De treinramp in Frankrijk - in Amerika HAAR AVONTURIER Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. 6n hem lüet uit het 008 zouden Rouwdienst Voor de slachtoffers Van de treinramp in Frankrijk episode uit den Dertig jarigen Oorlog. Oorspronkelijke schets van G. P. BAKKER. 37) bfwSJ^W^hhetoi was hem goed gezind, Bil m goud en den generaalsrang. hit Sü.eniie hem gekocht te hebben, zooals J gedacht had Von Falkenberg te koo- Eer entwoord van den fleren verdedi- van Maagdenburg: „Zoek geen meln- i? S(dlelm bij mijzoek hem liever ln I filet „r*2™," scheen den maarschalk nog I ^n,tzen te hebben. Hij moest Marion ichiiroi ,11 Pappenheim vermoedde waar de hIi' dat hij haar verblijfplaats ken- moest haar uitleveren. Hij wist, dat Sirf? Herberg zult u steeds veilig Wïa'at? 11U zou nacht en dag worden Jitn S";.eibij den minsten twijfel aan riiae trouw zou de sterke hand lood- I «t;eht op hem neervallen. Het geheele *a"rm de aangrenzende landstreken pen- „«handen van de keizerlijke troe- fièen nauwer zou de kring om hem fiitw» n getrokken. Er was maar een 1 zoo spoedig mogelijk, hals oyer kop vertrekken, vóór de cirkel geheel was gesloten. De prinses von Ebertot zu Quetschen was onmetelijk rijk. De keizer had haar goud dringend noodig; ze zouden haar niet licht laten ontsnappen. Geen losprijs zou groot genoeg zijn. Zij had immers rijke be zittingen buiten het sticht Maagdenburg^ de waarde was nauwkeurig berekend. Haar lot. Indien zij gevangen genomen werd, zou afschuwelijk zijn. Zij was immers een trotsche Calvlniste en middelen om haar weerspannigen geest te breken bestonden er vele. Buiten scheen nog altijd vroolijk de zon, maar in het hart van den avonturier heerschte geen vreugde meer. Melchior stond met zijn eigen paard en Balder aan den ingang van de legerplaats te wachten. Hij reikte zijn meester harte lijk de hand. Balder's huid glansde in het zonnelicht als zwart fluweel. Saxon fluisterde tegen Melchior: „Lang zaam rijden, maar als wij om den hoek uit het gezicht zijn, als de duivel, want hij zit ons op de hielen." HOOFDSTUK XX. In kalmen draf reden de beide ruiters langs den weg, die naar de Oude Herberg leidde. Met enkele woorden bracht de overste zijn ouden vriend op de hoogte van den gevaarlijken toestand, waarin hij en de prinses zich bevonden. De raad van den ouden troupier luidde: .Het schijnt mij het allerbeste, dat u en freule Marios zoo spoedig mogelijk naar Bingumstein vertrekken. U zult bijna den geheelen nacht moeten doorrijden." „Een groot voordeel is," meende Saxon, „dat het oude slot niet op den weg ligt naar het Zweedsche kamp. Von Pappen- heim zal best begrijpen dat de prinses of laten wij maar liever blijven zeggen freule Marion daar haar toevlucht zal zoeken." „U kunt in het slot flink uitrusten en dan op een of andere wijze vermomd ver der trekken, want de Pappenheimers zul len u op de hielen zitten, meende Melchior. Om de bocht van den weg gekomen, toen de ruiters onzichtbaar geworden wa ren door de boomen en de groene struiken, beval Saxon: „Galop," en ze vlogen ln vliegende vaart langs den boschweg. Na korten tijd bemerkten zij in de verte een huifkar, die hen hobbelend tegemoet reed. „Wie zou dat zijn?" vroeg Saxon. „Zij schijnen groote haast te hebben." Ze naderden snel en Melchior riep: „Overste, het is Rudolf. Hij is zeker vrachtrijder geworden." „Hij is op weg Lize te halen." antwoord de Saxon. Door de haast heb ik heelemaal niet meer aan het meisje gedacht," ver volgde hij met eenig zelfverwijt. „Zij zou door luitenant Von Llsse buiten het kamp worden gebracht." De ruiters hielden hun paarden in. Ru- dolf sprong van den wagen, snelde op Saxon toe, drukte hem stevig de hand en schreeuwde: „Den hemel zij dank, freule Marion zit achter in de kar," Saxon sprong van zijn paard. Marion trad haastig naar voren. De overste nam de oude vrouw in zijn armen en zette haar op den grond. Hij bekeek haar van onder tot boven en ondanks den ernst van den toestand ver breedde een glimlach zijn gezicht. In Marion's oogen echter stonden tra nen. Zij pakte hem bij den arm en zeide: „O, Saxon. Ik heb een vreeselijken angst uitgestaan. Wij waren allemaal zoo bang, dat ze je zouden vermoorden en nu sta je hier springlevend en ongedeerd. Het is bijna te mooi om te gelooven." Saxon moest zich beheerschen om de oude tooverkol niet te omhelzen. „Wat zie Je er grappig uit. Maar waar om ben je eigenlijk hier?" vroeg hij. „Om jou vrij te koopen," antwoordde ze. „Meen je, dat ik Jou door Von Pappenheim wilde laten ophangen. Doch ik zie, dat ik mij onnoodig bezorgd heb gemaakt." „Ik heb mijn leven gered. De veldmaar schalk meende, dat ik je verblijfplaats wist en wilde, dat ik je zou uitleveren. Je maakt het mij heel gemakkelijk door hier te ko men. Wij zijn vlak bij het kamp," ver volgde hij met een ernstig gezicht. „Daarna keerde hij zich naar den her bergier. .Rudolf," zei hij. ,Rljd met de huifkar door tot je Lize ontmoet en dan zoo vlug mogelijk naar huis." Hij gespte zijn zwaren rultermantel ach ter den zadel los, legde hem om Marion's schouder, sprong op Balder's rug en voor Marion er op verdacht was sloeg hij den arm om haar middel en hief haar voor rich in den zadel. „Heb ik niets te zeggen?" vroeg ze. „Wordt er maar zoo over mij beschikt?" „Niets," klonk het antwoord. „Ik moet jo uitleveren." Hij rende naar Von Pappen- helm's kamp. Maar toen hij een eind ge reden had, wendde hij eensklaps den teu gel en Balder vloog als de weerlicht in de richting van de Oude Herberg. Melchior had Inmiddels zijn paard be stegen en volgde Saxon. „En nu rijdt de ridder met de prinses naar het leger van den koning," fluisterde Saxon haar in het oor. Zij keek hem lachend in zijn gezicht. In haor oogen glansde een helder licht. „De prinses lijkt op het oogenblik meer op een oude tooverkol", antwoordde zij, ,maar liet haar hoofd tegen zijn schou der rusten. Hij drukte haar tegen zijn borst, voelde de warme aanraking van haar Jong lichaam en sprak met hartstocht in de stem: „Nooit, nooit zal ik je aan een ander afstaan". Zij gaf geen antwoord. Zij dacht niet aan haar verloving of aan het woord, dat zij eens had gegeven. Met gesloten oogen gaf zij zich geheel over aan het genot van den vluggen rit in de armen van den man, dien zij lief had. De wind suisde hen om dé ooren, nooit zouden ze deze vlucht ver geten. Hij voelde zich trotsch als een roof ridder, die de geschaakte geliefde naar zijn burcht voert. „(Wordt vervolgd), OVERSTROOM 1XG IX AME1UKA Bij overstroomingen te Tacoma werd een brug weggeslagen. Do spoordijk werd vernield. 1>F, GEP. VI CE-A DM IRA AL G. P. VAX DECKING COLENBRAN. DER die 73 jaar oud te Wasse naar is overleden. I In het Gare de 1'Est te Parijs is een r-ouwdienst opgedragen vcor de slachtoffers van de treinramp bij Lagny. Links in de cha- pelle ardente. Op den voorgrond, op deD rug gezien, de leden der regeering. Hechts: de menigte voor het Gare de l'Est tijdens den dienst. DE WINTERSPORT IN ST. M0R1TZ IS IN VOLLEN GANG. Mr. Phil Taylor, de schaatskampioen, toont aan verbaasde toeschouwers hoe je op schaatsen door een papieren hoepel kunt springen. IN HET E.L.M.-HOOFDKANTOOR IN DEN HAAG ligt een album voor sympathie-betuigingen met de Pelikaan-vlucht. ONGETWIJFELD IS HET PAD VAN DIT HUWELIJKS- PAARTJE GLAD. Een bruidspaar uit Hedel moest over het ijs van de Maas loopen om naar den Bosch te kunnen tomen, waar de kerkelijke huwelijksinzegening plaats vond.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 5