Bezoek van minister Deckers aan Valencia - Lawine-ongeluk
i VEILIGE HAVENS
fe Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
FEUILLETON,
D»E BEKENDE 0 U D-INTEK NATION A A L HARRY DENIS weer van
de partij bij den wedstrijd D.H.C.H.B.S. te Delft gespeeld.
door BASIL KING
(Uit het Engelsch).
i7)
„Natuurlijk Ls het niet slecht," snauwde
zyn moeder. „Heb ik je dat niet al hon-
maal gezegd? We komen er immers
aitUd goed doorheen, nietwaar? Als we iets
rwT de<*en> zou ons dat niet lukken."
k^\?5 ?eze redeneering tot zwijgen ge-
oracht, al was hij het innerlijk er niet ge-
?ens' keek met verlangen uit
het komende feest. De Kerstdagen
nadden altijd iets opwindends, zelfs voor
lom Coburn. Misschien voor hem nog
meer daai voor andere jongens, omdat hij
zoo dikwijls in winkels kwam. Die opwin
ding voelde hij al tegen half November op-
Komen. Vanaf dat tijdstip had hij gezien,
uat in de winkels met hun speelgoed, boe-
Ken, skis, schaatsen, sleetjes en allerlei
andere heerlijkheden voor kinderen, de
Pracht steeds groeide Uit dien overdaad
Kon hij geen keus meer doen. Eén of twee
misschien drie dingen van al dat moois
?v^^.h£m.wel ee^ beg<*rig. maar de
overvloedigheid was hem toch te machtig.
BSEF1 kon-uhy des **ter aandacht
vestigen op het paar gevoerde wollen wan
ten, dat zijn moeder hem had beloofd ten
minste als zij, zooals zij het noemde, het
te pakken kon krijgen.
Den dag vóór Kerstmis was dit nog niet
gelukt. Wel hadden zij andere dingen ont
vreemd: een portemonnaie, een dames-
tasch om Inkoopen te doen, verschillende
handdoeken, pennenbakjes, eenige paren
kousen, een flesch schoensmeer, een op
vouwbaar rubber kinderbad, een haar
borstel, een electrisoh toestel om brood te
roosteren, en nog een boel andere dingen,
waarin een kleine jongen maar weinig be
lang stelt. Daarbij kwam nog dat slechts
enkele van deze artikelen voor persoonlijk
gebruik dienden; de rest zou bij de eerst
volgende verhuizing in het geheim worden
verkocht. Natuurlijk speelde het toeval een
groot rol bij hetgeen hun in handen
kwam. Zij konden de voorwerpen wel op
den kop tikken, maar van uitkiezen kon
slechts in geringe mate sprake zijn. Op
gevoerde wollen wanten hadden zij nog
geen beslag kunnen leggen.
Het jongetje begon er zelfs voor te vree
zen, of hij ze wel ooit zou krijgen. Als hij
ze niet op den Kerstdag zelf had, zou de
aardigheid er af zijn, want het zou lang
niet hetzelfde zijn, als hij ze een week later
kreeg; dan zou het geen Kerstmis zijn. Hij
kon zich niet herinneren ooit Kerstmis te
hebben gevierd, ook nooit dat hij naar een
luxe artikel had verlangd. Dit verlangen
was thans iets heel nieuws voor hem, iets
dat hem verteerde. Wanneer hij er aan
dacht, dat dit geluk hem tenslotte niet be
schoren zou worden, knarsetandde hij, om
een snik in te houden, maar toch kon hij
er niets aan doen dat zijn oogen vol
tranen schoten.
Niet eer dan laat op den dag vóór Kerst
mis was het dat zijn moeder haar kans
schoon zag. Om half zes stond het bij de
toonbank, waar gevoerde wollen wanten
waren uitgestald, vol met arme vrouwen,
die niet eerder geld of tijd hadden gehad
om inkoopen te doen. Onder dezen bevond
zich Tom Coburn's moeder, die bezig was
met uitzoeken, en naar den prijs vragen.
„Waar is die jongen nu weer? Zijn han
den groeien zoo sterk, dat ik nooit zeker
ben, zonder dat hij ze heeft gepast,"
Met een wanhopig glimlachje in de rich
ting van de winkeljuffrouw, volgde zij
haar gewone tactiek van zich van de toon
bank te laten wegdringen, tevergeefs naar
den jongen uitziende. Op het juiste oogen-
blik verdween zij in de opdringende, du
wende massa vermoeide vrouwen, waar zij
er op kon rekenen niet meer opgemerkt te
worden dan een willekeurig schaap in de
heele kudde .De wanten waren verstopt in
de mof, die den buit vormde van een vroe-
geren strooptocht. De jongen stond 'te
wachten bij een zijdeur, waar zij hem had
verlaten. Daar aangekomen, zei ze vlug op
fluisterenden, bevelenden toon: „Vooruit!
Gauw wat'"
Snel voldeed hij aan het bevel, zich ver
heugend op de „verrassing", die hem op
Kerstochtend zou wachten.
Toen zij de zijgang hadden bereikt, voel
de de moeder dat een hand op haar schou
der werd gelegd.
„Wilt u even mee terugkomen?"
Het werd zoo beleefd gevraagd, dat de
jongen het eerste oogenblik zich met on
gerust maakte. Het was een dame, die had
gesproken, een dame, zooals er zoo velen
waren; alleen haar toon klonk rustiger,
dwingender, meer zelfbewust, dan hij van
vrouwen gewoon was. Maar wat hij zijn
heele verdere leven niet vergat, was de uit
drukking van het gelaat van zijn moeder.
Toen hij die later ontleedde, voelde hij dat
het een uitdrukking van innerlijke over
gave was. Zij had het punt bereikt, dat zij
al lang te voren voorzien had: het einde.
Maar trots innerlijke overgave was zij,
hoewel doodsbleek wordende, besloten niet
dadelijk kamp te geven.
„Waarom?"
„Als u meegaat, zal ik het u zeggen,"
,,Ik weet niet of ik dat wel zal doen. Ik
moet naar huis."
„Ik geef u toch den raad rustig mee te
gaan. U zoudt er niets bij winnen, als u
onnoodige drukte maakte."
Toen een tweede dame, die even krach
tig en zelfbewust optrad, er bij kwam,
baande het viertal zich een weg door de
menigte. Aan de handschoenentoonbank
werd plaats voor hen gemaakt. De winkel
juffrouw werd geroepen. De dame, die hen
had tegen gehouden, bleef de leiding in
handen houden.
„Wilt u ons nu laten zien wat u in uw
mof hebt?"
Zij haalde de wanten te voorschijn.
„Zeker, die heb ik gekocht en betaald."
De juffrouw achter de toonbank vertelde
wat er gebeurd, vrouwen, die inkoopen
hadden gedaan, kwamen er bij en ook
eenige winkelchefs.
„Dat is een leugen! Een leugen! hoorde
het jongetje zijn moeder uitroepen, terwijl
de winkeljuffrouw haar verhaal deed. „Als
ik ze niet betaald heb, dan was het alleen
maar omdat lk het vergat. Hier ls het
geld! Ik zal ze nu betalen. Waarvoor ziet
u me wel aan?
„Neen, nu kunt u ze niet meer betalen.
Zoo behandelen we de zaak niet. Wilt u
me maar volgen?"
„Ik ga niet met u mee. Als u het geld
niet wilt hebben, dan maar niet. Laat me
vrij met mijn zoontje naar huis gaan."
Haar gillende stem verraadde de hulpe
loosheid van een vrouw, die in den greep
was van een meedoogenlooze macht. Een
winkeldief legde zijn hand op haar schou
der om haar te dwingen te doen wat haar
werd verzocht.
„Blijf van mijn lijf!" schreeuwde zij.
„Als ik mee moet, kan ik dat doen ook
zonder dat u me de kleeren van het
lichaam scheurt. BegTepen?"
Nu was voor den kleinen jongen de maat
vol gemeten. De winkelchef aanvliegende,
schopte hij hem tegen de schenen.
„Sla mijn moeder niet. Pas op, hoor!"
Een tweede winkelchef trok den jongen
achteruit. Sommigen uit het publiek lach
ten. Anderen vonden het zonde en jammer
dat een vrouw van dat slag een kind had
met zoo'n lief gezicht.
Dadelijk daarop bevonden zij zich weer
in het gewoel der menigte en begaven zich
naar een achter ln het magazijn gelegen
gedeelte. De jongen, die niet huilde, maar
hijgde alsof hij na een langen snelloop was
uitgeput, hield zijn moeder bij haar rok
vast; aan haar andere zijde had een der
dames haar bij den arm. Hij zag dat zijn
moeders hoed op één oor stond, en dat
een lok van haar donkere haar was los
geraakt. Dit beeld bleef in zijn geheugen
gegrift, en ook dat de winkelende men-
schen, wien de schande van hem en zijn
moeder tegen de borst stuitte, overal waar
zij passeerden, ruim baan voor hen
muftkten. .(Wordt vervolgd).
Minister Deckers in Valencia. Schip op den wal geworpen. Lawine-ongeluk in Allgau.
Spaansche militaire autoriteiten verlaten de Hertog Hendrik" na Het stoomschip „Dinormic" werd tijdens den hevigen storm te Higher ^-s soldaten van het Jager-bataljon van Constanz werden tijdens
r een oefening door een lawine bedolven. Vier hunner kenden bevrijd
het begroeten van minister Deckers bij aankomst te Valencia. Cleave (Engeland) op den wal geworpen. worden. Het zoeken naar de beide anderen.
BIJ DE EERSTE OPVOERING VAN DE AMERIKAANSOHE FILM „VRIJDAGAVOND 8 UUR" in
een Berlijnschen bioscoop kregen de bezoekers gratis belegde broodjes en andere lekkernijen.
TE HILVERSUM WERD DE DAMES-HOCKEY-MATOH HILVERSUM—ROOD» WIT GESPEELD
welke door de bezoeksters met 2—1 werd gewonnen. Moment uit den strijd,.