Het Heilige Geest- of Arme Wees-
en Kinderhuis.
y48te Jaargang
DONDERDAG 4 JANUARI 1934
No. 22635
Ük--immer bestast uit VIER Btaks»
EERSTE BLAD.
Officieele Kennisgevingen
STADSNIEUWS.
Dr. Mr. N, G. VELDHOEN 1
Het voornaamste Nieuws
van heden.
LEIDSCH
DAGBLAD
DAGBHAD .VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
PRIJS DÈft ADVERTENTIENe
ts*-
gp db. Eer regel tooi; advertentlëu uit Uédden en {kaatsen
jsaaü agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle
ahdere advertenttën 35 Cts. per regel. Kleine Aüvertentlën
uitsluitend by vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 Cts.
bi] een maximum, aantal woorden van 30.
Incasso volgens postrecbt. Voor eventueele opzending van
brieven 10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 5 Cts.
Bweau Noortje in tfeplein Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Eostchèque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No- 54-
PRIJS DEZER COURANT)»
Voor Leiden per I maanden f.XX; per week ...in., f.0.18
Bulten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week „0.1»
Franco per post f. 2 36 portokosten.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden
brengen ter algemeene kennis, dat door
hen vergunning is verleend aan: a. D. H.
de Bruijn en rechtverkrijgenden tot het
uitbreiden van de broodbakkerij m het
perceel Oranjegracht Nis 40-42, kad. be
kend gemeente Leiden, Sectie C. No. 1890;
b. G. Vermeer en rechtverkrijgenden, tot
het oprichten van een inrichting voor het
bewaren van benzine in het perceel Oos
terdwarsstraat No. 3, kad. bekend. Ge
meente Leiden, Sectie K. No. 4225; c. A.
van TuUn en rechtverkrijgenden, tot het
uitbreiden van de ijsfabriek in een aan
de Nieuwstraat grenzend gedeelte van het
perceel Nieuwe Rijn No. 59, kad. bekend
Gemeente Leiden, Sectie I. No, 2467; d. de
Wed. E. van Velzen en rechtverkrygenden
tot het oprichten van een brood- en koek-
bakkerij in het perceel Haarlemmerweg
No. 25, kad. bekend Gemeente Leiden,
Sectie K. No. 2706; e. de N.V. Koninklijke
Nederlandsche Grofsmedery en rechtver
krygenden, tot het oprichten van een ket-
tingsmederij in het perceel kad. bekend
Gemeente Leiden, Sectie N. No. 453, ge
legen in de Waard,
A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN,
Burgemeester.
J. A. v. d. STOK, loco-secretaris.
Leiden, 4 Januari 1934. 3875
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden
brengen ter algemeene kennis, dat door
hen de beslissing op het verzoek van de
N.V. Pieck's Manufacturenhandel om ver
gunning tot het oprichten van een fabriek
van confectiegoederen in het perceel
Haarlemmerstraat Nis. 228/230, kad. be
kend Gemeente Leiden, Sectie H. No. 3535,
is verdaagd.
A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN.
Burgemeester.
J. A. VAN DER STOK, lo.-Secretaris
Leiden, 4 Januari 1934. 3874
DE UNIVERSITEIT EN HET
WILHELMUS.
In eenige bladen werd een bericht gepu
bliceerd. waaruit zou kunnen worden op
gemaakt. dat Curatoren der Rijksuniver
siteit alhier het zingen van het „Wilhel
mus" in het Academiegebouw zouden
hebben verboden. Dit bericht is geheel
onjuist.
Wy vernemen, dat als maatregel van
orde, teneinde storing voor andere büeen-
komsten te voorkomen, „het zingen" in
vergaderingen nimmer wordt toegestaan.
Eenige tendenz om het zingen van het
volkslied in het gebouw onmogelijk te ma
ken, is aan dezen maatregel, gelijk ten
aanzien van bestuurders van een Univer
siteit als de Leidsche, die zoo dikwijls van
warme genegenheid voor het Vorstenhuis
blijk gaven, toch ook niet anders kon
worden verwacht, ten eenenmale vreemd.
Dit is ook reeds duidelijk uit het feit, dat
de plechtige bijeenkomst ter herdenking
van den Stichtingsdag der Universiteit
met het zingen van het Wilhelmus pleegt
te worden besloten.
BEZOEK VAN ZUID-AFRIKAANSCHE
STUDENTEN.
Gisteren bracht een gToep van Zuid-
Afrikaansche Studenten een bezoek aan
onze stad. Des middags te half vier wer
den zij door het Senaatsbestuur in de
Senaatskamer dei- Universiteit ontvangen.
Na door den rector-magnificus prof. mr.
D. van Blom verwelkomd te zijn. werden
zy door prof. dr. W. de Sitter toege
sproken.
De leider, de heer Young dankte voor
de ontvangst. Hierna werd de thee rond
gediend en het Academiegebouw bezich
tigd, waarbij ook een bezoek werd ge
bracht aan het Academisch Historisch
Museum, alwaar zij werden rondgeleid
door de conservatrice mevr. Idenburg
Siegenbeek van Heukelom.
In den loop van den dag werden de
voornaamste Leidsche bezienswaardig
heden bezocht, terwijl de buitenlanders
's avonds de gasten waren van het Leidsch
Studentencorps en de Ver. van Vrouweiyke
Studentenr
DE NIEUWE SPOORDIENSTREGELING.
De nieuwe zomerdienstregeling der Ned.
Spoorwegen, welke 15 Mei a.s. aanvangt,
zal dit jaar door de invoering van electri-
sche tractie op de lijn RotterdamDor
drecht en de Diesel-electrische tractie op
de lijnen UtrechtArnhem belangrijk ver
schillen van vorige dienstregelingen, daar
de reisduur op deze lynen (ook op de lijn
LeidenUtrechtl belangrijk verkort is,
waardoor verschillende belangrijke aan
sluitingen verkregen sdjn.
Viering van het 350-jarig jubileum aan de Hooglandsche Kerkgracht
HERDENKINGSREDE VAN Prof. Dr. N. J. KROM.
De herdenking van het feit, dat het
Heilige Geest- of Arme Wees- en Kinder
huis gedurende 350 jaar op de tegenwoor
dige Plaats gevestigd is geweest, werd aan
gevangen op 31 December met een plech
tige godsdienstoefening, waarbij dr. W D.
van Wijngaarden voorging en het meisjes
koor medewerkte. Na afloop werden in de
regentenkamer de voor deze gelegenheid
samengestelde herdenkingsalbums uitge
reikt. Bij monde van den directeur bood
het personeel en eenige oud-ieden daar
van een stel zilverenkandelabers voor de
regentenkamer aan. terwijl door de meis
jes fraai handwerk, door de jongens fijn
houtzaagwerk voor regentessen en regen
ten was vervaardigd.
Gisteren werd het feest voortgezet met
een poppenkastvertooning voor de klei
neren. De eigenlijke plechtigheid was op
hedenmiddag gesteld. Daarbij waren be
halve de verpleegden en het Personeel ook
een zeer groot aantal oud-verpleegden te
genwoordig en waren verder uitgenoodigd
vertegenwoordigers van Kerkeraad en
Diaconie der Ned. Herv. Kerk, Voogdij
raad, Armenraad, Commissie voor Maat
schappelijk Hulpbetoon, weeshuizen van
andere gezindten; verdere instellingen,
zich op verwant gebied bewegend, Oud-
Leiden, de Lakenhal, benevens een aantal
vereenigingen en particulieren, van wie
het Weeshuis medewerking ondervindt.
Ook vele oud-regenten en regentessen
hadden aan de uitnoodiging gevolg ge
geven.
Te drie uur trad het volledig college van
regenten en regentessen met college van
Burgemeester en Wethouders het stemmig
versierde kerklokaal binnen en nam de
regent-voorzitter, prof. dr. N. J- Krom, het
woord.
Toespraak van den voorzitter.
Spr. verwelkomde de gasten, in het bij
zonder de oud-verpleegden, wier hartelijk
medeleven in deze herdenking bewees, dat
zij in het Huis nog iets anders dan onder
dak en onderhoud hadden gevonden. Ver
volgens begroette hij het gemeentebestuur
en de vertegenwoordigers der Kerk. Met
laatstgenoemde bestaat een oud histori
sche band, die zich nog vastknoopt aan
de parochie van Sint Pieter; tegenwoordig
staat het huis administratief los van de
Hervormde Kerk, doch geestelijk blijft het
gebonden, doordat het zich blijft beijveren
aan zijn verpleegden een Christelijke op
voeding te geven.
Ten opzichte van het gemeentebestuur,
dat volgens de wet toezicht houdt, be
vestigt deze wettelijke band slechts een
eeuwenoude relatie. Het weeshuis heeft
aan magistraat en vroedschap zeer veel te
danken, ook in de jaren, die voorafgingen
aan de thans herdachte gebeurtenis.
Deze is natuurlijk niet het 350-jarig be
staan onzer instelling; de Heiiige-Geest-
meesteren verrichtten hun werk reeds in
het begin der veertiende eeuw en sinds
1450 hadden ze ook al een eigen huis. Dit
laatste echter (thans Breestraat 18) was
oorspronkelijk vooral voor de administra
tie hunner armenzorg in het algemeen
bestemd, en slechts omdat er toch ruimte
was, werden er eveneens aan hun zorg-
toevertrouwde personen gehuisvest, daar
onder dan ook weezen- Eerst gaandeweg ls
het bepaaldelijk weeshuis geworden. In de
crisis-jaren aan het begin van den tach
tigjarigen oorlog was de toestand finan-
tieel zoo slecht gewórden, dat in 1573 bur
gemeester Pieter Adriaensz. v. d. Werff
in de vroedschap een nota van de Heilige
Geest-meesteren moest overleggen, dat zij
als gen hulp werd geboden, ae stichting
zouden moeten opheffen.
De stad heeft haar verantwoordelijk be
grepen en door verschillende maatregelen
de finantiën van het weeshuis weder op
soliede basis gebracht. Ook heeft zij ge
zorgd voor betere huisvesting door in 1580
de localiteiten van het vrijgekomen Vrou
wengasthuis aan de Hooglandsche Kerk
gracht ter beschikking 'te stellen. Deze
overdracht heeft 31 Dec. 1583 plaats ge
vonden; zij werd gevolgd door een grondige
verbouwing die, in 1607 beëindigd, het
Weeshuis tot een er fraaiste van Holland
maakte. Het huis werd betrokken met
tusschen de 40 en 50 kinderen, merkwaar
digerwijze juist het aantal, dat er op het
oogenblik ook in huis, nadat in de acht
tiende eeuw de getallen in de honderden
hadden geloopen. vooral nadat in 1774 ook
de inwoners van het Arme Kinderhuis, be
stemd voor verlaten kinderen, waren over
gebracht. Daardoor heeft onze instelling
zijn tegenwoordigen dubbelen naam ge
kregen. De gebeurtenis van 1583 vormt het
beginpunt der geschiedenis van dit wees
huis; het beteekent geen breuk met het
verleden. Uit het oude huis werd mis
schien het mooie fronton boven de hoofd
poort meegebracht en gingen in elk ge
val allerlei oude tradities over; toch be
gint in 1583 een nieuwe ontwikkeling.
Met dankbaarheid kan worden herdacht
wat in die eeuwen is tot stand gebracht
door de samenwerking van de Heilige-
Geest-meesteren, later regenten en regen
tessen, met hun vroeger zeer uitgebreid,
thans ingekrompen doch even toegewijd
personeel en met de velen buiten het ge
sticht, die den arbeid steunden en nog
steunen Al zijn er natuurlijk ook wel te
leurstellingen opgeteekend, over het ge
heel zijn talloos velen opgeleid tot nuttige
leden eener maatschappij, die zij anders
tot last zouden zijn geworden.
Het huis blijft veel oude tradities hand
haven, daaronder ook het restant van de
uniformkleeding in zeer gewijzigden vorm,
niet om aan te geven dat een weesjongen
iets anders dan een gewone jongen zou
zijn, maar om de hulp en de voordeelen,
die de als zoodanig herkenbare Leidsche
wees nog altijd geniet, dank zij zijn po
pulariteit bij de Leidsche bevolking.
Daarnevens is het bestuur steeds bereid
rekening te houden met gewijzigde om
standigheden; zelfs is er sprake van ge
weest het huis te verlaten en in moderner
omgeving een nieuw bestaan te beginnen.
Tot dien stap zouden regenten in het be
lang der verpleegden bereid zijn geweest,
nu er niet van komt, zullen zij met
goeden moed het werk in het oude huis
voortzetten. Gehoopt wordt van de be
schikbare ruimte meer te kunnen Profl-
teeren door het opnemen van kinderen
van elders.
De groote getallen van vroeger, die het
onmogelijk zouden maken de verpleegden
min of meer als een gezin te behandelen,
worden ook dan niet teruggewenscht. Hoe
dat verleden was, zal men nader kunnen
bezien op een kleine tentoonstelling, door
de kundige hand van dr. A. Beets, reeds een
derde van een eeuw regent en gedurende
een groot deel van dien tijd voorzitter van
het college, ingericht in de regentenkamer
Met het uitspreken zijner verwachtingen
voor de toekomst eindigt spr. zijn rede.
Vervolgens werd het woord gevoerd aoor
den burgemeester, mr. A. van de Sande
Bakhuyzen.
Rede van den burgemeester.
Deze sPrak ongeveer als volgt:
Het Gemeentebestuur waardeert ten
hoogste uw uitnodiging tot deze herden
kingsplechtigheid ontvangen te hebben en
zou met gaarne daarbij ontbreken. De
band toch die tusschen de gemeente en
het Heilige Geest of Arme Wees- en Kin
derhuis bestaat is van dien aard, dat wij
in dit schoone gesticht en stedelijke in
stelling mogen en moeten zien, al hebben
dan ook de bemoeiingen van de stadsre-
geering met vele, ondergeschikte belangen
der instelling opgehouden, omdat eener
zij ds de bestuursmoeilijkheden niet meer
zoo nijpend en veelvuldig zijn dan zij in
bijv. den loop van de 18e eeuw plachten
te zijn, en anderzijds, omdat het gemeen
tebestuur ten volle er op rekenen kan dat.
regentessen en regenten, die het zelf blijft
benoemen, zich op voortreffelijke wijze
van de moeilijke taak, die zij vrijwillig en
onbaatzuchtig op zich nemen, blijven
kwijten-
Waar een zoo uitstekende verhouding
tusschen u en ons bestaat, is het geheel
overbodig hier een zeker medezeggenschap
te vindiceeren of dit te omschrijven. In de
niet zoo bekende maar zeer belangrijke
bespreking van 3 December 1374 in den
Gemeenteraad over de vraag of dit ge
sticht met al zijn hebben en houden aan
de Diaconie der Ned. Herv. Gemeente zou
worden overgedragen, en waarbij de schei
ding van Kerk en Staat 'n grote rol sPeelde
is voldoende bewezen, dat ook deze arme
weezenverzorging, al betreft het dan hier
die van een bepaalde kerkelijke gemeente,
in oorsprong was en is gebleven een zaak
van de burgerlijke overheid. De jaarlijk-
sche goedkeuring van uwe begrooting en
rekening, de benoeming door den Raad
van de leden van uw College toonen dit
nog niet zoo duidelijk aan als wel het
feit. dat u ons spontaan kent in alle voor
de stichting belangrijke maatregelen en
voornemens. U. zoowel als wij, weten, dat
wij op eikaars steun en medewerking
aangewezen zijn voor de behartiging van
een sociale zorg van de eerste orde.
De bemoeiingen van een gemeentebe
stuur zijn zoo veelzijdig en zooveel omvat
tend, dat men nog niet eens met de dage
lij ksche beslommeringen van het College
van Burgemeester en Wethouders bekend
behoeft te zijn om te beseffen, welk een
zegen het is, indien een deel daarvan aan
anderen kan worden overgelaten. Een
zegen voor ons, maar voral een zegen voor
hen, wier belangen dagelijksche en des
kundige behartiging vragen. Niet altijd
treft men den juisten modus, niet altijd ls
men even gelukkig in de formuleering van
de verhouding, die toch nooit verbroken
mag worden noch verslappen. Doch ook in
dit geval waar het weezen betreft, niet
minder dan in dat van het veel jeugdiger
gesticht, dat de zorg op zich neemt voor
hen, die aan de andere grens staan van
de ons stervelingen toegemeten sPanne
tijds, is een vorm gevonden, die den storm
'%^r eeuwen heeft weten te trotseeren. En,
Wijlen dr. mr. N- G. Veldhoen.
In den ouderdom van 50 jaar is heden
morgen te Voorburg overleden, dr. mr N.
G. Veldhoen, Ned. Herv. predikant aldaar
en voordien te Alphen aan den Rijn- Dr.
Veldhoen is in 1883 te Den Haag geboren
en zou den 7den Februari zijn zilveren
predikantsjubileum herdenken.
De overledene promoveerde in 1908 en
deed den 7den Februari van dat jaar zijn
intrede in de gemeente Wapenveld. In
1911 nam hij het beroep naar AlPhen aan
den Rijn aan en in 1928 nam hij hier af
scheid om zijn intrede in Voorburg te
doen.
Wijlen dr. mr. Veldhoen was een uiterst
werkzaam man. Naast zijn ambtsbezig
heden vond hij tijdens zijn verblijf te
Alphen gelegenheid voor de rechtsstudie,
welke met een promotie bekroond werd.
De laatste jaren bewoog dr. Veldhoen zich
meer en meer op het politieke terrein.
Sedert eenige jaren was hij iid van den
Kamerkring Leiden der C. H. Unie en se
dert het vertrek van dr mr. Schokking
nam hij het voorzitterschap waar. Twee
jaar geleden werd hij benoemd tot hoofd
bestuurslid der C. H. Unie cn voor de
jongste Tweede Kamer verkiezing stelde
zijn partij hem candidaat. Zijn werken
voor de principes der C. H. Unie niet
alleen in de naaste omgeving, maar ook
in Friesland en Zeeland was hij een zeer
gezien spreker zou spoedig beloond zijn
geworden met het lidmaatschap der
Tweede Kamer, want practisch was hij de
opvolger van den heer Snoeck Henkemans,
indien niet de dood dit werkzame leven
had afgesneden
j Dat zijn overlijden voor de C. H. Unie
I plotseling komt moge blijken uit het feit,
I dat hij sedert 2 weken het hoofdredac-
I teurschap van het Chr. Historisch Week-
1 blad voor Zuid-Holland weer op zich had
genomen. Na het aftreden van ds. Voor-
steegh nam hij het hoofdredacteurschap
j van dien vroegeren „Zuid-Hollander"
waar- Ook als secretaris van het school-
bestuur der Chr. Kweekschool te Leiden
I en als bestuurslid der Chr. H.B.S. te
I Leiden had de overledene en groot aan-
j deel in den groei dezer beide instellingen.
In het bijzonder noemen we nog zijn
I arbeid in en voor den Bijzonderen VfTj-
willigen Landstorm, welke door de Re-
geering gaarne erkend werd door zijn be-
I noeming tot ridder ln de Orde van Oranje-
Nassau.
ik doelde er reeds op, mocht er in de re
geling iets ontbreken wat nood? want
wij weten dat u en ons één gedachte be
zielt, nl. te zorgen voor den bloei van de
instelling, die wel en zeer bijzonder fraaie
parel is in de kroon van ons gemeenebest.
Om deze reden zijn wij u, dames en
heeren regenten, oprecht dankbaar voor
uw werk, dat gij op voortreffelijke wijze
verricht.
Die goede zorgen zijn zichtbaar voor
ieder, die kennis neemt van uwe begroo
ting en uwe balans, die en juiste beleg
ging van de zeer belangrijke fondsen aan
dit gesticht vermaakt, aantoont en ik
twijfel niet of, al was het alleen uit dien
hoofde, gij zijt als College warme verde
digers van den gaven Hollandschen gul
den, waarvoor ons volk zich groote en
moeilijke opofferingen moet getroosten,
maar waarmede men dan toch naast
andere ernstige nadeelen dit groote ge
vaar buitensluit, dat stichtingen als deze
en vele andere, hun werk zouden moeten
stopzetten of liever dat extra zware lasten
op de gemeenschap komen te drukken-
Want inderdaad staan of vallen uwe fi
nantiën nagenoeg geheel met het hand
haven van het waardepeil van ons ruil
middel.
Die goede zorgen komen ook uit in de
tijdigheid van uwe overwegingen om des
noods dit prachtige huis, hoeveel waarde
zijn uiterlijk en zijn innerlijk dan ook
mogen hebben voor de gepaste sfeer van
uw eerwaardig en deftig instituut te ver
laten en een kleine behuizing te zoeken
meer in overeenstemming met het aantal
kinderen op dit oogenblik aan uwe hoede
toevertrouwd, niet zooveel-eischend aan
onderhoud en personeel.
Ik raak hier een zaak aan, die u en ons
weliswaar, dank zij uw voorzichtig beheer,
nog geen slapelooze nachten bezorgt, maar
die in uwe maandelij ksche en onze ge
meenschappelijke jaarlij ksche bijeenkom
sten toch niet uit de gedachten komt, t.w.
de geringe bezetting van het gesticht, dat
thans minder tientallen huisvest dan er
vroeger honderdtallen een onderkomen in
vonden. Weezen bestaan nog immer, maar
BINNENLAND.
Het jubileum van het H. G. of Arme
Wees- en Kinderhuis te Leiden (Stads
nieuws, le Blad).
H.M. Koningin Wilhelmina en H.K.H.
Prinses Juliana voor een vacantie-verblijf
naar Zwitserland vertrokken. (Binnen
land, 3e Blad).
Huldiging der Pelikaan-bemanning op
10 Januari te Amsterdam. (Binnenland,
3e Blad).
Ir. Mussert en de Nat. Soc. Beweging.
(Binnenland. 3e Blad).
Militairen mogen niet medewerken aan
het algemeen radio-programma als het
door de Vara wordt verzorgd. (Binnen
land, 3e Blad).
Overleden is dr. mr. N. G. Veldhoen,
Ned.-Duitsch Herv. predikant te Voorburg
(le Blad).
Aanvaring voor den Waterweg; Duitsch
stoomschip gezonken; de eerste stuurman
verdronken. (Laatste Berichten, le Blad.)
De retourvlucht van den Postjager voor-
loopig uitgesteld. (Laatste Ber., le Blad.).
BUITENLAND.
Sir John Simon bij Mussolini. (Buitenl.,
en Tel., le Blad).
De boodschap van president Roosevelt
(Buitenl., le Blad).
Reeds weer kabinetswijziging in Roeme
nië. Angelescu vervangen door Tatarascu.
(Buitenl., le Blad).
Baron Werner von Fritsch benoemd tot
chef der Duitsche legerleiding. (Buitenl.,
le Blad).
Ontzettende mijnramp in Noord-Bohe-
men. Waarschijnlijk pl.m. 140 slachtoffers.
(3e Blad en Tel., le Blad).
de behoefte aan hunne verzorging op kos
ten van de gemeenschap is zeer sterk ge
slonken. Naar wat gij biedt is verminderde
vraag.
Het is het lot van ieder door menschen-
handen gewrocht werk, dat men bij zijn
vooroverleg nooit geheel rekening kan
houden met de toekomst, met verande
rende omstandigheden of opvattingen. Gij
zult zeggen dat de stichters van dit ge
bouw toch wel een doel in het oog vatten
dat eeuwenlang verwezenlijking bleef
vragen, ook thans nog.
Welke wet verandert niet, welk gebouw
houdt niet op te beantwoorden aan de
eischen die nieuwe tijden, nieuwe ontwik
keling stellen? Geen sterveling beschikt
over goddelijk inzicht, geen menschenhand
schiep ooit de levende, zichzelf instand
houdende natuur!
Doch uwe instelling is voor alle tijden
gemaakt, wil voor alle tijden een maximum
van nut stichten. Daarin belemmerd
vraagt gij u af of en hoe gij de bakens
zult verzetten en reeds geruimen tijd wor
stelt gij en met u het gemeentebestuur
met dit probleem.
De tijden zijn onzeker, de afneming in
de bevolking van het gesticht hield gelij
ken tred met de toenemende welvaart en
de daardoor mogelijk geworden inten
siever sociale verzorgingen. Een ding
weten wij, dat de welvaart dalende is en
dat eerst vanaf de zekere basis van een
lager niveau dan waarop wij meenden te
kunnen leven, nieuwe opbouw kan plaats
vinden- Zal in die onzekere omstandighe
den iemand met redelijkheid kunnen ver
langen, dat gij uwe Politiek zeer ingrijpend
wijzigt of nieuwe wegen inslaat? Wat wij
van u verlangen is dat gij met scherpen
blik, die overal doordringt, de ontwikke
ling der maatschappij blijft volgen, opdat
gij zult kunnen onderkennen langs welken
veiligen weg gij ook op den duur de groote
middelen, die zich in uwe handen bevin
den vruchtbaar kunt doen zijn.
De goede zorgen van uw College komen
en kwamen nog op zooveel andere wijzen
aan den dag, namelijk in de resultaten van
de zorgvolle opvoeding die gij aan uwe
kinderen gaaft.
Ik zeg niets ten nadeele van de vele
vaders en moeders die u dienden, wanneer
ik de opperste leiding van u en ik zegen
nu vooral de rol die de dames daarbij
vervullen, als onmisbaar en hoogst nuttig
Prijs. De strenge regelen van het gesticht
mogen op sommige tijden door de op
groeiende jeugd als vrijheidsbeperking en
qus door hen, Hollander zijnde, als „kren
king" zijn aangevoeld, meer hecht ik aan
hetgeen straks ongetwijfeld van die nu
tot nuttige leden van de maatschappij
cpgegroeiden daarover in anderen zin zal
worden getuigd.
Zou ik, die als kind aan de hand van
een dier voortreffelijke weesmeisjes met
haar keurige mutsen ook hier wel op be
zoek mocht komen, niet weten, hoezeer de
band met uwe kweek dingen ook later
bleef bestaan, wanneer de kinderen hun
weg in de maatschappij gevonden had
den? Hadden wij als jongens geen bewon
dering niet een zekere jaloerschheid op
die weesjongens, die bij iederen brand
nieuwe lauweren oogstten?
Ieder Leidenaar had en heeft een warm
hart voor wat dit schoone gesticht deed.