ndië in crisistijd. kunst en letteren^ brieven uit berlijn. Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 9 Februari 1934 Derde Blad No. 22661 ;EN BESCHOUWING VAN DR. COUJN Ui Buitenl. Weekoverzicht. PFAFF-ADLER C. F. MEERPOEL Steunt met Uw gaven het Leidsch Crisis-Comité O VERDERE SALARIS-VERLAGING NIET NOODIG kschenen is de Memorie van Ant- i op het Voorloopig Verslag van de iOting van Nederlandsch-Indië voor Uenstjaar 1934 (Goedkeuring van de Jten van den Gouverneur-Generaal Nederlandsch-Indië tot vaststelling onderscheidene afdeelingen. Vast- nc van onderdeelen van de afdee- I n, III XI. Kinisters inzicht aldus de Memo- wordt zeker niet geleid door de ver hting ..dat de tegenwoordige verhou- n blijvend zijn." Dit toch zou een miskenning zjjn van de meer of ingrijpende veranderingen op eeo- ich financieel en monetair gebied, i nog bijna dagelijks in de wereld heen voltrekken, en van den in- i daarvan op de eigen landshuishou- Ongetwijfeld zal de wereldstructuur J weer in een zekeren evenwichtstoe- Bd komen, maar de verhoudingen, die «normaal zullen heeten, zullen hoogst- pschijnlijk weinig gelijkenis vertoo- ïmet die, waarop het leven der volke- i het algemeen en de Indische huis- ling in het bijzonder zich in de jaren, it aan de crisis voorafgaande hadden fcteld. Dat zulke „normale toestanden" ten afzienbaren tijd zullen terugkee- Tverwachten ook blijkbaar deze leden L waar zij erkenden, dat de Regeering [cht de huishouding van Indië op een r plan instelt. Minister acht de opvatting onbe- lelijk, dat de eisch van een begroo- die ook in de schuldaflossing voor- Ionredelijk en onuitvoerbaar zoumoe- I worden geacht. Het behoeft nauwe- I opgemerkt dat daarbij allerminst de ling voorzit dit einddoel binnen een e jaar te bereiken. Met een niet ge- schuldaflossing kan echter alleen jen genomen worden, wanneer het litzicht geopend wordt, dat na een en overgangstijd, noodig voor het lig doorwerken van de daarvoor ge- i maatregelen, de gewone dienst we- i ruimte laat tot een reëele afbeta- |van 's Lands schulden. Minister wijst er voores op. dat in 11910 en 1915 de lasten van rente sing en pensioenen zich bewegen ihen f. 19.5 en f. 26.5 millioen, tegen- tians f. 170 millioen, d.w.z. 8 pCt. Iie vroeger beschikbare tegen 36 pCt. falie thans verkregen wordende mid- B, die voor den buitengewonen dienst fonder begrepen. uineer men zich voorts realiseert, dat jeheele dienst, buiten de schuldver- ■tingen en de pensioenen in 1929 nog 1.750 millioen vergde en irr-1934 ver dijk niet meer dan f. 390 millioen :agen. dan is er zeker alle reden om ijfelen aan den ernstigen wil der ae regeering om zoo spoedig moge- i komen tot een sluitende begroo- :n haar den lof niet te onthouden, bp zij met hetgeen tot dusver reeds die richting werd bereikt aanspraak i maken. Ter verkrijging van de voor 1935 voor tanen vermindering van de zuivere ge- pe uitgaven met f25 miliicen, heeft de Tetie Begrootingscommissie na overleg i de betrokken Departementshoofden I uitgebreid schema van meer of min- f ingrijpende maatregelen bij de Regee- voorgebracht, waarna onlangs door directeur van Financiën een over s''aan den Volksraad werd gegeven, «halve deze maatregelen wordt nog "wogen een inkrimping van het aantal [en van den Raad van Indië en van het pie van Gedelegeerden, vermindering h de zittingsgelden en schadeloosstellm- 1 van de leden van den Volksraad en de delegeerden, benevens een verdere ver- png van de personeel uitgaven voor de pemeene Secretarie, de Algemeene Re- rikamer en het Commissariaat voor usche Zaken en andere bezuinigingen niet principieelen aard. en en ander zal kunnen leiden tot een luniging ran rond 21.3 millioen, welk -.j tot 24 millioen stijgt, wanneer zou praen overgegaan tot tijdelijke stopzet- tl van d€ ditkeeringen aan de militaire ■m Ün~ en tveezenfondsen. Jr., ?.on dienaangaande in de huidige psiandigheden uiteraard geen absolute perheid is te geven, hoopt, de Minister, *1 h6n vardere verlaging van het salaris ei oeneden dat der nieuwe regeling voor tnans in dienst zijnde ambtenaren niet ■od'? zal zijn. aet betrekking tot de na de herziening der salarisregelingen ter hand te nemen wijziging van de pensioenregelingen kan worden verklaard, dat bij die gelegenheid ook een punt van overweging zal uitma ken de vraag of de leeftijdsgrens, waarop door Europeesche ambtenaren het pen sioen wordt bereikt, niet dient te worden verhoogd, terwijl stellig ook naar verla ging der maxima behoort te worden ge streefd. Het heeft naar het gevoelen van den Mjinister geen nut de uit de conversie der Nederlandsch-Indische dollarleenin- gen voortvloeiende rentebesparing in een amortisatiefonds in te brengen, zoolang de begrooting niet in evenwicht is. Tegenover het denkbeeld om- door rui mere afwenteling van de Regeeringstaak op lagere organen tot bezuiniging te komen, staat de Minister in beginsel sympathiek. De vraag verdient zelfs over weging of niet hoofdzakelijk slechts langs dezen weg de versobering zal zijn te be reiken, die als een wezenlijke voorwaarde voor de gezondmaking van 's Lands bud get moet worden beschouwd. Geenszins kan de Minister dan ook de meening onderschrijven, dat een dus danige taakafwenteling slechts een ver schuiving van moeilijkheden zou zijn. De Minister is derhalve van meening, dat op den ingeslagen weg moet worden voortgegaan en hij vertrouwt, dat de werkzaamheid van de door den Gouver neur-generaal ingestelde „Overdrachts commissie". die tot taak heeft uitge werkte voorstellen in te dienen omtrent verdere cvc-rdracht van de Staatstaak op de lagere gemeenschappen, waaronder te begrijpen het betrekken van de locale Overheidsorganen in de uitoefening der centrale Overheidsbemoeiingen, tot dien voortgang in belangrijke mate zal bij drager.. Ook naar de meening van den Minister moet, mede uit een oogpunt van vermin dering van de salaris- en pensioenlasten gestreefd worden naar voortgaande ver vanging van het Europeesch element in den Indischen Staatsdienst door uit het land zelf gerecruteerde krachten: de In dische regeering is in die richting bij voortduring werkzaam. De Nedevlandsche leiding moet echter als onmisbaar wor den beschouwd. Aan de bezwaren van de in de motie van Helsdingen e s. bedoelde belasting heffing hier te lande van de zoogenaam de Indische gemengde bedrijven, kan slechts door een wijziging van de wet op de dividend- en tantième-belasting wor den tegemoet gekomen. Deze aangelegen heid is bij den Minister van Financiën in studie. Aan den drang tot het he'fen van een uitvoerrecht op aardolie en op Deli-tabak en tot het betrekken van de rechtsper sonen in de vermogensbelasting kan de Regeering geen gevolg geven. Het is inderdaad van groote beteeke- nis dat de voedselvoorziening in Neder landsch-Indië juist in dezen tijd over het algemeen voldoende blijft. Zonder zeer bijzondere tegenslagen behoeft ook niet voor een voedseltekort te worden ge vreesd. Op de vraag of de Regeering kan verklaren, dat zij de rijstsituatie thans beheerscht, kan bevestigend worden ge antwoord. Het werkloosheidsprobleem m Indie heeft de voortdurende aandacht der Re geering. Het aantal ingeschrevenen bij de arbeidsbeurzen bedroeg per ultimo Sep tember j.l. 15571, waaronder 3546 Euro peanen en ruim 1000 Chineezen. Dit aan tal was op ultimo November 1933 geste gen tot 16042, waarvan 3578 Europeanen en ruim 100 Chineezen. jut De tot dusverre voor Nederlandsch-in- dië gevoerde open-deur-politiek heeft noodgedwongen in zooverre eenige beper king ondergaan, dat aan een vernietigen de concurrentie van Overheidswege Paai en perk wordt gesteld. Men behoort der gelijke tijdelijke maatregelen echter in het raam van dezen tijd te beschouwen, van politieke verwikkelingen is dan 90K geen sprake geweest, terwijl opzegging van handelsverdragen niet aan de orde behoefde te komen. In de naaste toekomst zal het vergroo- ten van den uitvoer van Indische pro ducten naar het buitenland alleen moge lijk zijn door het aangaan van speciale overeenkomsten van korten geldigheids duur, waarvoor Indische invoerbelemme- ringen allerminst een sta in den weg zijn. Ook de Minister beschouwt den opbouw van een eigen textielindustrie in Indië als zeer wenschelijk. NIEUWE UITGAVEN. ■hepn1rf0N V. Delko te Amsterdam ver- ~ntl"oor'0Ssroman „Nach Paris" >ul kies vertaald en bewerkt door •thèen M^Ujt6evcr Schuyt te Vclsen ver- leuw 1 00r drs- G H- Blanken uit het lon*tan?i„ "crtaalden roman van .-mos Theotokis „De veroordeelde" lezuJ.'r,iIhieme on Cie., Zutphen „Het ■kioma'dit „Cn zi»n kamerleden", het ine pn 1, ïenredlEe volksvertegenwoor- sluiten i 100 dlstrictenstelsel elkaar ™ten door dr. s. S. Smeding. Pri St,iNederlandsche Boekhuis, Til- 1'Schuyler S,11?5 slaven" door George her slaver^, - Jarenlange geruchten ■«Publiek tik corruPtie in de zwarte F 1p 1930 een <C< deed de Volkenbond P Paar den .t °''lc>eri onderzoek instel- fc hierover smal/"1 zaken en het rap" iü1 ult- Schuvw een vernietigend oor- '«taiis waren dll dat cr n°S heel wat 11 dle 'p het rapport niet ver meld stonden en aanvaardde daarom graag de opdracht een studiereis naar Liberie te maken. Hij doorkruiste het land van wil dernissen en moerassen, de gevaren trot- seerend, terwille van de goede zaak, en de indrukken die hij daar opdeed werden door dezen doorkneden publicist met groote eerlijkheid zonder opsmukkerij weergegeven in dezen romen, die door Jean E Marre vertaald werd. „AMOR IN DE PASTORIE". Maandag 12 Februari a.s. geeft het Ver. Rotterdamsch Hofstad-Tooneel. Dir. Cor. v d. Lugt Melsert in den schouwburg al hier een populaire vertooning '.de 150ste van „Ainor in de Pastorie", het leutige blijspel van Jac. Ballings, met Anton Roemer als „Heeroom", Johan Elsensohn als de oubollige herbergier Baas Blom, en voorts Dora Haus, Enny Meunier. Jan v. der Linden e.a. Regie: Hermann Schwab. Voor dezen avond zijn de toegangsprij zen zeer laag gesteld, n.l. van f. 1 20 tot f0.30 plus rechten. EEN WEEK VOL GEBEURLIJKHEDEN. Het Ontwapeningsvraagstuk is weer eens op den voorgrond geschoven! Blijkbaar voelde men in diplomatieke kringen dat de onderlinge besprekingen toch niet dat resultaat opleverden, dat men er zich van had voorgesteld. Trots alle moeite, die men zich heeft gegeven, trots de vele reisjes van tal van ministers was men niet ver der gekomen, daar men als in een vicieuzen cirkel ronddraaide. Hoe men het ook wendde of keerde, men stuitte geregeld op de Fransch-Duitsche verhou ding. Ën inderdaad, deze beheerscht den toestand volkomen. Er is niet verder te komen zonder Berlijn of Parijs nader tot elkaar te brengen! De poe(pgen tot rechtstreeksch contact mag men als mislukt beschouwen, al waren de gewissel de nota's nog zoo vriendelijk gesteld en er op berekend om de deur voor ver dere gedachtenwisseling open te houden. Beide partijen blijven immers in groote lijn op haar standpunt staan. Zie ten bewijze de juist gisteren gepubliceerde Fransche nota van 1 Jan. j.l. In deze omstandigheden hebben Enge land zoowel als Italië gemeend iets te moeten doen om te probeeren over het doode punt heen te komen en vanuit Londen en Rome is dan ook een nieuw memorandum uitgegeven om te trachten weer beweging te brengen in deze vast- geloopen materie. Nu beweging zal er wel komen, maar of deze per slot van reke ning het gewenschte effect zal sorteeren, dient nog afgewacht. Wij voor ons staan er zelfs vrij sceptisch tegenover. De Engelsche nota zal in Frankrijk beter worden ontvangen dan de Italiaansche. te Berlijn zal het juist andersom zijn. Dit hoewel beide memoranda toch veel ge meen hebben en in wezen elkaar wel dekken. De afwerking is echter verschil lend en dat heeft de ongelijke waardeering tengevolge. Het Italiaansche memorandum is meer in groot lijnen gehouden, terwijl het Engelsche een geheel uitgerust voor stel is, tot in finesses verzorgd. Waar wij beide uitvoerig hebben vermeld, zullen wij hier op den inhoud niet dieper ingaan, dezen als bekend veronderstellend. Beide eischen van Duitschland 'n terug, keer naar Genève en vooral van Italië, dat nog pas zelf zoo'n krachtigen aan val op den Volkenbond richtte, is dat zeer opvallend. Het bewijst, dat de Duce in dit opzicht op den terugweg is. Of Duitschland daarnaar ooren zal heb ben, is te betwijfelen. Zijn wegloopen zou door een terugkeer, zonder dat te voren succes was verzekerd, immers bij kans een echec worden. En succes verze kert noch het eene memorandum noch het andere. Alles komt tenslotte toch weer terug tot: Frankrijk en Duitschland. Hoezeer Londen en Rome zich beijveren, de beslissingen liggen te Parijs en Berlijn. En al maakt het Engelsche memorandum naar beide richtingen buigingen het is een mooi stuk werk van sir John Simon, dat in Engeland de welverdiende waardeering heeft gevonden het laatste woord heeft het niet. Men kan den vicieuzen cirkel niet doorbreken! Italië iets duidelijker dan Engeland zoekt den uitweg ür een soort herbewa pening van Duitschland, waartegenover Engeland dan iets duidelijker dan Italië zich bereid verklaart, concessies te doen aan de Fransche veiligheidsthese. Hoewel het niet met zooveel woorden wordt ge zegd, schijnen beide impleciet 'c erkennen, dat van een vernietiging der zware aan valswapenen op het oogenblik toch niets terecht zal komen. Iets, waarin zij niet zoover mis zien. gelet op de blijvende dreiging in het Verre Oosten. Japan zal aan zoo'n vernietiging niet deelnemen en dus ook sovjet-Rusland niet.En nu zwijgen we maar van de vloot-race, die eigenlijk al wordt gevoerd tusschen Japan en de Vereenigde Staten, al blijven beide landen dan z.g. binnen het bestak der Londensche vlootovereenkomst. Maar 'zal Frankrijk ook maar denken aan een Duitsche herbewapening? Dit lijkt bedenkelijk. Voor zoover de Fransche pers zich reeds uit. blijkt groote tegen kanting. Officieel kan Frankrijk zich moeilijk reeds verklaren, daar weer eens een crisis is doorleefd en nog niet zoo vast staat, dat het nieuwe kabinet kans van leven heeft. Het ministerie Chautemps is gevallen op de Stavisky-affaire. Nu deze zaak eenmaal aan de rol is gekomen, is het precies een sneeuwbal geworden. Steeds meer hooggeplaatste personen schijnen te zullen worden gecompromit teerd en Chautemp's ministerie werd daar bij eveneens betrokken. Het moest aftre den. al wilde Herriot het opnieuw voor de Kamer doen treden. Daladier heeft zeer vlug een nieuw kabinet gevormd, doch zonder „sterke" mannen en daarom is nog de vraag of de Kamer daarmede genoegen za'. willen nemen. De eenige kajis voor den nieuwen premier schijnt te zijn een zoo danig doortasten in de diverse schandalen, die elkaar met zeldzame regelmaat opvol gen. dat de Kamer hem niet durft weg stemmen. Het schijnt dat Daladier inder daad in deze richting werkzaam is. Ten gevolge van een en ander heeft de nieuwe premier, die zelf de portefeuille van bui tenl. zaken heeft genomen waardoor Paul Boncour vooreerst van het tooneel verdween! echter geen gelegenheid om reeds duidelijk te maken, hoe hij denkt over de bemiddelingspogingen uit Londen en Rome. afgezien van de vraag of hij dit zou willen. De Fransche crisis is in de huidige ver houdingen een allergeduchtst inconveniënt en dit te meer, waar, al overleeft Daladier de eerste ontmoeting met het parlement, zijn positie toch allesbehalve stevig is te oordeelen. Van een zwak-staand kabinet is niet veel te verwachten in groote en beslissinde kwesties als die der Ontwape ning Opluchting heeft de groote rede van Hitier. gehouden in den Duitschen Rijks dag ter gedenking van het éénjarig Nazi bewind, ook al niet gebracht. Hij her haalde tegenover Frankrijk zijn verzoe ningsgezindheid. die hij van den beginne af aan heeft tentoongespreid, feliciteerde Duitschland en Polen met het aparte soort Kellogg-pact, waartoe beide landen wisten te geraken een lichtpuntje in de Euro peesche duisternis! doch weigerde scherp alle genoegdoening aan Oosten rijk. Daarmede is de algemeene situatie in ons werelddeel aanzienlijk verscherpt. Na tuurlijk is toch het offlcleele Duitsche ant- tvoord op Doilfuss' nota precies zoo ultge- (Van onzen correspondent). Berlijn, Januari. EEN FILMPRAATJE. Toen het Duitsche volk zijn ..nationale omwenteling" achter zich had en de nieuwe heerschers zeer aelfbewust hun regime begonnen, kreeg men onder tal- looze andere beloftes ook te hooren, dat op het gebied van de film met de oude toestanden geducht zou worden opge ruimd. Nu, dat was in hooge mate ver heugend. Want overal op aarde, waar verstandige menschen wonen, die tot nuchter denken in staat zijn, zal men zich over het bijwerk, dat met het be grip „film" te doen heeft, zeker evenzeer geërgerd hebben als hier in Duitschland, waar de film-industrie sinds jaar en dag van internationale beteekenis is. Met dit bijwerk bedoel ik al die elementen, die met het tot stand komen van een film en het forceeren van het t publiek succes te maken hebben. En dat is zoo het een en ander....! Lange, lange jaren is in Duitschland de film een hoogst eigenaardig en on danks alle positieve prestaties naast veel artistieke en financieele mislukkingen 'n niet bepaald sympathiek verschijnsel ge weest. Ik herinner mij nog de Duitsche film-industrie van vóór den oorlog, maar denk hier in de eerste plaats aan latere jaren, toen plotseling een opbloei begon, die door Skandinavie ingeleid was en die nog geen „Ufa" in haar tegenwoordlgen omvang, geen groote Amerikaansche en Fransche, zeker geen Nederlandsche, Ita liaansche of Spaansche productie kende In dien tijd beteekende „film" de groote toekomst. Het waren vooral handige (en ook wel onhandige» Joodsche zakenmen- schen. die te voren in heerenconfectie, fietsen en auto's, levensmiddelen, photo- toestellen of de hemel weet wat nog meer gehandeld hadden, die eensklaps hun liefde (en hun „zakelijke kennis") voor de filmindustrie ontdekt hadden, en als „Herr Generaldirektor" kostbare bureaux betrokken, waaruit ze veelal na korten lijdensijd door den deurwaarder hard handig verjaagd werden. Nog heden zitten kleine ondernemers met groot vertoon in tal van filmonder nemingen, die aan de machtige „Ufa" of adere, kleinere concerns hun films leve ren of als „uitleen-instituut" hun geld verdienen. De Joodsche invloeden zijn natuurlijk grootendeels verdwenen of op den achtergrond gedrongen. Gebleven zijn echter de wonderlijke begrippen over za ken-doen, over de beteekenis van kunst waarde voor de filmproductie, en over de waarde der „sterren", die bij filmonder nemingen nog heden posities innemen, welke tot hun prestaties in zeer onge zonde verhouding staan. De nationaal-socialistische revolutie had beloofd, hier radicale veranderingen in te brengen. De „sterren" zouden opge ruimd worden, gezonde toestanden zou den komen, goede, eerlijke, artistieke films met werkelijke menschen in plaats van mannequins en modepoppen met mooi-zoete gezichten in de hoofdrollen. De vroegere filmproducenten hadden hier, gelijk trouwens heden nog in Ame rika, steeds weer de stelling verkondigd, dat met „werkelijke kunst", volgens den maatstaf van den hoog-ont wikkelden toe schouwer, geen geld te verdienen is. Zoo wel Joodsche als niet-Joodsche produ centen gingen van de grondgedachte uit dat men de filmproductie vormen moet naar de mentaliteit en de ontwikkeling van den ..kleinen man". En niet alleen de producenten dachten aldus. Ik zou hier een typisch voorbeeld uit mijn eigen ervaringen kunnen aanhalen! Verleden jaar had ik gelegenheid, juist over deze dingen met een zoo ervaren en talentvol acteur als Hans Albers te spreken. En toen ik hem als mijn eerlijke meening te kennen gaf. dat men in de bioscopen over het algemeen films voorgezet krijgt, die wat haar inhoud, dus tekst en „ro mantische" ontwikkeling betreft, zoo slecht zijn, dat men ze in boekvorm zou wegwerpen of hoogstens als treinlectuur zou laten gelden, gaf me Albers woorde lijk het volgende als zijn meening te kennen: „Mogelijk, dat u gelijk heeft. Maar op filmgebied is niet uw oordeel, maar dat van den eersten den besten mijnwerker in het Ruhrgebied voor mij van doorslaande beteekenis. Wat die goedvindt, is volgens mij geslaagd. Film is massa-productie en heeft zich te rich- RECLAME. 5478 NAAIMACHINES MODEL. KL JLSO met platliggendo spoel Alleen do betere merken bij BKEESTKAAT 171 - EEIBEi*. vallen en er blijft Weenen nu geen andere keus dan om de teere aangelegenheid te Genève aan de orde te stellen. Met alle moeilijkheden, daaraan voor den Volken bond verbonden! Het schijnt, dat zelfs Mussolini zijn Duitschen collega-dictator in deze zoo bij uitstek belangrijke affaire niet tot matiging kan brengen, al weet Hitier den Duce pal tegenover zich te zul len vinden. Alles schijnt Duitschland ech ter aan den z.g „Anschluss" ondergeschikt te willen maken. Het verzet van vrijwel geheel Europa schijnt het Nazi-bewind te durven trotseeeren, er blijkbaar op ver trouwend, dat Oostenrijk zich zelf zal annexeeren. Overigens kondigde Hitler's rede voor het binnenland nog eens de scherpste op positie aan tegen alles, wat zich niet wilde schikken en dat dit geen ijdele klanken zijn bewijst de ontbinding der monarchis tische organisaties, terwijl in den kerk strijd eveneens met harde hand is doorge pakt, zoodat naar den schijn bisschop Muller alleen baas is. Wie kan echter in de zielen lezen, wat de mond niet meer durft te uiten? Tenslotte is met één slag de Duitsche eenheid effectief tot stand gebracht. Bij een wet die eenvoudig z. h. st. en zonder eenig debat werd aangenomen zijn alle landsparlementen afgeschaft. Goeringhad als Rijksdagvoorzitter, tevoren nog eens ronduit verklaard, dat de Rijksdag maar had te kikken, zooals de Führer zou wik ken en dit college volbracht het ja-knik ken zonder aarzeling. Men ziet: een week vol gebeurlijkheden ligt achter ons. Edoch, wij zien, helaas, uit dit alles nog bitter weinig resultaat gebo ren worden in het belang van ons wereld deel. Laat ons dankbaar gedenken, dat leeds 't streven naar het goede schoon is— ten naar wat de man of de vrouw uit de massa verlangt." Ik heb toen maar niet meer gevraagd, of de wanverhoudingen in de filmwereld ook een concessie aan massa-smaak be- teekenen. Albers is zelf een van de groote verdieners, die nog heden in Duitschland volstrekt niet van schrik omvalt, als hem 75.000 Mark voor één enkele filmrol ge boden wordt. Ofschoon dat nog weinig is in vergelijking met zijn landgenoot Fre deric March, die In werkelijkheid Becher heet, en Duitscher is, en die dezer dagen zijn verdrag met de Paramount niet ver lengde omdat hem door een anderen pro ducent voor 'n filmrol, die slechts korten tijd beslag op hem legde, 50000 dollar geboden werd, en bovendien 5000 dollar voor eiken dag „overwerk"! En dat, of schoon March toch volstrekt niet tot de wereldberoemdheden op zijn gebied gere kend kan worden. De nieuwe Duitsche regeering onder Adolf Hitler, had nu beloofd, een einde aan dit ongezonde gedoe te willen ma ken In de eerste plaats wilde men met „echt nationale films" komen. Toen de heeren producenten daar achter kwamen volg ie een nieuwe oriënteering, die van deze zijde eigenlijk niet anders te ver wachten was. Men „deed in nationaal", met het gevolg dat men aan het doel voorbijschoot, weeig-overdreven hulde aan de nieuwe machthebbers bewees, in de manuscripten nog snel wat S.A.-ro- mantiek, Hitlermarschen e.d. invlocht, dan wel nieuwe films ensceneerde, waar in de nationale revolutie in 't zonnetje gezet werd. De heeren hadden zich ech ter al evenzeer vergist als toen ze het publiek altijd maar weer „Weensche" zoe tigheden met arme „süsse Madel" en verliefde prinsen voorzette alleen omdat indertijd de operette en de filmwereld met „Walzertraume" en „dansende Con gressen" veel geld verdiend hadden Het Hitlerreglme liet een donderend protest tegen dergelijke „Konjunkturrei- terei" hooren en de regeering zelf ver bood een film, die het leven en sterven van den nieuwen nationalen held Horst Wessel zou moeten verheerlijken. De film is nu, sterk besnoeid, en gewijzigd als „Hans Westmar" op de markt gekomen, en heeft tot heden niet al te veel succes. Betere „nationale films" kwamen onder toezicht van regeerings instanties tot stand. Ik wil hier slechts „Hitier junge Quex" noemen, waarvan ik de premier in Hitler's aanwezigheid in München mee maakte, een film, die werkelijk artistie ke qualiteiten heeft. Wat in dit geval op het conto Van de almachtige „Ufa" mag worden goedgeschreven In het algemeen echter is hel juist niet de „Ufa", die de werkelijk artistieke (en financieele) successen heeft mogen boeken. De beste Duitsche film van 1932 was het ook in Nederland met zooveel succes ontvangen „Madehen in Uniform", een bewerking van Kellermann's roman „Der Tunnel", was een der beste films van 1933: en reeds maanden lang wordt hier met fabelachtig succes de prachtige Fransche film „Maternelle" gegeven, j Waartegenover de ..Ufa" slechts met eer lijk succes „Reifende Jugend" te plaatsen had, nadat de „groote" film van dit sei zoen „Fliichtllnge" ondanks Albers (die door Kathe von Nagy, een der dalende sterren, zeer onvoldoende ondersteund werd), niet aan de enorme verwachtin gen beantwoord bleek te hebben. Het publiek wil de verbleekte „ster ren" niet meer, een Hans Albers, een Conrad Veith, een Emil Jannings die na een rustperiode van twee jaren dezer dagen in Berlijn weer een nieuwe film spelen gaat en een Lilian Harvey die op het oogenblik door Hollywood vol gens bekend recept bedorven wordt wellicht uitgezonderd. Het heeft vooral genoeg van de alleen-maar-film actrices, die nimmer iets op de werkelijke tooneel- planken gepresteerd hebben, dank zij de autogram-idioten (die nog,altijd in drom men optreden en hun of haar lievelingen tot ondraaglijke inbeelding opzweepen) meenen de wereld in pacht te hebben, ter wijl ze niets anders presteeren dan wat van regisseurs en fotografen na-geaapte bewegingen en onbenullige zinswendin gen. Men verlangt in Berlijn tegenwoordig naiuurlijk spel en natuurlijke gezichten, menschen die ook in het gewone leven eenvoudige, hartelijke personen zijn. Maar men krijgt van deze soort, waarvan Victor de Kowa, Olly von Fluit, Hilde Wagner, Marie Luise Claudius, Albert Lie ven e.a. te noemen waren, nog veel te weinig te genieten. De nationale regeering, die op vele andere gebieden zoo snel en zoo „riichs- sichtlos" ingegrepen heeft, schijnt nog geen moed te hebben om groote oprui ming onder de „wereldberoemde diva's"-te houden, die hier nog alle voor zoovel' ze niet van Joodschen bloede zijn haar tijd uitzitten, ja zelfs door den chef der regeering of den minister voor propa ganda (en film) regelmatig op de thee uitgenoodigd worden, en zeker haar groo te routine laten spelen om de heeren mi nisters en hun adjudanten in de goede stemming te houden Met het resultaat, dat nog altijd „Mia Pia", de reeds tot caricatuur geworden „ster" met villa, gegalloneerde huis knecht, luxe-cabriolet en obligate reizen naar Parijs en St. Moritz. de beroemdheid die in alle geïllusteerde kranten en tijd schriften. magazijnen en levensbeschrij vingen onvermijdelijk terugkeert, het Ber lijnsche filmwereldje beheerscht, en de werkelijke talenten op den achter grond houdt Het socialisme in de kunst, dat Hitier predikt, is althans wat de filmkunst betreft nog .graue theorie" gebleven. De Generaldirektoren" hebben hun machtspositie nog niet opgegeven. En Hans Albers houdt het nog altijd met den mijnwerker uit Gelsenkirchen! ROLAND.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1934 | | pagina 9