronder 3546 Euro
peanen en ruim 1000 Chineezen. Dit aan
tal was op ultimo November 1933 geste
gen tot 16042, waarvan 3578 Europeanen
en ruim 100 Chineezen. jut
De tot dusverre voor Nederlandsch-in-
dië gevoerde open-deur-politiek heeft
noodgedwongen in zooverre eenige beper
king ondergaan, dat aan een vernietigen
de concurrentie van Overheidswege Paai
en perk wordt gesteld. Men behoort der
gelijke tijdelijke maatregelen echter in
het raam van dezen tijd te beschouwen,
van politieke verwikkelingen is dan 90K
geen sprake geweest, terwijl opzegging
van handelsverdragen niet aan de orde
behoefde te komen.
In de naaste toekomst zal het vergroo-
ten van den uitvoer van Indische pro
ducten naar het buitenland alleen moge
lijk zijn door het aangaan van speciale
overeenkomsten van korten geldigheids
duur, waarvoor Indische invoerbelemme-
ringen allerminst een sta in den weg zijn.
Ook de Minister beschouwt den opbouw
van een eigen textielindustrie in Indië als
zeer wenschelijk.
NIEUWE UITGAVEN.
■hepn1rf0N V. Delko te Amsterdam ver-
~ntl"oor'0Ssroman „Nach Paris"
>ul kies vertaald en bewerkt door
•thèen M^Ujt6evcr Schuyt te Vclsen ver-
leuw 1 00r drs- G H- Blanken uit het
lon*tan?i„ "crtaalden roman van
.-mos Theotokis „De veroordeelde"
lezuJ.'r,iIhieme on Cie., Zutphen „Het
■kioma'dit „Cn zi»n kamerleden", het
ine pn 1, ïenredlEe volksvertegenwoor-
sluiten i 100 dlstrictenstelsel elkaar
™ten door dr. s. S. Smeding.
Pri St,iNederlandsche Boekhuis, Til-
1'Schuyler S,11?5 slaven" door George
her slaver^, - Jarenlange geruchten
■«Publiek tik corruPtie in de zwarte
F 1p 1930 een <C< deed de Volkenbond
P Paar den .t °''lc>eri onderzoek instel-
fc hierover smal/"1 zaken en het rap"
iü1 ult- Schuvw een vernietigend oor-
'«taiis waren dll dat cr n°S heel wat
11 dle 'p het rapport niet ver
meld stonden en aanvaardde daarom graag
de opdracht een studiereis naar Liberie te
maken. Hij doorkruiste het land van wil
dernissen en moerassen, de gevaren trot-
seerend, terwille van de goede zaak, en
de indrukken die hij daar opdeed werden
door dezen doorkneden publicist met
groote eerlijkheid zonder opsmukkerij
weergegeven in dezen romen, die door Jean
E Marre vertaald werd.
„AMOR IN DE PASTORIE".
Maandag 12 Februari a.s. geeft het Ver.
Rotterdamsch Hofstad-Tooneel. Dir. Cor.
v d. Lugt Melsert in den schouwburg al
hier een populaire vertooning '.de 150ste
van „Ainor in de Pastorie", het leutige
blijspel van Jac. Ballings, met Anton
Roemer als „Heeroom", Johan Elsensohn
als de oubollige herbergier Baas Blom, en
voorts Dora Haus, Enny Meunier. Jan v.
der Linden e.a. Regie: Hermann Schwab.
Voor dezen avond zijn de toegangsprij
zen zeer laag gesteld, n.l. van f. 1 20 tot
f0.30 plus rechten.
EEN WEEK VOL GEBEURLIJKHEDEN.
Het Ontwapeningsvraagstuk is weer eens
op den voorgrond geschoven! Blijkbaar
voelde men in diplomatieke kringen dat
de onderlinge besprekingen toch niet dat
resultaat opleverden, dat men er zich van
had voorgesteld. Trots alle moeite, die men
zich heeft gegeven, trots de vele reisjes
van tal van ministers was men niet ver
der gekomen, daar men als in een
vicieuzen cirkel ronddraaide. Hoe men
het ook wendde of keerde, men stuitte
geregeld op de Fransch-Duitsche verhou
ding. Ën inderdaad, deze beheerscht
den toestand volkomen. Er is niet verder
te komen zonder Berlijn of Parijs nader
tot elkaar te brengen! De poe(pgen tot
rechtstreeksch contact mag men als
mislukt beschouwen, al waren de gewissel
de nota's nog zoo vriendelijk gesteld en
er op berekend om de deur voor ver
dere gedachtenwisseling open te houden.
Beide partijen blijven immers in groote lijn
op haar standpunt staan. Zie ten bewijze
de juist gisteren gepubliceerde Fransche
nota van 1 Jan. j.l.
In deze omstandigheden hebben Enge
land zoowel als Italië gemeend iets te
moeten doen om te probeeren over het
doode punt heen te komen en vanuit
Londen en Rome is dan ook een nieuw
memorandum uitgegeven om te trachten
weer beweging te brengen in deze vast-
geloopen materie. Nu beweging zal er wel
komen, maar of deze per slot van reke
ning het gewenschte effect zal sorteeren,
dient nog afgewacht. Wij voor ons staan
er zelfs vrij sceptisch tegenover.
De Engelsche nota zal in Frankrijk beter
worden ontvangen dan de Italiaansche. te
Berlijn zal het juist andersom zijn. Dit
hoewel beide memoranda toch veel ge
meen hebben en in wezen elkaar wel
dekken. De afwerking is echter verschil
lend en dat heeft de ongelijke waardeering
tengevolge. Het Italiaansche memorandum
is meer in groot lijnen gehouden, terwijl
het Engelsche een geheel uitgerust voor
stel is, tot in finesses verzorgd. Waar wij
beide uitvoerig hebben vermeld, zullen wij
hier op den inhoud niet dieper ingaan,
dezen als bekend veronderstellend.
Beide eischen van Duitschland 'n terug,
keer naar Genève en vooral van Italië,
dat nog pas zelf zoo'n krachtigen aan
val op den Volkenbond richtte, is dat zeer
opvallend. Het bewijst, dat de Duce in dit
opzicht op den terugweg is.
Of Duitschland daarnaar ooren zal heb
ben, is te betwijfelen. Zijn wegloopen
zou door een terugkeer, zonder dat te
voren succes was verzekerd, immers bij
kans een echec worden. En succes verze
kert noch het eene memorandum noch
het andere.
Alles komt tenslotte toch weer terug tot:
Frankrijk en Duitschland. Hoezeer Londen
en Rome zich beijveren, de beslissingen
liggen te Parijs en Berlijn. En al maakt
het Engelsche memorandum naar beide
richtingen buigingen het is een mooi
stuk werk van sir John Simon, dat in
Engeland de welverdiende waardeering
heeft gevonden het laatste woord heeft
het niet. Men kan den vicieuzen cirkel
niet doorbreken!
Italië iets duidelijker dan Engeland
zoekt den uitweg ür een soort herbewa
pening van Duitschland, waartegenover
Engeland dan iets duidelijker dan Italië
zich bereid verklaart, concessies te doen
aan de Fransche veiligheidsthese. Hoewel
het niet met zooveel woorden wordt ge
zegd, schijnen beide impleciet 'c erkennen,
dat van een vernietiging der zware aan
valswapenen op het oogenblik toch niets
terecht zal komen. Iets, waarin zij niet
zoover mis zien. gelet op de blijvende
dreiging in het Verre Oosten. Japan zal
aan zoo'n vernietiging niet deelnemen en
dus ook sovjet-Rusland niet.En nu
zwijgen we maar van de vloot-race, die
eigenlijk al wordt gevoerd tusschen Japan
en de Vereenigde Staten, al blijven beide
landen dan z.g. binnen het bestak der
Londensche vlootovereenkomst.
Maar 'zal Frankrijk ook maar denken
aan een Duitsche herbewapening? Dit
lijkt bedenkelijk. Voor zoover de Fransche
pers zich reeds uit. blijkt groote tegen
kanting. Officieel kan Frankrijk zich
moeilijk reeds verklaren, daar weer eens
een crisis is doorleefd en nog niet zoo vast
staat, dat het nieuwe kabinet kans van
leven heeft. Het ministerie Chautemps is
gevallen op de Stavisky-affaire. Nu deze
zaak eenmaal aan de rol is gekomen, is
het precies een sneeuwbal geworden.
Steeds meer hooggeplaatste personen
schijnen te zullen worden gecompromit
teerd en Chautemp's ministerie werd daar
bij eveneens betrokken. Het moest aftre
den. al wilde Herriot het opnieuw voor de
Kamer doen treden. Daladier heeft zeer
vlug een nieuw kabinet gevormd, doch
zonder „sterke" mannen en daarom is nog
de vraag of de Kamer daarmede genoegen
za'. willen nemen. De eenige kajis voor den
nieuwen premier schijnt te zijn een zoo
danig doortasten in de diverse schandalen,
die elkaar met zeldzame regelmaat opvol
gen. dat de Kamer hem niet durft weg
stemmen. Het schijnt dat Daladier inder
daad in deze richting werkzaam is. Ten
gevolge van een en ander heeft de nieuwe
premier, die zelf de portefeuille van bui
tenl. zaken heeft genomen waardoor
Paul Boncour vooreerst van het tooneel
verdween! echter geen gelegenheid om
reeds duidelijk te maken, hoe hij denkt
over de bemiddelingspogingen uit Londen
en Rome. afgezien van de vraag of hij dit
zou willen.
De Fransche crisis is in de huidige ver
houdingen een allergeduchtst inconveniënt
en dit te meer, waar, al overleeft Daladier
de eerste ontmoeting met het parlement,
zijn positie toch allesbehalve stevig is te
oordeelen. Van een zwak-staand kabinet
is niet veel te verwachten in groote en
beslissinde kwesties als die der Ontwape
ning
Opluchting heeft de groote rede van
Hitier. gehouden in den Duitschen Rijks
dag ter gedenking van het éénjarig Nazi
bewind, ook al niet gebracht. Hij her
haalde tegenover Frankrijk zijn verzoe
ningsgezindheid. die hij van den beginne
af aan heeft tentoongespreid, feliciteerde
Duitschland en Polen met het aparte soort
Kellogg-pact, waartoe beide landen wisten
te geraken een lichtpuntje in de Euro
peesche duisternis! doch weigerde
scherp alle genoegdoening aan Oosten
rijk. Daarmede is de algemeene situatie in
ons werelddeel aanzienlijk verscherpt. Na
tuurlijk is toch het offlcleele Duitsche ant-
tvoord op Doilfuss' nota precies zoo ultge-
(Van onzen correspondent).
Berlijn, Januari.
EEN FILMPRAATJE.
Toen het Duitsche volk zijn ..nationale
omwenteling" achter zich had en de
nieuwe heerschers zeer aelfbewust hun
regime begonnen, kreeg men onder tal-
looze andere beloftes ook te hooren, dat
op het gebied van de film met de oude
toestanden geducht zou worden opge
ruimd. Nu, dat was in hooge mate ver
heugend. Want overal op aarde, waar
verstandige menschen wonen, die tot
nuchter denken in staat zijn, zal men
zich over het bijwerk, dat met het be
grip „film" te doen heeft, zeker evenzeer
geërgerd hebben als hier in Duitschland,
waar de film-industrie sinds jaar en dag
van internationale beteekenis is. Met dit
bijwerk bedoel ik al die elementen, die
met het tot stand komen van een film
en het forceeren van het t publiek succes
te maken hebben. En dat is zoo het een
en ander....!
Lange, lange jaren is in Duitschland
de film een hoogst eigenaardig en on
danks alle positieve prestaties naast veel
artistieke en financieele mislukkingen 'n
niet bepaald sympathiek verschijnsel ge
weest. Ik herinner mij nog de Duitsche
film-industrie van vóór den oorlog, maar
denk hier in de eerste plaats aan latere
jaren, toen plotseling een opbloei begon,
die door Skandinavie ingeleid was en die
nog geen „Ufa" in haar tegenwoordlgen
omvang, geen groote Amerikaansche en
Fransche, zeker geen Nederlandsche, Ita
liaansche of Spaansche productie kende
In dien tijd beteekende „film" de groote
toekomst. Het waren vooral handige (en
ook wel onhandige» Joodsche zakenmen-
schen. die te voren in heerenconfectie,
fietsen en auto's, levensmiddelen, photo-
toestellen of de hemel weet wat nog meer
gehandeld hadden, die eensklaps hun
liefde (en hun „zakelijke kennis") voor
de filmindustrie ontdekt hadden, en als
„Herr Generaldirektor" kostbare bureaux
betrokken, waaruit ze veelal na korten
lijdensijd door den deurwaarder hard
handig verjaagd werden.
Nog heden zitten kleine ondernemers
met groot vertoon in tal van filmonder
nemingen, die aan de machtige „Ufa" of
adere, kleinere concerns hun films leve
ren of als „uitleen-instituut" hun geld
verdienen. De Joodsche invloeden zijn
natuurlijk grootendeels verdwenen of op
den achtergrond gedrongen. Gebleven zijn
echter de wonderlijke begrippen over za
ken-doen, over de beteekenis van kunst
waarde voor de filmproductie, en over de
waarde der „sterren", die bij filmonder
nemingen nog heden posities innemen,
welke tot hun prestaties in zeer onge
zonde verhouding staan.
De nationaal-socialistische revolutie
had beloofd, hier radicale veranderingen
in te brengen. De „sterren" zouden opge
ruimd worden, gezonde toestanden zou
den komen, goede, eerlijke, artistieke
films met werkelijke menschen in plaats
van mannequins en modepoppen met
mooi-zoete gezichten in de hoofdrollen.
De vroegere filmproducenten hadden
hier, gelijk trouwens heden nog in Ame
rika, steeds weer de stelling verkondigd,
dat met „werkelijke kunst", volgens den
maatstaf van den hoog-ont wikkelden toe
schouwer, geen geld te verdienen is. Zoo
wel Joodsche als niet-Joodsche produ
centen gingen van de grondgedachte uit
dat men de filmproductie vormen moet
naar de mentaliteit en de ontwikkeling
van den ..kleinen man". En niet alleen
de producenten dachten aldus. Ik zou
hier een typisch voorbeeld uit mijn eigen
ervaringen kunnen aanhalen! Verleden
jaar had ik gelegenheid, juist over deze
dingen met een zoo ervaren en talentvol
acteur als Hans Albers te spreken. En
toen ik hem als mijn eerlijke meening
te kennen gaf. dat men in de bioscopen
over het algemeen films voorgezet krijgt,
die wat haar inhoud, dus tekst en „ro
mantische" ontwikkeling betreft, zoo
slecht zijn, dat men ze in boekvorm zou
wegwerpen of hoogstens als treinlectuur
zou laten gelden, gaf me Albers woorde
lijk het volgende als zijn meening te
kennen: „Mogelijk, dat u gelijk heeft.
Maar op filmgebied is niet uw oordeel,
maar dat van den eersten den besten
mijnwerker in het Ruhrgebied voor mij
van doorslaande beteekenis. Wat die
goedvindt, is volgens mij geslaagd. Film
is massa-productie en heeft zich te rich-
RECLAME.
5478
NAAIMACHINES
MODEL. KL JLSO
met platliggendo spoel
Alleen do betere
merken bij
BKEESTKAAT 171 - EEIBEi*.
vallen en er blijft Weenen nu geen andere
keus dan om de teere aangelegenheid te
Genève aan de orde te stellen. Met alle
moeilijkheden, daaraan voor den Volken
bond verbonden! Het schijnt, dat zelfs
Mussolini zijn Duitschen collega-dictator
in deze zoo bij uitstek belangrijke affaire
niet tot matiging kan brengen, al weet
Hitier den Duce pal tegenover zich te zul
len vinden. Alles schijnt Duitschland ech
ter aan den z.g „Anschluss" ondergeschikt
te willen maken. Het verzet van vrijwel
geheel Europa schijnt het Nazi-bewind te
durven trotseeeren, er blijkbaar op ver
trouwend, dat Oostenrijk zich zelf zal
annexeeren.
Overigens kondigde Hitler's rede voor
het binnenland nog eens de scherpste op
positie aan tegen alles, wat zich niet wilde
schikken en dat dit geen ijdele klanken
zijn bewijst de ontbinding der monarchis
tische organisaties, terwijl in den kerk
strijd eveneens met harde hand is doorge
pakt, zoodat naar den schijn bisschop
Muller alleen baas is. Wie kan echter in
de zielen lezen, wat de mond niet meer
durft te uiten?
Tenslotte is met één slag de Duitsche
eenheid effectief tot stand gebracht. Bij
een wet die eenvoudig z. h. st. en zonder
eenig debat werd aangenomen zijn alle
landsparlementen afgeschaft. Goeringhad
als Rijksdagvoorzitter, tevoren nog eens
ronduit verklaard, dat de Rijksdag maar
had te kikken, zooals de Führer zou wik
ken en dit college volbracht het ja-knik
ken zonder aarzeling.
Men ziet: een week vol gebeurlijkheden
ligt achter ons. Edoch, wij zien, helaas, uit
dit alles nog bitter weinig resultaat gebo
ren worden in het belang van ons wereld
deel. Laat ons dankbaar gedenken, dat
leeds 't streven naar het goede schoon is—
ten naar wat de man of de vrouw uit
de massa verlangt."
Ik heb toen maar niet meer gevraagd,
of de wanverhoudingen in de filmwereld
ook een concessie aan massa-smaak be-
teekenen. Albers is zelf een van de groote
verdieners, die nog heden in Duitschland
volstrekt niet van schrik omvalt, als hem
75.000 Mark voor één enkele filmrol ge
boden wordt. Ofschoon dat nog weinig is
in vergelijking met zijn landgenoot Fre
deric March, die In werkelijkheid Becher
heet, en Duitscher is, en die dezer dagen
zijn verdrag met de Paramount niet ver
lengde omdat hem door een anderen pro
ducent voor 'n filmrol, die slechts korten
tijd beslag op hem legde, 50000 dollar
geboden werd, en bovendien 5000 dollar
voor eiken dag „overwerk"! En dat, of
schoon March toch volstrekt niet tot de
wereldberoemdheden op zijn gebied gere
kend kan worden.
De nieuwe Duitsche regeering onder
Adolf Hitler, had nu beloofd, een einde
aan dit ongezonde gedoe te willen ma
ken In de eerste plaats wilde men met
„echt nationale films" komen. Toen de
heeren producenten daar achter kwamen
volg ie een nieuwe oriënteering, die van
deze zijde eigenlijk niet anders te ver
wachten was. Men „deed in nationaal",
met het gevolg dat men aan het doel
voorbijschoot, weeig-overdreven hulde
aan de nieuwe machthebbers bewees, in
de manuscripten nog snel wat S.A.-ro-
mantiek, Hitlermarschen e.d. invlocht,
dan wel nieuwe films ensceneerde, waar
in de nationale revolutie in 't zonnetje
gezet werd. De heeren hadden zich ech
ter al evenzeer vergist als toen ze het
publiek altijd maar weer „Weensche" zoe
tigheden met arme „süsse Madel" en
verliefde prinsen voorzette alleen omdat
indertijd de operette en de filmwereld
met „Walzertraume" en „dansende Con
gressen" veel geld verdiend hadden
Het Hitlerreglme liet een donderend
protest tegen dergelijke „Konjunkturrei-
terei" hooren en de regeering zelf ver
bood een film, die het leven en sterven
van den nieuwen nationalen held Horst
Wessel zou moeten verheerlijken. De film
is nu, sterk besnoeid, en gewijzigd als
„Hans Westmar" op de markt gekomen,
en heeft tot heden niet al te veel succes.
Betere „nationale films" kwamen onder
toezicht van regeerings instanties tot
stand. Ik wil hier slechts „Hitier junge
Quex" noemen, waarvan ik de premier
in Hitler's aanwezigheid in München mee
maakte, een film, die werkelijk artistie
ke qualiteiten heeft. Wat in dit geval op
het conto Van de almachtige „Ufa" mag
worden goedgeschreven
In het algemeen echter is hel juist
niet de „Ufa", die de werkelijk artistieke
(en financieele) successen heeft mogen
boeken. De beste Duitsche film van 1932
was het ook in Nederland met zooveel
succes ontvangen „Madehen in Uniform",
een bewerking van Kellermann's roman
„Der Tunnel", was een der beste films
van 1933: en reeds maanden lang wordt
hier met fabelachtig succes de prachtige
Fransche film „Maternelle" gegeven,
j Waartegenover de ..Ufa" slechts met eer
lijk succes „Reifende Jugend" te plaatsen
had, nadat de „groote" film van dit sei
zoen „Fliichtllnge" ondanks Albers (die
door Kathe von Nagy, een der dalende
sterren, zeer onvoldoende ondersteund
werd), niet aan de enorme verwachtin
gen beantwoord bleek te hebben.
Het publiek wil de verbleekte „ster
ren" niet meer, een Hans Albers, een
Conrad Veith, een Emil Jannings die
na een rustperiode van twee jaren dezer
dagen in Berlijn weer een nieuwe film
spelen gaat en een Lilian Harvey
die op het oogenblik door Hollywood vol
gens bekend recept bedorven wordt
wellicht uitgezonderd. Het heeft vooral
genoeg van de alleen-maar-film actrices,
die nimmer iets op de werkelijke tooneel-
planken gepresteerd hebben, dank zij de
autogram-idioten (die nog,altijd in drom
men optreden en hun of haar lievelingen
tot ondraaglijke inbeelding opzweepen)
meenen de wereld in pacht te hebben, ter
wijl ze niets anders presteeren dan wat
van regisseurs en fotografen na-geaapte
bewegingen en onbenullige zinswendin
gen.
Men verlangt in Berlijn tegenwoordig
naiuurlijk spel en natuurlijke gezichten,
menschen die ook in het gewone leven
eenvoudige, hartelijke personen zijn.
Maar men krijgt van deze soort, waarvan
Victor de Kowa, Olly von Fluit, Hilde
Wagner, Marie Luise Claudius, Albert Lie
ven e.a. te noemen waren, nog veel te
weinig te genieten.
De nationale regeering, die op vele
andere gebieden zoo snel en zoo „riichs-
sichtlos" ingegrepen heeft, schijnt nog
geen moed te hebben om groote oprui
ming onder de „wereldberoemde diva's"-te
houden, die hier nog alle voor zoovel'
ze niet van Joodschen bloede zijn haar
tijd uitzitten, ja zelfs door den chef der
regeering of den minister voor propa
ganda (en film) regelmatig op de thee
uitgenoodigd worden, en zeker haar groo
te routine laten spelen om de heeren mi
nisters en hun adjudanten in de goede
stemming te houden
Met het resultaat, dat nog altijd „Mia
Pia", de reeds tot caricatuur geworden
„ster" met villa, gegalloneerde huis
knecht, luxe-cabriolet en obligate reizen
naar Parijs en St. Moritz. de beroemdheid
die in alle geïllusteerde kranten en tijd
schriften. magazijnen en levensbeschrij
vingen onvermijdelijk terugkeert, het Ber
lijnsche filmwereldje beheerscht, en
de werkelijke talenten op den achter
grond houdt
Het socialisme in de kunst, dat Hitier
predikt, is althans wat de filmkunst
betreft nog .graue theorie" gebleven.
De Generaldirektoren" hebben hun
machtspositie nog niet opgegeven. En
Hans Albers houdt het nog altijd met
den mijnwerker uit Gelsenkirchen!
ROLAND.